iv. So.), ny° jaargang. Maandag 6 November. 1ÖVD. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiêni 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs, Middelburg, 4 November. Spoorweg-exploitatie. FEUILLETON. Chetwynd Calverley. hoe'het testament gevonden weed. IflIDOËLBURGSCHË COURANT. Door burgemeester en wethouders van Middelburg wordt het volgende bekend gemaakt IJK -van nieuwe maten. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend: dat de ijk der maten eu gewichten enz. alhier, Dinsdag en Donderdag van iedere week, telkens vau 9 tot 1 uur, zitting zal houden óp het kan toor op de Noordzijde van den Dam, voor den ijk van nieuwe voorwerpen. Middelburg, den 3en November 1876. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.) SCBORER. De secretaris (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. (Ingezonden). Gaarne verleeneu wij eene plaats aan de vol gende opmerkingen over de tegenwoordige dienst regeling van den spoorweg. Sedert 15 October wordt eindelijk gebruik ge maakt van de verbinding RoosendaalZwaluwe, zoodat de omweg over Breda vermeden wordt. Het natuurlijk gevolg van al standsverkorting is tijdbesparing; doch helaas wat van nature uit de verandering zou voortspruiten, wordt in dit speciale geval niet verkregen. Vergelijken wij slechts de nieuwe met de oude dienstregeling. Duur der reis: van Botterdam naar Middelburg. van Middelburg naar Rotterdam. Oude Nieuwe Oude Nieuwe regeling. regeling. regeling. regeling. 5 u. 12 m. 5 u. 42 m. 5 u. m. 4 u. 53 m. 4 u. 34 m. 4 u. 19 m. 4 u. 20 m. 4 u. 21 m. 5 u. 23 m. 3 u. 12 m. 7 u. 8 in. 5 u. 48 m. 5 u. 32 m. 4 u. 22 m. 4 u. 48 m. 4 u. 48 m. En eindelijk: Oponthoud te Roosendaal volgens de nieuwe regeling: Traject Rotlerd.-Middelb. Traject Middelb.-Rotterd. 1 n. 46 m. 0 u. 24 m. 1 u. 19 m. 0 u. 56 m. 0 u. 09 m. 1 u. 59 m. 0 u. 14 m. 0 u. 21 m. Uit deze staatjes blijkt: 1° dat het vlugste traject thans is 3 u. 12, vroeger 4u. 34 m. voor R.M. en thans 4 u. 21, vroeger 4.20 voor M.R.; 2° dat slechts bij 2 treinen van R., en bij éen van M. van de korte verbinding voordeel wordt getrokken door vervroegde aankomst, terwijl éen 50 Naar het Engelsch van W. Harrison Ainsworth. BOEK VI. De bepaling in Calverley's testament. Vervolg.) III. Gelijk gemeld is, had mevrouw Calverley uit Londen aan den heer Carteret het verzoek getele- grapheerd, den volgenden morgen op Ouseleroft bij haar te komen; zij gat hem een denkbeeld van de zaken, waarover zij hem wenschte te raadple gen, door er bij te voegen dat zij lord Courland verwachtte. Overeenkomstig dat opontbod kwam de beer Carteret dus den volgenden morgen te tien uren opdagen. Norris voerde hem naar het kabinet, waar hij de schoone weduwe met schrijfgereedschap voor zich aan een bureau vond zitten. „Ik ben u zeer verplicht dat ge gekomen zijt, mijnheer Carteret," sprak zij hem vriendelijk ver- trein nu nog 20 minuten langer dan vroeger onderweg is; 3° dat deels het langdurige oponthoud te Roo sendaal de vruchten der verkorte verbiading doet verloren gaan, deels het correspondeeren op „bum- meltreinen" de te verkrijgen tijdsbesparing doet teloor gaan; 4° dat reizigers die uit Engeland te Vüssingen aankomen met bestemming Daar Rotterdam of 's Hagete Roosendaal zóóveel tijd (54 m.) ver liezen, dat ze in 't vervolg liever van deHarwich- booten zullen profiteeren Is het geen treurig verschijnsel dat voor een traject dat slechts 3 u. 12 m. vordert, van de 8 keeren 7 maal ruim een uur meer wordt ge nomen? Is het geen treurig verschijnsel te zien dat de kostbare tijd, die zou kunnen bespaard zijn, voor 't grootste gedeelte vermorst wordt door een verblijf te Roosendaal? Onwil of onmacht van de Exploitatie-maat schappij Laat ons het laatste aannemen en alle schuld wijten aan den Grand Central Beige. Maar dan blijkt ook uit deze feiten weder zonne klaar het wenschelijke, ja het noodzakelijke om den Grand Central uit te koopen of onschadelijk te maken. Het verkeer tussehen het noorder- en zuidernet der staatsspoorwegen wordt thans onderschept steeds moet de Hollandsche maatschappij over het spoorweggebied van den Grand Central Beige. De lijn Roosendaal—Breda onderbreekt de lijn Vlis- singenVenlode lijn RoosendaalZevenbergen onderbreekt de lijn ViissingenRotterdam. Hier is eigenlijk de wonde plek die ons spoorwegverkeer nog zoo ziekelijk en kwijnend houdt. Zoolang die lijnen niet in handen der Exploitafie-maatschappij zijnof zoolang er niet eoncurreereude lijnen door den staat zijn aangelegdhangt men steeds af van het goedvinden der vreemde maatschappij. Hoeveel kostbare tijd gaat dagelijks verloren doordien steeds van locomotief moet worden verwisseld als men over 't gebied van den Grand Central rijdt? Zoolang men nu echter van den Grand Central afhankelijk is, is het m. i. dubbel plicht van de Exploitatie-maatschappij zooveel mogelijk aan de bestaande bezwaren tegemoet te komen en die te verhelpen. Doch ook hier zijn rechtmatige grieven en klachten in te brengen. Dat slechts bij zeld zame uitzondering de treinen te Middelburg op tijd aankomen is een bekende zaak. Zelfs de „mail- trein" komt in den regel minstens een kwartier te laat aan. De toestand was bedroevend vóór 15 Octobermaar met den winterdienst is bet nog 't Zelfde geldt voor Amsterdam; de «mailtrein,"zoo als wij hem hier zoo gaarne noemen, komt te Boxtel aan 12 u. 23 en vertrekt van daar naar Utrecht 1 u. 25 m. welkomende; „ik moet u noodzakelijk spreken. Wees zoo goed plaats te nemen." „Indien ik mij niet vergis, mevrouw," sprak bij, „staat ge op het punt een belangrijk huwelijk te sluiten?" „Ge bedriegt u niet, mijnheer," antwoordde zij met een lachje. „Geheel vrij ben ik voor eenige dagen naar Londen gegaan en geëngageerd ben ik teruggekomen." „Geëngageerd met lord Courland?" „Ja." „Mag ik u dan mijne gelnkwenschen aanbieden zeï hij, hoewel op vrij ernstigen toon. „Maar ik moet deze zaak behandelen als iets dat tot mijn vak behoort en dus mijn gevoel op zijde zetten. Is lord Courland voornemens u eene behoorlijke som te verzekeren?" „Dat zou hij zonder twijfel doen, als hij er toe in staat wasmaar hij kan niet." „Dat vreesde ik wel", hernam Carteret. „Maar hij verwacht toch zeker niet, dat gij eene som aan hem zult verzekeren". „Ik geloof wèl, dat hij dat doet," antwoordde de dame. „Gij hebt hem toch niets van dien aard be loofd?" vroeg Carteret. „Dat heb ik juist gedaan, mynheer," was haar antwoord. „Gij ziet verwonderd, maar ik kon inderdaad niet anders bandelen. Ik heb be loofd de helft van mijne bezittingen voor hem vast te zetten". „En hoe zult ge die belofte nakomen?" veel erger geworden. De laatste trein (10.47) is dichter bij twaalf dan bij elf'uren hier aan. De voorname reden is weer'Jerf ïa|)et gewacht worden op den trein uit Antwerp^ ,Lop dien uit Rotter dam en op dien uit Utrecht van alle drie de pun- te# is het weer de Grand Central die de reizigers te Roosendaal brengtMaar bemerkt men ooit dat op het traject RoosendaalViissingen door activiteit op de stations en door een vlugge bewe ging van den trein de schade althans gedeeltelijk wordt ingehaald Alles gaat even bedaard, ja langzaam in zijn werk alsof men tijd over had. Op menig station hoort men met luider stemme: „ben je klaar Piet of Kees"; als dan eindelijk het jawoord komt ziet men iemand op zijn uiter ste gemak naar de bel wandelen en het sein geven, 't Gaat soms zoo huiselijk toe dat men zou wanen nog met het jagertje van de trekschuit te doen te hebben. Meerdere activiteit op de twaalf stations tus sehen Roosendaal en Viissingen zou telkens ver scheidene minuten kunnen doen winnen. Dezer dagen deed ik echter de ervaring op van een feit dat bijna ongelooflijk zou schijnenware het niet op 't gebied van de Exploitatie-maatschappij ge schied. Op 31 October miste de trein, die van Roosen daal over Zevenbergen mij naar Zwaluwe vervoerde, aldaar de aansluiting met den trein die van Breda komende te 8.54 's avonds de gecombineerde treinen naar Rotterdam moest brengen. Toen onze trein te Zwaluwe kwam was de trein uit Breda reeds van Zwaluwe vertrokken. Wij waren gekomen met een locomotief van de Exploitatiemaatschappijeu dachten nu niet anders of deze locomotief zou den trein naar Rotterdam brengen. Doch dit was misgerekend. De locomotief werd afgespannen en kwam weldra onzen stilstaanden trein voorbij met eenige wagons die naar Moerdijk moesten gebracht worden. Op onze informatie hieromtrent ant woordde de conducteur„de reizigers moeten hier wachten tot de trein van 9.58 uit Breda ons komt halen. Wij zijn te laat gekomen en onze locomo tief moet dienst doen tussehen Zwaluwe en Moer dijk; de laatste trein is gewoonlijk een half uur te laat, zoodat wij hier zullen staan tot ongeveer half elf." Daar stond de trein klokke negen uren zonder locomotief te midden van een wildernis Klagen en razen zooals sommige passagiers deden, hielp natuurlijk niets. Ik maakte mij den verve lenden tijd ten nutte door bij den conducteur en bij een paar wegarbeiders te informeeren. Uit hun informatiën bleek mijdat een dergelijke gebeur tenis sedert 15 October (winterdienst) reeds zes maal (volgens een van hen reeds 8 maal) had plaats gehad. Het was toen 31 October. De conducteur, die met stoïcynsche kalmte stil- „Ik zie niet in, wat daar tegen zou zijn," hernam zij. „Ik behoef u immers slechts de ver- eischte instruetiën te geven „Als dat het eenige was, zou het gemakkelijk genoeg zijn. Maar ik kan mij toch bezwaarlijk voorstellen, dat gij onkundig zoudt zijn „Onkundig waarvan?" viel zij hem in de rede. „Van de bepaling in uws mans testament, dat, als gij hertrouwt, al zijne bezittingen op Mildred moeten overgaan. Bij gevolg zult ge niets meer hebben, dan de som die vóór uw huwelijk voor u is vastgezet." „Is dat zoo?" vroeg zij vol verbazing. „Dat heb ik niet geweten." „'t Is volkomen zooals ik zeg," hernam Carte ret. „Ik bemerk tot mijne onbeschrijfelijke ver wondering, dat ge bet testament niet gelezen hebt." „Ik heb het gelezen," antwoordde zij„maar op de bepaling, waar gij van spreekt, is mijne aandacht niet gevallen." „Ik zal die dadelijk aantoonen, als ge mij het testament even geeft," zei hij. „Ik moet vreezendat het gestolen is," ant woordde zij. „Gestolen!" riep hij uit. „Ja. Ik wilde het gisteren avond inzien, maar kon het niet vinden." „Hadt ge het goed geborgen?" „Ik had bet in een der laden van dit bureau gelegd. Zij waren alle behoorlijk gesloten, maar het testament waa weg." zwijgend allerlei tegen hem geuite very^npchin^en had aangehoord (er was een passagj^l die den conducteur de slechte regeling verw^&tjjf, vertelde mij dat hij dergelijke scènes reeds rnfg gewoon was. Heeft men ooit elders een dergelijke absurditeit beleefd De locomotief die den trein te laat ergens brengt wordt afgespannen om een ander lijntje te bedienen, en de trein blijft anderhalf uur wachten tot de reddende engel zal verschijnen. En dit ge schiedt in 15 dagen minstens zesmaal! Waarom maakt men van de loods te Willems dorp waar plaats voor 3 of 4 locomotieven is, geen gebruik om een reservelocomotief voor dezen trein in gereedheid te hebben, of waarom gebruikt men slechts èen locomotief om twee lijnen te bedienen, wanneer een dier lijnen zoo dikwerf een hulplocomotief van noode heeft? Teleurstelling wordt door deze niet-regeling ver oorzaakt. In plaats van te 11.25 te 's Hage te zijn, zooals ik in mijn onnoozelheid volgens de aanplakbiljetten had berekend, kwam ik te twaalf uren te Rotterdam aan. Teleurstelling dus voor hen die verder dan Rotterdam dien avond wilden gaan; maar niet minder voor hen, voor wie een der kleinere stations vóór Rotterdam de bestemmingsplaats was. Immers de trein die ons opnam was een sneltrein (die slechts ten onzen gevalle aan de Zwaluwe stopte), die buiten Dordrecht geen enkel station vóór 't Mallegat zon aandoen. De passagiers die tussehen 9 en 10 uren te Willemsdorp, Zwijndrecht, Baren- drecht of IJselmonde per spoor moesten aankomen, konden nu het genot smaken tussehen 10) en 11) hun bestemmingsplaats voorbij te sporen! Verdere commentaar is, dunkt mij, overbodig. Is het te veel gezegd als ik beweer dat men tegenwoordig slechts een plaatskaartje heeft te nemen, om op zeer onaangename wijze te leeren hoe een spoorweg niet behoort geëxploiteerd te worden? Middelburg, 3 Nov. 1876. E. Fokker. Een afstand van 2% kilometer van Zwaluwe. De volgende spoorwegberichten treffen wij in het Utreehtsch Dagblad aan: De trein van Boxtel naar Utrecht die om 7.55 's av. moet aankomenen aansluit met den Cen traal, die te 8.10, en den Rijnspoor, die om 8.11 naar Arnhem vertrekt, arriveerde Donderdag avond eerst ongeveer een uur later, waardoor de gebeele aansluiting miste. De correspondentie uit België en de zuidelijke provinciën naar het Noorden onderging hierdoor een aanmerkelijke vertraging, „Hebt ge van daag deladen nog eens nagezien?" vroeg hij. „Neen, omdat ik alle verder zoeken als nutte loos beschouwde." „Dan zou ik ze zelf nog eens willen doorzien, alvorens elders nasporingen te doen," hernam de notaris. Mevrouw Calverley ontsloot de bovenste lade en trok die open, maar nauwelijks had zij dat gedaan, of Carteret sprong er op toe met den uitroep„Daar is het Was het daar door too ver werk terug gekomen Mevrouw Calverley kon hare oogen bijna niet gelooven. „Hadt ge deze lade wel nagezien vroeg Carteret. „Niet alleen ik, maar na mij heeft ook Laura die nog doorzocht." „Maar hoe is het testament er dan teruggekomen?" „Dat kan ik niet oplossen," antwoordde zij, „maar het is duidelijk, dat een der bedienden een sleutel heeft die op dit slot past. Het stuit mij het te zeggen, maarik verdenk er Norris van.". Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1