IN0. 256, 1196 Jaargang. 18T6. Zaterdag 28 October. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiëni 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffits C°. te Brussel en Parijs. iddelburg, 27 October. Chetwynd Calverley. jpgsr m ywÊ? H. M. de koningin zal Zaterdag van 'sHage naar Parijs vertrekkenmet het voornemen den winter in het Zuiden van Frankrijk door te brengen. Z. K. H. prins Hendrik vertrok gisteren naar Luxemburg en zal daar vermoedelijk den geheelen winter blijven. Prins Alexander is heden naar Brussel vertrokken en voornemens zijn oom in Luxemburg een bezoek te brengen. Prins Alexander heeft aan het studentenkorps te Leiden een zilveren beker geschonkenals eene herinnering aan zijn voormalig academie-burgerschap. In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad van Middelburg zijn onder anderen de volgende besluiten genomen. Het amendement van den heer Snijders, waarover in de vorige zitting de stemmen hebben gestaakt, strekkende om den hoofdelijken om slag voor 1877 met f 2500 te verminderen en alzoo vast te stellen op f 72000, is met 8 tegen 7 stemmen aangenomen. Naar aanleiding van een brief der commissie van toezicht op de gymnastiekschool is op voor stel van burgemeester en wethouders besloten, de jaarwedde van den hulponderwijzer-kweekeling H. de Oude, thans 100 bedragende, met f 50 te verhoogeu. De begrooting is in ontvang en uitgaaf vastge steld tot een bedrag van f 227,379.08$. Tot leden der commissie, belast met het uitbren gen van rapport over de invoering van het ton nenstelsel, volgens het voorstel van den heer van Berlekom, zijn door den voorzitter aangewezen de heeren van Berlekom, Jeras, Snijders en van Hoek, die met den voorzitter zullen werkzaam zijn. In de plaats van mejuffrouw Guijot, die wegens zwakken gezondheidstoestand morgen naar Am sterdam terugkeert, is door burgemeester en wet houders tijdelijk als hnlponderwijzeres op school B aangesteld mejuffrouw Bourdrez, die zich bereid heeft verklaard die betrekking tot 1 Januari a. waar te nemen. Yan den heer Carl Schneider uit Keulen is voor de oudheidskamer ten geschenke ontvangen een ets, voorstellende de beeltenis van Adriaan van der Yennewelk geschenk onder dankbetuiging is aanvaard. Yan dit en het verder verhandelde geven wij morgen het gewone verslag. 41 Naar het Engelseh van W. Harrison Ainsworth. BOEK Y. Lady Thïchnesse. Vervolg.) „Dat heb ik ook al gedachtmaar ik heb er haar nooit naar gevraagd en zij heeft er mij niets van gezegd. Wien denkt gij, dat zij genegenheid toedraagt? Chetwynd?" „Neen, 'tis van mijn kant maar eene gissing, doch die ik niet geloof dat zonder grond is." „Als zij lord Courland niet neemt, zal 't eene onbegrijpelijke teleurstelling voor mij zijn, na al de moeite die ik mij heb gegeven. Hij heeft haar veertien dagen lang eiken dag gezien en echter is de zaak geen stap vooruit gekomen. Zij schijnt zijn gezelschap aangenaam te vinden, maar verder niets, en hij schijnt even hoog te loopec met Mildred als met haar." „Hebt gij hem tot eene verklaring genoodzaakt? Hebt ge met hem gesproken?" „Neen, want mijn neef Serope Danvers raadt mij dat stellig af." „Hij doet verkeerd. Verschoon me als ik zeg, dat Door het bestuur der godshuizen is tot architect der gestichten benoemd de heer J. C. van der Heil, opzichter bij de gemeente fabricage alhier. In de openbare vergadering van den raad van state (afdeeling geschillen van bestuur) van Woens dag, is o. a. behandeld een geschil tusseben de gemeenten Zierikzee en Breda over de woonplaats van den behoeftige C. de Vister, of de Visser. Rapporteur was de Staatsraad Meeusen. Over de verbetering van het kanaal Neuzen Gent meldt de N. Rott. Ct. dat opnieuw onder handelingen gevoerd worden tusschen de Neder- landsche en de Belgische regeering en wel weder betreffende den aankoop van den LuikLimburg- schen spoorweg door België. De opmerking wordt daarbij gemaakt dat indien die aankoop tot stand mocht komen, het vervoer tusschen Nederland en Frankrijk geheel afhankelijk wordt van de Bel gische staatsspoorwegen. Uit IJzendijke meldt men aan het Sluisch Weekblad Tegen Maandag 30 dezer zijn alhier bijeen geroepen de afgevaardigden der polders welke deel gemaakt hebben van de Watering Kapitalen Dam,tot het aanhooren der laatste afrekening en het helpen regelen der finale ontbinding van dat waterschapwaarvan de vroeger zoo bekende kapitale zeesluizen finaal verland. en totaal dicht zijn, terwijl het verder toezicht en de weinig be duidende onderhoudsplicht dezer oude sluisgebou wen aan het bestuur van den nieuwen Passageulepol- der schijnt te zullen opgedragen worden. Wie 46 jaren met zijne gedachten terug gaat, herinnert zich dadelijk de September- en October- revolutiedagen van 1830, waarin de Kapitalen-dam sluizen, eerst bezet door Belgische militairen, later door de Hoilandsche troepen, na een hevig gevecht genomen en door deze bezet gehouden zijn. Algemeen erkend was dit punt een der krachtigste verde digingsmiddelen, door de hierdoor mogelijke en ruimschoots toegepaste onderwaterzettingen, en nu, nog geen halve eeuw later, zijn die uit- en inwa- teringsmiddelen te niet en liggen zij reeds onder het vette slijk en den aangewassen schorgrond als het ware verscholen, en zullen deze in der tijd zoo schooue als nuttige werken, evenals de Passageule, Oost- Duiventorens)uizen (nabij Sluis) de Coxyde en Katzandsehe sluizen, in vergetelheid geraken of hoogstens in de geschiedenis onzer streken opgenomen worden. Aan de Staats-courant van heden ontleenen wij het volgende bericht: De gemeenschap op den telegraafkabel tusschen ge oogenblikkelijk tot eene verklaring moet komen." „Maar Scrope raadt mij, voorzichtig te zijn." „Men kan al te voorzichtig zijn, even goed als te onvoorzichtig. Er moet toch iets gedaan wor den. Als ge 't goed vindt zal ik er zijn lord schap over spreken." „Ik zal u ten hoogste verplicht zijn, als ge dat op u wilt nemen. Zeer gaarne stel ik de zaak in uwe handen. Ik geloof, dat ge die beter zult be handelen dan ik het kan doen." „Ik zal hem ten minste vragen kunnen stellen, waarvan gij u zoudt moeten onthouden. Komt hij van daag hier?" „Ik weet het niet zeker; maar morgen komt hij dineeren." XI. T.ATW THICKNESSE RAADPLEEGT SIR BRIDGNORTH. Lord Courland legde dien morgen geen bezoek af, /naar Scrope kwam en had met mylady een onderhoud in haar boudoir. Hij keek zeer ernstig, toen hij het gesprek begon. „Met uw huwelijksplannetje is het uit, tante lief," ze! hij. „Courland is doodelijk verliefd ge worden op mevrouw Calverley." Mylady uitte een kreet van verbazing. „Hij verklaart, dat zij de bekoorlijkste vrouw is, die hij ooit heeft ontmoet, en ik ben overtuigd dat hij haar zal vragen. Wat nu te doen?" Madras en Penang is hersteld. Daarentegen is thans storing ingevallen op den kabel tusschen Singapore en Batavia. Yoor de overbrenging der telegrammen per pakketboot over de gestoorde sectic zijn menigvuldige gelegenheden beschikbaar. Men schrijft ons het volgende: Nauwelijks was het bericht verspreid dat een goederentrein tusschen Antwerpen en Eekeren in een openstaande brug was geloopen of den vol genden dag vernam men in de meeste bladen, dat ook in ons land een dergelijk, maar nog veel grooter ongeluk alleen door de tegenwoordigheid van geest van den machinist van een trein was voor komen. De Roosendaalsche courant deelde nl. mede, dat een trein waarin 85 reizigers waren gezeten, bijna in de brug van het Hollandsch diep was geloopen en dat het den machinist die op een afstand van een meter van de brug den trein tot stilstand had weten te brengen te danken was, dat zulks niet geschied was. Ziehier de ware toedracht der zaak. Toen de trein Z wal uwe verliet, werd d en machinist mede gedeeld, dat er iets aan de brug van het Hollandsch diep haperde. Zwaluwe had daarvan bericht ge kregen. Toen nu de trein de brug naderde en de machinist zag dat de seinen op „onveilig" stonden, deed hij niets anders dan aan dat sein gehoorzamen. Zeer veel tegenwoordigheid van geest was daarbij niet noodig, groot gevaar voor den trein niet te vreezen. Ten minste niet meer gevaar, dan waaraan men met eiken trein blootstaat, nl. dat bij niet lijdelijke gehoorzaamheid aan de seinen door het weg- en treinpersoneel, ieder oogenblik voor een trein gevaar kan ontstaan. Hetgeen aan de brug te Moerdijk gebeurde, komt zeer dikwijls voor in den spoorwegdienst; was de weg immer veiligdan konden de seinen achterwege blijven. Zeer spoedig na bovenstaand bericht, werd uit Zeeland in de Nieuwe Rotterd. courant gewezen op het gevaar waaraan men blootstaat te Vlake, en aan de vertraging die de scheepvaart onder vindt doordien er aldaar geen telegraaftoestel is. Dat er niet het minste gevaar bestaat willen wij aantoonen. Men mag aannemen, dat de voorschriften, door de regeering ten behoeve der veiligheid van het verkeer vastgesteld bij het algemeen reglement voor den dienst op de spoorwegen van 27 Octo ber 1875, Staatsblad n° 183, aan de ondervinding getoetst, voldoende zijn om die veiligheid te waarborgen. Dat reglement nu bepaalt in art. 34 „De dienst van de seinen met do eleetro-magne- tische telegraaf wordt door bijzondere reglementen van de bestuurders der spoorwegdiensten, onder „'t Is waarlijk een moeielijk geval. Maar wij behoeven ons niet ongerust te maken. Ik heb haar zoo even gesproken en zij zal hem niet aannemen." „Misleid u zelve nietlieve tantehernam hij. „Ik ben verzekerd, dat mevrouw Calverley zeer gaarne lady Courland zou worden. Zij kan u het tegendeel vertellen, maar het is zoo. Zij is eene eerzuchtige vrouw." „Wat staat ons dan te doen riep lady Thick- nesse radeloos uit. „Wij moeten tijd trachten te winnen. Ik heb gezorgd, dat hij hier van daag geen visite zal maken." „Hoe hebt ge dat kannen doen?" „Door hem te vertellen dat het van daag niet gelegen kwam. Ondertusschen moet gij met Ern- meline spreken." „Maar ik vrees, dat zij niet openhartig tegen mij zal zijn," hernam mylady. „Ik zal sir Bridg north verzoeken het te doen." „Dat is er juist de man voor, en gelukkig is hij hier. Ik heb hem zoo even bij de dames achtergelaten." „Verzoek hem dan of hij eens bij mij wil komen," ze! lady Thicknesse. Dit behoefde aan Scrope niet voor de tweede maal gezegd te wordenhij verliet dadelijk het boudoir en kwam weinige minuten daarna met den goedhartigen baronet terug. „Ik zal het tête-d-tête niet storen, sir Bridgnorth, dat mylady met u wenschte te hebben," zei Scrope en verliet het vertrek. goedkeuring van Onzen minister van binnenlandsche zaken, geregeld enz.," en eindelijk: waar de raad van toezicht dit noodig acht, worden de wacht posten bij de beweegbare bruggen als gewone stations in deze telegraaflijn opgenomen". In art. 24 laatste alinea is bepaald: „Het geopend en gesloten zijn van de bruggen wordt door vol doende seinen aangegeven." De raad heeft een telegraaftoestel te Vlake niet noodig geacht en de seinen zijn op de brug aldaar aanwezig. Daarenboven is de inrichting dezer seinen op alle bruggen, ook die te Vlake, zoodanig, dat het niet mogelijk is, het sein op „veilig" te zetten, zoolang de brug niet goed gesloten is. Wanneer dus het personeel zijn plicht doet, dan bestaat ook daar niet het minste gevaar. Het absolute veilige, dat men van den spoorweg verlangt, zal wel nimmer verkregen worden, doch durven wij beweren dat alles wat slechts voorde veiligheid kan worden gedaan, geschiedt, 't Is immers in het eigen belang der spoorwegmaat schappijen? Men kan toch niet aannemen dat een spoorwegmaatschappij om slechts eenige gul dens, een telegraaftoestel kost fl 200,te besparen, het leven van eenige menschen aan ge vaar zou blootstellen en kans zou willen loopen, dat het materieel en de weg zoodanig beschadigd werden, dat de herstellingskosten grooter waren dan de waarde van 1000 telegraaftoestellen. Wellicht is dus ook met dit bericht bij vele onkundigen vrees opgewekt die niet bestaat, maar dit is gewoonte geworden. Van de 10 berichten over ongevallen, ongelukken enz. op de spoorwegen zijn er 9 bezijden de waarheid of het ongunstigst mogelijk voorgesteld, zoo ook weer het bericht van het derailleeren van den trein te Nieuwe Schans, waarbij de machinist zwaar gewond en eenige rei zigers minder zouden gekwetst zijn. Niet éen reiziger heeft eenig letsel bekomen en de ma chinist heeft het linker been bezeerd. Wij zouden vreezen te veel ruimte in dit blad te vergen,anders konden wij aan deze voorbeelden nog een menigte toevoegen; zij zullen echter naar wij vertrouwen voldoende zijn, om ons beweren te staven, dat het gewoonte is geworden om spoor wegongelukken te vergrooten en voor de inrichtin gen vrees op te wekken, waar daartoe geen aan leiding bestaat. Het schijnt dat het zoeken naar den moordenaar Oblainvan wiens gevangenneming te Rijssel wij gisteren officieel bericht ontvingen, eene Ver gissing te Maastricht heeft veroorzaakt. Van daar meldde men althans Woensdag aan de N. Rott. Ct.: Heden ochtend kreeg de brigade der maréchaus- sée te Valkenburg bericht, dat er een verdacht persoon in en om het naburige dorp Aelbeck „Neem plaats, sir Bridgnorth," verzocht lady Thicknesse. „Ik heb uw raad en uw bijstand noodig." „Beide zijn tot mylady's dienst," antwoordde hij. „Dat verwachtte ik ook van u. Ge zijt een waar vriend. Het is een zeer teedere zaak waar over ik u wensch te raadplegen." Zij bewaarde daarop eenige oogenblikken bet stilzwijgen. „Heeft het betrekking op een huwelijk tusschen lord Courland en uwe nicht freule Barfleur vroeg de baronet. „Gij hebt juist geraden," antwoordde de dame, „en ge kunt me bij die zaak van veel dienst zijn, als ge wilt. Ik weet, dat Emmeline eene groote achting, ik zou bijna zeggen genegenheid, voor u koestert, en tegen u misschien vrijer uit zal spre ken dan tegen mij. Zoudt ge haar eens willen polsen wat hare gevoelens met opzicht tot lord Courland zijn?" „Ik kan u dadelijk de inlichting geven die ver langd wordt," ze! sir Bridgnorth „en 't zal mij werkelijk aangenaam zijn dat te doen. Ik heb er zelf aan gedacht u over die zaak te spreken, maar ik vreesde dat ge mij als onbescheiden zoudt beschouwen. Alle verwachtingen die ge u ten aanzien van zulk oen huwelijk mocht gevormd hebben, moet ge ter zijde stellen, want het zal nimmer plaats hebben." „Denkt ge dat sir Bridgnorth?" vroeg mylady, erg uit het veld geslagen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1