relegraphische berichten, Benoemingen en besluiten, Onder w ij s, Kerknieuws. Rechtzaken. j,De opmetingen zouden binnen 18 maanden, na aankomst te Batavia, moeten zijn afgeloopen, en het definitieve project aan de regeering worden aangeboden. Inmiddels kon met den bouw van de Oostelijke lijn naar Soerabaija, Malang en Bezoeki worden begonnen." Door het bestuur der Vereeniging voor Handelen Nijverheid te 's Gravenhage, benevens den heer L. P. Philippona (Multapatior) zijn adressen aan Z. M. den koning en aan de tweede kamer inge diend waarin de bezwaren der adressanten tegen de patentbelasting worden uiteengezet. Verschil lende kamers van koophandel, vereenigingen voor handel en nijverheid en andere corporatiën hebben reeds hunne medewerking toegezegd tot ondersteu ning eener grondwettige beweging tegen de patentbelasting, waartoe adressen van instemming aan de wetgevonde macht zullen worden ingediend. Aan de hooger genoemde adresseD ontleenen wij het volgende: „De bestaande patentbelasting zou alleen dan voor de ingezetenen minder drukkend wezen, indien zij proportioneel werd geheven van alle inkomsten, winsten en voordeelen, die ieder burger trekt of redelijkerwijze kan geacht worden te trokken van zijn handel, beroep, bedrijf, handwerk, zijne nering, eene staats- of andere betrekking, in éen woord, van zijn middel van bestaan. „Nu deze belasting echter enkel geheven wordt van handel en nijverheid, meenen adressanten, dat zij in strijd is met de eischen van gelijk recht voor allen, in onze grondwet als beginsel gesteld, een beginsel dat zeer zeker ook in zake van belasting- moet gelden. „En daar, van den eenen kant, de patentbelas ting opgeëischt wordt van bedrijven en kleine neringen, die zoo luttel winst opleveren, dat de u itoefenaars er van daarin op verre na geen voldoend middel van bestaan kunnen vinden, en van den anderen kant, van de grootste en aanzienlijkste handelshuizen in geen geval en hoe aanzienlijk hunne inkomsten en winsten ook zijn mogen, ooit een hooger recht dan van /400 mag worden geëischt, achten de adressanten dat de patentbe lasting niet naar evenredigheid van het belasting draagvermogen der ingezetenen wordt geheven. „Die onevenredigheid treedt mede in het licht door de omstandigheid, dat naamlooze vennoot schappen slechts patent betalen, wanneer en nadat zij winst uit haar bedrijf trekken, terwijl de gewone industrieel vooruit en zelfs bij verlies, voor de uitoefening van zijn bedrijf in 's rijks schatkist moet bijdragen. „Ook tegen het bijna willekeurig opeenstapelen van de grondslagen tot heffing van dit belasting middel hebben de adressanten groote grieven, te meer daar juist de kleine neringdoende en kleine fabrikant zich vaak do meeste verschillende patenten tot vrije uitoefening van zijn weinig winstgevend bedrijf moeten aanschaffen. „Al even onbillijk en willekeurig komen adressanten de verschillende vrijstellingen voor, die o. a. onderwijzers, godsdienstleeraars, rechts geleerden, kunstenaars, landbouwers, ambtenaren enz., van deze belasting genieten. „De patentwet, zooals die thans bestaat, is bo vendien eene belasting enkel op handel en nijver heid gelegd, en in een land als het onze, waar het beginsel van gelijkheid voor allen voor de wet in het staatsrecht ten grondslag ligt, gaat het niet aan, een enkelen stand eene bijzondere belas ting te laten opbrengen, vooral niet indien de aldus getroffen stand het meest bijdraagt tot den stoffe- lijken, en hierdoor ook zedelijken vooruitgang van het vaderland. „De patentbelasting verhoogt nog daarenboven den prijs van den arbeid, van eenen arbeid die voorwerpen voortbrengt, waaronder vele onmis baar zijn en tot de eigenlijke levensbehoeften be lmoren. Chetwynd was van zijn kant ingenomen met mylady en dacht er met een glimlach aan, hoe geheel anders de verhouding zou zijn geweest, indien hij zijn oorspronkelijk plan ten uitvoer had gebracht. IV. HET PAEK. Nadat het gesprek eenigen tijd gevoerd was, zet Emmeline tegen lady Thicknesse: „Daar ge pas voornemens zijt na het luncheon uit te rijden, tante, en er nog tijd in overvloed is, zouden Mildred en ik eene wandeling in 't Park willen doen, als ge er niets tegen hebt. Chetwynd zal ons zeker wel willen vergezellen?'' „Met het grootste genoegen," antwoordde deze. „Ge zult er de geheele wereld ontmoeten, want tegenwoordig gaat men even goed des morgens als later op den dag naar het Park." „Dat heb ik ook vernomen," hernam zij. „Mogen wij gaan, tante?" Lady Thicknesse gaf hare toestemming, waarop de beide meisjes zich verwijderdenom toilet voor de wandeling te maken. Daarin werden zij bijgestaan door de nieuwe kamenier Rose, die tot beider groot genoegen dien morgen hare betrek king had aanvaard. Zoodra zij gereed waren vertrokken zij met Chetwynd, en namen den weg door Wilton-straat en de Alberts-poort naar de Serpentine. „De patentwet ignoreert geheel en al de groote veranderingendie door invoering van den stoom en andere natuurkundige hulpmiddelen op het ge bied der nijverheid zijn tot stand gebracht, en neemt nog steeds het getal werklieden tot maat staf aan, om de uitgebreidheid en winstgevendheid eener handels- of fabriekzaak te berekenen en diensvolgens in de belasting aan te slaan. „Al evenzeer blijkt hoe verouderd en onbruik baar deze belasting is uit het classificeeren der aanslagen naar den rang der gemeente, waarin de patentschuldige verblijf houdt. „Ten laatste wijzen adressanten er op hoe deze belasting hoofdzakelijk op de kleine industrie, de neringdoenden en winkeliers drukt. Immers, uit de door de regeering zelve medegedeelde opgaven blijkt o. a., dat van 38,244 kooplieden, binnens lands in het klein handelende, niet meer dan 4480 een hoogeren aanslag dan 5 kunnen bijdragen, terwijl onder 67,999 winkeliers ruim 63,470 met een kleiner aanslag voorkomen." Het wetsontwerp betrekkelijk het onderwijs aan de militaire academie te Breda is door de regeering ingetrokken. tweede kamer. Eene langdurige discussie werd gevoerd over do vraag of in artikel 7 der wet op de coöpera tieve vereenigingen de vereischten voor de akte van oprichting op straffe van nietigheid moeten gevor derd worden. De minister achtte zulks een onvermijdelijk uit vloeisel van de genomen beslissing omtrent de weglating der koninklijke bewilliging, waarom hij een onoverkomelijk bezwaar had tegen een amen dement tot weglating dier strafbedreiging. Teneinde intrekking der wet te voorkomen, werden verschillende tussehenvoorstellen gedaan, die echter met groote meerderheid verworpen wer den, zoodat het beginsel van het ontwerp behou den bleef. Aangenomen werd een amendement om de aan wijzing van de manier waarop het kapitaal der vereeniging bijeengebracht is, uit art. 7 te laten wegvallen. Over 5 van art. 7, „de bepaling in welke mate de leden persoonlijk aansprakelijk zijn voor de verbintenissen der vereeniging", staakten de stemmen. Morgen voortzetting. telegrapiiie. Benoemd tot directeur van een der rijks-telegraafkantoren A. Pagè, thans telegra fist 2e klasse. belastingen. Benoemd TV. M. Goldbach, thans ontvanger der directe belastingen en aceijnsen te Makkinga c. a., tot ontvanger derzelfde middelen te Drachten c. a. schutterijen. Benoemd tot kapitein-komman- dant der dienstdoende schutterij te Eindhoven H. G. Smeets, thans 2e luitenant bij die schutterij. leger. Benoemd bij het personeel der militaire administratie tot 2™ luitenant-kwartiermeester: bij het 3e regiment infanterie, de sergeant C. J. C. van Goor, van het 7e reg. infanterie; bij het 5e reg. infanterie, de sergeant J. H. W. Immink, van het korps; bij het 6e reg. infanterie, de ser- geaut J. A. Nieuwielier, van het 4e reg. infante rie; bij het 7e reg. infanterie, de sergeanten J. M. van Baak, van het 2C reg. vest.-artillerie., en S. C. Holland, van het 3' reg. infanterie; bij het 8e reg. infanterie, de sergeant J. Brunt, van het le reg. vest.-artillerie. Daar het een zeer schoone dag was waren er veel menschen op de been en zelfs op dat vroege uur wemelde het reeds op de bekoorlijke oevers der Serpentine van elegante wandelaars, terwijl de naburige rijwegen bedekt waren met ruiters en amazones en schitterende equipages. Onze beide landmeisjes, aan dergelijke tooncelen geheel ongewoon, waren hare bewondering geen meester. Hoe had het ook anders kunnen zijn? Voor en achter haar bewogen zich de schoonste en fraaist gekleede dames van het gansche land en men kon geen betere vertegenwoordigers van de aristocratie verlangen dan die jeugdige heeren die hunne vurige paaiden bereden, hunne lichte rijtuigjes bestuurden of onder het rooken van eene sigaar bij hot ijzeren hek heen en wcêr wandelden. Het was in zijn geheel een indrukwekkend tafereel. Voor de regelmatige bezoekers van hot Park kon het geen geheim zijn, dat die twee bekoor lijke meisjes, in den zwaren rouw gekleed, vreem den waren. Iedereen stond getroffen óver hare opmerkelijke schoonheid eD was nieuwsgierig wie zij waren. Niemand kon echter opheldering geven, daar nie mand het wist. Sommigen herinnerden zich Chet wynd Calverley nog wel, die zij bij de onbekende dames zagen, en meenden dat het misschien zijne zusters waren. De een vertelde dit aan den ander en zoo werd het spoedig algemeen geloofd. Onder de ruiters was er een, die hen dadelijk herkende. Dat was sir Bridgnorth Charlton. Naar het hek rijdende, wenkte hij Chetwynd, die Zoodra de wet op het hooger onderwijs was aan genomen, hebben burgemeester en wethouders van Amsterdam, zich tot curatoren van het athe naeum illustre gewend met het verzoek, om hen van advies te willen dienen omtrent de reorgani satie dezer inrichting tot eene universiteit. Het antweord wordt spoedig verwacht. B. en W. zul len de zaak dadelijk na ontvangst van het advies ter hand nemen, om bij den raad zoo spoedig moge lijk een plan van reorganisatie in te dienen. Tot leeraar in de Fransche taal- en letter kunde aan de hoogere burgerschool te Dordrecht is benoemd de heer Henri Duvanel te 'sHage. Het ontwerp der overeenkomst tusschen het ge meente- en het Nederduitsch hervormd kerkbestuur te Neuzen, betreffende het bouwen van een toren aan den westelijken ingang der kerk, is door ge deputeerde staten en het provinciaal college van toezicht op het beheer der kerkelijke goederen en fondsen van de hervormde gemeenten in Zeeland, goedgekeurd. De gemeenteraad zal een deskun dige benoemen tot het opmaken van een plan met bestek en voorwaarden van aanbesteding. Naar de Goesche courant verneemt zijn diakenen der hervormde gemeente te Krabbendijke in hooger beroep gekomen van de beschikking, door den president in de arrondissemc-nts-rechtbank te Goes, Zaterdag den 7en October, genomen, waarbij schorsing der bekende aangekondigde veiling was uitgesproken. Gisteren avond heeft in het Schuttershof alhier de vroeger aangekondigde tconec-lvoorstelling door de Onderofficiers vereeniging van het depet 3* regiment infanterie plaats gehad. Een groet aantal geïntroduceerden, waaronder dejburgemees- ter en de secretaris dezer gemeente met hunne echtgenooten, benevens vele officieren, woonden haar bij. Twee stukken werden opgevoerdhet drama in drie bedrijven „Een oudejaars-avond", van Mello Dikema, en het blijspel „Twee dooven", van Jules Moineaux. Alle medewerkenden deden blijkbaar hun best om, ieder naar gelang zijner krachten, tot een bevredigenden uitslag mede te werken. Dat dit door de aanwezigen op prijs werd gesteld bewezen de bijvalsbetuigingen welke de vertooners ontvingen. De meesten verdienen dan ook een woord van lof voor de wijze waarop zij zich van hunne taak hebben gekweten. In het bijzonder mag die gebracht worden aan een lid der Onderofficiers-vereeniging te Vlissingen, don heer Smits, die zoo welwillend zijne modewerking in het drama heeft verleend en veel succes behaalde. Na den afloop namen velen deel aan een bal. Te Huist is door de politie een kleermaker in zijne woning gearresteerd, die des avonds in eene herberg, na een twist met de vrouw van den herbergier, door dezen de deur uitgezet wordende, aan diens dochter mot een knipmes vrij ernstige verwondingen aan hals en armen moet hebben toegebracht. - Een onbekende wildstrooper heeft te Cauter (gemeente Clinge) met zijn geweer een schot ge daan op den aldaar gestationeerden rijksveldwach ter v. d. M., welk schot gelukkig niet trof. De dader is nog niet gevonden. De gemeenteraad van Gouda heeft besloten, afwijzend te beschikken op het verzoek der heeren van Bentum en zoon, om het reeds betaald wor- dadelijk bij hem kwam en hem verhaalde dat de meisjes pas te Londen waren gekomen en bij lady Thicknesse op Belgrave Square logeerden. „'tDoct mij genoegen dat te hooren," zei sir Bridgnorth, de jonge dames met de hand groetende. „Zeg haar, dat ik morgen eene visite zal komen maken." „Waarom niet van daag nog?" vroeg Chetwynd. „Zij zullen verheugd zijn u te zien en lady Thick nesse ook. Zij sprak over u nog geen uur geleden, maar zij wist niet, dat ge in de stad waart. Zult ge komen, als ge kunt?" „Ik zal het deen," antwoordde de baronet en reed heen, na nogmaals de meisjes zijn groet te hebben toegezonden. Onder de wandelaars bij het hek, toen sir Bridg north daar stil hield, bevond zich Romney. Zijn scherp oor ving alles op wat er gesproken werd. Aldus vernam hij, dat de beide dames bij lady Thicknesse gelogeerd waren en dat Chetwynd op goeden voet met mylady stond, met nog het een en ander waarvan hij partij meende te kunnen trekken. Ofschoon hij dicht in de nabijheid was, had Chetwynd hem niet opgemerkt. Deze keerde nu naar de jonge dames terug, die met genoegen ver namen dat sir Bridgnorth haar een bezoek zou brengen. Het werd allengs tijd om huiswaarts te keeren, maar het tooneel was zoo levendig en boeiend dat zij neg eenige minuten bleven vertoeven. Juist kwam een nette phaeton langzaam voorbij dende subsidie voor het verslag der raadszittingen met f200 te verhoogen. Tengevolge van dit be sluit zal de uitgaaf van dat verslag worden ge staakt. Men meldt uit Zevenbergen van 18 October: Een verschrikkelijk ongeluk heeft gisteren plaats gehad. Een rijtuig, waarin zich de heer mr. u. bevond, keerde van het station Langeweg naar Zevenbergen terug. Nabij deze gemeente geko men aan den overweg op den Langeweg, waar langs de spoorweg loopt, verbrak het paard den sluitboom, die behoorlijk gesloten was, juist op het oogenblik dat de trein naar Moerdijk passeerde. Het rijtuig werd door de locomotief aangereden, met het gevolg dat de heer U. op de plaats dood bleef en de voerman mede zoo ernstig gekwetst werd, dat men voor het verlies van zijn leven vreest. Het graven van het kanaal van Katwijk-aan- zee naar Leiden zal den 6' November a. te Kat wijk aanbesteed worden. Door de vereeniging voor Volksvoorlezingen te Leiden is de gelegenheid geopend voor de leden om de8 Zondags onder geleide van een deskundige, telkens ten getale van 25 tot 30 personen, de ver schillende museums dier stad te bezichtigen. Een kweekeling te Oost wedde viel, terwijl hij bezig was aan eenige jongelieden te toonen hoe men pennen moest vermaken, op den grond. Het scherpe pennemos, dat hij in de hand hield, drong hem in het lichaam en verwondde hem zoodanig dat hij onmiddellijk overleed. Zondag is te Muret, in Frankrijk, een gedenk- teeken ter gedachtenis van wijlen maarschalk Niel onthuld. Bij die gelegenheid heeft generaal Chabaud Latour eene rede uitgesproken, waarin hij een schets gaf van de militaire loopbaan van den maarschalk. Als een staaltje van kostbare lading deelt de „Citoyen" te Marseille hot volgende mede omtrent de lading van de aldaar uit China aange komen stoomboot Meikong. Deze boot, een van de schoonste des Messagerics maritimes, voerde aan7200 balen zijde, vertegenwoordigende eene waarde van 32 millioen franken 1193 balen peper, 344 balen koffie, 187 balen gom, 143 balen gewe ven doek, 1906 balen met verschillende soorten koren, en nog 406 collis met diverse goederen, alles bestemd voor Marseille; en voor Londen: 1771 balen zijde, 5230 kisten thee, 108 collis diversen en 3211 ponden sterling in geld. Uit Londen wordt gemelddat omtrent de werkzaamheid in de arsenalen voor het leger en de marine in Engeland ia den laatsten tijd door de autoriteiten zoo weinig mogelijk is openbaar gemaakt. In stilte is echter gedurende verschei dene maanden met alle kracht gewerkt en ook thans nog heeft de directie bevel geen arbeider voor eenigen tijd verlof te geven opdat de werk kracht niet worde verminderd. Er moet nog veel worden ingehaald en verbeterd. De berichten uit Zuid-Afrika doen vreezen dat de Engelsche kolonie nog in den stiijd tusschen de Transvaalsche repu bliek en de Kaffers betrokken zal worden en de regeering heeft daarom besloten zich te wapenen. Reeds zijn groote hoeveelheden oorlogsmaterieel naar Natal gezonden en te Woolwich is een groote menigte zadeltuig enz. ingescheeptterwijl men verzekertdat de regeering de uitrusting van een expeditiekorps van ongeveer 2000 man voorbereidt. De internationale vereeniging tot hervorm'ng en codificatie van hst volkenrecht zal haar eerst volgende vergadering den 20en Augustus 1877 te Antwerpen houdenalwaar zalen in het stadhuis ter harer beschikking zijn gesteld. Het Duitsche gepantserde fregat „Frederik Karei" is weder naar Salonika gestevend. Een derwich Seid Mohamed had in Uskup eenDuitschen rijden. Er zaten een paar opzichtig gekleede, maar ontegenzeggelijk aardige dametjes in. Het rijtuigje werd bestuurd door een jongman die zich als een dandy wilde voordoen en blijkbaar zeer ijdel op zijn koetsierschap was. In dat gezelschap herkende Chetwynd tot zijne groote verwondering personen, die hem niet vreemd waren. De winderig gekleede dandy, die zoozeer met zich zei ven ingenomen scheen, was niemand anders dan Tom Tankard, en de beide jonge dames waren de juffrouwen Clotilde Tripp en Flora Sicklemore. Had hij de equipage gehuurd? Had een be vriend koetsier, wiens meester op reis was, ze hem geleend? In ieder geval sloeg Tom er bluf meê, alsof alles zijn eigendom was. De laatdunkende blik waarmeê hij rondkeek, en waar men hem om bespotte, ofschoon hij het tegenovergestelde verwachtte, was bestemd om dien indruk te geven. Hij verbeeldde zich dat de menschen hem met bewondering aanstaarden, of schoon zij hem allen als een gek uitlachten. Eindelijk viel zijn oog op de lange gestalte van Chetwynd, die boven de menigte uitstak, en knikte hij hem familiaar toe, maar Chetwynd hield zich alsof hij het niet zag. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2