Telegraphische berichten, Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Kerknieuws. Marine en leger. aan de familie over. Ook namens mevrouw da wed. Heye, die aanwezig was, aanvaardde de heer W. Zervas, schoonzoon van den dichter, in warme bewoordingen de zorg voor het schoone blijk van erkentelijkheid aan de nagedachtenis zijns vaders gebracht. Nadat nog de heer J. H. Swildens een hem uit Friesland toegezonden gedicht had voor gedragen, sloot de voorzitter de plechtigheid met hulde te brengen aan den heer W. Molkenboer, leeraar te Leeuwarden, die op zoo degelijke en artistieke wijze'de commissie in de uitvoering van het plan ter zijde stond en met een woord van dank aan de vele aanwezigen. Het monument is van Uedelfanher steen uitge voerd, heeft den vorm van een Grieksche stele, die zich op solide basi3 boven twee hardsteenen treden verheften waarvan het pyramidaalvormig gedeelte aan de voorzijde onder een eikenkrans, de woorden: „De Nederlandsche jeugd aan den kindervriend en dichter dr. J. P. Heye," te lezen geeft en aan de achterkant diens bekenden vers regel: „Een lied, een lied, uw leven lang!" Op het spits toeloopend bovengedeelte, dat in palmet ten eindigt, zijn lier, lauwertak, pen en ordeteeken aangebracht. Het geheel draagt in alle opzichten den stempel van eenvoud en goeden smaak, en doet den vervaardiger, den heer Molkenboer, alle eer aan. Aan het Handelsblad wordt medegedeeld dat de opening van het Noordzeekanaal op den lem November a. ook in het buitenland met spanning tegemoet wordt gezien. Keeds moeten 134 sche pen in de Oostzee gereed liggen met bestemming naar Velzen. Voor die opening worden feesten voorbereid, tot welker bijwoning o. a. Z. M. de koning is uitgenoodigd. Een feestmaal zal in het Paleis voor Volksvlijt gegeven worden. „Gelijk men weet, schrijft verder het Han delsblad, is de opening op 1 Nov. slechts van beperkten aard, dat is: als geene onvoorziene om standigheden, gelijk het werk zoolang vertraagd hebben, zich thans voordoen, zal het kanaal als dan langs een geul in de haven voor sche pen met 5i meter toegankelijk zijn. Aan de eischen der scheepvaart zal het dan natuurlijk nog maar ten deele beantwoorden, en dat zal ook het geval blijven, wanneer de geul op den laatste lijk bepaalden termijn (1 Aug. 1877) voor de grootste zeeschepen bruikbaar zal wezen. Het kanaal zal eerst dan voltooid zijn, als de geheele haven blijvend is opgeleverd op hare volle diepte en breedte en als de verbreeding der doorgraving van Holland geheel tot stand zal zijn gekomen. De Kanaalmaatschappij heeft daartoe den tijd tot 1883. „Dit alles houde men wel in het oog omtrent de beteekenis van het feest op 1 November. Wat dan gevierd wordt, is niet de voltooiing van het Noordzee-kanaal, waarlangs schepen in 3 uren tijd uit zee voor Amsterdam kunnen komen, maar het feit dat het kanaal in gebruik wordt gesteld voor een zeer aanzienlijk deel onzer koopvaardij vloot, in zoover dit langs een geul mogelijk is. Het ware verblinding zich daarvan een schitteren der voorstelling te maken." De Zwolsche winkelvereeniging heeft op 1 October 11. haar tweede boekjaar afgesloten en met voldoening mag op de resultaten van deze zoo hoogst nuttige vereeniging het oog worden gevestigd. Ze telt op dit oogenblik ongeveer 150 ledendie eenvoudig hunne waar tegen den gewo nen prijs in den winkel koopen, en aan het eind van het jaar een gedeelte van de winst naar verhouding van de gedane inkoopen in ontvangst nemen. Zoo zijn er huisgezinnendie in het afge" loopen dienstjaar f 15 en meer krijgen uitgekeerd tnijne betrekking en ik ben overtuigd, dat ik het er goed zal hebben." „Van harte hoop ik dat," zeï ChetWynd. „Met leedwezen heb ik gehoord van het misverstand, dat er ontstaan is „Ik heb mijnheer alles verteld aangaande uwe oneenigheid met Harry," zeï juffrouw Hartley. „Ik ben op Harry heel boos," riep Eose uit, „en heb volstrekt geen plan het met hem bij te leggen." „Gij zult er binnen kort wel anders over den- ken," merkte Chetwynd aan. „Ik houd het er voor, dat de schrijver van dien ongemanierden brief aan Harry niemand anders is dan de schurk die u op de stoomboot lastig viel en dien ik voor zijne onbeschaamdheid kastijdde." „Dat denkbeeld was bij mij ook reeds opgere zen," zei Eose, „en ik zou mijn vermoeden ook aan Harry hebben te kennen gegeven, als hij maar naar mij had willen luisteren. Daar ik zijne ja- loerschheid kende, had ik hem het voorval niet ver teld, begrijpende dat hij buiten zich zeiven zou geraken. Het spijt mij nu ook, dat ik niet ge sproken heb van een paar dingen die nog sedert uw vertrek zijn voorgevallen; maar ik was waar lijk bang." „Heeft Eomney pogingen gedaan om u weder te zien?" vroeg Chetwynd. „Meer dan eens," gaf zij ten antwoord. „Hij valt mij verschrikkelijk lastig. Als vader bij mij is, houdt hij zich op een afstandmaar ik kan niet altijd een beschermer aan mijne zijde hebben. Zeker voor vele huisgezinnen in dezen tijd bij den naderenden winter een groot voordeel. In het geheel werd in genoemd jaar voor f 14,436.05 aan leden en voor ƒ1650.02 aan niet- leden verkocht. De eersten ontvangen 7 pet. van de door hen betaalde inkoopgelden als winst terug. Waardoor zijn deze resultaten mogelijk gewor den? Ten eerste, omdat de mannen, die het be stuur vormenbelangeloos voor hunne mede-werk lieden veel werk doen, wat elders duur betaald moet wordenen ten tweedeomdat slechts a contant verkocht wordt en dus een gering kapi taal voldoende is om een groote zaak te drijven. En hiermede is het groote nut van dergelijke winkelvereenigingen duidelijk voor oogen gesteld. Elkeen die den werkenden stand kent weet, welke ellende daar veroorzaakt wordt door de gemakkelijkheid, waarmede overal op krediet wordt verkocht, hoe daardoor het oog op de be hoeften in de toekomst wordt verduisterd en het sparendat bij den Nederlandschen werkman nog zoo weinig geschiedtniet tot gewoonte kan wor den. De Zwolsche winkelvereenigingal had ze geen ander nut gesticht, zou met zelfvoldoening op het feit kunnen wijzenhoe 150 gezinnen regelmatig hunne eerste levensbehoeften a contant koopenwaardoor ze veel ongeluk in de toekomst zal voorkomen en krachtig medewerkt tot het ver krijgen van toestandenwaarin sparen niet een uit zondering, maar een gewoonte zal zijn. ZwCt.) tweede kamer. Daar de rapporten over de schriftelijke en mon delinge discussie nog niet gereed waven is de voortzetting der beraadslagingen over de wet op de coöperatieve vereenigingen uitgesteld tot morgen. Het gewijzigd wetsontwerp, door de regeering ingediend, bevat de volgende definitie: „Coöperatieve vereenigingen zijn vereenigingen van personen, waarbij de in- of uittreding der leden is toegelaten, beoogende de bevordering van de stoffelijke belangen der leden door gemeen schappelijke uitoefening van neringen of ambach ten, de aanschaffing van benoodigdheden, de ver strekking van voorschotten of van crediet aan de leden." Het beginsel der persoonlijke aansprakelijkheid van alle leden is in het wetsontwerp opgenomen, doch de wet van 1855 (op het recht van vereeni ging en vergadering) niet op de coöperatieve ver eenigingen toepasselijk verklaard. Aan den heer Moolenburgh is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als secretaris-ontvanger van het calamiteuze waterschap Bruinisse, en tot lid van het bestuur van dat waterschap benoemd de heer C. M. Voorbeijtel. middelbaar onderwijs. Benoemd tot tijdelijk leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Win terswijk L. P. C. Luteyn, te Delft. vee arts enijkij'nst. Toegelaten J. Bauwens, te Koewacht, die na afgelegd examen de bevoegdheid tot uitoefening der veeartsenijkunst in haren ge- heelen omvang in het Duitsche rijk heeft verkre gen, tot uitoefening dier kunst hier te lande. Volgens den „Bode van Volksonderwijs" is het aantal afdeelingen van de vereeniging „volksonder- Dit is eene der redenen waarom ik in betrekking ben-gegaan; ik zal dan tegen mijn vervolger be veiligd wezen." „Ik hoop, dat hij u niet langer hinderen zal," zei Chetwynd. Er werd op dit oogenblik aan de deur geklopt, met een scherpen slag, zoodat de aanwezigen ver wonderd opzagen. „Wie kan dat zijn?" vroeg Eose ongerust. „Ik zal gaan zien," antwoordde hare moeder. Degeen die geklopt had was niemand anders dan Tom Tankard. Hij vroeg naar Eose, waarop juffrouw Hartley hem verzocht binnen te komen en hem naar het kamertje leidde. Tom scheen zeer verwonderd op het zien van Chetwynd en zou terug hebben willen treden, indien hij het maar met fatsoen had kunnen doen. Hij bedankte voor een stoel, en richtte zich tot Eose met de woorden: „Ik hoop, juffer Eose, dat ge dit ongewone be zoek zult verschoonen, maar ik ben de overbren ger van eene boodschap van mljü vriend Harry Netterville. Hij laat door mij vragen, of gij hem een onderhoud wilt toestaan „Zou ik?" vroeg Eose op zachten toon. „Vraag dit niet aan mij," antwoordde Chetwynd, „maar ga naar uw eigen inspraak te werk." „Ik moet er bijvoegen," zeï Tom, „dat Netter ville buiten staat te wachten en dus een dadelijk antwoord te gemoet ziet; maar als ik hem zeg wie hier is, ben ik niet zeker of hij wel binnen zal willen komen."' wijs" sedert onze laatste opgave vermeerderd met die te Maastricht en te Steenwijk, het aantal correspondentschappen met dat te Zevenbergen. De redactie van den Bode is voor 1877 opge dragen aan de heeren dr. H. J. E. Hoorn en mr. D. Kerdijk. Hij zal verschijnen in Maart, Juni, September en December. Tot bode van Eijnland is benoemd de hoofdonderwijzer Keij. Commentaar is over bodig. Als de onderwijzers beter bezoldigd werden zouden ze niet naar ondergeschikte posten dingen. Vaderl In de Staats courant van heden is opgenomen het aan den minister van binnenlandsche zaken uitgebracht verslag der commissie, belast met het afnemen van het examen B, volgens art. 60, en de examens C, volgens art. 61 tot 65 der wet van 2 Mei 1863 (Staatsblad n° 50). Naar wij vernemen, zal de heer S. de Rid der, hoofdonderwijzer te St.-Kruis, den 18on No vember aanstaande zijn zestigjarig jubiló als onderwijzer vieren. Toen hij tien jaren geleden zijn gouden feest beleefde, werd hem door de regeering een boekwerk geschonken. Het zou nu juist een geschikt oogenblik wezeu, om goed te maken wat zij toen misdreven heeft. Maar wie weet of de grijsaard geen atlas krijgtNieuive Bijdragen.) De heer L. R. Oldeman predikant te Ouwer- kerkheeft voor het beroep naar Geervliet be dankt. Het aantal kerkgebouwen te Franeker is in den loop van dit jaar met een vermeerderd. Een deel der Christelijk gereformeerde gemeente heeft zich afgescheiden en eene Vrije Evangelische gemeente gestichtdie als zoodanig deor de be voegde macht is erkend. Zondag jl. werd het nieuwe kerkgebouw dier gemeente ingewijd. Men heeft nu in die gemeente eene hervormde, eene Roomsch katholiekeeene doopsgezinde, eene Christelijke gereformeerde, eene Baptisten en eene Vrije Evangelische gemeenteterwijl nog eiken Zondag in de bijzondere Christelijke school door een evangelist godsdienstoefening wordt ge houden. (H. Ct.) De luitenant ter zee le klasse L. A. Walaardt Sacré en de luitenant ter zee 2e klasse W. H. Hof stede, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en van daar den 9en en 10en dezer in Nederland teruggekeerd, zijn met die data op nonactiviteit gesteld. De luitenants ter zee le klasse J. Dalen en C. Hoffman, respectievelijk behoorende tot de rol van Zr. M». schroefstoomschepen Leeuwarden en Prinses Maria, worden met den 20en dezer op nonactiviteit gesteld. De luitenant ter zee le klasse W. van Oorschot, officier van politie bij 's rijks werf te Willemsoord, wordt met den laatsten dezer eervol van de waarneming dier betrekking ontheven en op nonactiviteit gesteld en met den l«n November daaraanvolgende vervangen door den luitenant ter zee le klasse C. J. Marinkelle. De adelborsten l8 klasse J. A. Borel, P. S. B. Wolterbeek, J. M. Baak, F. C. E. L. Koster, E. Reinders, H. J. van Bisselick, P. H. Brocx, G. J. Buys en jh'. G. F. Coertzen de Koek, die nende aan boord Zr. M'. schroefstoomschip Zilveren Kruis, de adelborsten le klasse A. L. van der Mooleu, J. M. Wijers, C. E. Hummel, W. Voormolen, G. P. Posthuma, A. L. Boelen en O. J. E. baron van Wassenaar Catwijck, dienende aan boord van „Hij kan doen wat hij verkiest," antwoordde Eose. „Zeg hem in antwoord op zijne boodschap, dat ik hem zal ontvangen, maar niet alleen." „Wees zoo goed, mijnheer Tankard," voegde Chetwynd er bij, „hem van mijnentwege te zeggen, dat ik ook iets met hem te verhandelen heb. Ik ben voornemens hem morgen een bezoek te gaan brengen." „Ik zal aan uw wensch voldoen, mijnheer," ant woordde Tom. „Maar ik moet opmerken „Maak op dit oogenblik geen opmerkingen, mijnheer," viel Chetwynd hem in de rede, „maar wees zoo goed hem mijne boodschap over te brengen." Tom maakte eene buiging en verliet het vertrek. Juffrouw Hartley liet hem uit en wachtte of bij zou terugkomen. II. NETTEBVILLE'S JALOEKSCHKEID. Tom Tankard nioest blijkbaar eenige overredings kracht gebruiken om Harry Netterville te bewe gen het huis binnen té tredenmaar eindelijk gaf' hij schoorvoetend toe en volgde hij juffrouw Hartley in de kamer. Zoodra hij Chetwynd zag, brak hij, zich niet kunnende beheerschen, in een vlaag van dolzin nige jaloersckheid loszoodat hij een ergerlijk tooneel zou aangericht hebben, indien Tom, die Zr. M". schroefstoomschip Leeuwarden, en de adel borsten le klasse J. W. A. F. van Maren van den Berg en H. Backer, dienende aan boord van Z'. M\ schroefstoomschip Prinses Maria, worden met den 20en dezer op nonactiviteit gesteld en met den 26en daaraanvolgende worden geplaatst: aan boord van Zr. M8. schroefstoomschip Zilveren Kruis, de adel borsten le klasse G. F. Tydeman, J. J. Hissing, E. F. H. Sutherland, J. M. P. Kluit, W.J.Cohen Stuart, T. H. de Meester, M. E. B. J. Kluit, D. N. Wentholt; aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Leeuwarden, de adelborsten 1« klasse J. H. van Hoogstraten, R. O. J. Verschoor, A. C. Zeeman, J. M. Phaff, P. C. Swaan, K. D. de Vassy, H. Flaes en jhr. J. K. F. H. von Schmidt auf Altenstadt. [Herplaatsing wegens misstelling in de Staats-courantj. C -ajgSegSss»—*>-- Op eene katoenfabriek te Leiden hebben de aldaar werkzame kinderen het werk gestaakt wegens het weigeren van door hen geëischte loonsverhooging. Zaterdag werd te Eindhoven de wisselwach ter nabij het punt van samenkomst der lijnen van de Belgische en staatsspoorwegen door een land- taarn aan da exentriek bevestigd op onverwachte wijze getroffen. Men vond hem dood nabij zijn wissel. De overledene was een zeer oppassend man, hij laat een vrouw en vijf kinderen na. Z. K. H. prins Frederik heeft ter herinne ring aan zijn 60jarig jubileum als grootmeester nationaal der vrijmetselaarsorde f 3000 aan de Louisa-stichting en ƒ3000 aan het fonds tot onder steuning der pogingen tot verdediging, handha ving en verspreiding van de beginselen der vrjj- metselaarsorde geschonken. Van de 1.3 raadsleden die in 1851 volgens de wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad n° 85), als zoodanig te Zierikzee waren gekozen, is slechts éen meer in leven en wel de heer d'. H. Goemans, die, in 1871 aan de beurt van aftreding zijnde, verzocht had niet meer voor de herbenoeming in aanmerking te komen. Bij de veiling van de elf nieuwe woonhuizen ten vorigen jare aan de Kulk, nabïj de Schenge- polder, gesticht, en voor welke men verzuimd heeft in tijds aangifte te doen tot het erlangen van vrijdom voor de grondbelasting op de gebouwde eigendommen, is daarvoor niet genoegzaam geboden, zoodat die nog onverkocht zijn gebleven. ZierikzN.) Dezer dagen wapperde van den steiger aan het Kamperhoofd te Amsterdam de driekleur, door den heer A. P. te Mijtelaar ontplooid ter gelegen heid dat een nieuwe weg voor den vischhandel was geopend. In den ochtend van Donderdag jl. is namelijk Jan Slok, van Enkhuizen, met zijn visschersschuit de haven van het Noordzeekanaal dicht achter hem stond, hem niet in bedwang had gehouden. Toen de kalmte eenigszins hersteld was, zeï Chetwynd „Vergun mij, mijnheer Netterville, voordat er iets verder gezegd wordt, u eene verklaring te geven, 't Is geheel toevallig, dat ik mij dezen avond hier bevind. Ik ben pas in de stad geko men en kwam naar den welstand mijner goede vrienden vragen. Met leedwezen vernam ikdat tusschen u en Rose een misverstand is ontstaan maar ik houd mij overtuigd, dat ik de zaak ge makkelijk weêr in orde kan brengen. De naam- looze brief, dien gij ontvangen hebt, was afkom stig van een grooten losbol, die, om zijne eigene be doelingen te bereik op, uw vertrouwen op dit goede en brave meisje, dat u oprecht lief heeft, trachtte te ondermijnen, waarin hij ook ongelukkigerwijze is geslaagd." „Ofschoon uwe verklaring op waarheid kan rusten mijnheer, legt zij weinig gewicht bij mij in de schaal," antwoordde Netterville. „Ik heb enkel toegestemd om hier te komeu, teneinde mij met eigen oogen te overtuigen dat gij hier zijt. Nu ik dat gedaan heb, zal ik vertrekken. Vaar wel, bedriegelijk schepselvaarwel voor eeuwig „Blijf Harry!" riep Eose uit, naar hem toesnel lende en hem bij den arm vattende. „Zóo mag ik u niet laten heengaan! Luister naar de ver klaring, die mijnheer Calverley u geeft! Men heeft u tot een speelbal gebruikt!" „Dat weet ik!" antwoordde hij bitter; „maar ik wil daar niet langer toe strekken, 't Is over bodig te zeggen hoe hartelijk ik u heb lief gehad, trouwelooze! Nu scheur ik u voor eeuwig uit mijn hart „O spreek zoo niet, lieve Harry!" smeekte zij. „'tls alles een misverstand. Het zal u spijten, als ge uwe dwaling inziet. Ge hebt zeer dwaas gehandeld." „Dwaas!" herhaalde hij. „Uw gedrag zou vol doende geweest zijn om mij krankzinnig te ma ken. Als gij mij werkelijk lief hebt zooals ge voorgeeft, kom dan op staanden voet met mij meê!" „Dat kan ik immers niet doen, beste Harry „Gij zult, of gij wilt of niet!" riep hij uit, haar bij den arm grijpende. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2