Telegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten.
On derwij s.
Kerknieuws.
Marine en leger.
Verkoopingen en aanbestedingen.
TWEEDE KAMER.
Door den minister van justitie is een nieuw
artikel 2 van het wetsontwerp op de coöperatieve
vereenigingen ingediend, behelzende eene definitie
dier vereenigingen, overeenkomende met de Duit-
sche en Oostenrijksche wetten.
De minister verklaarde voorshands geen voor
stellen tot verdere wijzigingen te doen, omdat hij
de beslissing der kamer wilde afwachten over het
amendement van den heer van der Loeff, betrek
kelijk de toepasselijk-verklaring der wet van 1855
(recht van vereeniging en vergadering) op de
coöperatieve vereenigingen. Aanneming van dat
amendement toch zou de intrekking der wet ten
gevolge hebben.
De heer van Houten stelde daarop voor de be
handeling uit te stellen totdat de door de regee
ring voorgestelde wijzigingen gedrukt zouden zijn.
De heer van der Loeif verklaarde na de verkla
ring der regeering zijn amendement in te trekken,
tot bevordering van het gemeen overleg. Het
voorstel van den heer van Houten werd daarna
met 34 tegen 26 stemmen verworpen.
Nadat de beraadslaging over art. 2 aangevangen
was, bleek echter zooveel verschil van gevoelen
over de definitie der vereenigingen te bestaan,
dat de minister zich tot nadere overweging bereid
verklaarde, waarop een motie van den heer Kap-
peyne om heden in de seetien een onderzoek te
doen houden over die definitie, met 35 tegen 26
stemmen werd aangenomen.
De voortzetting van het debat zal zoo mogelijk
Maandag plaats hebben.
notarissen. Aan N. Frangois Snel is op zijn
daartoe gedaan verzoek eervol ontslag verleend
als notaris te Breukelen.
rechterlijke MAciiT. Benoemd tot substituut-
officier van justitie bij de arrondissements recht-
bank te Hoorn mr. J. H. de Ranitz, thans sub
stituut-officier van justitie bij de arrondissements
rechtbank te Appingedam tot griffier bij het kan
tongerecht te Hillegersbergmr. H. M. C. Poort
man, thans plaatsvervangend kantonrechter en
advocaat te Schiedamtot griffier bij het kanton
gerecht te Hoogezand mr. R. Driessen ter Meulen,
wonende te Stiens; tot substituut-griffier bij de
arrondissements-rechtbank te Appingedam mr. F. N.
Maclaine Pontadvocaat te Leidentot griffier
bij het kantongerecht te Ridderkerk mr. B. ten
Broecke Hoekstra, wonende te Utrecht.
Eervol ontslag verleend.aan mr. H. W. Jordens,
op zijn daartoe gedaan verzoek als plaatsvervan
ger in de arrondissements-rechtbank te Deventer.
Op den I0en dezer werd het schoolgebouw te
Kats, dat onder toezicht van den heer Hannink,
architect te Goes, vergroot, geheel vernieuwd en
zoodanig ingericht is, dat het aan de eischen des
tijds zeer voldoende beantwoordt, ingewijd. Bij
de inwijding waren tegenwoordig de burgemeester,
de heer Bybau, de gemeente secretaris, de heer
Vink en de leden van den gemeenteraad. Genoemde
heeren, door een zestal leerlingen bij het gemeente
huis afgehaald, werden na onder gepast gezang-
der scholieren het schoolgebouw te zijn ingetreden,
door den hoofdonderwijzer verwelkomd. De burge
meester nam daarop het woord en sprak op harte
lijke wijze den onderwijzer en den gemeenteraad
toe, waarna een tweetal leerlingen op gepaste wijze
den burgemeester en den leden van den raad dank
betuigden. Bij afwisseling werd gezongen, ook nadat
eens, of het tooneel, dat hij meende gezien te
hebben, eigenlijk niet een droom was geweest.
Bij nader onderzoek bleek het, dat de kaarsen
niet ontstoken waren geweest en de spellen kaar
ten in hun omslag Waren niet aangeroerd. Dit
scheen er voor te pleiten dat men aan een droom
had te denken, maar toch kon Chetwynd zich
daar niet meê vereenigen. Hij hield zich over
tuigd, dat hij de twee oude heeren in werkelijk
heid gezien had.
Kapitein Daavers stelde er een bijzonder belang
in te vernemen hoe zijn vriend den nacht had
doorgebracht, en erkende dat het, naar men zeide,
in die kamer spookte.
Chetwynd gaf slechts een ontwijkend antwoord.
„Ik zal u iets merkwaardigs vertellen," zei
Danvers. „Mijn oom sir Leycester heeft in deze
zelfde kamer eens eene groote som aan uw vader
Verloren."
„Hun spel is nog niet uit," zei Chetwynd; „ik
heb het hen dezen nacht zien voortspelend'
IX.
WAT EB TUSSCHËN KAPITEIN DANVERS EN
MEVROUW CALVERLEY IN DEN TUIN VOORVIEL
Op den onstuimigen nacht volgde een prachtige
dag.
Braekley zag er zoo schoon uit, dat de gasten
weinig haast maakten met hun vertrek. Kapitein
enkele van de versjes door twee knaapjes van 8 jaren,
naar genoegen waren voorgedragen. Ook werden
belooningeD, bestaande in getuigschriften, spaar
bank- en prenteboeken aan die leerlingen toegekend,
die zich door getrouw schoolbezoek hadden onder
scheiden. Op de inwijding volgde nog een school
feest, dat aanving met een wandeling door het
dorp, waarna ieder kind zijn aangewezen spelletje
ging opzoeken. Hier zag men nu een groepje
kegelen, daar ringloopen, ginds hoepel of gaaibol-
len en met den boog schieten, terwijl de kleinsten
in school werden beziggehouden met geblinddoekt
slaaü, en allen deden hun best om prijsjes te win
nen, die door vele ouders of belangstellenden waren
bijeengebracht. Voorts werd gezongen en gespron
gen, koek gegeten eu chocolademelk gedronken,
totdat de tijd aanbrak, om huiswaarts te keeren
en op den genoeglijken dag een rustigen nacht te
laten volgen. Dat do kinderen veel pret hebben
gehad, laat zich denken.
Wij vernemen dat baron de Keverberg,
die den 27en September jl. te Kessel overleden is,
aan de geneeskundige faculteit der hoogeschool te
Leiden het beschikbaar gedeelte van zijne nalaten,
schap heeft vermaakt. Arrihcour.)
Beroepen bij de N. H. gemeente te Waarde
de heer W. do Vries, candidaat bij het prov. kerk
bestuur van Zeeland.
Landbouw.
De Landbouw courant beschouwt de meeste door
de dagbladen medegedeelde (soms door ons over
genomen) berichten omtrent het vinden van
Colorado-kevers hier te lande als ongegrond of
twijfelachtig. Ten deele worden ze dan ook spoedig
naderhand weder tegengesproken. „MeD zou bij
kans gaan meenen, zegt genoemd blad, dat
de Coloiado-kever bestemd is om dienst te doen
in de effecten-wereldd. i. om eenige speculanten
a la baisse of speculanten in aardappelen eenige
eerlijke guldens in den zak te jagen.
In Amerikaansche bladen is aan de Duitsche
regeering de raad gegeven om schepenuit Ame
rika komendeaan eene quarantaine van 10 dagen
te onderwerpende schepen uit te rooken en de
wanden af te krabben. Die raad zou gegrond zijn
op de meening dat de Colorado-kever niet langer
dan tien dagen zonder voedsel leven kan.
In verband hiermede is de volgende mededee-
ling van belang, die de Landb. ct. ontleent aan
de Rott. ct.
„Wat den levensduur van den Colorado-kever
aangaat zijn ons de volgende belangrijke mede-
deelingen geworden van den heer P. van den Burg,
te Rotterdam. De heer van den Burg meldt nl.
„Den 20 Augustus jl. kwam ik met de Neder-
landsche stoomboot Scholten op de reede van
New-York aan en vond op het dek van het schip
een levenden Colorado-keverdien ik dadelijk in
een klein doosje deed. Ik stak dat doosje in mijn
zak en bracht hem alzoo mede naar Europa. Den
25 September leefde het dier nog, ofschoon hij het
doosje niet verlaten heeft en ook in al dien tijd
geen voedsel bekomen heeft".
„Of het dier nog leeft weten we niet. De heer
van den Burg heeft hem ten geschenke gegeven
aan de polytechnische school te Delft.
„Uit het bovenstaande blijkt dat de kever zon
der voedsel in het leven is gebleven van 20 Aug.
tot 25 Sept., dus minstens 37 dagen.
„Wat zal dus een quarantaine van 10 dagen
geven, zooals wordt voorgesteld?"
De officier van gezondheid le klasse L. P. GS-jja-
Danvers deed in den tuin eene wandeling met
mevrouw Calverley, besloten dat hun onderhoud
over zijn lot zou beslissen. Het wa3 nutteloos
verder aan Mildred te denken, die zich zèer hard
vochtig getoond had door hem geen vaarwel te
willen zeggen. Zijne keus was dus beslist; hij
zou der schoone en rijke weduwe, die hem aan
moediging gegeven had, zijne hand aanbieden.
Het grasperk was te drassig na de regens van
den afgeloopen nacht en de banken waren nog
niet droog, zoodat zij voortwandelden naar een
lommerrijk laantje, waar de kapitein begon:
„Ik hoop, lieve mevrouw, dat ge 'tmij nu van
harte vergeven hebt? Ik kan zelf mijne dwaas
heid te nauwernood begrijpen, maar ik verzeker
u, dat ik er diep berouw van heb en mij op die
wijze niet meer zal misdragen. Ik wil het voor
taan onmogelijk maken, door mij onafscheidelijk
aan u te verbinden."
„Moet ik dit als eene declaratie opvatten?"
vroeg zij.
„Gewis!" riep hij uit. „Wat zou het anders
zijn?"
„Dan moet ik eenigen tijd tot bedenken hebben.
Ik kan over zulk eene belangrijke zaak niet ter
stond beslissen."
Dit dempte den brandenden ijver van den kapi
tein aanmerkelijk, Want hij had zich gevleid ter
stond te zullen worden aangenomen.
„Maar ge wijst mij immers toch niet af?" vroeg
hij bezorgd.
„Neen, maar ik moet u eene maand op de proef
berti Hodenpijl wordt met don 1" November a.
geplaatst bij het hospitaal der marine te Wil
lemsoord.
De luitenant ter zee la klasse H. van
Broekhuyzen, laatst behoord hebbende tot het
eskader in Oost-Indië en van daar den 8™ dezer
in Nederland teruggekeerdis met dien datum op
nonactiviteit gesteld.
De luitenant ter zee le klasse F. H. baron
van Verschuerdienende aan boord van Zr. M*.
schroefstoomschip le klasse Zilveren Kruis, wordt
met den 5en dezer op nonactiviteit gesteld.
De minister van oorlog heeft bij circulaire
de korps- en regimentskommandanten der verschil
lende wapens aangeschreven om hem den toestand
der kazernen mede te deelenhem de gebreken
aan te wijzen en hem de opgaven te doen, waar
mede de kazernen voor den soldaat op de doel
matigste wijze zouden kunnen worden verbeterd.
De oudste inwoner van Tholen, de heer de
Zeeuw, vroeger geneesheer te Driewegen, vierde
Woensdag zijn 99en verjaardag.
Deze week is te Slui3 een begin gemaakt
met het beetenvervoer. De opbrengst is niet zoo
groot als verleden jaar; toch mag, het voor de
beeten ongunstige seizoen in aanmerking genomen,
de opbrengst bevredigend genoemd worden.
Een niet gewenschte tijd voor den grindweg en
voor oude paarden. {SI. Wbl.)
In de vestinggronden te Sluis is dezer dagen
een knoop gevonden waarop het volgende rand
schrift duidelijk staat:
Volontaire du Calvados
en in het midden, omgeven door een lauwerkraus
La
Nation
La Foi et
Le Eoi
3
Bij een metselaar te St. Anna ter Muiden
is een aardappel te zien die ruim 9 hectogram
weegt en die door zijne aanwassen den vorm heeft
van een schildpad.
Onder de boekwerken dieblijkens de mede-
deeling des voorzitters bij de tweede kamer zijn
ingekomenvinden wij vermeld
„van den schrijver H. C. A. L. Fock, med.
doet. te Utrechto. a.
„De lintworm en het middel om
hem uit te drij ven."
Het Bijblad vermeldt nietwat de bedoeling is
van de toezending dezer lintwormstudie. Zou de
schrijver de kamer soms willen genezen van de
kwaal der eindelooze redevoeringen Of vermoedt
hij dat onder de 80 leden er wellicht wel een of
meer zullen zijn, die persoonlijk bij zijn „uitdrij-
vingsmiddel" baat zullen vinden en dan het voor
stel zullen doen om het gebruik er van bij de
wet voor te schrijven?
De heer Fock heeft tevens aan de kamer zijne
bekende werken over den „Canon van Polycletus"
en over de „Schoonheidsleer" toegezonden. Temid
den dier aesthetische studiën maakte de lintworm
brochure geene onbevallige figuur.
Volgens hetzelfde zittingverslag heeft de kamer
o. a. de volgende verzoekschriften ontvangen
waaruit wederom blijktdat sommige burgers de
kamer niet alleen als edelmogend, maar als al
mogend beschouwen.
„Van J. H. A. Albrecht, smid te 's-Hage, be
trekkelijk zijn aanvraag om vergunning tot verlen
ging van zijnen werktijd;
„Van H. Deenik te Nieuwer-Amstel houdende
bezwaren tegen zijn aanslag in den hoofdelijken
omslag dier gemeente." (Hbl.)
Te 'sHage is eene voordracht gehouden door
zekeren heer de Rigaud, beoefenaar eener kunst,
welke hij de graphologie noemt en daarin bestaat
dat uit iemands handschrift zijn karakter verklaard
wordt. Ziehier de beschrijving, welke het Vader
land van de voordracht geeft:
Er waren veel ongeloovigen zelfs na het eerste
gedeelte der séance, waarin de heer de Rigaud met
veel talent een schets gaf van de beginselen, waar
op de graphologie steunt, om te doen uitkomen,
dat men hier niet met kwakzalverij, maar met een
vast systeem, op jaren lange studie en onderzoek
van duizende handschriften gegrond, te doen had.
Ook toen de conférencier uit de talrijke handschrif
ten der aanwezige dames en heeren er sommige
uitkoos en de portretten van de schrijvers of
schrijfsters soms vleiend, soms ook verre van
geflatteerd gaf, ook toen nog meenden velen,
die de personen om hen heen (en dus ook hun
karakter-portretten) niet konden beoordeelen, zich
niet „gewonnen" te kunnen geven.
Eindelijk kwam echter het overtuigend bewijs.
Een der aanwezigen, een bekend advocaat, ver
zocht den heer de Rigaud de portretten te willen
schetsen van de schrijvers van een paar doorhem
medegebrachte brieven. De heer de R. bekeek
ze een oogenblik, gaf een uitvoerige en in bijzon
derheden afdalende karakterschets van beiden
en de eigenaar verklaarde zich volkomen voldaan
en de teekeningen treffend gelijkend.
Toen had de heer de Rigaud zijn publiek ge
wonnen. Dit bleek uit een daverend applaus.
De bekende Friesche letterkundige Johan
Winkler, vroeger te Leeuwarden, thans te Haarlem
wonende, was verzocht geworden een vertaling in
het Friesch te vervaardigen van de bulle, door
paus Pius IX in December 1854 uitgevaardigd tot
vaststelling van het kerkelijk leerstuk der onbe
vlekte ontvangenis van Maria. Hij heeft aan dat
verzoek voldaan. De vertaling beslaat 46 bladen
in groot kwarto en is getiteldDe bulle ineffa-
bilis in de nog levende Friesche taal". Naar wij
vernemen, hebben eenige Amsterdamsche vrienden
van den Paus aan dezen hiervan een exemplaar
aangeboden, met goud en kleuren prachtig op
perkament gedrukt.
Een ingezetene van Zaandam, Arie Krot,
vertrekt eerstdaags naar Rusland, ten einde aldaar
als chef rijswerker te fungeeren bij den aanleg van
het marine-kanaal te St. Petersburg.
Naar men aan het Dagblad mededeelt is de
premie van ƒ1000, door de familie van wijlen me
vrouw van der Kouwen indertijd uitgeloofd voor
de ontdekking van de plegers van den dubbelen
moord, door de heeren mp. van Maanen, advocaat-
generaal, en mr. Patijn, officier van justitie, ver
deeld als volgtaan G. F. van Schalen, spekslager
te 's Hage 500J. C. H. Jenck, directeur van
't Nederlandsch hoofdbureau van informatie, f 250
J. Roelfs, magnetiseur, 150; Th. Manders, agent
van politief 100, de drie laatsten te Rotterdam
De persoon, die zich in verschillende hötels
te 'sGravenhage als kamerbediende voorgaf en
daar intrek nam, om daags daarna zonder voldoe
ning zijner rekening te verdwijnen, is te Rotter
dam waar hij op gelijke wijze een hötelhouder
trachtte op te lichten, gearresteerd.
Eindelijk is het arrest van het hof te Ber
lijn tegen graaf Arnim bekend gemaakt. Hij is
wegens hoogverraad en beleediging van den keizer
en prins Bismarck veroordeeld tot 5 jaren gevan
genisstraf.
Gisteren avond zijn alhier te koop aangeboden:
1° Een heerenhuis met uitgestrekten tuinin
de Lange Delft, wijk I nos. 25 en 26. Verkocht
voor ƒ7800.
2° Een daarachter gelegen koetshuis metpaar-
stellen. Als ik dan over uw gedrag tevreden ben,
kan ik de uwe worden."
„Mag het dus nog geen engagement zijn?"
vroeg hij.
„Ja wel, het kan een engagement wezen, maar
nog voor geene van beide partijen verbindend."
„Zulk eene bepaling is zoo goed als niets,"
merkte hij aan. „Als gij genoeg van mij houdt
om mij uwe hand te schenken, neem mij dan nu
aan, en laat de dag van het huwelijk op een niet
te ver verwijderd tijdstip bepaald worden."
„Daar kan ik niet in treden," was haar ant
woord. „Wij moeten het'eerst nog omtrent ver
scheidene punten eens worden."
„Dat zal zich wel van zelf schikken; ik stem
reeds bij voorraad in alles toe," verklaarde hij.
„Gij zult geheel vrij zijn in alles. Ik zal als een
lam zijn."
„Daar ben ik nog zoo zeker niet van," merkte
zij met een fijn lachje aan. „Mannen, die van te
voren beloven dat zij zoo zacht zullen wezen, be
toenen zich dikwijls zeer onhandelbaar."
„Dat is op mij niet van toepassing."
„Nu, ge zult van mij althans niet zeggen, dat
ik u misleid heb, want ik verklaar u dat ik voor
nemens ben het onbeperkt beheer over mijne eigen
bezittingen te behouden."
De kapitein was bijna niet in staat bij die
onverwachte meêdeeling zijne teleurstelling te
ontveinzen. Hij maakte evenwel geen enkele be
denking.
„In éen woord, mijne huishouding en bestuur
zal precies hetzelfde blijven zooals het nu is,"
ging zij voort.
„Dat is juist zooals ik het zou wenschen," her
nam hij. „Beschik alles naar uw goedvinden; ik
zal er mij niet meê bemoeien. Zijn wij het nu
eens
„Ja, en al3 gij bij deze uwe gevoelens blijft,
zal het tusschen ons wel gaan?"
„Gaat het dan nu nog niet?"
„Op de hoofdpunten, ja," antwoordde zij. „Maar
ons engagement moet voor 't oogenblik nog geheim
blijven. Ik heb mijne redenen voor dien wensch."
„Ik zal daar niet naar vragen, maar er mij in
schikken. In alles zal ik u gehoorzaam zijn."
Zij beloonde hem met een bevallig, zoo niet
heel hartelijk lachje, en reikte hem hare hand,
die hij aan zijne lippen bracht.
Op dat oogenblik vertoonde zich eene kleine
verandering op hare schoone gelaatstrekken en
die uitdrukking deed den kapitein zoo zeer ont
stellen, dat hij bijna berouw gevoelde over den
stap dien hij had gedaanmaar het wa3 nu te
laat om terug te treden.
„Ofschoon ons engagement nog geheim blijft,"
sprak zij, „kunt ge te Ouselcroft komen, zoo dik
wijls gij verkiest. „Houd alleen in gedachten,
dat ge niet opnieuw
„Wees onbezorgd," verzekerde hij; „daar zal
niets meer van gebeuren."
{Wordt vervolgd.)