Telegraphische berichten, f 800,000 tot de krachtige voortzetting der af making van door longziekte aangetast rundvee; 30,000 subsidie voor de internationale tuinbouw tentoonstelling te Amsterdamvoorloopig 25000 voor de aanstaande wereldtentoonstelling te Parijs. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s, Ku nstn ieu ws. Rechtzaken. ter van oorlog, terwijl tevens verzekerd wordt, dat in de daardoor openvallende betrekking van directeur voor het materieel der artillerie spoedig zal worden voorzien. Vad De maatschappij „Willem Teil", te Gentheeft besloten op buitengewone wijze den dank der burgerij te betuigen aan allen die tot het ontwer pen, inrichten en uitvoeren der op uitnemende wijze geslaagde Pacificatie-feesten hebben mede gewerkt. Zij heeft daarom alle vereenigingen der stad uitgenoodigd zich aanstaanden Zondag met haar in optocht naar bet stadhuis te begeven en aldaar een brief van dankbetuiging te overhan digen aan den schepen Wagener, van wien het eerste denkbeeld der herinneringsfeesten is uit gegaan. De drie collecten voor de maatschappij VAvenir, bij de verschillende optochten gehouden, hebben te zamen opgebracht 18425,14 franken. Hoeveel moeite de inzameling daarvan onder de menigte aan de leden van VAvenir gekost heeftblijkt hieruit dat de geheele collecte uit 222,797 geld stukken bestond, waarvan de overgrootemeerder heid kopergeld. De opbrengst is onder verschillende scholen en inrichtingen van onderwijs te Gent en in de naburige gemeenten verdeeld. Onder anderen heeft men 1400 franken besteed tot ondersteuning van jonge meisjesdie zich voor het onderwijs be kwamen. Blijkens eene vervolg-opgave in de Staats cou rant van heden zijn na evacuatie uit Atehin tot 14 Augustusjl. nog overledenJ. H. vanBlitterswijk, fuselier; F. de Meerleer, korporaal; C. Benoni, kanonier 2« klasse, en M. F. Yanwijndekens, fu selier. De Staats-courant van heden bevat het konink lijk besluit van den 15en dezer, waarbij wordt be paald dat de postzegels van 1£ cent niet her drukt worden en na het verbruik van den bestaan- den voorraad op de postkantoren niet meer ver krijgbaar zijn; alsmede dat een nieuw model van postzegels wordt ingevoerd van 1, 2 en cent, hoofdzakelijk strekkende ter frankeeiing van dag bladen, gedrukte stukken en de monsters of stalen van koopwaren, en zulks ter vervanging van de bij kon. besluiten van 3 December 1868 en 11 November 1870 ingevoerde zegels van dezelfde waarde. Op 15 October a. treden in werking: 1° de wet van 9 April 1875 (Staatsblad n° 67) tot regeling van den dienst en het gebruik der spoorwegen 2° het algemeen reglement voor den dienst op de spoorwegen van 27 October 1875 (Staatsblad n° 183) en 3° het algemeen reglement voor het vervoer op de spoorwegen van 9 Januari 1876. Den 19™ dezer heeft de beproeving plaats gehad van de lijn NieuweschansIhrhove. Wij vernemen dat de proef naar wenseh is geslaagd en dat de opening van den weg tegen 15 October a. wordt tegemoet gezien. Definitief is zulks nog niet bepaald. De heer G. A. Middelburg, ingenieur chef der werkplaats te Zwolle van de Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen, is benoemd tot ingenieur-werktuigkundige bij de Holl. IJzeren spoorwegmaatschappij Door den heer A. F. K. Hartogh wordt in het Handelsblad de vraag behandeld of de gemeente Amsterdam eenige schadevergoeding schuldig is aan de particulieren, die tengevolge der jongste ongeregeldheden nadeel hebben geleden. Na aangetoond te hebben dat de daaromtrent in zeggen dat hij geen penning meer rijk was) bood de waardige steenhouwer hem op de meest kiesche wijze eene som van vijf pond sterling ter leen aan, op de eenvoudige voorwaarde dat Walter het geld zou terugbetalen als hij zooveel loon ver diend had. Aldus voldoende van geld voorzien ging Walter na het ontbijt uit om eenige voorwerpen te koo- pen, die hij in zijne betrekking, als hij die kreeg, zou noodig hebben. Aan juffrouw Hartley liet hij de boodschap achter wat'zij aan mijnheer Tan kard zou te zeggen hebben, als die voorkomende man zich gedurende zijne afwezigheid mocht aan melden. Zijn eerste werk was een haarsnijderswinkel te zoeken, en vernemende dat er verscheidene op den Lambeth-weg waren, ging hij daarheen. Hij was nog niet ver gegaan, toen hij een win kel zag, die den naam Sigebert Smart in groote gouden letters op het venster vertoonde en alles scheen aan te bieden wat hij verlangde. Toen hij den winkel binnentrad vond hij er twee personen. De eene was eene opzichtig ge- kleede dame achter eene toonbank, beladen met potten pomade, fleschjes haarolie, borsteltjes, spon sen, reukwateren enz. De andere was een leven dig jongman van eene blanke tint en met het blonde haar achterwaarts op het hoofd gekamd. Dit was Sigebert Smart in eigen persoon, Ben jaar lang te Parijs in een grooten kapperswinkel in de Rue Saint-Honoré in dienst geweest zijnde, beschouwde hij zich als grondig ervaren in al de Frankrijk geldende wet, welke ook in België en in de Pruisische Rijnprovincie door Napoleon I is ingevoerd, in Nederland nimmer van kracht is verklaard en overal de grootste bestrijding ontmoet, gaat de heer Hartogh alsdus voort: „Er blijft dus nu alleen de vraag over: of de aansprakelijkheid der gemeente uit algemeene rechtsbeginselen moet worden aangenomen. „Daarop moet het antwoord absoluut ontkennend luiden. De staat en elk onderdeel van den staat behooren zich wel ten doel te stellen rechtszeker heid te verschaffen, maar uit die staatsrechtelijke verplichting kan nooit eene civielrechtelijke actie tot schadevergoeding voortspruiten. „Werd ooit zulk een beginsel aangenomen, dan zou er geen reden zijn, om niet bij diefstal, bij moedwillige brandstichting uit de staats- of ge meentekas de geledene schade te doen vergoeden. „Op die wijze zouden de staat en de gemeente eigenlijk assurantiemaatschappijen worden, waarbij de op te brengen belasting als premie fungeerde! „Evenmin mag als grond worden aangevoerd, dat de gemeente beter dan de particulier de schade kan lijden, die toch van de werkelijke schuldigen niet te verhalen zou zijn. „Een rechtsgrond mag dit waarlijk niet heeten. Of kan men de gezamenlijke burgers aansprakelijk stellen, omdat de werkelijk schuldige het door hem berokkende nadeel niet vergoeden kan? „Maar daarenboven is het niet waar, dat de staat of gemeente zoo licht die verplichting tot vergoeding op zich kan nemen; want gold eens het beginseldan zoude ook voor de grootste toe gebrachte schade de staat of de gemeente aanspra kelijk zijn. „Die Staatshassé1 zeide Bluntschli, op den zesden Duitschen Juristendag „ist doch hein Zaüberschats der sich immer wieder von seller /ül't, so oft Jemand Mneingrei/t unci etivas dara,us wegnimmtl" en dit is helaas! ook op de gemeentekas van Amsterdam toepasselijk. „Voor de aansprakelijkheid der gemeente is dus geen grond te vinden, maar daarenboven, zal het de kwaadwilligen niet eer tegenhouden om on schuldige ingezetenen schade te berokkenen indien zij weten, dat deze alleen daaronder lijden, dan wanneer zij overtuigd zijndat zij daarmede der gemeente schade veroorzaken? „Eer ik eindig, wil ik er nog op wijzen, dat de raad van Leiden in 1869 tot dezelfde conclusie kwam, toen hij afwijzend beschikte op een adres van een der ingezetenen, die van de gemeente schade loosstelling verzocht, wegens het bij hem, tijdens de ongeregeldheden in November 1868, inwerpen van een glasruit." Behalve de in de begrootingsrede vermelde posten bevat de staatsbegrooting nog de volgende aanvragen Voorts wordt voorgesteld opnieuw uitbreiding te geven aan het onderwijs op 's rijks veeartsenij school wordt medegedeeld dat de regeering voor nemens is een college in te stellen tot officieele vertegenwoordiging van den landbouw op de wijze van het college voor de zeevisscherijensamenge steld uit zes tot negen ledenmet een bezoldigd secretariswordt de vestiging eener normaalschool voor teekenonderwijzers te Amsterdam aangekon digd, terwijl de spoedige invoering der wet op het hooger onderwijs wordt voorbereid door voor- loopige aanstelling van een inspecteur van het hooger onderwijs op eene jaarwedde van f 3500. De oprichting der rijks-kweekschool voor onder mysteriën der Fransche coiffeurskunst en verre verheven boven al zijne concurrenten op den Lambeth-weg. Walter meende op te merken, dat de kapper hem zeer onderzoekend aankeek, doch de man gedroeg zich onbegrijpelijk beleefd en verzocht zijn bezoeker, toen hij vernomen had wat deze begeerde, in de binnenkamer te gaan, die door eene glazen deur van den winkel gescheiden was. „Wees zoo goed plaats te nemen, mijnheer," zei Sigebert, op een welgevulden armstoel wijzende. „Hebt ge niet gezegd scheren, mijnheer „Scheren!" herhaalde Walter. „Mag ik vragen, mijnheer," zei Sigebert, zich vóór hem plaatsende en hem sterk aanziende, „of ge alvorens den onherstelbaren stap te doen, wel nagedacht hebt „Wat bedoelt gij?" vroeg Walter, hem verwon derd aanstarende. „'k Vraag versehooning, mijnheer," hernam de kapper, „maar hebt ge onherroepelijk besloten u van dien praehtigen baard te ontdoen?" „Ik beken dat ik hem liefst niet zou verliezen," antwoordde Walter, „maar ik heb gcene keus." „Dat is een hard geval. In mijn leven heb ik geen mooier baard, geen beter gevulden baard ge zien. 't Zal mij aan 't hart gaan, hem te moeten afknippen." „Gij wilt mij vleien," zei Walter.1 Wordt vervolgd). wijzers te Middelburg wordt door de begrootings- stukken bevestigd. Ook wordt eene bijdrage uit getrokken voor de restauratie van den toren te Zierikzee. tweede kamer. Nadat de eerste vier paragrafen van het adres van antwoord op de troonrede goedgekeurd waren, werden de beraadslagingen gevoerd over de vijfde paragraaf, betrekking hebbende op het onderwijs, waarop door den heer des Amorie van der Hoeven voorgesteld was een amendement, strekkende om die paragraaf meer in algemeenen zin te stellen en niet bijzonder van de wet op het lager onder wijs melding te maken. De voorsteller lichtte zijn amendement toe. Hij wenscht protest aan te teekenen tegen alle provo catie of sommatie tegenover de regeering', om die tot het indienen der schoolwet te dwingenin verband tot het door den heer Kappeijne gegeven advies in het gisteren gevoerd debat. De heer Schimmelpenninck van der Oije achtte de uitdrukking van het verlangen naar de school wet volstrekt niet misplaatst; maar stelde een zachter vorm voor, meer in den geest van de op hetzelfde onderwerp betrekkelijke paragraaf in het adres der eerste kamer. Breedvoerige discussiën werden hierover gevoerd waaraan werd deelgenomen door de heeren Heij- denrijck, van Baar, Wintgens, Cor ver Hooft, Was- senaer, Vader, Rappard en de Jonge. Alleen de laatste ondersteunde het amendementvan der Hoeven. De overigen achtten dit overbodig en de aanneming van de door de commissie voorge stelde redactie van weinig belang, vooral nadat de heer Tak namens de commissie verklaard had dat met de redactie geenerlei provocatie of wantrou wen tegenover de regeering bedoeld werd, maar alleen een weerklank op de stellige toezegging der regeering, waarvan akte genomen werd. Alzoo kon, meenden verschillende sprekers, de schoolquaestie vooropgesteld worden, als eene buiten de politiek staande quaestie, zonder miskenning van andere dringende onderwerpen. De minister Heemskerk protesteerde dan ook tegen eene eventueele opvatting der commissie, alsof vóór alles de schoolwet behandeld moest worden. De heer Tak antwoordde dat de bedoe ling is, boven alles te beantwoorden aan den geest der troonrede. De amendementen werden vervolgens verworpen respectievelijk met 57 tegen 15 en met 45 tegen 27 stemmen en de paragraaf, zooals die door de commissie voorgesteld was, goedgekeurd. Bij de paragraaf betrekkelijk de koloniën ontspon zich eene breedvoerige discussie over Atehin. De heeren Wintgens en Fabius spraken sterk hunne af keuring uit, dewijl de verpachting der opium en der dobbelspelen het eenige teeken van onzen vooruitgang aldaar waren. De heer van de Putte trad in eene uitvoerige historische herinnering, om te bewijzen dat de instructiën der vorige regeering strekken om het verder doordringen in het binnenland te voorkomen. Daarmede wordt thans in strijd gehandeld door offensief op te treden, tegen de gevaren waarvan hij waarschuwde. Men moet de onderwerping van het volk afwachten. De heer Insinger herinnerde aan de onvoorbe reide oorlogsverklaring. De vraag moet opgehel derd worden wie de schuld is van den oorlog en waarom die begonnen is. Hij herinnerde hoe de instructiën van den eersten opperbevelhebber juist uitbreiding van gezag beoogden en achtte het treurig dat de heer van de Putte aan deze re geering verwijt dat de oorlog niet geëindigd is. De minister kon thans geene overtuiging omtrent de beëindiging van den oorlog uitspreken. De raad van den heer van de Putte ware goed, indien hij uit te voeren was. De heeren Begram en de Casembroot kwamen tegen dien raad op. Wij moeten thans doortasten. Omtrent Venezuela verklaart de minister van buitenlandsche zaken dat de betaling der diplo matieke pretentiëu geregeld voortgaat; de minister bevestigde de reehtstreeksche teruggave van de Midas en ook dat de moeilijkheden met de scheep vaart zeer verminderd waren. Wederkeerig be staat een geest van toenadering. Slechts het vormelijk herstel der diplomatieke betrekkingen ontbreekt nog. Het adres werd vervolgens goedgekeurd. Blijkens een heden bij de regeering ontvangen telegram betreffende de krijgsverrichtingen te Atchiii, gedagteekend 17 dezer, zijn de verster kingen van Tonga en Lamnjong voltooid. Bij de verkenning van terrein is de luitenant de Neve gesneuveld en zijn acht minderen gewond. De vijand werd uit de versterking Koeroeng Tjoet verdreven. Gevoelige verliezen werden ge leden 13 stukken geschut werden genomen waaronder een van 30 pond. Twee stukken van 12 pond werden vernageld. Twee minderen zijn gesneuveld en 17 gewond. De gezondheidstoestand was goed, de geest dei- troepen uitmuntend en de weersgesteldheid zeer regenachtig. eëgëb. Op pensioen gesteld, ten bedrage van ƒ1005 'sjaars, de kapitein-directeur van het garni zoenshospitaal te Bergen op Zoom J. van Dort. Benoemd tot luitenant-kwartiermeester bij het l9 regiment infanteriede 29 luitenant-kwartier meester F. A. Thomése, van het korps; tot len luitenant-directeur van het garnizoens-hospitaal te Bergen op Zoom de l9 luitenant-kwartiermeester A. E. H. Knaap, van het 8e regiment infanterie. De heer B. F. Remery aanvaardde den l9n Oc tober 1851, als opvolger van wijlen zijn vader P. Remery, zijne onderwijzersbetrekking te West- dorpe en zal alzoo daarin eerstdaags gedurende 25 jaren werkzaam geweest zijn. De prijzen, bij den wedstrijd der binnen- en buitenlandsche zangvereenigingen (3s afdeeling) in het Paleis voor volksvlijt te Amsterdam gisteren toegekend en ons reeds per telegraaf gemeld be stonden inleD prijs, uitgeloofd door Z. K. H. prins Hendrik, een gouden medaille en ƒ500; 2en prijs, gouden medaille van de stad Amsterdam en f 259; 3en prijs, gouden medaille van eenige notabelen te Amsterdam en ƒ100; 4en en 5"n prijs, een gouden en een verguld zilveren medaille uitgeloofd door „Amstel's Mannenkoor". De zesde prijs, een zilve ren medaille werd niet toegekend. De prijzen der 4e afdeeling (in het Park) waren 1° prijs (behaald door Rotte's Mannenkoor) gouden medaille, uitgeloofd door Z. M. den koning en ƒ600; 2B prijs, gouden medaille van de stad Amsterdam, met 30038 prijs, gouden medaille van eenige Arasterdamsche notabelen en 150, 4e, 5e en 6e prijs gouden, verguld zilveren en zilveren medaille. Om den prijs van uitmuntendheid werd gisteren in het Paleis voor volksvlijt gestreden tusschen de vier vereenigingen, die in de verschillende afdeelingen den eersten prijs behaald hadden. Ook hier behaalde Rotte's Mannenkoor den prijs met 9 stemmen der jury tegen 6, die op de Am- sterdamsche vereeniging Euterpe werden uitge bracht. De prijs bestond uit een met goud be slagen dirigeerstok en 200 voor den directeur. Bovendien werd nog aan al de vereenigingen die een eersten prijs behaald hadden een zilveren lauwerkrans j uitgereikt. De uitreiking van deze, zoowel als van de andere prijzen, werd door den burgemeester van Amsterdamjhv den Tex, ver richt. Gisteren zijn door het kantongerecht te Mid delburg de volgende veroordeelende vonnissen uitgesproken: 1 wegens het met honden vooreen voertuig gespannen rijden over een weg in de gemeente Oostkapelle, tot eene boete van 1 of een dag gevangenisstraf; 1 wegens het zich in ken nelijk beschonken toestand op straat vertoonen te Arnemuiden f 3 boete of een dag gevangenisstraf; 1 wegens het vernielen van eens anders roerend eigendom ƒ5.50 boete of een dag gevangenisstraf; 1 wegens het werpen van vuilnis in eene goot te Middelburg 3 boete of een dag gevangenisstraf 1 wegens het zich bevinden op de openbare straat in kennelijken staat van dronkenschap te Mid delburg 1 boete of een dag gevangenisstraf; 1 wegens het loopen over eens anders met rijpende vruchten bezetten grond zonder daartoe gerech tigd te zijn 3 boete of een dag gevangenisstraf; 1 wegens het werpen met een steen in eens anders tuin 3 boete of een dag gevangenisstraf; 1 wegens het zich veroorloven te twisten op de open bare straat te Arnemuiden 3 boete of een dag gevangenisstraf; 1 wegens het iemand opzettelijk werpen met vuiligheden te Middelburg 3 boete of een dag gevangenisstraf. ■■■■■■ui "3"" 1 11 Gisteren avond is een knecht van den boom- kweeker van de Putte op den Seisweg alhier uit een boom gevallen, met het ongelukkig gevolg dat hij onmiddellijk een lijk was. De man, A. ge- heeten, laat eene vrouw, doch, naar wij verne men, geen kinderen na. De muziekuitvoering der zangvereeniging „Vlissing's Mannenkoor" zal op Woensdag den 11™ October a. plaats hebben en niet den 16™ zooals gisteren gemeld werd. Op die uitvoering zal de heer de Jong, luitenant directeur van het muziekkorps der Middelburgsche schutterij, een tweetal solo's voor viool voordragen. Gelijk in de Annuaire Genéalogique des Pays- bas voor 1874, uitgegeven te Maastricht, een ge slachtregister van de Zeeuwsche familie Cau is opgenomen, zoo worden thans voor een volgend deel bouwstoffen verzameld tot genèalogiën van andere Zeeuwsche geslachten, b. v. van Schuurbeque Boeije, Moens, van Casteel enz. 'Als een bewijs van den uiteenloopenden indruk, welke door hetzelfde natuurverschijnsel op ver schillende waarnemers kan worden teweeggebracht laten wij hier twee beschrijvingen volgen van het verschijnsel, dat Zondag avond alhier aan het uit spansel werd waargenomen. Wij herinneren dat het zich aan ons oog heeft voorgedaan als :een vurige bolzich bewegende van het NW. naar het ZO. in vonken uiteenspattende en een lichtende streep achterlatende. Ziehier wat men uit Wissenkerke aan de Goe- sche courant schrijft;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2