BUITENLAND.
Abdul Hamid.
Zeetijdingen.
Handelsberichten.
Graanmarkten enz.
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
Ineen schrijven uit Philadelphia in 't Nieuwbl.
v. d. Boekh. wordt gewezen op het nut dat niet
alleen de patroon, maar ook de werkman van een
bezoek aan de tentoonstelling kan trekkeu.
Daaraan wordt het vo lgende toegevoegd
Maar juist om deze redenen wekte hét onze
bevreemding dat onze regeering, of liever onze
hoofdcommissie, het Nederlandsehe werkvolk, dat
nu toch eenmaal hier was en aan welks flinke
houding en onvermoeiden ijver het zeker voor
een groot deel te danken is, dat de Nederlandsehe
afdeeling veel eer gereed was dan men berekend
had en alzoo op den dag der opening voltooid daar
stond des nachts na de opening der tentoon
stelling naar New-York terugzond, om met de
gereed liggende boot des anderen daags weer
huiswaarts te trekken; ja, dat hun verzoek om
tot de volgende gelegenheid te mogen blijven, ten
einde ook zij de tentoonstelling konden bezichtigen
hun geweigerd werd, en toen enkelen voorstelden
om voor eigen kosten te blijven, deze bedreigd wer -
den met het verlies van gratis terugtocht. Daar
ons intusschen de motieven van de hoofdcommissie,
die tot deze handeling leidden, niet bekend zijn
zwijgen wij eerbiedig. Toch konden we het een en
ander niet rijmen met hetgeen in andere landen
geschiedt, waar gelden verzameld worden om het
werkvolk naar de tentoonstelling te Philadelphia
te zenden.
De kermis te Goes is dit jaar bijzonder druk
bezocht geweest. Niet minder dan 2400 kermis
gasten verlieten des avonds vroeg met den spoor
trein in verschillende richtingen de stad, terwijl
velen achterbleven om kermis te blijven'houden.
Overal heerschte goede orde.
Zondag nacht heeft bij de schutsluis te We-
meldingen een vechtpartij plaats gehad tusschen
een brugwachter aan het Zuid Bevelandsehe ka
naal en zekeren L. van D. die met zijn vaartuig
daar liggende was. Op het geroep van moord
werden de vechtenden door eenige toesnellende per
sonen van elkander gescheiden. Het schijnt dat
de brugwachter door van D. buiten zijn woning
gelokt en toen verraderlijk aangevallen is,
De gemeentelijke administratie te Amsterdam
zal alle ex-kermisfooien uitreikeu ais wintergave
op 2 October a,, de nachtwacbts en de asch- en
vuilnislieden zullen op denzelfden datum een aan-
genamen winter komen wensehen.
De. Eelco Verwijs verklaart in de „Gron. Ct."
op een tot hem gerichte vraagniet de schrijver
te zijn van het „Oera Linda Kök" en voegt er bij-.
„Aan het diner na de zomervergadering van de
Maatschappij der Nederlandsehe letterkunde deelde
een tafelgenooteen bewoner van den Helder,
aan mij en andere tafelburen mededat de schul
dige aan het letterkundige bedrog ontdekt was en
dat binnenkort de geheele geschiedenis aan het
licht zou komen. Meer mocht hij niet mede-
deelen; wij moesten ons ongeduld nog een korte
wijle opschorten."
Dat het vermoeden op dr. Verwijs is gevallen,
is overigens zoo vreemd niet, want deze bekende
letterkundige erkent zelf in zijn bloemlezing uit
Midden-Nederlandscbe dichters ook enkele eigen
vertalingen te hebben binnengesmokkeld om eenige
beoefenaars der Mul. letterkunde eens bij den neus
te hebben. De grap gelukte volkomen want o. a.
ontving de heer Verwijs een brief uit Stuttgart
van den bekenden Eduard von Kansier, waarin
deze hsm vroeg waar hebt gij toch het zoo hoogst
merkwaardige gedicht: „De jonge Coen voet" ge
vonden Vad.)
Het Dagblad ontleent aan een particulieren brief
van den len luitenant E. de Man, omtrent den
brand aan boord van het stoomschip Madura, van
de stoomvaartmaatschappij „Nederland," het vol
gende:
„Ik was slapende op het dek, toen te 2 uren
de gezagvoerder, kapitein Berkelbaek van den
Sprenkel, het noodzakelijk oordeelde mij te wekken
en mede deeling te doen van het groote gevaar.
Hij verzocht mij met hem mede te gaan, en
mijn invloed onder de verschrikte militairen
te doen gelden, teneinde hulp te bieden waar zulks
noodzakelijk was.
„Aan dat verzoek voldoende, vergezelde ik den
gezagvoerder, om de nog slapende manschappen
tusschendeks te wekken. De rook sloeg aan alle
kanten uit de kokers en luiken; het logies der
manschappen was als het ware gevuld met stikstof,
en gehuld in duisternis.
„Ik kan u verzekeren, dat het was alsof men
in een vulkaan zag, waaruit van alle zijden de
vlam opsteeg, waarbij de omringende ijzeren schot
ten witgloeiend stouden en deels vloeiend uitzakten;
en dit alles met een opvarend getal van 340 men-
sebenlevens.
„Het was in den aanvang geen gemakkelijke
taak om de door schrik bevangen manschappen
aan het werk te krijgen. Enkelen waren zenuw
achtig en vroegen ieder oogenblik naar den toe
stand, de meeaten legden zich als met een soort
van berusting weder op het dek te slapen, derden
droegen al wat zij vangen en grijpen konden aan
en vermeerderden de moeielijkheid om de orde te
handhaven. Slechts door voorbeeld en toespraak
waren zij tot het leenen van handenhulp op te
wekken.
„Na betrekkelijk korten tijd waren alle handen
aan het werk met de meeste inspanning werd on
der een ondragelijke hitte, vooral in machinekamer
en kolenmagazijn, gewerkt.
„Alle pogingen te vergeefs. Het gevaar werd
zoo groot, dat de kapitein, die inmiddels van koers
veranderd was en recht op de Afrikaansche kust
aanstoomde, met halve kracht om den tocht te
verminderen, de booten (7 in getal) liet strijken
en van levensmiddelen voorzien en nu met full
speed begon aan te jagen.
„Zoo duurde het voort tot 10 uren. Op dat
oogenblik meende de gezagvoerder aan debarquee-
ren te moeten denken, en daar hij het schip ver
loren waande, des noods schip en lading met voile
kracht op het strand te moeten zetten.
„Stel u voor met welke ontzaglijke moeielijk-
heden wij daar te kampen zouden gehad hebben,
met 200 man ongewapende en weinig gediscipli
neerde soi-disant soldaten, benevens een 30tal vrou
wen, dito kinderen, waarvan de meesten beneden
de 10 jaren, op 10 dagmarschen afatands van een
bewoonde plaats en op de Afrikaansche kust bloot
gesteld aan vijandelijke aanvallen en strooptoch
ten, en dat in de barre hitte!
„Gelukkig te 11 uren keerde de kans. Ofschoon
de rook nog steeds dik bleef, begon de uitslaande
vlam te bedaren en werd het mogelijk, de bran
dende kolen van beneden te naderen en te ver
wijderen.
„De manschappen arbeidden ten halve lijve naakt
in het drie voet hoog staande water, terwijl de
andere helft van hun lichaam was blootgesteld aan
een hitte van 150° F. Niettegenstaande dat werk
den geheelen volgenden nacht en dag werd voort
gezet, bleven wij wel den brand meester, maar
konden hem niet geheel uitroeien.
„Het was nu evenwel mogelijk met het bran
dende schip langs de Afrikaansche kust voort te
stoomen tot Port Saïd werd bereikt, om daar de
kolen uit het nog brandende kolenmagazijn te
lossen, die door andere te vervangen en alzoo bet
schip door eigen kracht te behouden.
„Ik heb den gezagvoerder Berkelbach vau den
Sprenkel bewonderd en- mij dien man ten voorbeeld
gesteld. Zijn kalmte, tegenwoordigheid van geest
en juiste bevelen, zijn voorbeeld hebben ons, naast
God, van een wissen dood gered en schip en lading
behouden."
Het vorstelijk huis dat den Turksehen troon
inneemt, is een der oudate van Europa. Sedert
1299 is de kroon onafgebroken in het bezit geweest
van afstammelingen in de mannelijke linie van
Osman. Turkije heeft in dien tijd 35 Sultans
gehad, waarvan 6 geworgd werden, 1 doodge
stoken werd, 1 in een gevecht met zijn broeder
werd gedood en 4 in de gevangenis stierven.
Twee sterrekundigende heeren Porro en
Wolff, te Zurich hebben een planeet ontdekt, die
dichter hij de zon is dan Mercurius en wier be
staan sedert twintig jaren door den directeur van
het Parijsche observatoriumden heer Leverrier,
was aangekondigd. Aan de nieuwe planeet werd
toen de naam van Yulcanus gegeven; zeventien
jaren geleden werd zij bet eerst door dr. Lescar-
bault gezienmaar zij raakte uit het gezicht ver
loren om later weer te worden aanschouwd en
opnieuw te verdwijnen. Het bestaan der planeet
werd door velen meer eene gissing dan een feit
geacht, doch is thans boven twijfel verheven.
Volgens de derde wet van Kepler moet Vulcanus
in veel korter tijd zijn loop om de zon volbrengen
dan Mercurius, ongeveer in denzelfden tijd, dien
de maan noodig heeft om zich om de aarde te
bewegen. Een derFransche bladen voegt aan
deze mededeeling het volgende toe: „Men moet
aannemendat deze nieuwe ster als het ware in
een oceaan van licht drijft en niet dan door
wezenlijke Salamanders bewoond kan worden."
6 Sept. :s av. 11 u. 57 gr.
7 's morg. 7 u. 58 gr. 's midd. 1 u. 63 gr.
's midd. 6 u. 58 gr.
't Is niet te loochenendat de politieke toestand
van Europa zeer bedenkelijk is, en dat men ieder
oogenblik eene ontknooping kan verbeiden, die
hoogst belangrijke, maar ook hoogst rampzalige
gevolgen kan hebben. De Oostersche quaestie
moet eenmaal beslist worden. Men moge met
vreezen en beven tegen dat oogenblik opzien, men
moge het zoolang mogelijk trachten te verschuiven
de toestand van het Oosten moet eenmaal gere
geld worden en dit schijnt niet te zullen kunnen
geschieden zonder vuur en bloed over Europa te
brengen.
De mogendheden althans zijn daarvan overtuigd,
en daar zij volstrekt niet zeker zijn van de ge
volgen, die voor ieder uit den mogelijken worstel
strijd kunnen voortvloeien trachten zij dien voor
't oogenblik maar weder te vermijden. De zes
groote mogendheden zijn het thans eens omtrent
de grondslagen van een wapenstilstand,
maar volstrekt niet van den vredezij deinzen
alle om bet zeerst terug voor vredesonderhande
lingen, wel wetende dat daarbij de geheele Ooster
sche quaestie iu al haar omvang ter sprake zal
komen. Wat is echter het geval? De Pofte
wil van geen wapenstilstand weten, voor
dat de mogendheden het eens zijn over de vre
desvoorwaarden; vandaar dat zij nog geen
antwoord heeft gegeven op de nota der mogend
heden, en zoo blijft men in een hoogst noodlottigen
cirkel ronddraaien. De mogendheden zeggeneerst
een wapenstilstandneen, zegt de Porte, eerst
vredesvoorwaarden.
Te noodlottiger is deze toestand omdat waarschijn
lijk Engeland daaraan een einde zal maken op een
wijze, die èn voor Europa èn voor het land zelf
gevaarlijk kan wordeD, nl. door een ministerieele
crisis. De in Bulgarije en elders gepleegde gruwelen
hebben de gemoederen der Engelschen in de hoogste
mate verbitterd. Bijna dagelijks worden hier of
daar, eergisteren weder te Plymouth, monster-
meetings gehouden, waarin men openlijk zijne on
tevredenheid uitspreekt over de houding van het
ministerie-Disraeli en van den Engelschen ge
zant te Konstantinopel sir Elliot. Negen tiende
van de bevolking gevoelt zich beleedigd, omdat
de politiek der regeering Europa recht geeft En
geland als bondgenoot, als vriend te beschouwen
van een volkdat door die vriendschap en dit
bondgenootschap in staat is gesteld ongehinderd
te moorden, te brandstichten, te onteeren. Het
moep onmogelijk wezen op het vasteland zich
een denkbeeld te maken van de algemeene en diepe
verontwaardiging der Engelschen. Op alle meetings
worden dezelfde eisehen gestelddat nl. de regee.
ring terstond een einde zal maken aan iedere
bescherming van Turkije en dit van de kaart van
Europa zal wegwissehen welke dan ook de gevolgen
daarvan mogen wezen, liever dan toe te staan dat
nog meer gruwelen zullen worden bedreven, en
eindelijk dat sir Elliot worde teruggeroepen.
Men gevoelt echter welen vooral de Engelsche
staatslieden zijn er van overtuigd, dat het uitlok
ken van eene definitieve beslissing in de Ooster
sche quaestie voor Engelaud de belangrijkste
gevolgen kan hebben." Een van beide zeggen
zij Engeland zal óf door de beslissing belang
rijk in macht en prestige winnen, zoodat het de eerste
plaats in de rij der Europeesche mogendheden zal
innemen, óf bet zal zoozeer worden verzwakt, dat
het slechts een natie van den tweeden of derden
rang wordt. Deze overwegingen die lijnrecht staan
tegenover de wensehen der natie, hebben een toe
stand van spanning in het leven geroepen die
niet lang kan durenen tot een conflict moet
leiden. De val van het ministerie-Disraeli
zal wellicht het offer zijn dat aan de publieke
opinie moet worden gebracht. De liberalen zijn
natuurlijk niet geheel vreemd aan de meetings
maar stoken die zooveel mogelijk aan. Zoo wordt
ook in deze weder onheilig vuur op het altaar
des menscheniiefde geofferd, ter bereiking van po
litieke bedoelingen. Slagen zij echteren valt
het kabinetDisraelidan zal een nieuw minis
terie terstond een andere politiek in de Oostersche
quaestie moeten volgen en zal hét oogenblik der
beslissing zijn aangebroken.
Een andere gebeurtenis heeft evenzeer spanning
veroorzaakt ten aanzien van dezelfde zaak nl.
de onverwachte zending van den Pruisisehen
generaal von Manteuffel naar Warschau om den
keizer van Rusland nameDS den Duitschen keizer
te begroeten. Bij de bezoeken van den Czaar aan
dezelfde stad in 1873 en 1874 gebracht had een
dergelijke begroeting niet plaats. Daarenboven
is de generaal aan het Russische hof een persona
gratissima, die herhaaldelijk met politieke zendin
gen naar St. Petersburg is belast geweest, terwijl
men eindelijk den generaal slechts weinige uren
voor zijn vertrek heeft ontboden, zoodat de zaak
geheel onverwachts i3 opgekomen. Men beweert,
dat het doel van de reis is om den Czaar te be
vestigen in zijn tegenstand tegen de Russische
oorlogspartijdie in de laatste dagen zeer aan
krachten heeft gewonnen en aan wier hoofd de
grootvorst-troonopvolger en de grootvorst Konstan-
tijn staan. Zooveel schijnt wel zeker te wezen,
dat de zending van den generaal in nauw verband
staat met de Oostersche politiek en de Volks-
Zeitung uit den eenigszins dubbelzinnigen wensch,
dat zij niet het voorteeken zal zijn van eene ver-
andering in de politiek van het Duit
se he rijk. Zou de Volks Zeitung iets meer
weten, wat zij niet zegt?
Te midden van al die diplomatieke en politieke
onderhandelingen en beschouwingen wordt de strijd
onverpoosd voortgezet. De Turksehe generaals
hebben uitdrukkelijk bevel ontvangen voort te
rukken, en in de laatste dagen hebben op ver
scheidene punten gevechten plaats gehad zooweltus-
sehendeTurkenendeServenals tusschen de Turken
en de Montenegrijnen. De uitslag is echter nog niet
bekend en heeft althans nergens tot een beslissend
resultaat geleid.
Bij decreet van den president der republiek zijn
tegen 1° October a. aanvullingsverkiezingen voor
de Fransche kamer van afgevaardigden uitgeschre
ven te Senlis (Oise) te Kamerijk (Nord) en te
Toul (Meurthe et Moselle).
De nieuwe sultan, de tweede zoon van wijlen
sultan Abdul Medscbid, is den 22en September
1842 geboren. Zijne moeder stierf in jeugdigen
leeftijd, doch hij werd de lieveling van de tweede
vrouw zijns vaders, die geen kinderen had en hem
haar aanzienlijke fortuin geheel vermaakte.
Abdul Hamid en zijn oudere broeder Murad
leerden in hunne jeugd zoo verzekert de Gau-
lois, waaraan deze bijzonderheden ontleend zijn
bijna niets. Zij brachten hun tijd door in gezel
schap van de slaven hunner ouders en werden
reeds vroegtijdig in het harem-leven ingewijd,
waardoor de gezondheid van den zwakkeren Murad
vroegtijdig werd ondermijnd, terwijl Abdul Hamid,
dank zij zijn sterkere constitutie, goed ontwikkelde.
Toen de beide broeders den leeftijd van twintig
jaren hadden bereikt, kenden zij slechts de Ara
bische en Turksehe letters en eerst hun reis in
Europa, bij gelegenheid van de Parijsche tentoon
stelling in 1867, iu gezelschap van hun oom, sultan
Abdul Aziz, wekte het verlangen bij hen op ook
wat Fransck te leeren.
Het bleek, dat Abdul Hamid vlugger van be
vatting was dan zijn broeder, en spoedig had hij
zich eenige Fransche uitdrukkingen eigen gemaakt,
die hij gaarne waar hij kan te pas brengt. De
eenige vreemde boeken in zijne uit Turksehe en
Arabische werken bestaande bibliotheek, zijn dan
ook een Franseli woordenboek en een Fransche
grammatica. Tijdens zijn reis door Europa kreeg
de tegenwoordige sultan smaak in politieke aard
rijkskunde, en zoodra hij te Konstantinopel was
teruggekeerd legde hij eene verzameling kaarten
aan, waaraan hij veel tijd besteedt.
De nieuwe sultan draagt Europeesche kleeding
en heeft van de Oostenrijksche slechts de fez
overgehouden waarvan hij een afschuw heeft, maar
die hij als goed Turk niet kan prijsgeven. Hij is
een bekwaam schermer en turner, en moet zelden
op een stoel gaan zitten zonder die eerst met
uitgestrekten arm omhoog te hebben gehouden om
zijn kracht te toonen. Dat hij een drinker en
verkwister zou zijn is onwaar; hij is veeleer eenigs
zins gierig en zijne levenwijze kan niet eenvoudi
ger wezen. Nevens zijn wettige gemalin heeft hij
slechts éene favorite en neemt van de andere
vrouwen van zijn harem geen notitie.
Het is bekend, dat hij een groot liefhebber is
van allerlei soorten van huisdieren, vooral van
vogels; hij heeft eene cacatoe, waarmede hij uren
kan doorbrengen; ook voor opgezette dieren, slan
gen, hagedissen, apen, koestert hij groote belang
stelling en hij heeft zich met bewonderenswaardigen
ijver een fraaie verzameling kapellen en kevers
verschaft. Daarenboven laat hij geen gelegenheid
voorbijgaan om mooie wapenen aan te schaffen en
heeft hij in zijn zomerpaleis aan de Dardanellen
een klein maar kostbaar arsenaal. Hier placht hij
met zijne vrouw en zijn twee kinderen, een jongen
van zes en een meisje van drie jaren, te wonen»
tot hij zich in April jl. in de samenzwering tegen
Abdul Aziz mengde. Om de talrijke bezoekers
gemakkelijk te kunnen ontvangen betrok hij een
ruimer landhuis, waar het weldra van beys en
ulemas wemelde.
Hamid is een streng geloovig Mahomedaan.
Hij verzuimt geen enkelen van zijne godsdienstige
plichten en pronkt gaarne met zijne vroomheid»
Als hij op het uur van het gebed buiten 's huis
is, laat hij een tapijt op den grond leggen en doet
zijn gebed voor het oog der geheele wereld.
Daarbij overkomt hem echter dikwijls iets wat de
profeet aan de geloovigen strikt heeft verboden,
dat hij nl. zijn gebed afbreekt om bevelen te
geven aan zijn bedienden of een bekende te groe
ten. Toen hij nog in zijn klein paleis Kiahat
Hodua woonde, hield hij een soort van huisgeestelijke,
dien hij echter-als hofnar behandelde, in een bont
pakje stak en met wien hij ter bespotting van zijn
ambt allerlei grappen maakte. Zoo sprak hij altijd
op de oneerbiedigste wijze over den grijzen Scheik-
ul-Islam en toen deze ten val werd gebracht ver
heugde hij zieh dat het met het rijk van het „oude
zwijn" de verachtelijkste uitdrukking waarvan
een Turk zich kan bedienen eindelijk gedaan
was. Tegen de Christenen is hij zeer welwillend
gestemd en hij prijst hen altijd; de Grieken
echter kunnen geen genade vinden in zijne oogen,
en hij is overtuigd, dat zich in geheel Konstanti
nopel geen enkele eerlijke Helleen bevindt.
De Engelsche stoomboot James Hag'g, gezag
voerder Britton, vertrok naar zee in ballast be
stemd naar Middlesboro.
Goes, 5 September. De aanvoer van jarige
tarwe was heden gering en ia deze met vorige
weekprijzen betaald. Puike ƒ9.25. Mindere 'ƒ9
a ƒ9.10 naar qualiteit. Van nieuwe tarwe was
de aanvoer ook zeer klein met veel vraagwaar
door niet beneden vorige weekprijs te koop was.
Puike 10. Mindere ƒ9.80 a ƒ9.90 betaald;
wintergerst schaarsch en was deze aan 6.25 in
de beste soort te koop zomergerst bijna niet ge
toond. Een paar partijtjes brachten ƒ6.15 op;
van erwten waren eenige partijtjes ter veil, die
op de kook aan 11.50 zijn verkocht; nieuwe
rogge was vrij ruim ter veil, waardoor iets billij
ker te koopen was. Puike zaaisoort met 8 be
taald. Bakrogge ƒ7.60 a f 7.75; van nieuw
kanariezaad werden een paar partijtjes aan ƒ12.50