0 n d e r w ij s. Kerkn ieuws. Landbouw. Benoemingen en besluiten. Kunstnieuws. Marine en ieger. dat anders tweemaal gedurende de kermisweek, in Juli, gegeven wordt, doch nu voor de Pacificatie bewaard was. Niet licht, wij herhalen het, zal men iets meer belangwekkends zien. Die menschen- menigte vermaakte zich zonder geld uit te geven, ordelijkop eene wijze waarvoor niemand zich behoefde te schamen. Men meene niet dat het dansende publiek uitsluitend tot de lagere volks klasse beperkt bleef. In den aanvang waren het meest werklieden en jongens, die zich rondom den schitterenden muziektempel bewogen. Maar later op den avond greep de draaiing der voeten, als een onschuldige St. Vitusdans, schier alle wandelaars aan en sleepte den gezeten burgerstand, misschien nog wel hooger geplaatste kringen met zich. Den burgemeester van Gentgraaf de Kerchove, zag ik onder de menigte wandelen met een vreemdelingwien hij het tafereel uitlegde, met de zelfvoldoening van iemand die weet dat hij iets zien laat, dat nergens zijne wedergade vindt. Deze volksbals zijn elders in België, te Ant werpen en Brusselnagevolgd doch nergens met den goeden uitslag waarmede ze te Gent sedert een dertigtal jaren gegeven worden. Van dron kenschap of uitgelatenheid zag men geen spoor. Men had zich natuurlijk te mijden voor de niet altijd afgemeten dansende paren. De mannen die zich op de trottoirs nedervleidensliepen in van vermoeidheid. Voor de herbergen in den omtrek zat het volk op geïmproviseerde bankensamen gesteld uit planken die op vaten gelegd waren, zijn bier te drinken. Er was een opgewondene, uitgelatene vroolijkheid, een werkelijk algemeen genoegendoor geen uitspattingen bezoedeld. Het was het ideaal van een volksfeest. verbetering. Door drukfouten en misplaatsing van leesteekens is ons opstel van gisteren ontsierd en gedeeltelijk onverstaanbaar gemaakt. Wij laten de voornaamste daarvan hier volgen le kolomde onaangename indruk, leesden onaangenamen indruk2e kolomvierendeel, lees vierdedeelschendbladen, lees schendbladen nijdige vinger, lees: nijdigen vinger; de ander, lees: den ander; ten laatsten, lees: ten laatste; 3e kolom wapenbodes, leeswapenbodenver beelden, leesverbeelddenschitterende wagen, lees: schitterenden wagenkoudrederijkersgezicht, leeskoud rederijkersgezieht4e kolom was alleen in de straten der stad, lees: was alles in de straten der stadstaatkundig-godsdienstig meteorologie, leesstaatkundig-godsdienstige meteo rologie; is echter wel te bespeuren, leesis echter niet te bespeuren. De welwillende lezer gelieve deze fouten op grond van buitengewone drukte, bij weinig talrijk personeel, te verschoonen. Te Utrecht had Dinsdag de plechtigheid plaats van het leggen van den eersten steen voor een gebouw der rijks-veeartaenijschool aldaar, be stemd voor natuur- en scheikundige laboratoriums, voor leerzalenslaap- en studeerkamers. Dit ge bouw zalgelijk de directeur der school zich uitdrukte„de gedenk- of sluitsteen wezen voor bet laatste eener reeks gebouwendie in de laat ste jaren zijn opgericht en de school gemaakt hebben tot eene, die in Europa in het eerste ge lid mag staan." De steen werd gelegd door den hoogleeraar- directeur dr. T. H. Mac Giilavrijdie meer dan iemand anders zich de eer mag toekennen, van tot den tegen woordigen goeden staat der rijks veeart senijschool het meest te hebben bijgedragen. In zijne toespraak zeide hij o. a. het volgende. „De school is en moet zijn een vakschool. Maar zij moet tevens zijn eene kweekschool voor de wetenschapniet in dien zindat de reeds ver kregen wetenschap alleen wordt overgestort in anderenmaar zóo dat de wetenschap er voor- uitgebracht dat haar nieuwe banen gebroken wordendat er de wetenschap beoefend worde om de wetenschap." Dit is het ideaal maar of dat tevens het ideaal is der regeering, durfde spreker niet verzekeren, wel dat er teekens zijn, dat zij dien weg schijnt op te willen. Als zoodanig beschouwde hij de gelegenheid om assistent-leeraren aan te stellen. De gewone leeraren zijn nu nog overladen met vakkenen soms met vakken van uiteenloopenden aardmaar daarbij zal behalve dat ook in dit opzicht een betere toekomst gewacht mag worden door de assistent-leeraren gebruik gemaakt kunnen worden van de rijke hulpmiddelen der schooi, om na het ontvangen van het vak-onderwijs der schoolhunne wetenschap door eigen studie uit te breiden. Dat velen van de jongeren zicli tot die betrekking mochten geroepen voelenwas een wenschdie spreker met nadruk uitsprak. Zondag jl. maakte de heer L. Kan de Beer te Aagtekerke aan zijne gemeente bekend eene beroeping ontvangen te hebben naar de Ned. Herv. gemeente te Waverveen. Gisteren en beden werden door bet provinciaal kerkbestuur van Zeelandna afgelegd examen, tot de evangeliebediening in de Nederd. Herv. kerk toegelaten de heeren d'. C. Thijm, J. A. Meerburg Snarenberg en W. de Vries, allen can- didaten in de godgeleerdheid aan de hoogesehool te Utrecht. honderdenzangers en zangeressen met groote zwelling voorgedragen, geen degelijke verdienste uitmaken. De uitvoering van het toonwerk was zeer prijzenswaardig; vooral bij het intreden der koren vielen eenheid en juistheid te roemen. On- noodig te zeggen dat daverende bijvalsbetuigingen dichter en componist beloonden en hen beide op het orkest riepen. Het is eene bekende waarheid, dat groote man nen door hunne bewonderaars, die beneden hen staan, bij voorkeur in hunne gebreken nagevolgd worden. Zonder ons in den strijd te mengen of Richard Wagner al dan niet een groot man ismag men echter als zeker aannemen dat, indien ook z ij n e gebreken door zijne navolgers ad absurdum worden nageaapt, onze nazaten, die zich in het volle bezit der ZuMnfts-musih zullen mogen verheugeneen oceaan van muzikalen onzin zullen te verzwelgen hebben. De historische ouverture van den heer van den Eeden is alweder een muzikale optocht, naar het Wagnersche recept ontworpen. Le compositeur a traité dans sou oeuvre les principales phases de la lutte soutenue par nos ancêtres contre la domina tion espagnole. Zoo staat in het programma te lezen. Men kan zich dus nu wel voorstellen dat de Luther-psalm, het Wilhelmuslied, de geuzen- melodiën, in de ouverture een heftigen strijd te voeren hebben met krassende, spiraalsgewijs zicli omhoog slingerende violen-loopjes, met krijschende piccolo's, die misschien brandende ketters of kui lende boschgeuzen voorstellen, met paukgedreun en tromgebom, dat nu eens het klokgelui, dan weder het kanongebulder schijnt te verbeelden. Het geheel doet herhaaldelijk aan Meijerbeer den ken, wiens invloed ook in het werk van den heer Waelput dikwijls doorstraalt en wiens theatrale, naar het effect en naar het grootsche strevende geest meer dan die van eenig ander toondichter met den Gentschen volksgeest in overeenstemming schijnt. Het werk van den heer van der Eeden heeft ons na eene herhaalde bijwoning, bij de laatste repetitie en bij de uitvoering, onbevredigd gelaten. Het molengeklepper hoort men er wel in, maar het voedende meel wil er niet uit voorkomen. Ook onder het publiek beantwoordde de indruk niet aan de bedoelingen des meesters. Men vond zijn werk te lang en begreep hem niet, ondanks de oorverdoovende kracht waarmede hij de redenen naar zijne toehoorders slingerde. Misschien zal dit later, bij nog meer herhaalde uitvoering, beter worden. Met eene muziek die op de toekomst berekend is, komt het op een dag meer of minder niet aan. Na het concert wachtte ons op den Kouter, het langwerpig vierkante, met boomen beplante plein, dat het middelpunt van alle Gentgehe vermakelijk heden is, een tooneei dat tot de schoonste en be langwekkendste behoort, welke het iemand gegeven kan zijn te aanschouwen. Het geheele uitgestrekte plein was ëen menschenzee, als de baren zich wentelend en bewegend, dansend, wandelend, pratendschertsend 'enwat degenen betreft die te vermoeid waren van het drentelen, op de straat liggend. Op de vier hoeken van het plein zag men gewelfvormige bogenmet illu- mineerglazen van verschillende kleur verlicht. In het midden een groote muziektempelvan wien mede een stroom van veelkleurig licht uitging. De omtrek van het plein verlicht door acht en dertig vijfarmige gaslantarens van sierlijken vorm, die juist bij gelegenheid der Pacificatie-feesten voor het eerst ontstoken waren. In den muziek tempel deed de stedelijke Harmonie dansmuziek hooren. Op die tonen danste menin de open luchtop den zandigen bodem van het plein, die gelukkig niet al te vochtig waspolka 's, walsen, mazurka's en wat de genius van den dans den spelers meer in het oor blies. Dit was wat men te Gent gewoon is te noemen het bal populaire BOEK I. Mildred I. GALANTS. Mevrouw Calverley was bijna sedert een jaar weduwe. Zij woonde nog altijd op Ouselcroft en scheen daar te willen blijven. In de huishouding was geenerlei verandering gemaakt en Norris nam zijne betrekking waar als vroeger. Het testament was niet betwist en de weduwe was dus in al de bezittingen van haar overleden gemaal opgevolgd. Zij was voornemens geweest aan Chetwynd, over eenkomstig het verlangen van diens vader, zes honderd pond 'sjaars uit te keeren en had den heer Carteret last gegeven dit bedrag om de drie maanden te betalen; doch hij weigerde volstandig eenige toelage van haar aan te nemen en zond het geld terug. Hij was tot na de begrafenis op Ouselcroft ge bleven en toen naar het buitenland gegaan. Gelijk men wel begrijpen kan had er geen verzoening tuaschen hem en zijne stiefmoeder plaats gehad. Tot nog toe had de schoone weduwe met Mild red in strenge afzondering geleefd en zich alleen in den zwaren rouw in de kerk van Daresbury vertoond, in welks grafkelders haar echtgenoot rustte; maar thans begon zij bezoeken af te leg gen en vriendinnen te ontvangen. - rechterlijke macht. Benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Helmond mr. F. van Brede- hoff de Vicq, advocaat te Utrecht. huize» van arrest. Aan W. A. de Laat de Kan ter jr., is op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regen ten over het huis van arrest te Tiel en is benoemd tot lid van gemeld college mr. N. J. van Lutter- veld, te. Tiel. onderscheidingsteekenen. Aan II. R. W. de Bruyn, te Rotterdam, is toestemming verleend tot het aannemen der versierselen van commandeur der orde van den H. Gregorius den Groote, hem door Z. H. den Paus geschonken. postwezen. Benoemd tot directeur van het post kantoor te NijmegenJ. W. König, thans direc teur van het postkantoor te Tilburg. Toen Midred, na hare tijdelijke afzondering, weer in gezelschappen verscheen, maakte zij be paald sensatie. Wij durven niet zeggen, hoeveel heeren wel op haar verliefden. Zij was natuurlijk nog in den rouw, maar dat zwart stond bij hare bevallige figuür zeer goed en deed de blankheid en teeder- heid van hare tint wonderschoon uitkomen. Hare innemende manieren verhoogden nog het effect van bare bekoorlijkheden en maakten haar schier onweerstaanbaar. Gedurende het leven van haar vader werd zij ook reeds zeer bewonderd en, gelijk wij in den beginne zeiden, voor het mooiste meisje van Ches hire gehoudendoch hare schoonheid was nu meer het algemeene onderwerp der gesprekken en menig knap jongman beschouwde zich als overgelukkig, wanneer hij hare hand maar voor een wals kon krijgen. Doch Mildred was geen coquette en koesterde geen begeerte om veroveringen te maken. Zij was integendeel een zeer ingetogen meisje en gaf aan de schare jonge mannen, die haar op bals en partijen belegerden, zeer weinig aanmoediging. Zij hield niet van veel dansen, en danste alleen met degenen die haar behaagden of haar aange naam wisten te onderhouden. Er bestond geenerlei naijver tusschen het schoone meisje en hare even schoone stiefmoeder. Er waren reeds een aantal aspiranten naai' dé hand der jonge en rijke weduwe in 't veld, maar zij maakte geen haast om een anderen echtgenoot te Door het ministerie van binnnenlandsche zaken is uitgegeven en in duizende exemplaren verspreid eene beschrijving, met teekening in kleuren, van den Coloradokever. Een duizendtal daarvan is ter beschikking ge steld van de boekhandelaren van Weelden en Mingelen, te 's Gravenhage, bij wie, zoo lang de voorraad strekt, exemplaren, op vrachtvrije aan vraag, a 0.05 te verkrijgen zijn. (Lb. Ct.) Naar men verneemt komen voor het eerstvol gende speelseisoen op de speellijst van de vereeni- ging Het Nederlandsch tooneei o. a. voor Sheridan's School for Scandal en het drama les Danieheffdat voor weinige maanden te Parijs grooten opgang heeft gemaakt. De vereeniging heeft overigens reeds 69 handschriften van vertaalde kiezen. Zij was dus in geenen deele op Mildred jaloerseh, maar het verheugde haar dat het meisje bewonderd werd en gaarne zou zij een goed huwe lijk voor haar met haar invloed bevorderd hebben. Mildred echter had altijd het een of ander aan te merken op degenen, die haar werden aanbevo len. Toen mevrouw Calverley eens den jongen heer Capesthorne prees, er bijvoegde dat hij een prachtig huis uit den tijd van Elizabeth met het bijbehoorend park zou erven en de vraag deed of dat nu nog niet voldoende was, luidde Mild red's antwoord, dat zij zijn huis heel mooi vond, maar om hem zelt niets gaf. Zoo ook toen kolonel Blakemere, die op het punt stond naar Madras terug te keeren en ge huwd daarheen wilde gaan, haar in 't oog vallende attentie bewees en mevrouw Calverley wist te bewegen zijn aanzoek te ondersteunen, maakte Mildred een einde aan de zaak door te verklaren dat zij niet naar Indie wilde. Dit was echter nog niets bij hetgeen volgde. Aanzoeken kwamen bij het dozijn. Mevrouw Calverley ontving een aantal briefjes, wier schrijvers verlof verzochten haar hunne op wachting te mogen maken, omdat zij haar over eene gewichtige zaak te spreken hadden, waarbij dan eene kleine zinspeling op Mildred deed zien uit welken hoek de wind woei. Alvorens er op te antwoorden raadpleegde 2lj Mildred, en na het gevoelen dier jonge dame te hebben ingewonnen bewilligde zij er in, een twee- en oorspronkelijke stukken ontvangen, waaronder er 16 moeten zijn uitgekozen. De Vereeniging Het Nederlondsoh Too- deel gaf Dinsdag te 's Hage hare eerste voorstel ling voor hare abonné 'sGeibel 's Sofonisbedoor Schimmel in dichtmaat vertolkt was haar eerste stuk. Verschillende letterkundigen woonden de voorstelling bijdie in het algemeen een goeden indruk maakte. Aan mevrouw Kleine werd een bloemkrans aangeboden. Het Vaderland zegt van deze niet zeer talrijk bezochte voorstelling het vol gende. „In aanmerking genomen de omstandig heid dat deze avond een der belangrijkste was, die sedert ontelbare jaren in de annalen onzer tooneelgeschiedenis staan aangeteekendwas iedere ledige plaats een bedroevend blijk van het gebrek aan volksgeestdat in de hofstad schijnt te bestaan. De voorstelling van Dinsdag, afgescheiden van de waarde der opvoering zelf, was de eerste dag eens nieuwen levens: het tooneei krachtdadig behartigd door het volk zelf; een poging om bestaande toestanden te ver beteren. Een eerste streven naar een ideaalmis schien een niet te verwezenlijken ideaalmaar daarom niettemin een achtenswaardige zaak, ver dient meer belangstelling. Wij twijfelen echter nietof het zal anders wordenhet publiek in den Haag zal langzamerhand tot de overtuiging komen dat een gezelschap waaronder zich een paar artisten bevinden die het buitenland ons kan beng den minstens evenveel sympathie ver dientals een opera-gezelschapdat ten gevolge van de eenigszins beperkte middelen waarover wij te beschikken hebbenniet gemakkelijk meer dau middelmatig zal kunnen heeten. Langzamer hand hopen wij zullen de Nederlandsche artisten de voorooideelen overwinnendie tegen de „Hol landers" bestaanevenals zij in den laatsten tijd het degelijke gedeelte der Amsterdamsche en Rotterdamsche bevolking weder naar den schouw burg gelokt hebben." De minister van oorlog heeft bepaald, dat den milicien-plaatsvervanger, bij het aangaan eener vrijwillige verbintenis bij een der korpsen van het leger hier te lande, als premie gelijk be drag kan worden toegekend al3 aan den milicien- loteling, maar dat evenwel de milicien-plaatsver vanger, om die vrijwillige verbiutenis te kunnen aangaan, na zijne inlijving als zoodanig, gedurende zes maanden werkelijken dienst verricht en zich onberispelijk gedragen zal moeten hebben. Het gerucht, dat de werving van manschap pen voor het koloniaal werfdépöt zou ge sloten worden, heeft zich niet bevestigd. De aan; voer van manschappen is tegenwoordig echter zeer gering. Bij het vertrek van liet laatste transport bleven te Harderwijk slechts 19 man over en thans bevinden zicb aldaar 130 man, met 136 kroegen. De minister van oorlog heeft de bezoldiging van de geëmplooieerden bij de militaire hospi talen vastgesteld: voor den schrijver op 850 'sjaars; voor den magazijnmeester, adsistent- schrijver op f 2 per dagvoor de geëmplooieer den 2e klasse op f 1.10, voor die der 3e klasse op f 0.85 per dag, ingegaan 1 September jl. Bij de jongste organisatie van het aantal fortificatie-opzichters is-het getal hoofdopzichters vastgesteld op 8, per hoofd een traktement ge nietende van f 1500 s' jaarsdat der opzichters le kl. op 10 ieder met een bezoldiging van f 1300, van de 2e kl. op 15, ieder met eene jaar wedde van f 12 en van de 3e kl. op 15 met f 1000 in het jaar. tal der aanvragers op een bepaalden dag te ontvangen. Op dien dag zat zij alleen in de gezelscbapka- mer, nieuwsgierig wie het eerst zou verschijnen, toen Norris den heer Vernon Brook kwam aandienen. Deze heer behoorde tot eene oude en aanzien lijke familie, maar was een jongere zoon. Hij was donker van voorkomen en smal en langwerpig van gelaat, zoodat hij zich vleide een gezicht te hebben, zoo als ze op de schilderijen van van Dijck voorkomen. Om die gelijkenis te bevorderen schoor hij zijne wangen zorgvuldig glad en droeg een puntbaard. Hij was van zijn vaders buitenplaats, een tiental mijlen verwijderd, komen aanrijden en verscheen in eene zeer goede luim, daar hij zich van een gewensehten uitslag verzekerd achtte. Mevrouw Calverley ontving hem zeer voorko mend en verzocht hem plaats te nemen. Na eenige woorden tot inleiding kwam hij ter zake. „Ik heb u eene vraag te doen, lieve mevrouw," ze! hij, „die ik hoop dat ge bevestigend zult kun nen beantwoorden. Uw dochter of stiefdochter moet ik zeggen is een zeer bekoorlijke jonge dame, en ik wenschte uw verlof te vragen om haar mijne opwachting te maken." Hij sprak dit op eene luchtige wijze, alsof hij van een gunstig antwoord zeker was. De blik van mevrouw Calverley overtuigde hem echter dadelijk, dat het er anders meê gelegen was. Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2