N°. 211.
1196 Jaargang.
1876.
W oensdag
6 September.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij t s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke uommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiên i 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.i van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
Bericlit.
Uithoofde der verplaatsing onzer bureaux
wordt men verzocht alle brieven, boodschap
pen als anderszins, bestemd voor de redactie
of de administratie van dit blad, in het
vervolg te adresseeren:
Aan het bureau der Middelburgsche
courant, St. Pieterstraat A12, alhier.
Middelburg, 5 September.
FETJIT iT iETOIT.
Chetwynd Calveriey.
MIDDELBURGSCHE
Door burgemeester en wethouders van Middel
burg wordt net volgende bekend gemaakt
Gemeente-flnanciën.
Dé burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat de begrooting der inkomsten en uitgaven
der gemeentevoor het dienstjaar 1877 met de
daartoe behoorende memorie van toelichting en
bijlageningevolge art. 203 van de gemeentewet,
op de gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage
nedergelegd en aldaar tegen betaling van ƒ0.50
per exemplaar verkrijgbaar gesteld zijn.
Middelburg, den 25™ Augustus 1876.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
(Get.) SCHORER.
De Secretaris,
(Get.) G. N. DE STOPPELAAR.
De nasporingen van een Engelsch heer in de
archieven van Vlissingen en Middelburg betreffende
het geslacht Tbyssen, hebben dien naam, waaraan
ook voor Middelburg zeer roemrijke herinneringen
verbonden zijn, weder in gedachtenis gebracht.
Tot dat geslacht toch behoorde waarschijnlijk
ook de Hollandsch-Zweedsche admiraal Maerten
Thyssen, omtrent wiens daden meer uitvoerige
bijzonderheden zijn medegedeeld door den heer
P. A. Lenpe in de jaargangen 1854 en 1855 van
het jaarboekje „Zeeland."
Waarschijnlijk reeds vroeg in dienst der West-
Indische compagnie te Middelburg getreden, was
Maerten Thyssen in 1630 onder-vlootvoogd op
de vloot van admiraal Pater, die den 11™ Sep
tember van dat jaar in de nabijheid van Bahia
slag leverde tegen de Spaansche vloot, welke onder
den admiraal Antonio d'Oquendo was afgezonden
ter herovering van Olinda en Recife te Phernam-
buco, op de Nederlanders. Pater streed ongeluk
kig en zonk met zijn admiraalschip in de diepte.
s
Naar het Engelsch van W. Harrison Ainsworth.
INLEIDING.
I)c jonge Stiefmoeder.
Vervolg.)
„Ik kan het niet helpen, mevrouw," antwoordde
de jongman. „Ik moet en wil hem spreken terwijl
hij nog in staat is mij te hooren. Ik verzoek u,
niet heen te gaan, mijnheer Carteret," voegde hij
den notaris toe, die op het punt stond zijn klerk
naar buiten 'te volgen. „Het is wenschelijk dat
gij ook hoort wat ik te zeggen heb. Ik heb reden
om te gelooven, vader," vervolgde hij, zich weêr
tot den ouden heer keerende, „dat gij uwegeheele
fortuin aan uwe vrouw nagelaten en mij en mijne
zuster geheel afhankelijk van haar gemaakt hebt.
Als dit werkelijk het geval is, bezweer ik u van
besluit te veranderen
„Ik begrijp niet, Chetwynd, hoe ge aldus tegen
durft spreken," viel de oude heer, wien de
verontwaardiging kracht gaf, hem in de rede.
„In ieder geval verkies ik het niet te dulden. Al
ware het zooals gij zegt, dan heb ik het volle recht
mijne fortuin te vermaken aan wien ik wil, en gij
hebt u niet zulk een gehoorzaam zoon betoond
om op consideratie van mijn kant aanspraak te
Maerten Thyssen nam het opperbevel op en door
nagelde het schip van den vijandelijken vice-admi-
raal, zoodat het zonk, welk lot hij nog een ander
schip deed ondergaan, terwijl hij een derde schip
veroverde. De strijd werd niet beslist, maar de
Spanjaarden hadden geen lust dien te hervatten
en Thyssen keerde met zijn vloot naar Recife te
rug, alwaar hij de benoeming tot admiraal ontving
ter belooning van zijn moed. Bij zijn terugkomst in
het vaderland werd hij den 19™ Juli 1634 tot
equipage- en ammunitiemeester te Vlissingen aan
gesteld.
Toen in 1643 de staten-generaal 20 a 30 sche
pen aan Zweden verkochten om te dienen in den
strijd tegen Denemarken, werd Maerten Thyssen
tot admiraal van die vloot aangesteld, en ging alzoo
in Zweedsehen dienst over. Den 17™ April 1644
liep een gedeelte van die vloot te Vlissingen uit.
Herhaaldelijk leverde Thyssen tegen de Denen slag,
en bracht hen eindelijk den 23™ October van dat
jaar een zoo geduchte nederlaag toe, dat daaraan
grootendeels het sluiten van den vrede in het vol
gende jaar kon worden toegeschreven.
Reeds vóór dien slag, den 10™ September 1644
had koningin Christina Maerten Thyssen met al
zijn wettige nakomelingen in den Zweedsehen
adelstand verheven met toekenning van een eigen
wapen en den Zweedsehen naam Ancker-Helm.
Het wapsn bestond uit een schild met een hemel
blauw veld, waarop een oorlogschip, onder volle
zeilen en aan beide zijden vurende; het schild
gedekt door een helm met open visier, tot heim-
teeken een kroon, waaruit twee kruiselings over
elkander liggende Zweedsche standaardvlaggen.
Op eene blauwe rol onder het schip las men
Ancker-Helm anno 1644.
Maerten Thyssen bleef na den vrede in Zweed
sehen dienst en overleed in dat land.
Met betrekking tot de zoogenaamde ministe-
rieele crisis werd gisteren aan verschillende
bladen gemeld dat de heeren v. Goltstein en Klerck
bij hun gevraagd ontslag blijven volharden en dat
de heeren m'. A. J. Swart, lid van den raad van
state, en generaal-majoor H, J. R, Beijen respec
tievelijk als ministers van koloniën en van oorlog
zullen optreden.
De vervanging van den heer v. Goltstein door
den heer Swart komt het Vaderland echter zeer
onwaarschijnlijk voor.
De minister van oorlog heeft aan de Maat
schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen
zijn tevredenheid betuigd over de wijze, waarop
het troepenvervoer op 25 en 26 Augustus jl. heeft
plaats gehad. De directeur-generaal dier Maat-
kunnen maken. Wacht uw tijd af en dan zult ge
vernemen wat ik gedaan heb."
„Neen, vader, ik wil niet wachten tot dat uwe
ooren doof zullen zijn voor mijne verzoeken. Ik
wil spreken, terwijl gij nog in staat zijt mg te hoo
ren. Ik kan u reden tot ontevredenheid gegeven
hebben, maar neem uw wrok niet raeê in 't graf.
Bedenk dat het onherstelbaar is wat gij nu doet."
„Ik kan dat niet langer uitstaanriep de oude
man. „Breng hem weg! Hij maakt mg razend!"
„Mijnheer Chetwynd," zei Carteret, „ik bemoei
mg maar ongaarne met deze zaakmaar, waarlijk,
uwe tegenwoordigheid brengt uw vader buiten zich
zeiven. Laat ik u mogen verzoeken heen te gaan."
De jongman maakte echter geen aanstalten, om
aan dat verzoek te voldoen.
„Misschien, Chetwynd, zult ge heengaan, of uw
mond houden, als ik gesproken heb," zei de oude
heer, trachtende zich te bedwingen. „Ik heb ge
daan wat ik, na rgp beraad en met den dood
voor oogen, gemeend heb dat het beste was voor
u en uwe zuster; en ik ben zeker, dat mijne wen-
schen ten stipste zullen opgevolgd worden."
„Wat gij daar zegt, vader, sehgnt te bewgzen,
dat gij ons geheel hebt overgeleverd in handen
van uwe vrouw," riep zijn zoon uit. „Waarom
dwingt gg ons, voor haar wil en welbehagen te
bukken?"
„Omdat zij voor u zorgen zalhernam de oude
man, „en omdat ggofschoon reeds tweeëntwintig,
toch nog niet tot de jaren van onderscheid geko
men zijt."
schappg heeft daarop het personeel, dat in het
bijzonder met die vervoeren is belast geweest, een
gratificatie toegekend.
Het „Weekblad van het Recht" bevat de jaar-
lijksche herinnering aan advocaten aan de be
paling om in de Maand September hun akte van
beëediging te doen viseeren ter griffie van het
college, waarbij zij zijn ingeschreven.
Ali Bey, Sjeik van Algiers is gisterenmiddag
te 'sGravenhage aangekomen, vergezeld van twee
Fransche officieren uit de bezetting dier stad en
een tolk, vermits het opperhoofd zich slechts in
het Arabisch kan uitdrukken. Deze stambestuur-
der werd, namens prins Alexander aan het Hol-
landsehe spoorwegstation opgewacht door Hd.
adjudant, kapt. Begerman, die de vreemde bezoe
kers naar 's prinsen paleis geleidde, om door
Z. H. K. te worden ontvangen, bg wien de Sjeik
heden dineert.
De reizigers hebben in het hotel „Paulez" hun
intrek genomen.
Z. K. H. prins Alexander zou zich morgen
ochtend te 3 uur per extra-trein naar het Loo
begeven, teneinde het Arabische stamhoofd aan
Z. M. den koning voor te stellen.
Ter herstelling van eene onwillekeurig begane
onjuistheid in onze gisteren gedane opgave van de
prijzenbehaald in den schietwedstrijd van
Zeeuwsche schuttergen, deelen wg nader mede dat
zijn ten deel gevallenaan den sergeant van Sorge
van Middelburg een rooktoestelaan den sergeant
Pleizier van Vlissingen een horlogeaan den
fourrier Loois van Vlissingen een kapstok; aan
den schutter Belfroid van Vlissingen een tabaks-
kist; aan den sergeant Sanders van Middelburg
een sigarenpijp; aan den sergeant de Munck van
Vlissingen een tabakspijp, en aan den schutter
Prommel van Zierikzee een reistaseb.
Aan den in het Schuttershof gehouden gemeen-
schappelijkea maaltgd van officieren werd door
24 hunner deelgenomen, terwgl aan die van
onderofficieren, korporaals en manschappen, welke
in de zeer net versierde groote zaal was aange
richt, 125 personen waren aangezeten.
Van half 8 tot half 11 voerde het muziekkorps
der Middelburgsche sekutterg in den tuin ver
schillende muziekstukken uit, welke zeer werden
toegejuicht.
Dat het noch bg de officieren, noch bg de andere
deelnemers aan den wedstrgd aan heildronken en
toespraken ontbroken heeft, zal wel geen betoog
behoeven. Er heerschte bij allen de meest opge
wekte stemming, die zich in verschillende vormen
„Dat is uw bijzonder gevoelen vader; maar al
ware het zoo, dat slaat dan toch niet op mgne
zuster."
„Uwe zuster beklaagt zich niet," antwoordde
zijn vader, een liefhebbenden blik op haar ves
tigende. „Zij weet dat het goed is wat ik ge
daan heb. Zg is in goede handen."
„Ja, daar ben ik overtuigd van; denk aan mg
maar niet!" riep Mildred uit. „Chetwynd," voegde
zij haar broeder op zachten toon toe, „als ik had
kunnen denben, dat ge hier zulk een pijnlijk too-
neel zoudt aanrichten, zou ik u niet hier gebracht
hebben."
„Ik moet inderdaad verzoeken een gesprek niet
voort te zetten, dat tot geen bevredigenden uit
slag kan leiden," voerde de heer Carteret weêr
aan. „Ik druk u nogmaals op het hart, mijnheer
Chetwynd, uw vader niet van zijn stuk te bren
gen. Ik weet dat hij goede redenen heeft gehad
voor 't geen hg heeft gedaan. Hebt gij nog iets
verders te zeggen, mijnheer?" vraagde hij den
zieke.
„Wacht nog een oogenblikje, mijnbeer Carteret,"
zei Chetwynd; „ik heb nog altijd hoop, vader te
vermurwen. Laat ik nog éen enkel beroep op uw
gevoel van rechtvaardigheid mogen doenvader,
ik beloof u, 't zal het laatste wezen."
„Ik wil niet naar u luisteren," beet de heer
Calveriey hem toe.
„Weigert gij dus uw testament te veranderen?"
„Ja, dat weiger ik eens en voor al," antwoordde
de oude heer. „Laat mg in 'a hemels naam in
uitte, zonder echter tot ongeregeldheden aanleiding
te geven.
Bg herhaling werd de wensch geuit, dat het
volgende jaar weder een schietwedstrijd moge ge
houden worden en dan te Zierikzee. De kom-
mandant der Zierikzeesche schutterg gaf in harte-
igke bewoordingen zgne instemming met dien
wensch le kennen.
De begrooting der inkomsten en uitgaven van
de gemeente Middelburg voor den dienst 1877,
welke wg later naar gewoonte in haar geheel
zullen mededeelenbedraagt in ontvang en uit
gaaf de som van f 229,879.081.
Onder de verschillende hoofdstukken der in
komsten zgn uitgetrokken: Hoofdstuk I, ont
vangsten wegens vroege diensten, 10,811.44£
hoofdst. II, baten uit eigendommen en bezittingen,
f 22,391,52hoofdst. III, belastingen en heffingen,
f 135,172,47 (waaronder f 74,500 voor hoofdelij-
ken omslag en f 1200 voor belasting op de hon
den); hoofdst. IV, inkomsten van verschillenden
aard, f 61,503.65: hoofdst. V, buitengewone ont
vangsten, nihil.
De uitgaven zijn als volgt uitgetrokken: hoofd
stuk I, jaarwedden enz., f 78,659; hoofdst. II,
onderhoud enz. der voor gemeentedienst bestemde
gebouwen, f 4190.50hoofdst. III, onderhoud, aan
leg en vernieuwing van de openbare gebouwen,
wegen, bruggen enz., f 33,000, hoofdst. IV, onder
houd gemeente-eigendommen en lastenf 1707
hoofdst. V, renten en aflossingen f 38,977.50
hoofdst. VI, verdere verplichte uitgaven, 2055;
hoofdst. VII, uitgaven door bgzondere wetten opge
legd 8828.09hoofdst. VIIIandere uitgaven,
f 59,992.67 (waaronder 31,500 voor subsidie aan
het burgerlgk armbestuur).
In een Zaterdag jl. te Zierikzee gehouden ver
gadering van aandeelhouders in de stoomboot
„Zierikzee", varende tusschen die plaats en Rot
terdamis besloten tot het aankoopen en in dienst
stellen eener nieuwe bootdie alleszins aan de
eischen des tgds zal moeten voldoen en met welke
men zich voorstelt de reis van Zierikzee naar
Rotterdam in vgf uren te kunnen afleggen. De
tegenwoordige boot „Zierikzee" is het oudste stoom
schip dat in Nederland vaarten muntte indertgd
uit door solieden bouw en goede deugden op het
water. (N. Bott. Ct.)
In de Staats courant van heden is opgenomen
het verslag betreffende den aanleg der staats
spoorwegen van 1 Januari tot 30 Juni 1876.
Ten aanzien van de lijn RoosendaalVlissin
gen, gedeelte SloeVlissingen en kanaal door
vrede sterven. Kunt ge hem dan niet doen heen
gaan?" voegde hg zgne vrouw en zijne dochter
toe. „Hij vermoordt mij."
„Gij hoort wat uw vader zegt," sprak nu me
vrouw Calveriey, op gebiedenden toon. „Ga heen,
ik gelast het u."
„Ik zal gaan," zei Chetwynd, „maar niet op uw
bevel. Gg zijt de eenige oorzaak van het misverstand
tusschen vader en mg. Door uwe kunstgrepen
hebt ge mg bedriegelgk van mgne erfenis beroofd.",
„O!" kreet mevrouw Calveriey.
„Dat is onzin," zei de heer Carteret, tegelijk
eene poging doende om hem bg den arm de kamer
uit te trekken.
„Let op mijne laatste woorden, vader," voegde
Chetwynd den zieke toe; „ik zal nimmer een
penning van uw geld aanraken, als het mij door
deze vrouw moet toegemeten worden."
En daarop snelde hg de kamer uit.
V.
DE OUDE HOFMEESTER.
Den notarisklerk die op het portaal stond té
wachten ter zijde duwende, vloog hij de trappen
af en greep juist zijn hoed in de vestibule op,
toen zijn oog op den ouden hofmeester viel, die
hem meewarig aanzag.
Hg had veel achting voor dien ouden bediende,
dien bg sinds zgne jongensjaren gekend had. Hij