N°. 206. 119e Jaargang. 1876. Donderdag 31 Augustus. ff Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijko nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiëns 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. BerioUt Uithoofde der verplaatsing onzer bureaux wordt men verzocht alle brieven, boodschap pen als anderszins, bestemd voor de redactie of de administratie van dit blad, in het vervolg te adresseeren: Aan het bureau der Middelburgsche courant, St.Pieterstraat A 72, alhier. Middelburg, 30 Augustus. FETJILLETOM. De Pacificatie van Gent. DDEIBU In de vorige week beeft zich te Vlissingen een bejaard Engelsch heer, mr. Daniel Thijssen, opgehouden, die nasporingen deed naar zijne voor ouders die alhier gewoond hebben en in de groote kerk zouden begraven liggen. Hoewel uit de boe ken bleek, dat zekere Gillis Thijssen en meer andere van dien naam in de kerk begraven lagen, was het niet zoo heel gemakkelijk dien te vinden. Daar onze Engelschman het maar niet opgaf, heeft de koster der kerk de stoelen weggeruimd en den steen met inscriptie gevonden. Uit de ver schillende opschriften der steenen blijkt, dat die familie ruim twee eeuwen geleden tot de regee ring dezer stad behoorde, en een van hen zelfs burgemeester is geweest. De oude heer heeft de inscriptie van alle steenen, met dien naam aange duid, op papier overgetrokken en was blijkbaar zeer in zijn schik dat hij zoo gelukkig geslaagd was. Met het stoomschip P. Galand zijn heden de volgende passagiers te Vlissingen aangekomen: Jonkheer van Pestel, Nederlandsch gezant te Washington en mannelijke bediende; de heeren DijkermanEvertsBaumgarten van Casteele en bediendeCouvéevan WeelWierdaSanford, echtgenote en 5 kinderen; Charlier, echtgenoot, kind en vrouwelijke bediende; Mnskens en echtge noot; mevrouwen Joosten, van den Bosch en kind, de Eiemer, Muller, Wagner, Burckhardt; de hee ren Krehbül en echtgenote, en P. de Grootbene vens 74 tusschendekspassagiers. 4 Vervolg). Vijf dagen vóór dat de Gentsche overeenkomst geteekend werd, was onder eene romaneske ver momming, met een zeer klein gevolg, te Luxem burg aangekomen de officieele vertegenwoordiger des konings van Spanjeaangewezen om het sou- verein gezag in de Nederlanden nit te oefenen. Hij was niemand minder dan don Juan van Oos tenrijk de vrucht eener onwettige liefde tusschen keizer Karei V en eene waschvrouw van Regens burg, of iemand anders. Zij die voor zijne moeder doorging en op 's lands kosten vrij duur te Gent onderhouden werd, heette Barbara Blom berg, doch beweerde, naar mate haar belang medebracht, nu eens dat zij zelve denkeizerszoon het leven had geschonken, dan weder dat een veel doorluchtiger vrouwspersoon bij dat geval betrok ken was. Wat hiervan zijdon Juan was de halve broeder van Philips II, thans in zijn 32® jaar en als overwinnaar der ongeloovigen hij Le- panto en in Grenada een van de roemruehtigste helden der katholieke christenheid. Wat hem in de Nederlanden meer te pas ware gekomen dan ridderlijke moed of hoogvliegende plannenzooals de verovering van Engeland, waarmede hij zich ernstig bezig hield, zou zijn geweest slaatsmans- beleiddiplomatiek overlegteneinde in den chaos, te midden waarvan hij gezonden was, de gunstig ste kansen voor zijn meester op te sporen. Met die talenten was hij echter niet ruim bedeeld, terwijl in 't algemeen de eigenlijke aard der Nederlandsche onlusten en het karakter der inwo- Het koninklijk besluit van den 14®n dezer, staatsblad n° 172betreffende de invoering van telegramzegels, luidt als volgt. Te rekenen van den 1™ Januari 1877 kan de vooruitbetaling der overbrengingskosten van do hieronder aangeduide telegrammen bij de kantoren van den rijkstelegraaf ook geschieden door aan hechting van telegramzegels. De telegramzegels worden bij alle rijkstele- graalkantoren verkrijgbaar gesteld, tegen betaling van niet meer dan de daarop uitgedrukte gelds waarden. Blijkt die verkoop ook elders noodig, de minis ter van financiën is bevoegd aan te wijzen waar en hoe die verkoopbaarstelling plaats beeft. De telegramzegels zijn zeshoekig en, behalve van de aanduiding der geldswaarde, voorzien van de opschriften „rijkstelegraaf" en „Nederland". Er zijn acht soorten van telegramzegels, name lijk van twaalf en een halven cent, vijftien cent, twintig cent, dertig cent, vijftig cent, zestig cent, een gulden, twee gulden. De telegramzegels voor de verschillende gelds waarden worden afgedrukt in éene kleur en zijn dus alleen onderscheiden door de waardecijfers. Deze worden gesteld in zwart, voor zooveel zij een getal eenten, en in rood, voor zooveel zij een getal guldens voorstellen. Frankeering door middel van telegramzegels is alleen toegestaan voor binnenlandsche telegram men en voor buitenlandsche telegrammen met bestemming binnen Europa. De vooruit te betalen overbrengingskosten van een telegram moeten óf geheel in gereed geld óf in telegramzegels worden voldaan. Onder overbrengingskosten worden verstaan die kosten, dus ook die van bezorging huiten de tele graaflijnen, collationeering, afschriften, enz. Borgstellingen geschieden alleen in gereed geld. De telegramzegels worden gehecht aan den lin kerbovenhoek der blader, waarop de telegrammen zjjn geschreven. Die aanhechting kan niet van de ambtenaren worden gevorderd. In betaling worden niet aangenomen telegram zegels, waaraan een gedeelte ontbreekt of samen gevoegde gedeelten van telegramzegels, onverschil lig of die deelen al dan niet van hetzelfde zegel afkomstig zijn. Postzegels, tot frankeering van telegrammen aan deze gehecht, komen als zoodanig niet in rekening. Bij aanbieding van telegrammen aan de rijks- ners tot aan zijn dood voor hem een gesloten hoek bleven. Zijn naam en zijne tegenwoordigheid waren echter voldoende om het werk,' dat met zooveel moeite tot stand gebracht was, weldra in duigen te doen vallen. Niet zoodra hadden de groote heeren in de Zuidelijke Nederlanden vernomen dat een keizerszoon, een drager van het koninklijk gezag, zich in hun midden bevond, of hunne har ten neigden zich tot die bron van titels, waardig heden en onderscheidingen. Hun verbond met Wil lem den Zwijger, was nooit van harte geweest. Tot den koning van Spanje en tot het katholieke geloof voelden zij zich aangetrokken, als tot hun wettigen souverein en tot den godsdienst, die alleen het heil hunner zielen verzekerde. Ook de algemeene staten, waarin nog altijd de Noordelijke provinciën niet vertegenwoordigd waren, ontvingen de brieven en boodschappers van don Juan, waarin deze hun zijne aankomst bekend maakte, zoo niet met onderworpenheid, dan toch met eene zucht tot toenadering, welke bewees dat zij zich van het te Gent bezworen verbond niet goed rekenschap gaven. Twijfel aan de bedoelingen van den nieuwen landvoogd was overigens niet wel mogelijk. In zijn allereersten brief aan de staten betuigde hij zijn leedwezen over den „overlast", dien men van de vreemde soldaten geleden had en beloofde bij dien zoodanig te bestraffen, dat „men reede zonw hebben zich daaraan te genoeghen". Wat den koning betreft, „deze eischte meer niet dan volkoome gehoorsaamheit ende dat men den Room- schen godsdienst in zijn geheel hielde." Dat lieden, die pas de gruwelen van Antwer pen bijgewoond hadden, deze vergeven zouden alleen omdat de moordenaars gestraft zouden telegraafkantoren wordt de waarde van de te veel aangehechte telegramzegels den afzender tegen bewijs terugbetaald. De gebezigde telegramzegels worden onmiddellijk na de aanneming onbruikbaar gemaakt op de wijze, door den minister van financiën te bepalen. De minister van financiën kan, waar hem dit nuttig voorkomt, telegrambussen doen plaatsen. Telegrammen, van de noodige zegels voorzien, kunnen ook worden medegegeven aan de telegram bestellers, die zich tot uitoefening van hun dienst langs den weg bevinden, mits daardoor voor hen ^geen oponthoud van eenig belang ontsta. Telegrammen, door middel van telegramzegels gefrankeerd, mogen ook worden geworpen in de postbussen. Bevindt zich het rijkstelegraafkantoor, vanwaar de overseining moet geschiedenin eene andre plaats dan die, waar het telegram in de postbus wordt geworpen, dan is voor de verzending naar dat telegraafkantoor het gewone briefport ver schuldigd. De postzegels tot voldoening van dat port moe ten, wanneer het telegram niet in een omslag be sloten is, op eenigen afstand van de telegramzegels aan bet telegramblad worden gehecht. Het is niet geoorloofd, briefport door middel van tele gramzegels te voldoen. De overmaking per post van telegrammen aan de telegraafkantoren kan ook geschieden door middel van briefkaarten, welke dan op de vóór- zijde het adres moeten bevatten van het telegraaf kantoor, dat voor de overseining heeft te zorgen, terwijl aan de achterzijde het adres van het tele gram en wat verder tot dat telegram behoort is te schrijven en voorts de vereischte telegramzegels moeten worden gehecht. In de postbussen geworpen telegrammen, waar voor het vereischte briefport niet is voldaan, of op welke men tot voldoening van het briefjport telegramzegels heeft gehecht, worden nochthans aan het telegraaf-kantoor overgebracht, hetwelk daarmede handelt als ten aanzien der van een voldoend aantal telegramzegels voorziene telegram men hieronder is bepaald. Het in telegramzegels betaald bedrag kan, doch binnen een termijn van tien dagen na den dag der kennisgeving, worden teruggegeven, nadat voor het briefport de noodige postzegels zijn overgemaakt. Is het bedrag in telegramzegels, gehecht aan de telegrammen die niet bij de rijkstelegraafkan toren zelve ingeleverd zijn, ontoereikend en be- worden, was wel even onwaarschijnlijk als dat zij, die pas te Gent aan de toekomstige staten- generaal de oppermacht toegekend, de koninklijke plakkaten ingetrokken en in Holland en Zeeland godsdienstvrijheid toegestaan hadden, geneigd zou den zijn tot volkomen gehoorzaamheid aan den koning én tot handhaving van den Roomschen godsdienst in zijn geheel Niettemin werden de onderhandelingen aange knoopt over de toelating en huldiging van don Juan als landvoogd. Willem van Oranje's schuld was het niet, indien men elkander daarbij willens of onwillens misleidde. Den 30en November 1576 schreef hij uit Middelburg aan de staten een uitvoerig en welsprekend betoog, waarin hij „ten derdemaal" hun voorhield wat hun bezworen plicht en zijn bedoelingen waren. Hij had, schreef hij, nooit iets anders beoogd dan deze landen bestuurd te zien, gelijk van ouds, door de algemeene staten, onder wettige gehoorzaamheid van bun aangeboren vorst. Die regeeringsvorm was langzamerhand bedorven en ondermijnd door hen, die den lands heer hadden diets gemaakt dat het gezag der staten niet tegen het zijne opgewassen was. Hij waarschuwde nu, dat men, met don Juan onder handelende, gevaar liep zich weder met schoone beloften om den tuin te laten leiden en zich later door allerlei uitvluchten te zien teleurstellen. Hij gaf daarom den raad, de onderhandelingen te sta ken en vóór alles wegzending van alle vreemde soldaten te eischen. Zoolang dat niet gebeurd was, moesten de staten er niet in toestemmen hunne toerusting en aanwerving van krijgsvolk te staken, want Bop die wijze zou men den vijand het mes in de hand geven om het hun in den strot te duwen". Wat de prins verlangde was, zoo betoogde twijfelt de ambtenaar ten telegraafkantore of op de nabetaling van bet ontbrekende is te rekenen, zoo blijft het telegram onovergeseind, totdat op de waarschuwing van het telegraafkantoor de afzender het ontbrekende heeft voldaan. Op dezelfde wijze wordt tewerk gegaan met de telegrammen, zonder eenig aangehecht zegel ontvangen. Is het bedrag der aangehechte zegels te hoog, zoo wordt het telegram overgeseind en is, indien mogelijk, het te veel betaalde den afzender, mits tegen bewijs, terug te geven. Hem wordt dan tot het terugvorderen een termijn van tien dagen toegestaan, na het verstrijken van welken termijn het teveel aangehechte zegel onbruikbaar wordt gemaakt. Bij intrekking van met zegels gefrankeerde telegrammen of wanneer deze wegens storing in de telegraaflijnen niet kunnen worden overgebracht, worden de zegels onbruikbaar gemaakt en wordt het terug te geven bedrag den afzender in gereed geld tegen bewijs uitgekeerd. Bijzondere telegraafondernemingen kunnen de frankeering van telegrammen door middel van telegramzegels bij hare kantoren toelaten, mits zich onderwerpende aan de voorwaarden,daarvoor door den minister van financiën te stellen. Maandag had te Utrecht de vergadering plaats van de afgevaardigden der ambtenaarscommissiën uit de verschillende oorden des rijkstot bespre king van de statuten van het pensioenverbond. Onder presidium van den heer C. P. W. Toe Water, inspecteur der directe belastingen enz. in Zuid-Holland, werden die statuten goedgekeurd, zoodat volkomen overeenstemming tusschen de verschillende commissiën werd bereikt. De commissie te Rotterdam is belast met het voorloopig bestuur van het pensioenverbond. Over de Belgische centen schrijft een in zender in de N. Rott. ct. het volgende: „De onontbeerlijke medewerking van het publiek wordt in Noord-Brabant en Limburg geheel en al gemist, voornamelijk tengevolge van geheel gebrek aan Hollandsehe centen. Vele welgezinde fabrikanten (geen Belgisch koper-handelaren) die gaarne het goede doel in de hand zouden werken, zien daarom met verlangen een ministerieel be sluit tegemoet, waarbij 's rijks munt te Utrecht machtiging wordt verleend, op daartoe strekken de aanvrage van particulieren, voor aanzienlijke bedragen Holl. eenten franco over te zenden. hij verder, niet van eigen vinding, maar op de oude tractaten en privilegiën gegrond. Men hadom zich daarvan te overtuigenslechts 's lands geschiedboeken en oorkonden van vroeger eeuwenden staten wel bekendna te zien. Men moest den landvoogd zeggen dat het niet als weerspannigheid te beschouwen wasindien zij hunne gerechtigheden „ten uitersten adem toe" beschermden. Ook moest de landvoogd deze wijze van spreken niet vreemd vindenwant 'dit was zoo van ouds de manier des lands geweest. Het was billijker dat de landvoogd hendan dat zij hem vertrouwdenwant zij waren de beschadigden en door de Spaansche regeering snoodelijk mis handeld. Den koning en zijne beloften te ver trouwen warena al wat gebeurd was dwaasheid. Men moest zich niet inbeelden dat de koning het verzet der staten vergeten zou zijn. „Zulke din gen uit hun harte weg te vagenwas wijze noch aard der vorsten." Men vergiste zich indien men meende dat de koning op iets anders bedacht was dan op weerwraak. Aan liefkozingen zou het niet ontbreken beloften zouden overvloeienmaar het volbrengen daarvan zou uitblijven. Men moest dushiermede eindigde de prins, don Juan eerst zoo ver brengen dat hij genood zaakt was al het vreemde krijgsvolk te doen af trekken. Daarna moest men bedingen dat de statenzoo wat de regeering betreft als in geld zaken, nevens den landvoogd gezag zouden uitoe fenen. Zij moesten zoo dikwijls als bun goed dacht mogen vergaderenom toe te zien of be hoorlijk en overeenkomstig de wet geregeerd werd. Al de kasteelen en citadellendie de Spanjaarden gebouwd hadden om de steden in bedwang te houden, moesten afgebroken worden en de landvoogd zou moeten beloven geen volk te werven en ner-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1