Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Ker kn ieuws,
Marine en leger.
Koloniën,
-£■
gedachtewisseling gevoerd over een voorstel om
tot de Nederlandsche regeering het verzoek te
richten, het slot te Muiden zooveel mogelijk, als
een gedenkstuk onzer lands- en lettergeschiedenis,
in stand te houden, te herstellen en stoffeeren.
Een besluit werd daaromtrent nog niet genomen.
De heer Alberdingk Thijm, die zich reeds voor
dit doel tot de regeering gewend had, achtte het
wenschelijk dat het congres dit mede doen zou
en de heer van Eek drong er op aan dat de staten-
generaal mededeeling ontvangen zouden van de
daarover tot het gouvernement te richten stukken.
De muziek-uitvoering in het Palai3-Ducal werd
gisteren middag door Z. M. den koning der Belgen
en zijne gemalin, overeenkomstig zijne belofte,
met een talrijk gevolg bijgewoond. Bij het bin
nentreden der zaal werden hunne majesteiten met
het Belgische volkslied, de Brabangonne begroet,
dat door alle aanwezigen staande werd aangehoord.
De koning hield bij deze gelegenheid eene toe
spraak, waarin hij verklaarde zich gelukkig en
trotsch te voelen, wijl hem het beschermheerschap
over het congres was aangeboden, daar hij de
levendigste belangstelling koestert voor deVlaam-
sche letterkunde.
Het oratorium „de Schelde", van P. Benoit,
alsmede de cantate „Artevelde", van Gevaert wer
den onder leiding van den heer Warnots, door
een koor van driehonderd personen en het orkest
van het theater de la Monnaie onberispelijk uit
gevoerd. Als solisten traden daarbij op mevrouw
de Give Ledelier, de heeren Blauwaert en van
Cauteren. De koninklijke familie is tot het einde
van het concert gebleven en nam blijkbaar deel
in de toejuichingen, welke door het talrijk publiek
aan de uitvoering geschonken werden.
ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van
den Nederlandschen Leeuw dr. J. F. van Hengel
te Hilversum.
schutterijen. Aan den adj.-onderoff. G. van
Essen bij de dd. schutterij te 'sGravenhage is
verleend de personeele rang van 2™ luitenant.
zeemacht. De jongelingen P. G. J. van Wijhe
en J. J. Hupscher zijn met 1 September a. be
noemd tot scheepsklerk bij de Ned. zeemacht.
landmacht. De kapt. H. H. van Reyn, van het
5e reg. infanterie is op non-activiteit gesteld, in
afwachting dat omtrent hem nader zal worden
beschikt.
Vrijdag en Zaterdag is te Arnhem de algemeene
vergadering gehouden der vereeniging van leer
aren bij het middelbaar onderwijs. Het belang
rijkste onderwerpdat behandeld werdwas het
advies van het hoofdbestuur over de wijziging der
wet op het middelbaar onderwijs. Na langdurige
beraadslaging heeft de vergadering de volgende
besluiten daaromtrent genomen:
I. Stelsel der scholen. Het middelbaar onderwijs
moet aansluiten aan het gewoon lager onderwijs,
zoodat bij toelating tot een middelbare school geen
kennis eener vreemde taal moet vereischt wor
den. Als typen van middelbare scholen voor
„algemeene ontwikkeling" werden de scholen met
vijf en met driejarigen cursus gehandhaafd (19
tegen 12 stemmen). Er is echter geen bezwaar om
het tot de eerste plichten der algemeene staten be-
hooren, daarin te voorzien en eene algemeene
munt eenheid vast te stellen.
Aan de staten werd de beslissing overgelaten
op het voorstel der gemachtigden van Holland
en Zeeland, om den prins van Oranje de kosten
te vergoeden voor zijne twee veldtochten tegen
de Spanjaarden gemaakt.
Geen landen, heerlijkheden of steden zouden in
de voordeelen van het verdrag deelen, alvorens
zij daartoe toegetreden zouden zijn en de partij
des vijands verlaten zouden hebben.
Deze zijn nagenoeg alle artikelen van dit ver
drag, welke wij zoo uitvoerig medegedeeld hebbeD
niet alleen teneinde den aard der gesloten over
eenkomst nauwkeurig te doen kennen, maar ook
dewijl sommige dier bepalingen ons toelaten, tus-
schen de regels door, een leerzamen blik te werpen
in den staatkundigen, burgerlijken en maatschap-
pelijken toestand dier tijden.
Het voorloopig karakter der geheele overeen
komst valt dadelijk in het oog. Bijna, alles wordt
overgelaten aan de latere beslissing der algemeene
staten aan wieevenals aan het Engelsche parle
ment, eene schier onbeperkte macht gegeven wordt
om iedere aangelegenheid te regelen. Intusschen
waren de eigenmachtige intrekking der koninklijke
bloedplakkaten, de erkenning van eene zij het
ook voorloopige, godsdienstvrijheid in Holland en
Zeeland, de opheffing van alle in naam des konings
uitgesproken verbeurd- en vogelvrijverklaringen, de
huldiging der alles beslissende oppermacht van de
staten even zoovele stappen, door welke men zich
in lijnrechte tegenspraak stelde met den uitgedruk-
ten en bekenden wil des konings. Yan daar dat
tusschen ben, die bij het sluiten der Pacificatie
dat alles wisten en wilden, en hen die op twee
gedachten hinkten en dus later meenden dat het nog
mogelijk was aan de Pacificatie vast te houden en
tevens met 's konings vertegenwoordiger te onder
wegens plaatselijke omstandigheden ook scholen
met 4 en mot (ijarigen cursus toe te laten.
II. Leerplannen voor den driejarigen cursus. In
strijd met bet voorstel van het hoofdbestuur om
alleen het onderwijs in twee van de drie vreemde
talen verplicht te stellen, Daar de keuze der
ouders, werden alle drie talen gehandhaafd (17
tegen 12 stemmen). Als leervakken werden afge
keurd staathuishoudkundeboekhouden (met 19
tegen 9 stemmen) en rechtlijnig teekenen. Het
onderwijs in de staatsinstellingen moet met dat
in de geschiedenis worden vereenigd.
III, Leervakken bij den vijfjarigen cursus. Als
facultatieve vakken werden beschrijvende meet
kunde en boekhouden behouden. Maar men
wenschte te doen vervallen technologie en mecha
nica mineralogiestaathuishoudkunde (17 tegen
9), statistiek warenkennis handelsrecht en ban-
delsaardrijkskunde. "Verder achtte de vergadering
het noodig geologie met aardrijkskunde te verbin
den maar de leer der staatsinstellingen als afzon
derlijk vak te behouden en niet met geschiedenis
te vereenigen. De letterkunde der talen wenschte
zij in de wet niet afzonderlijk te noemenmaar
wel dat het taalonderwijs dienstbaar moet worden
gemaakt aan letterkundige ontwikkeling. Of voor
de Nederlandsche letterkunde een uitzondering te
maken is werd niet beslistomdat de stemmen
daarover staakten.
Het vergevorderde uur belette de vergadering,
de voorgestelde wijzigingen betreffende eindexa
mens akten van bekwaamheid en toezicht te be
handelen. Die punten zijn tot de volgende ver
gadering (te Amsterdam te houden) uitgesteld en
het hoofdbestuur gemachtigd op den ingeslagen
weg voort te gaan en ook ten aanzien van de
meisjesscholen enz. voorstellen in gereedheid te
brengen.
De vergadering vereenigde zich met het voor
stel tot ondersteuning van het paedagogisch
museumdat zal worden opgericht.
Men meldt ons uit Biervliet dat tengevolge
van het bedanken voor het beroep bij de N. H.
gemeente aldaar door den heer H. J. Janssen, pre
dikant te Groede de onlangs vervulde trakte-
mentsverhooging komt te vervallen. Kerkvoogden
en notabelen te Biervliet hadden namelijk die vcr-
hooging alleen toegezegd op voorwaarde dat de
benoemde predikant zich verbond om des winters
drie a viermaal in de week avond-godsdienstoefe
ning te houden.
Het zuiver bedrag van de nalatenschap van
den emeritus predikant Bonnet, bij testament
vermaakt aan het fonds voor noodlijdende kerken
en personen, heeft bedragen de som van 13446.
Deze som is op het Grootboek der Ned. Werk.
Schuld ingeschreven en zal eene jaarlijksche rente
afwerpen van 537,50.
Zondag morgen heeft de heer Zaalberg,
die over eenige dagen naar Paramaribo vertrekt,
voor een zeer groote schare in de groote kerk te
'sHage zijn afscheidsrede gehouden. Rondweg
kwam hij er voor uit dat die volle kerk, waaraan
hij in de laatste jaren niet gewend was, hem min
der welkom was. Veel liever zoude hij zijn laatste
woord gericht hebben tot de kleine schare, die
hem trouw bleefdan tot de groote massadie
alleen kwam uit niewsgierigheid. Niet zonder
bitterheid bracht de redenaar in herinnering, wat
handelen, noodwendig strijd en scheuring moesten
ontstaan.
Het wantrouwen waarmede de Pacificatie reeds
bij haar ontstaan door velen in de Zuidelijke Ne
derlanden ontvangen werd, blijkt uit vele geschrif
ten van dieD tijd. „Eenigen, zegt van Isselt,
hielden de plaats, waar deze overeenkomst gesmeed
was, als van alle tijden zeer verdacht voor een
nest van oproer, twist en tweedracht; anderen
vonden het verkeerd dat men in geheel dien handel
niet éen woord las, dat strekte tot handhaving
van des konings achtbaarheid."
Om handhaving der „achtbaarheid" van hem
die hen tien jaren lang had doen hangen, ver
branden en vermoorden, en wiens muitzieke sol
daten op datzelfde oogenblik de eerste koopstad
der wereld tot een oord van verschrikking maak
ten, was het den Hollanders en Zeeuwen dan ook
wel niet te doen!
Een Bruggenaar drukte de gevoelens, waarmede
een luimig, doch naar allen schijn onpartijdig bur
ger de woelingen van dien tijd en de plechtig be
zworen tractaten tusschen lieden, die elkander niet
goed begrepen, beschouwde, niet onaardig uit in
het volgende rijmpje
Wij hebben een land zonder heere,
Elk rooft en steelt er even zcere;
Wy hebben oorloghe zonder stryd,
Grooten honger zonder dieren (duren) tyd,
Groote eters zonder tanden
Bederven onze Nederlanden.
Met den monde groot Calvinist
Met er herten goed Papist,
Met de voeten in al content,
Bus treed elk in den peys (de Pacificatie) van Gont.
3) Te vinden bij: J. P. van Male: Geschiedenis van
Vlaanderen, van het jaer 15(56 tot den vrede van Munster."
Uitgegeven door de Société d'emulation pour Vétnde de
Vhistoire el des antijuités de la Tlandre.
hij in de gemeente had moeten lijden. Spre
kende over den strijd dien hij had moeten strij
den, vergeleek hij zich nu eens bij een dier, dat
steeds door zweepslagen werd opgejaagd dan
weder bij een schaapdat ter slachtbank werd
geleidmaar schoon tot het uiterste gepijnigd,
niet kon sterven. Toch wilde hij niet heengaan
met wrok in het hart. „Wat gij tegen mij ge
zondigd hebtzoo sprak hij, „worde u door God
vergeven. Vaart wel, vaart allen even wel."
De laatste afscheidswoorden maakten blijkbaar
op velen grooten indruk. Menigeen zong den
scheidenden leeraar met betraande oogen de laatste
woorden van den 121en psalm toe.
Bij het uitgaan der kerk werd de heer Zaal
berg die ook reeds op den preekstoel enkele
souvenirs had ontvangeD door een groote me
nigte opgewacht. Het gedrang was zoo groot,
dat de leeraar niet dan met veel moeite zijn
rijtuig kon bereiken. (Vad.)
De formatie van het korps opzichters der
fortificatiën zal zijn: acht hoofdopzichters, wier
traktement ƒ1500 zal zijn, 10 opzichters le kl.
ƒ1300, 12 opzichters 2e kl. ƒ1200, 15 opzichters
3e kl. 1000. (U. D.)
Bij beschikking van den minister van marine
zijn de militaire studenten voor den geneeskundi
gen dienst der zeemacht J. W. Holman en F. W.
Grotendorst met den laatsten Juli jl., op verzoek,
eervol uit die betrekking ontslagen.
De offie. van admin. 2kl. O. J. Lagaay, laatst
behoord hebbende tot het eskader in O.-I. en van
daar 23 Juli jl. in Nederland teruggekeerd, is met
dien datum op non-activiteit gesteld.
Het mailoverzicht van de Javabode bevat o. a.
het volgende:
„Na de gelukkige uitkomsten, ter Sumatra's
Westkust verkregen, behoeft nu ook de vrijver
klaring der slaven in de gouvernementslanden van
Celebes en onderhoorigheden niet langer te worden
uitgesteld.
„Te Samarang evenals te Soerabaija is voor een
bewaarschool de eerste steen gelegd. De vrijmet
selaarsloge La Constante et Fidéle, onder wier
bescherming ter laatstgemelde plaats die school
schijnt te staan, vierde met het St. Jansfeest dat
van haar 75jarig bestaan.
„Wij zullen niet ontkennen vroeger in anderen
werkkring weinig ingenomen te zijn geweest met
de afschaffing der rottingslagendoch veel roeke-
loozer dan die maatregel, zou ons thans de ophef
fing daarvan toeschijnen. De inlandsche bevolking
heeft tien jaren lang getoond geen straf van
rottingslagen te behoeven, om zich ordelijk en
vreedzaam te kunnen gedragen, en wat men ook
van toenemende onveiligheid klagen moge, de haar
door den minister Fransen van de Putte toegedachte
weldaad is op een boven verwachting waardige wijze
ontvangen. De arbeid aan haar zedelijke opvoe
ding en aan de vermeerdering harer stoffelijke
welvaart blijkt hierom reeds van de handhaving
der straf van rottingslagen onafhankelijk, dewijl
daarmede eerst eenig beduidend begin is gemaakt,
sedert die straf werd uitgewischt. Met meer ernst
voortgezet, zal het nauwelijks aangevangen werk
der volksontwikkeling ook allengs die straf ge-
De nadeelige gevolgen van het misverstand,
dat onder de schijnbaar tot overeenstemming ge
raakte partijen bestond, zouden weldra aan het
licht tredenvoor het oogenblik scheen het echter
alsof een gelukkig gesternte de geboorte van het
Gentsehe verdrag met allerlei zegeningen vergezeld
deed gaan. Op hetzelfde oogenblik dat de trom
petters vóór het stadhuis de „bevrediging" naar
alle hoeken uitbazuinden, werd de Citadel van
Gent door de belegeraars heftig beschoten. Men
beproefde ook de sterkte te bestormen, bij welke
gelegenheid een Gentsch schipper, Simon Penneman,
die met een helm, een harnas en een vergulden
hellebaard pronkte, zich zeer dapper toonde,
in groote woorden namelijk. De stormladders als
mede de bruggen bleken echter, toen men ze ge
bruiken wilde, wel acht voet te kort, waarover de
Spanjaarden zich niet weinig vroolijk maakten.
In 't algemeen maakten de Gentsehe gewapende
burgers, zoomede de Duitsche soldaten en de hulp
troepen van den prins geen gunstig figuur tegen
over de geharde krijgsknechten van Mondragon,
die door diens gemalin, Guillemette de Chas-
telet, in persoon aangevoerd en bemoedigd werden,
met het vooruitzicht den beminden aanvoerder
weldra in hun midden te zullen zien. Den 10en
November zou er weder gestormd worden, doch
toen verzochten de Spanjaarden die bericht
ontvangen hadden dat er vooreerst evenmin uit
zicht op de komst van Mondragon als op ontzet
bestondte mogen onderhandelen. Den 13cn ver
liet daarop het garnizoenten getale van 150 man,
met vrouwenkinderen en goed in twee schepen
de citadel en werd naar de grenzen van Frankrijk
gebracht. Denzelfden dag werd de citadel door
troepen van den prins en van den graaf van Roeux
bezet en eenige maanden later werd dit gehate
teeken der Spaansche tiranniedat bestemd was
de groote stad in bedwang te houdenmet den
bodem gelijk gemaakt.
makkelijker kunnen doen ontberen. De ijver,
waarmede haar wederinvoering gevraagd wordt,
bewijst niets voor haar nuttigheid noch noodzake
lijkheid; hij kan ook zijn oorzaak hebben in een
daling van het maatschappelijk peil, niet der in
landsche bevolking, maar der Europeanen, die zich
onder haar vestigenen zeker billijkt hij de vrees,
dat ook nu de gelegenheid en de verzoeking om
van dit middel van geweldoefening tegenover een
zachtaardige en gehoorzame bevolking misbruikte
maken, nog maar al te groot zijn zouden."
Wij vernemen, dat door eene van de Deli-
maatschappijen stappen gedaan worden om p. m.
300 vrije Javaansche werklieden te engageeren,
teneinde ze bij de tabakscultuur te bezigen.
Bij beschikking van den minister van kolo
niën, van 15 Aug.zijn de heeren W. F. Engel-
bert van Bevervoerde, J. G. T. J. Root, H. B. v.
Thiel, M. J. A. Masthoff jr.J. H. B. Oomen, C.
W. van Oordt, S. J. M. van Geuns, J. P. C. Elar-
tevelt, E. L. van Rouveroy van Nieuwaal, H. A.
v. d. Steenstraaten, P. W. Hartelust, L. A. Arends,
O. van Cattenburch, A. J. C. E. van Heycop ten
Ham, F. Twiss, J.j van Weelderen, mr. W. C.
Berkhout jr., mr, C. H. Nieuwenhuys, mr. P. Lugt,
mr. H. J. A. Wilmar, mr. W. C. van Benthem
Jutting en mr. F. C. Vijzelaar gesteld ter be
schikking van den gouverneur-generaal van Ned.-
Indië, om te worden benoemd de zestien eerst-
genoemden tot ambtenaar bij den burgerlijken dienst
en de zes laatstgenoemden tot rechterlijk ambtenaar
daar te lande, en de heeren F. H. Wouters, M.
Donk, J. van Balgooy, G. J. la Bastide, H. J. van
Roosmalen, L. M. Pijnappel, C. J. Koster, J. P.
Serrarens, W. A. Harte, R. A. de Boer, A. D.
Jansen, W. H. van Poeteren, L. Spruyt, D. Monje,
L. Sickler, J. A. C. Hamelton, J. M. Lethe en A.
Breevoort, om te worden benoemd tot opzichter
der derde klasse bij den waterstaat en de burger
lijke openbare werken daar te lande.
Donderdag nacht is een Sjarig'paard van den
landbouwer P. W. te 's Gravenpolder door den
bliksem zoodanig getroffendat het dier geheel
lam isen zoo het niet spoedig sterftafgemaakt
zal moeten worden.
Snelle post communicatie. Men
schrijft uit Oostburg aan het Weekblad van Z. VI:
„Den 18en 11. is aan mijn adres te IJzendijke
een brief op de post besteld, welks inhoud mij
verzocht werd aan een ander mede te deelen. Die
brief is besteld Zaterdag namiddag te 4 uren.
Hij bevatte de kennisgeving, dat de persoon, aan
wien ik den inhoud zou mededeelen, onmiddelijk
naar IJzendijke moest komen, wilde hij zijne
zuster nog in leven vinden. Door de prachtige
regeling onzer posterijen bleef de brief tusschen
hier en IJzendijke (3j uur af stands) ruim 40
uren onderweg.
„Ook het Advertentieblad, dat te Oostburg
uitkomt, ontvang ik soms Vrijdag namiddag, zoo
dat sommige verkoopingen reeds hebben plaats
gehad, eer wij daarvan hier bericht ontvangen.
Bedenkt men nu, dat men dat blad 's morgens op
de Oostburgsche markt al lezen kan, dan ziet men
dat men ongeveer 50 uren noodig heeft om het
twee uren verder te brengen."
Jl. Zaterdag had te Waarde een treurig
ongeluk plaats. Bij het dorschen met de machine
Zierikzee en het geheele Noordelijk deel van
Zeeland werden den 3en November zonder slag of
stoot door Mondragon ontruimd. Toen de prins
van Oranje daarop den graaf van Hohenlo last
gaf de stad te bezettenverkoos de vroedschap
van Zierikzee dit niet toe te laten. Men had
vooreerst genoeg van soldatenprins- of konings-
gezinden. Men sloot Hohenlo de poort voor den
neus dicht en bracht geschut op de wallenzoo
dat de prins verplicht was te dreigen dat hij de
stad zou laten bestormen en plunderen, alvorens
de Zierikzeeënaars tot inkeer kwamen.
OudewaterBeverwijk en andere plaatsen wer
den door de Spanjaarden ontruimd. Ook wilde
de prinsnog vóór de Pacificatie geteekend was,
den graaf van Bossu loslatendoch hij zocht hem
daarbij tevens te bewegen om, door zijn invloed,
de plaatsen in Noord-Hollanddie nog door de
onder zijne bevelen gestelde troepen bezet werden,
te doen ontruimen. Bossu verzocht hierop een on
derhoud met den prins te Middelburg te mogen
hebben, wat hem toegestaan werd; doch hierin
verkozen nu de burgers van Hoorn weder niet te
bewilligendewijl zij geen lust hadden het losgeld
van hun aanzienlijken gevangene mis te loopen.
Weder moest Oranje een boozen brief schrijven en
al zijn staatsmanskunst aanwenden om Bossu,
onder behoorlijk geleide te Middelburg te krijgen.
Daar werd hij overeenkomstig het 9e artikel der
Pacificatieontslagen op de enkele belofte dat hij
het welzijn des vaderlands zou bevorderen. Deze
belofte werd door Bossu, die Nederlander van ge
boorte was, eerlijk nagekomen. Hij koos later
openlijk de partij der staten, werd tot opperbe
velhebber van hun leger benoemd en overleed in
1578, diep betreurd door den prins van Oranje.
Hooft. «Nederlandsche Historiën", t. a. p.
P.
{Wordt vervolgd.)