N°. 202. 119e Jaargang. 1876. Zaterdag 26 Augustus. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiëns 20 Gent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Lafpite C°. te Brussel en Parijs. Berlolit. Uithoofde der verplaatsing onzer bureaux wordt men verzocht alle brieven, boodschap pen als anderszins, bestemd voor de redactie of de administratie van dit blad, in het vervolg te adresseeren: Aan het bureau der Middelburgsche courant, St. Pieterstraat A 72, alhier. Middelburg, 25 Augustus. Isola Bella. Nederlandsche Juristen-Vereeniging, n. einde. MIDDELBIMSCHE Uit Vlissingen wordt ons het volgende ge schreven Het Belgische stoomschip „C. F. Funch", ge zagvoerder Knudsengeladen met stukgoederen, talkspektabakkatoen enz.van New-York naar Antwerpenis gisteren avond brandende alhier ter reede van Vlissingen gekomen. In den vooravond toen het stoomschip nog buiten was ontdekte men aan boord den brand. De machi nisten kwamen spoedig daarna boven waarschu wen, dat zij het beneden niet konden houden en men dacht er aan het schip in de Wielingen om hoog te zetten, doch stoomde met veel moeite nog door naar de reede. Daar men op het laatst niet meer bij de kolen waarin de brand is ont staan kon komen van wege de hittegebruikte men wat voor de hand kwam en brandbaar was, om den stoom te onderhonden. Ter reede van Vlissingen gekomen ankerde men, doch kapte weldra het anker om het stoomschip bij Ramme- kens aan den grond te zetten, waar het thans nog ligt te branden. De equipage is gered, zoo ook eenige goederen, doch niet van belang. Al wat overigens aan boord is zal een prooi der vlammen worden, tenzij het gelukke het schip onder water te zetten. Ik hoorde, dat heden morgen beproefd is om met de sleepboot de Valk een gat in het schip te varen, doch dat die proef niet geslaagd is, daar de sleep boot zelf zooveel averij bekwam, dat ook deze op het strand gezet moest worden. Woensdag avond omstreeks 7 uren is het konink lijke Engelsehe stoomjacht Osborne, aan boord hebbende Z. K. H. de prins van Walesvan Ant werpen komende, ter reede van Vlissingen geankerd en heeft na een paar uren ter reede gelegen te FETJXX-.Z-.EITOnNr- 31. Naar het Duitsch van Arthur Stahl. Vervolg.) Midden in den drukken carnavalstij d kwam Cesare te Rome, ten einde afscheid van den prins te nemen, dien hij derhalve dadelijk ging opzoeken. Men dacht er niet aan, dat de vorstelijke per sonen in die vroolijke dagen aan eenig gevaar konden blootgesteld zijn, en toch bevonden zich juist toen allerlei vijandelijke elementen te Rome. De paus, die vroeger in de uitgelatenheid van het carnaval slechts eene menschelijke dwaasheid had gezien, was er thans ontevreden over. Degenen, die met de nieuwe orde van zaken niet ingenomen waren, trachtten ontevredenheid te zaaien, en aan de door dit een en ander in beweging gebrachte hartstochten schreef men het tooneel toe, dat er volgde en waarbij een persoon als offer viel, op wien het waarlijk niet gemunt was. Cesare d'Aquino vond den prins niet in het paleis, maar daar hij hem persoonlijk zeer genegen was wilde hij niet zonder afscheid vertrekken, en, nog slechts weinige uren vóór zijne afreis beschik- hebben, de reis naar Engeland voortgezet. De prins was door Z. M. den koning der Belgen tot Antwerpen begeleid. De kommandant van Zr. Ms. wachtschip te Vlis singen en de vice-consul van Engeland hebben zich aan boord van het koninklijke jacht begeven om den prins hunne opwachting te maken. I Van 1419 Augustus kwamen te Vlissingen aan 411 reizigers en vertrokken van daar naar Queensborough 302 reizigers en 37 ton goederen. Het Vaderland datvan het begin der ministe- rieele crisis af, de optreding van een liberaal ministerie heeft ontraden omdat het den tijd daar toe nog niet gekomen achtte, omschrijft thans de roeping der liberale partij gedurende de eerst volgende toekomst als volgt: „Indien er onder onze tegenstanders zijn, die zich inbeeldendat de liberale partijomdat zij de handhaving van dit kabinet niet heeft tegen gewerkt nn ook stilzwijgend op zich heeft ge nomen het ministerie te steunen in het tot stand brengen van maatregelen, die met haar beginse len in strijd zijndan vergissen zij zich deerlijk. Al is voor onze geestverwanten de tijd nog niet gekomen om de taak van controleeren door die van gouverneeren te vervangen, na al het ge beurde is strenge contróle meer dan ooit dure plicht. „Geen laffe plagerij, maar ook geen transactie op het stuk van beginselen. „Geen speldenprikkerijmaar ook geen begin- sellooze onderworpenheid uit vrees voor nieuwe comedie. „Voor de liberale partij iszoo zij baar positie goed begrijptthans een schoone taak weggelegd. In de oppositie zal zij moeten toonen wat als regeeringspartij van haar is te wachten. Is de zelfbeheerschingwaarvan zij in de laatste weken heeft blijk gegeven, geen voorbijgaand verschijn sel dan zal zij zich den tijddie haar nog ge gund isten nutte maken om zich voor te berei den voor den dag dat de liberalen zullen worden geroepenniet omdat de zetels vacant zijn, maar omdat de liberale beginselen hebben getriumfeerd." De spoorweglijn NieuwesehansHannover- sche grens, is reeds zoover gevorderd, dat deze kan bereden Worden. Wij vernemen dat de direc tie dier lijn binnen kort een proefrit zal maken. Z. M. de koning is gisteren van het Loo te 's Gravenhage teruggekeerd. baar hebbende, zag hij geen ander middel dan hem te gaan bezoeken in het hotel aan den Corso, waar de prins de carnavalsvreugde aanschouwde. De jonge vorst, die veel met Cesare op bad, was in eene buitengemeen goede luim en daar hij de veroordeeling op verre na zoo tragisch niet opnam als Cesare zelf, ja misschien wel het plan koes terde het vonnis door zijne tusschenkomst nog verder te doen verzachten, riep hg hem dadelijk toe: „Kom hier, Tannhanser!" De prins droeg geen kennis van Candida's dood en wist dus niet hoezeer die slag Cesare's geestkracht had gebroken. Het was echter geen geschikt oogenblik om in verklaringen te treden. Cesare kwam dus zwij gend nader en beiden stapten op het balkon, waar hij voor de prinses en de dames van het hof zijne buiging maakte. Hij liet een somberen blik over de beweging van het Corso gaan, want hij verkeerde in geen stemming, om, zooals de prins, zich schertsend met de dames te onderhou den en bloemen van bet balkon te werpen. Zoo met zijne treurige gedachten vervuld rondziende, bemerkte hij onder het balkon eene groep mannen, wier zwarte kleeding zonderling bij het kleurige tooneel afstak. Hij zag dat zij levendig met elkander spraken en, waarschijnlijk meenende dat zij in al dat gewoel niet werden opgemerkt, scherp op den prins letten en dan weer den blik sloegen op een voorwerp, dat een hunner in de hand hield. Zonder eigenlijk achterdocht te koesteren of na te denken wat dit beteekenen kon, bleef Cesare Het gisteren door ons in hoofdzaak medegedeelde telegram van den gouverneur-generaal van Neder- landseh-indië luidt volgens de Staats courant als volgt: Blijkens een bij het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, heeft de generaal-majoor Wiggers van Kerehem uit Atchin bericht, dat de radja van Gighen zich met Habieb Abdul Rachman naar de XXII Moekim heeft begeven; dat daarop de betrekkingen met Gighen afgebroken zijn en de haven aldaar gesloten verklaard is. Dezelfde maatregel zou vermoedelijk ook genomen worden ten opzichte der havens van Endjoeng en Ajer Laboe. De vijand had gebrek aan rijst. Te Pedir was het rustig. De gezondheidstoestand bij onze troepen liet te wenschen over; choleragevallen kwamen evenwel niet voor. Blijkens mededeeling van den consul der Neder landen te St. Thomas is op den3en Augustus 1876 de schoener de Midas door den consul van Ve nezuela, namens zijne regeering aan den consul der Nederlanden overgegeven en heeft deze dat schip in de haven van St. Thomas voor de Nederlandsche regeering, op haren last overgenomen. St.-C De regenvlagen, die de donderbui van gisteren avond vergezelden, mogen door velen met onver deelde blijdschap zijn begroet, dit was niet het geval met de bezoekers van het concert in het Schuttershof, ter eere van de leden der Juristen- vereeniging gegeven. De fraai verlichte en druk bezochte tuindie bij den aanvang een recht ge- zelligen aanblik opleverde, moest weldra ont vlucht worden. Gelukkig dat de groote zaal en ook de overdekte kolfbaan eene gewenschte schuilplaats aanboden, waarvan dan ook gretig gebruik werd gemaakt. De weêrsgesteldheid had échter blijkbaar geen storenden invloed op het muziekkorps onzer schutterijals naar gewoonte kweet het sich op verdienstelijke wijze van zijne taak. Heden morgen te 10 uren werd de tweede ver gadering geopend. 1 Na de voorlezing der notulen, welke zonder be denking werden goedgekeurd, werd de beraadslaging geopend over het tegen heden aan de orde gestelde onderwerp „Regeling van het bewijs van handelstransactiën, door reizigers, handelsbedienden en tusschenpersonen gesloten." het oog op die groep gevestigd houden en zag dat het bedoelde voorwerp eene bonbondoos was met bloemen omwikkeld, en eenige oogenblikken later dat die, blijkbaar voor den prins bestemd, omhoog geworpen werd naar het balkon. Thans plotseling een gevaar voor den prins vreezende, te meer daar hij de groep daar beneden ijlings zag uiteen gaan, stak hij de hand uit en ving den ruiker op. Na dien even bezien te heb ben haalde hij er de bonbondoos uit en opende die, maar onmiddelijk kwam er een sterke geur uit, die nog sterker werd toen hij het papier open vouwde, dat in de doos besloten lag. Het was fijn beschreven en onderwijl hij moeite deed om de letters te ontcijferen voelde hij zich bezwijmen. Een kamerheer, die naast hem stond, ving hem nog op en dadelijk werd van alle zijden hulp ge boden; maar het mocht niet baten; nog slechts voor korte oogenblikken kwam hij tot bewustzijn. Een Malteezer-ridder in zijne nabijheid ziende, wenkte hij dezen, bracht zijne lippen aan zijn oor en fluisterde, reeds moeielijk sprekende „Ik sterf; laat mij aan hare zijde een rustplaats vinden de dood verzoent alles." „Waar, waar?" vroeg de ridder haastig, de schaduw des doods ziende die zich reeds over Cesares gelaat uitbreide. „Isola Bella stamelde bij met zijn laatsten zucht. Hij had den geest gegeven. Men bracht het lijk in de zaal. Juist op dat oogenblik kwamen bedienden met de ontstokene carnevalskaarsen binnen. Het was een ontzettend Hieromtrent is door m*. M. Th. Goudsmit een prseadvies uitgebracht (hetwelk mede in de ge drukte Handelingen der Vereeniging is opgenomen). Hij omschreef de gestelde vraag aldus: „Vereischen de overeenkomsten, door tusschen personen op naam van een koopman gesloten, een afzonderlijk stelsel van bewijs? Of voldoen de bepalingen onzer wetdie het bewijs in handels zaken regelen, ook ten aanzien van dezen aan de behoeften van het verkeer?" Ter tegemoetkoming aan de bestaande bezwaren meent de praeadviseur de volgende wijzigingen in onze wetgeving te moeten aanbevelen. In de eerste plaats wenscht hij in den tweeden titel van het wetboek van koophandel eene be paling te zien opgenomen, ongeveer van dezen inhoud „Het dagboek van den zelfstandigen tusschenhan- delaar en de dagelijks bijgehouden aanteekeningen van hendie in dienst van den koopman in diens naam met derden daden van koophandel ver richten, kunnen door den rechter als middel van bewijs worden aangenomen tusschen degenen voor en met wie die tusschenpersonen werkzaam zijn, wegens zaken hunnen handel betreffende. „Uit de inrichting van het dagboek of de aan teekeningen, de vergelijking daarvan met de boeken der ge ding voerende partijen, en in het algemeen uit de omstandighedenmoet de rechter beoordeelen of hij aan het dagboek of de aantee keningen van den tussehenpersoon meer of minder bewijskracht meent te moeten toekennen." Ten aanzien der geschriften van een tussehen persoon uitgegaan, wenscht de heer Goudsmit de volgende bepaling in onze wetgeving: „Wanneer het vaststaat, dat een tussehenper soon tot het aangaan eener handelstransactie ge machtigd was, leveren de van hem uitgegane geschriften tusschen zijn lastgever en dengene met wien hij namens dezen handelde het bewijs op, dat de transactie gesloten is." Met het oog op de eischen van het handelsver keer acht hij nog deze bepaling wenschelijk: „Wanneer het tusschen de partijen, voor en met wie een tussehenpersoon overeenkomstig den hem verstrekten last werkzaam was, vaststaat dat een handelstransactie is tot stand gekomen, leveren de van dien tussehenpersoon uitgegane geschriften, ten aanzien van alles wat uit die transactie voort vloeit, tusschen haar hetzelfde bewijs op, als waren zij van den lastgever afkomstig, tenzij deze be wijze dat de volmacht beperkt was en zijn weder partij van die beperking kennis droeg." Wat het getuigenbewijs betreft, beveelt hij eene aanvulling aan van art. 1950 Burg. wetb. in dezen zin: „Het staat den rechter vrij om in handelszaken contrast tusschen het dolle eainevalsvermaak en dit memento mori. Het geheimzinnige voorval is nooit Opgehelderd. Gold de moordaanslag den prins? Ging die van eene der vijandige staatspartijen uit of was het eene bijzondere wraakneming? Of was Cesare misschien, na de achtereenvolgende zware schokken van den laatsten tijd, aan een plotseling toeval overleden De volgende dag was Aschwoensdagalle car- nevalsvermaak was voorbij. Geheel Rome sprak van niets anders dan van den vergiftigden bloem ruiker, en het volk, dat altijd naar vertooningen haakt, verheugde zich in den stillen vastentijd reeds in het vooruitzicht van eene prachtige lijk- staatsie.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1