Benoemingen en besluiten.
0 n cl e r w ij s.
Ker kn ieuws.
Marine en ieg e r,
Landbouw.
K unstnie uws.
het rijkwant gesnbsidiëerde maatschappijen zijn
bloedzuigers. Zij hebben altijd den mond open
om geef! geef veel! te roepen, en zijn ze gehol
pen dan worden zij onhandelbaar. Maar zou het
niet beter zijn, dat de regeering de Zuiderzee maar
liet voor 't geen zij is, en als zij dan toch eenige
millioenen voor openbare werken wil uitgeven, in
elke provincie een of ander nuttig werk tot stand
bracht of hielp brengen Er is geene provincie,
die niet iets zou hebben aan te wijzen van ontwij
felbaar publiek nut, met de zekerheid bovendien,
dat het uitvoerbaar is.
„De lof, ons nu reeds toegezwaaid voor het
plan om eene twaalfde provincie op te diepen en
onder het zonlicht te brengenis groot, en de
eer voor 't volbrengen zou nog grooter zijn, maar
loftuigingen zijn goedkoop te goven. Die ze ont
vangt gaat soms gebukt onder de offers, die hem
zoo veel eer bezorgden, en heelt, als hij niet be
zwijkt, soms jaren werk om er weer boven op te
komen."
Onze Haagsche correspondent schrijft
ona het volgende
„Eindelijk is het dan toch gebleken dat de
koning wèl om den heer Kappeyne gezonden heeft
in verband met de ministerieele crisis, gelijk
u was gemeld, doch stellig tegengesproken is.
De opdracht om dezen afgevaardigde te ontbieden
was naar het Loo verzonden, en dat de directeur
van het kabinet de terugkomst van den reiziger
afgewacht heeftneemt niets weg van de waarde
van het bericht, die juist in het besluit van den
koning om den oogenblikkelijken leider der libe
ralen in de tweede kamer tot zich te roepen, en
daarin alleen, te vinden was. De vraag kan
thans alleen zijn of de heer Kappeyne de optreding
van een liberaal ministerie op dit oogenblik gera
den acht en zoo ja, of bij een liberaal ministerie
kan vormen. Daar het mij bekend is dat de libe
rale leider tusschen het ontvangen van en het
voldoen aan de oproeping naar het Lbo, een paar
dagen gevraagd en gekregen heeft om zich met
de zijnen te beraden, zou ik wel denken dat deze
twee vragen bevestigend kunnen worden beantwoord,
en dat de heer Kappeyne naar Z. M. vertrokken
is met een lijstje ministers, zoo niet in den zak
dan toch in het hoofd. Dit is echter maar eene
onderstelling van mij, die ik uwe lezers verzoek
onder voorrecht van inventaris aan te nemen; ter
wijl ik hen tevens waarschuw tegen tai van dwaze*
berichten, in den laatsteu tijd in omloop gebracht.
Ik heb hiermede ook het gerucht op het oog der
verandering in het personeel der commissarissen
des koningswaardoor de oud-minister de Wille-
bois hier te 'sGravenhage zou worden benoemd
in plaats van Fock, die den wegens hoogen leeftijd
aftredenden commissaris in Noord-Holland zou
moeten vervangen. Het geheele bericht is kenne
lijk verzonnenwant een demissionair en nog
alleen „om de zaken loopend te honden" hande
lend ministerie zal het toch wel niet in zijn hoofd
halen om juist tegen het oogenblik zijner aftreding
dergelijke gewichtige benoemingen te doen. Ware
dit niet het geval dan zou ik mij, als bewoner
van Zuid-Holland, hier niet onthouden van een
zeer krachtig protest tegen het verplaatsen van
onzen tegenwoordigen commissaris, dat, ook al
werd een heel ander man als de heer de Wille-
bois tot zijn opvolger bestemd, een zeer groot
verlies zou wezen.
„Het ministerie houdt zich trouwens thans maar
alleen met de administratie van den dag bezig
alle audientiën worden weder afgezegd en zij, die
nog iets door een conservatief ministerie te profi-
teeren hebben, haasten zich vóór het te laat is,
zoodat nog aan vele goede vriendjes, dezen een
postje, genen eenig eerbewijs worden toegestopt.
De minister Heemskerk is de eenige die meer doet
dan de zaken aan den gang houden. Een dei-
doorgegaan. Thans zag hij haar terug in al hare
verblindende schoonheid, kort voor hare scheiding.
Lady Stuart, of Strega zooals Cesare haar
noemde, wilde uu genieten. Haar huis werd ge
meden of gezocht, al naar de personen. Hare
partijen, die altijd eerst te middernacht begonnen,
waren zoo weelderig eu fantastisch, dat zij aan de
feesten der Romeinsche keizerinnen herinnerden.
Zij was onweerstaanbaar voor allen die in hare
nabijheid kwamen en onder hare betoovering ge
raakten. Cesare zou zich niet ongestraft in dio
gevaarlijke nabijheid wagen. Lady Stuart had
den schoonen officier der Napelsche adellijke garde»
met wien zij eenmaal te Genua in gezelschap was
geweest, nooit kunnen vergeten en nu zij hem
zoo onverwacht weerzag, rees de begeerte bij haar
op, hem onverbrekelijk aan haar lot te boeien.
Hoewel Cesare zich aan haar invloed niet ont
trekken kon, mishaagde hem het leven dat zij
leidde. Ook het gerucht dat zij in vertrouwelijken
betrekking stond tot den hoogstgeplaatsten per
soon in de maatschappij was tot hem doorgedron
gen; maar daar hij alle praatjes minachtte had
hij er geen geloof aan geschonken en er haar
zelve nooit over gesproken. Hij had geene rechten
op haar en wilde die niet hebben, en dus was bij
buiten machte aan een en ander paal en perk te
stellen.
Het was reeds een gevorderd uur bij een harer
feesten. In de danszaal was men bezig aan een
cotillon mot ingevoegde mazurka-figuren, dien
penige Poolsche graven met kletterende sporen op
hoofdambtenaren van zijn departement getuigde
nog dezer dagen van zijn dringen en drijven om
zaken, die uitstekend wachten konden, toch nog
af te doen. Misschien heeft de bevriende dagblad
pers een lijstje van de opera omnia van den
minister gevraagd, en legt men 't er nu op toe
om dit lijstje zoo lang mogelijk te maken".
De minister van financiën brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat op Maandag den 2" Octo
ber e. k. en volgende dagen te 's Gravenhage een
vergelijkend examen van candidaten voor de be
trekking van aspirant-landmeter bij bet kadaster
zal plaats hebben.
Het aantal te vervullen plaatsen zal later worden
bekend gemaakt.
De candidaten behooren zich bij een op zegel
geschreven request tot den minister te wenden.
Verzoekschriften, welke na 10 September a. inko
men, worden buiten aanmerking gelaten.
Het programma, waarnaar het examen zal worden
afgenomen, de vereischten tot toelating en de
stukken welko bij het request moeten worden
overgelegd, zijn omschreven in het koninklijk be
sluit van 10 November 1874, n° 9, opgenomen in
de Staats-eourant van 21 daaraanvolgende, nc 276.
Zij, wier stukken in orde worden^bevonden,
ontvangen een oproepingsbrief, aanwijzende de
plaats, den dag en het uur waarop zij voor de
commissie moeten verschijnen. (St. Ct.)
burgemeesters. Bij koninklijk besluit is aan
J. M. Peters, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als burgemeester der gemeente Baexem, en
als zoodanig in zijne plaats benoemd G. A. Canoy.
landmacht. Bij koninklijk besluit is de le lui
tenant J. de Blom, van het 8e regiment infanterie,
voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd bij het
wapen der infanterie van het leger in Neêrlandsch
Indië.
geneeskundige dienst. Bij koninklijk besluit
zijn bij het personeel van den geneeskundigen
dienst van het leger in Oost Indië benoemd, tot
officier van gezondheid 2e klasse, de studenten
voor genoemden dienst (artsen) G. H. Schlencker,
C. W. F. Dekema, W. H. van der Veen, M. K.
Enthoven, J. Spruyt, J. A. C. Maier en J. H. P.
Walraven.
Het aantal nieuwe leerlingendie zich hebben
aangemeld om gebruik te maken van de lessen
aan de burgeravondschool te Vlissingenbe
draagt 83makende met de 38 die reeds onder
wijs genoten121.
De gemeenteraad van Wolfaartsdijk heeft
het traktement van den aldaar werkzamen hulp
onderwijzer, die tevens onderwijs in de Fransche
taal geeft, op f 750 gebracht en dat voor de twee
sedert geruimen tijd vacante hulponderwijzersplaat
sen tot f 650 verhoogd, tegen welke bezoldiging
nu opnieuw oproepingen gedaan zullen worden.
Voor den dienst in Wederlandseh Indië
zijn benoodigd 10 onderwijzers 3e klasse, bij voor
keur ongehuwd, in het bezit eener akte alshoofd-
of hulponderwijzer, benevens éen hulponderwijzeres,
in het bezit eener akte als hoofd- of hnlponder-
wijzeres.
De voorwaarden en vereischten enz. zijn te vin
den in de Staats-courant van heden.
Men meldt aan de Goesche Ct. uit Hein-
kenszand.
Maandag middag werd alhier een meisje in de
bijzondere school zóo door de hitte bevangen, dat
zij geheel bewusteloos daaruit moest worden ver-
onnavolgbare wijze met Hongaarsche dames dansten.
Cesare danste niet meer sedert zijne intrede in
de orde en de uitgelatenheid van het bal vermoeide
hem thans meer dan ooit. Zijne hoop was nog
Strega alleen te vinden en dit hield hem zoolang
in deze schitterende localen.
Hij wierp een blik in de danszaalmaar zij was
daar niet. De plaats die zij gewoonlijk in de
cotillon innam, was nu door een ander paar ver
vuld. Hij ging al de zalen door, hij liet het oog
over de kunstmatige grotten en nissen gaan, maar
hij vond haar niet. Eindelijk door eene onver
klaarbare onrust gedreven, begaf hij zich naar
beneden in den tuin, waar de lampions voor een
gedeelte reeds waren uitgegaan en slechts het
licht der open vensters van het paleis op enkele
paden viel.
Nog slechts weinige paren wandelden hier eu
Cesare kende te nauwkeurig den gang en de stem
van lady Stuart om niet dadelijk overtuigd te zijn,
dat zij zich onder deze personen niet bevond. Hij
sloeg nu den weg naar de eenzamere gedeelten
van den tuin in en naderde een kleine deur in
den tuinmuur, waarvan hij alleen den sleutel
meende te bezitten. Het was hem alsof hij dat
deurtje had liooren knarsen, en bijna onmiddellijk
daarop ging een man, diep in zijn mantel gewik
keld, met snelle schreden hem voorbij. Hij wilde
dien onbekende volgen, maar vond dat deze de
deur, door welke hij den gang van een afgelegen
gedeelte van het paleis was binnengetreden, ach
ter zich had toegesloten.
wijderd. Het lokaal, van hout vervaardigd en
door niets beveiligd tegen de felle zonnestralen, is
dan ook in dezen ouderwetschen zomer buitenge
woon warm.
Omtrent de in aanbouw zijnde openbare school
verzeker ik u, dat de gemeente daardoor eerlang
in 't bezit zal komen van een lokaal, dat in alle
opzichten aan de eischen van den tegenwoordigen
tijd voldoet.
Wanneer eenmaal het onderwijzend personeel
voltallig zal zijn, dan kan de gemeente trotsch
wezen op zulk een nuttige inrichting.
Door den kerkeraad der Nederd. hervormde
gemeente te Vlissingen is gisteren beroepen de
heer A. Meerdink, predikant bij die gemeente te
Harderwijk.
Het getal vacante predikantsplaatsen in de
Ned. Herv. kerk blijft in de jongste twee jaren
nagenoeg op dezelfde hoogte en bedraagt thans
190. De lijst der candidaten tot den dienst telt
slechts 18 namen; negen dezer heeren zijn reeds
in 1871 en vóór dien tijd tot de evangeliebedie
ning toegelaten, doch schijnen niet door eene ge
meente begeerd te worden of naar eene gemeente
begeerig te zijn, zoodat er eigenlijk thans slechts
10 van de 190 vacatures kunnen vervuld worden,
en de overige op later afkomende candidaten
moeten wachten. (Stand.)
Beroepen tot predikant bij de Hervormde
gemeente te Biervliet de heer A. J. Janssen,
pred. te Groede.
De 2e luit. H. P. C. L. Mathon is van
het 2e reg. huzaren te Breda naar het le reg. te
Amsterdam overgeplaatst.
De Staats-courant bevat het volgend verslag
omtrent de verwachtingen van den oogst in de
provincie Zeelandvoor het jaar 1876.
De tarwe staat meestal dunner dan gewoonlijk
te velde, doch de aar is schoon ontwikkeld, zoo
dat men over het geheel eene vrij goede opbrengst
verwacht. De stroo-opbrengst zal klein zijn.
De rogge is goed ontwikkeld en belooft meestal
een ruimen oogst.
Van de wintergerst wordt slechts eene middel
matige opbrengst verwacht met zeer weinig stroo.
Die van het zomergewas zal vrij ruim zijn
ook de haver belooft eene zeer bevredigende uit
komst.
De witte- en bruineboonen zijn goed in het
stroo gegroeid; zoo wat bloei en peulzetting be
treft schijnt het vooruitzicht over het algemeen
gunstig.
De paardeboonen hebben door de hitte in den
bloeitijd en in sommige streken door de luis ge
leden, zoodat men verwacht dat de opbrengst
middelmatig of daar beneden zal zijn.
De erwten staan meestal gunstig; in sommige
streken verwacht men dat de opbrengst kleiner,
in andere dat zij ruimer dan gewoonlijk zal zijn.
Het koolzaad, hoewel het slechts bij uitzonde
ring zwaar is geweestschijnt over het algemeen
eene bevredigende uitkomst te hebben gegeven.
De vlasteelt, hoewel als gewoonlijk zeer ver
schillend van uitkomst, schijnt over het geheel
middelmatig te zijn geslaagd; de plant is meestal
kort, doch goed van hoedanigheid; de zaad-op
brengst zal waarschijnlijk niet groot zijn.
De 2- en 3jarige meekrap leed min of meer van
den strengen winter, doch heeft zich goed her-
Cesare keerde dus door het groote portaal in
het paleis terug en doorliep nog eenmaal de zalen,
maar vond geen spoor van Strega.
Nu klom hij den breeden trap op, die naar
hare eigene vertrekken leidde. De gangen waren
daar slechts flauw verlichtsleehts enkele gedempte
toonen van de dansmuziek lieten er zich nog
hooren; gangloopers verdoofden het geluid der
voetstappen. De fluweelen gordijnen voor het
boudoir van lady Stuart waren neergelaten en
daarvoor stond de kamenier der dame op schild
wacht. Het meisje scheen nader bij slapen dan
bij waken, dooh keerde zich bij Cesare's nadering
dadelijk om en was blijkbaar verschrikt over
zijne komst.
„Kan ik mevrouw spreken vroeg hij fluisterend.
„Onmogelijk, mijnbeer de markies."
„Ik moet haar zien, zeg ik."
„Onmogelijk", herhaalde het meisje.
„Heeft mevrouw de partij verlaten
„Ja
„Slaapt zij
Onder de fonkelende oogen en de van ont
roering sidderende stem van den haar zoo goed
bekenden man, die zij zeer wel wist dat de ver
klaarde gunsteling van hare meesteres was, ver
keerde het meisje in de uiterste verlegenheid.
Cesare vatte haar bij den arm en hield haar ais
met eene ijzeren greep omvat, zoodat aan loochenen
niet meer te denken viel.
„De prinses is niet alleen," zei Cesare thans met
overtuiging.
steld fln belooft eene middelmatige opbrengst
De aanplant heeft in de meeste streken bijna ge
heel opgehouden.
Het aardappelgewas staat zeer gunstigtot dus
ver is echter de knolzetting en groei geringer dan
gewoonlijk.
Het kanariezaad staat vrij algemeen dun en is
kort geblevenzoodat het beschot niet hoog zal zijn
De suikerbiet, mangel wortels en paardepeen
zijn slechts bij uitzondering vol opgekomenzoo
dat over het algemeen, bij de beerschende droogte
slechts eene middelmatige opbrengst wordt te ge-
moet gezien. Het meer of minder is echter nog
geheel afhankelijk van de weersgesteldheid van
den nazomer.
Yan de klaver- en luceruevelden was de eerste
snede vrij voldoende; de voortdurende droogte,
heeft echter verder eene gewenschte ontwikkeling
belet. De wikken slaagden naar wenseh.
De wei- en hooilanden boewei beter bezet dan
in het vorige jaarvertoornden slechts een mati -
gen groei. De opbrengst der laatste is dan ook
niet grootdoch uitmuntend gewonnen.
De derde dag van het Vlaamsch muziekfeest te
Antwerpen was schoon, en lang. De repetitie
begon des morgens te 7 uren; de uitvoering ein
digde des avonds op hetzelfde uur. Voorgedragen
werden, behalve de 3e Symphonie van Hansseue
en eene Andante uit de 2e Symphonie van de
Burbure, een Vlaamsch oratorium „Jacoba van
Beieren", gedicht door E. Hiel en gecomponeerd
door Jan van den Eeden. Het onderwerp, de
gravin, haar gemaal Frans van Borselen met hulp
van Philips van Bourgondië uit het slot Rupel-
monde aan de Schelde bevrijdende, Was door
dichter en componist zeer gelukkig bewerkt.
Het tweede gedeelte bestond uit de inleidingen
den bruiloftsmarsch der 38 acte van de opera
Lohengrin, van Wagner; uit een concert-ouverture
voor piano met orkest-begeleiding van Huberth en
uit een cantate, „de Zegepraal der wapens" woor
den van dr. van Oijemuziek van dr. Waelput,
gecomponeerd bij gelegenheid van den internatio
nalen schietwedstrijd te Gent, aan het slot waar
van het Nederlandsche volkslied is ingevlochten.
Uitvoerders en directeuren ontvingen ook bij
deze gelegenheid weder den uitbundigsten lof.
Het feest, vooral als Vlaamsch muziekfeest,
mag als goed geslaagd beschouwd worden, niet
tegenstaande de buitengewone warmte op uitvoer
ders en publiek een ongunstigen invloed heeft
uitgeoefend. De afwezigheid van sommige der
eerste „Flaminganten" werd opgemerkt. Maar men
kan een ijverig voorstander der Vlaamsche bewe
ging zijn en niettemin er tegen opzien om drie
dagen lang in eene smoorheete, volle zaal muziek
te gaan hooren. De uitvoering van meerendeels
Vlaamsche muziek, op uitsluitend Nederlandsche
woorden, door Vlaamsche kunstenaars, heeft onte
genzeggelijk tot groote tevredenheid van het talrijk
publiek met uitmuutenden uitslag plaats gehad.
Voor den internationalen tooneelwedstrijd
uitgeschreven door de koninklijke letterlievende
vereeniging „Hooger zij ons doel" te Amsterdam,
die in den schouwburg van den heer A. van Lier,
gedurende de wintermaanden zal worden gehouden,
zijn de volgende prijzen uitgeloofd
Voor: treur-tooneelspel of drama, le prijs ƒ500
en een gouden medaille; 2e prijs ƒ250 en een
gouden medaille; 3e prijs /150 en een verguld
zilveren medaille4e prijs j 100 en een verguld
zilveren medaille; 5e prijs ƒ50 en een verguld
zilveren medaille; 6e prijs een verguld zilveren
medaille; een verguld zilveren medaille voor den
besten liefhebber; een dito dito voor de beste
liefhebster; een dito dito voor de beste tooneel -
speelster.
„Neen, mijnheer de markies."
„Wie is bij haar?'
Het meisje naderde met den mond Cesare's oor
en fluisterde hem een woord in. Als door een
electrischen schok getroffen sprong hij terug. Geen
lettergreep kwam meer over zijne lippen. Hij
daalde den trap af en ging als een slaapwandelaar
de zalen door. Hij gevoelde pijn aan zijn hart,
maar hij was genezen.
Den volgenden morgen ontwaakte hij met het
onomstootelijke besluit om Florence te verlaten,
zonder Strega weergezien te hebben. Maar dit
maakte hem de hartstochtelijke vrouw onmogelijk,
die dadelijk zijn plan vermoed had. Het eerste,
wat hij den volgenden morgen ontving, was een
briefje van hare hand, waarin zij hem bezwoer
dadelijk bij haar te komen. Cesare kwam echter
niet. Den ochtend daarop, voor zijne afreis be
paald, hield een elegante phaëton voor zijne woning
stil. Hij wist, dat hij van de prinses elke over
ijling verwachten kon, wanneer zij geprikkeld was.
(Wordt vervolgd