N°. 192. 119e Jaargang. 1876. Dinsdag 15 Augustus. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijko nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiêni 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. Bericlit. Uithoofde der verplaatsing onzer bureaux wordt men verzocht alle brieven, boodschap pen als anderszins, bestemd voor de redactie of de administratie van dit blad, in het vervolg te adresseeren: „Aan het bureau der Middelbnrgsche courant, St. Pieterstraat A 72, alhier. Middelburg, 14 Augustus, Benoemingen en besluiten. 0 n d e r vv ij s. Marine en leger. MIDDEL GSCHE Aan het commissariaat van politie alhier zijn inlichtingen te bekomen omtrent een gevonden gouden potloodhouder, een parapluie en eene beurs of zakje, waarin eenig geld en twee sleutels. Het Handelsblad brengt nog eens den loop der tegenwoordige ministerieele crisis in herinnering. Bij de pogingen, die aangewend zijn om de hou ding van de leiders der liberale partij belachelijk of verdacht te maken, is het noodig op dat histo risch overzicht in het bijzonder de aandacht te vestigen. „Den 19™ Juli, drie dagen na de intrekking van het militieontwerpdeelde de minister van finan ciën aan de tweede kamer mede, dat al de leden van het kabinet hun ontslag hadden gevraagd, maar dat de koning zijne beslissing wenschte te verdagen, tot na afdoening der „loopende zaken." „Den 23™ Juni bracht de tweede kamer hare werkzaamheden ten einde. Den 26™ ging ook de eerste kamer uiteen en stond dus niets meer in den weg aan ernstige pogingen, om een beslissing te nemen omtrent het ministerie. „De geheele vorige maand schijnt echter gebruikt te zijn om te beproeven, of het doenlijk was het ministerie te redden. Waarschijnlijk zijn die pogin gen afgestuit op den constitutioneelen zin van eenige der ministers, die het als niet oorbaar be schouwden langer aan het bewind te blijven, na Jiet votum der tweede kamer en die zich niet ver antwoord achtten, tot een ontbinding te adviseeren. Naar i2s geruchten te oordeelen, heeft men ook getracht onwilligen te vervangen, maar ook dit schijnt te zijn mislukt door de zeer begrijpe lijke ongeneigdheid van de aangezochte personen, om in een zoo wrak vaartuig, als het ministerie geworpen was, plaats te nemen. „Met deze vruchtelooze stappen tot reconstructie werden vijf weken verspild. De afgevaardigde, die bij de beraadslagingen op 16 Juui als spreker der oppositie was opgetreden, de heer Kappeijne, bleef tot 20 Juli in den Haag en gaf daardoor te ken nen dat hij bereid was de verantwoordelijkheid van zijn spreken te dragen. Maar geen opdracht kwam tot bem, integendeel nog tot het einde der maand schijnt men aan de mogelijkheid te hebben geloofd om het kabinet Heemskerk te behouden, zonder dat eerst de liberale partij in de gelegenheid was gesteld een ministerie te vormen. „Ten slottê hoeft men echter blijkbaar ingezien, dat het ministerie Heemskerk, in zijn geheel of gewijzigd, zich niet weder aan deze tweede kamer kan vertoonen, tenzij de liberale partij eerst öf het bewind had van de hand gewezen, óf in po gingen om een kabinet samen te stellen niet was geslaagd, Zoo geschiedde dan in de vorige week, wat reeds in de laatste dagen van Juni had be- booren te geschiedende heer Kappeyne werd aan gezocht zich te verklaren. Hij heeft zich niet „schuilgehouden," maar gelijk hij gedurende vier weken na het afdoen der „loopende zaken" zich beschikbaar hield, haastte hij zich thans huiswaarts te keeren, zoodra een ernstige uitnoodiging tot hem kwam. Heden begeeft hij zich naar het Loo om Z. M. van advies te dienen. „Wij gelooven uit de gedragslijn van den heer Kappeijne het besluit te mogen trekken, dat hij bereid is de samenstelling van een liberaal kabinet op zich te nemen, althans daartoe ernstige pogin gen in het werk te stellen, en dat verheugt ons." Het Handelsblad voegt aan dit overzicht den wensch toe dat alle liberale leden der tweede kamer thans zullen medewerken om een liberaal kabinet niet slechts tot stand te brengen, maar het in stand te houden en nuttig werkzaam te doen zijn. In hoeverre deze wensch, met welken wij ons gaarne vereenigen tot vervulling zal komen, moet de naaste toekomst ons leereu. Tot ons leedwezen vernemen wij dat van de vijf nieuwbenoemde leden der plaatselijke school commissie alhier, weder drie besloten hebben voor de benoeming te bedanken. Uit de gemeenterekening van Zierikzee over 1875, die thans ter visie ligt, is het volgende geëxtraheerd. Totaal inkomsten f 153,104.12j, totaal uitgaven 145,951.15J, goed slot 7152.97. Inkomstenle hoofdstuk. Ontvangsten wegens vroegere diensten f 17916.22. 2e hoofdstuk. Baten en opkomsten spruitende uit eigendommen en be zittingen, aan de gemeente toebehoorende 25154.31, 3e hoofdstuk. Belastingen en heffingen f48356.25i, 4e hoofdstuk. Inkomsten van verschillenden aard en toevallige baten /'27968.03. 5® hoofdstuk. Bui tengewone ontvangsten 33709.35, waaronder voor verkoop van zelkasch f 14055.60, en afkoop van tiendrecht 19354.90. Onder de uitgaven komen voorvoor jaarwed den van leeraars en onderwijzers 27871.75, voor andere kosten van middelbaar en lager onderwijs, (onderhoud gebouwen) f 2172.42, voor gewoon onderhoud openbare gebouwen, 15701.234, voor aanleg en vernieuwing f 13715.02voor subsi die aan armbesturen en kosten van verple ging behoeftige krankzinnigen f 11670.62voor dekking van het vermoedelijk te kort der bank van leening 11023,12. Men schrijft ons uit Veere, van den 12en dezer Heden vierde onze bejaarde en geachte geneesheer doctor I. Strehler het jubilé zijner vijftigjarige promotie als med. doctor. De jubilaris, die den 12 Aug. 1826 te Wurzburg in Beieren den doc toralen graad erlangde, en nog eenige jaren als militair geneesheer bij het Nederlandsch leger is werkzaam geweest, vestigde zich, zes en dertig jaren geleden, iu deze gemeente en deelde in het lief en leed, dat Veere ondervond. De geachte man ontving op dezen, voor hem zoo gedenkwaar. digen dag blijken van belangstelling niet slechts van zijn gemeenteleden, maar ook van de leden en enkele oud-leden der Vereeniging van genees kundigen, die hem een prachtigen stoel met zilveren plaat ter herinnering aanboden, terwijl schier alle geneeskundigen uit Middelburg en enkelen uit Zuid-Beveland persoonlijk hem kwamen begroeten. De Staats-eourant van 13 en 14 dezer bevat het tweede aan den minister van binnenlandsche zaken nitgebraebt verslag van de commissie, belast met het afnemen van het eerste natuurkundig examenvermeld in art. 4 n° 8 der wet van 1 Juni 1855 (Staatsblad n° 59), gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad n° 97.) Volgens de „Amsterd. Ct." en het „Dagblad' zou te Parijs eene overeenkomst betreffende de suikerregeling zijn geteekend. Dit is niet juist. Er is te Parijs niets anders onderteekend dan een proces-verbaal, waarin is geconstateerd, dat men het omtrent eene nieuwe regeling niet eens is kunnen worden. Vad Als eene bijdrage tot de eenten-quaestie brengt de N. Arnh. Cfc in herinnering wat in 1827 gebeurd is. Toen de duiten werden opge ruimd en door centen zouden vervangen worden, ontstond er gebrek aan koperen pasmunt. Er waren geen genoegzame hoeveelheden centen en halve eenten in omloop gebracht en toen de duiten finaal buiten omloop werden gesteldheerschte er een benauwend gebrek aan koperen pasmunt. Wel haast werd daarin voorzien door aanmunting van centen en halve centen maar dat welhaast kostte aan de ingezetenen intusschen eenige duizenden. Er was gebrek aan kopergeld. Wat was daaraan te doen? Eenige slimme kooplieden wisten er wel raad op: zij lieten in Duitschland koperen penningen slaandie zij tegen zilvergeld uitgaven. Het volk was geholpen en nam die penningen gretig aanmen kon daarmede van elkanIer komen. De invoerders van die penningen maakten goede zaken. Hunne winkels werden druk bezocht. Eindelijk waren er centen genoeg in omloop. De Duitsche penningen verloren daardoor hunne waarde. De houders van penningen vervoegden zich nu bij de emiftentenmaar deze waren toen zooals ze thans zijnzij hadden wel weinig of geene waarde hebbende zaken willen uitgeven tegen een door hen bepaalden cours, maar achtten zich niet verplicht ze tegen dien coers weder terug te nemen. Nu hadden er oploopen plaats, straat- schandalen, ruiten werden ingeworpen en eenige vertoornde bedrogenen wegens rustverstoring ge straft. De invoering der centen had intusschen aan het volken wel voornamelijk aan de min- gegoeden, duizenden gekost. De poging van den minister van Hall heeft ook aan de natie duizenden gekost. En de vraag rijst, hoevele duizenden nu aan het volk de invoering zal kosten van de bronzen munt. Het munteollege schijnt slechts noode over te gaan tot het aanmunten van koperen pasmunt. Steeds schijnt het te denken dat er een voldoende hoeveelheid van die pasmunt is geslagen. Tot tweemaal sedert de invoering van de centen heeft dat college zich daarintot kolossale schade van velen en tot even groot voordeel van enkelen, bedrogen. Dat nu ten derden male hetzelfde ge brek aan koperen pasmunt zich zou voordoen en dat men gevaar zou loopen van verhooging van alle prijzenvooral van levensbehoeftenten ge volge van gebrek aan betaalmiddelzou toeh wat al te erg zijn. Daarom hoopt de N. Arnh. Ct., dat de regeering nieuwe centen zal laten aanma ken spoedig en op ruime schaalbedenkende, dat de thans in omloop zijnde Hollandsche centen zeker niet meer dan 1/3 bedragen van het aantal koperen muntendie thans hier te lande in om loop zijn. Met genoegen verneemt de N. Arn. Ct. dan ookdat „aanstaanden Maandag weder aan 's rijks munt een aanvang zal worden gemaakt met het slaan van koperen pasmunt". Men zij nu niet te bang te veel te slaan. Hct) Onder het opschrift „weigering van eedsaf legging" leest men in het Palei3 van Justitie het volgende verhaal uit Amsterdam. In de zitting van Donderdag werd een diefstal van lood behandeld. De zaak had weinig om het lijf: de feiten waren bekend, en geen enkel belangrijk verschijnsel deed zich daarbij voor. Uit ëen enkel oogpunt echter was bet getuigen verhoor opmerkelijk. Een timmermansbaas weigerde, alvorens zijn getuigenis af te leggen, den gebruikelijken eed te doen. Mijn overtuiging verzet zich daartegen sprak hij. Voorzitter„Zijt ge dan Doopsgezind Getuige„Neen mijnheer, Evangelisch-Lu- thersch". Voorzitter: „Dan hebt ge geen vrijheid, den eed te weigeren. De wet schrijft hem gebiedend voor, en bepaalt tevens, hoe elke gezindte dien heeft af te leggen: de Israëlieten met gedekten hoofde, de Christenen blootshoofds, beide onder het opsteken der beide voorste vingers van de rechterhand en onder het aanroepen van Gods heiligen naam." Getuige: Ik kan er niet toe besluiten. Eerst onlangs heb ik een zaak verloren, omdat ik er niet toe kon overgaan, den eed te zweren." Voorzitter: „'tls de oude quaestie, voorlang door ons hoogste rechtscollege uitgemaakt. Ik zou u inderdaad raden ons niet op te houden. In dien gij bij uwe weigering volhardt, stelt ge u noodeloos aan gevangenisstraf bloot; van weigeren kan geen sprake zijn." Na eenige aarzeling onderwerpt getuige zich, en met een glimlach op de lippen spreekt hij den voorzitter de sacramenteele woorden na. Voorzitter: „Uw glimlach, mijnheer, is vrij onge past. Ik wil toegeven, dat men evengoed de waarheid kan spreken zonder als m e t een eed; ofschoon er, als men het voornemen koestert dit te doen, geen grond bestaat voor den eed terug te deinzen. In elk geval echter is het aan roepen van Gods naam tot getuigenis der waarheid een ernstige plechtigheid, die alles behalve een glimlach verdient. Gij zult wél doen dit voortaan niet uit het oog te verliezen!" Daarmee was dit incident afgeloopen. Het had bij volhardende weigering allicht een curieuse wending kunnen nemen. Volgens de Indische bladen houdt de officier van justitie bij de rechtbank te Batavia zich be zig met het verzamelen van inlichtingen betrekke lijk de schipbreuk van het stoomschip „Luitenant- generaal Kroesen" en heeft hij voorgesteld eene commissie van deskundigen tot zijne voorlichting te benoemen. belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe belastingenin- en uitgaande rechten en accijusen te Almelo c. a.A. Bik, thans ontvanger der di recte belastingen en accijnsen te Uithuizen c. a. tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Akkrum c. a.D. L. Heinsius, thans ontvanger derzelfde middelen te Sexbierum c. a.tot ont vanger der directe belastingen en accijnsen te Joure c. a.J. van Zandbergen Buwalda, thans ontvanger derzelfde middelen te Drachten c. a. Benoemd tot controleur der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Doetin- chem G. C. Antinkthans in dezelfde betrekking te Heerenveenen te fleerenveen D. G. Crans, thans adjunct-controleur derzelfde middelen te Nijmegen. onderscheidingen. Vergunning verleend aan den voor den dienst in Indië bestemden soldaat C. J. M. F. Jiinemanu van het koloniaal werfdepot, tot het dragen der Duitsche medaille, ingesteld ter herinnering aan den veldtocht tegeu Frankrijk in 1870 en 1871. Het gemeentebestuur van Oost en West- Souburg verschafte jl. Vrijdag aan de school jeugd een waar genot, door hen dien dag feestelijk te onthalen. Te elf uren waren ongeveer 130 kinderen in de school aanwezig, waar door burgemeester en wet houders eene prijsuitdeeliug aan hen die daarop aanspraak hadden plaats hadwaarna zij allen on der leiding van den hoofdonderwijzer en den kweekeling aan de rijkskweekschool te 's Herto genbosch B. A. v. d. Reest, aldaar tijdelijk werk zaam, eene wandeling door het dorp deden, en ver volgens naar de buitenplaats van den burgemeester, waar hen eene genoeglijke ontvangst was bereid en aan allen vrijheid werd gegeven de plaats rond te wandelen. Na die wandeling werden zij in drie afdeelingen door den photograaf Preuninger gephotograp heerd Vervolgens begaven zij zich weder naar de school, waar zij op onbekrompen wijze recht feestelijk werden onthaald. Na nog eene wande ling naar West-Souburg gedaan te hebben keerden allen in eene vroolijke stemming huiswaarts. Tot bestrijding der kosten is door het gemeente bestuur eene som van f 25 aan de bijdrage van f 9 uit de provinciale fondsen voor getrouw schoolbezoek, toegevoegd. De tweede afdeeling van het Nutsrapport betrekkelijk het onderzoek naar de werking der wetten op het lager- en middelbaar onderwijs is afgedrukt, en zal dezer dagen aan de leden toe gezonden worden. Door den gemeenteraad van Aaïdeaburg is besloten eene som van 40 toe te staan voor 't houden van een schoolfeest bij gelegenheid van de uitdeeling der beloonïngen voor getrouw school - bezoek, aangekocht uit de door de provincie be schikbaar gestelde fondsen. De commissie van oppertoezicht en beheer over de kweekschool voor zeevaart te Leiden geeft kennis, dat op Maandag den 28™ dezer in het ge bouw der inrichting aldaar een keuring zal plaats hebben van knapen, welke bij 's rijks zeemacht een verbintenis wenschen aan te gaan. Bij beschikking van den minister van kolo niën van 11 dezer zijn C. J. Mulder en A. Doorn- weerd, werklieden, afkomstig van de artillerie stapel- en constructie-magazijnen te Delft, enJ. T.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1