N<>. 187. 119e Jaargang. 1876. Woensdag 9 Augustus. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijko nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiên i 20 Cent per regel, Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.! van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitje C°. te Brussel en Parijs. emeente-flnanciën. SCHUTTERIJ. Middelburg, 8 Augustus. Schoolcommissie en gemeenteraad. FEJXJXX-iIjETOISr- I s o I a B e I i a. in i inn It 11 III hi im ELBURGSCH COURANT. Door burgemeester en wethouders van Middel burg wordt het volgende bekend gemaakt. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien art. 219 der geweentewet, maken bekend: dat de rekening van de ontvangsten en uitgaven dezer gemeente, over het dienstjaar 1875, op de secretarie voor een ieder ter inzage is nedergelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, na voorafgaande aanvraag, aldaar verkrijgbaar is. Middelburg, 3 Augustus 1876. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.) N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, L.B. De secretaris (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. EERETEEKEN. De burgemeester en wethouders van Middelburg' gezien het besluit van zijne majesteit van den 5™ Dec. 1851 (Staatsbl. n° 149), houdende instel ling van een eereteeken van eervollen langdurigen werkelijken dienst bij de schutterijen enz. voor hen, die onder de werking der tegenwoordige wet van den llen April 1827, voor zich zeiven gedurende vijftien jaren of langer in werkelijken dienst zijn geweest en zich aanhoudend onberispelijk hebben gedragen in aanmerking nemende dat jaarlijks de opgave met de staten van dienst daartoe betrekkelijk be- hooren te worden ingezonden, roepen bij deze op, alle binnen deze gemeente zich bevindende tegen woordige en voormalige onderofficieren en verdere leden der schutterij, die in den loop van dit jaar in de termen zijn'gekomen en verlangen met het daarbij bedoeld eereteeken te worden begiftigd, om zich tot dat einde voor den 13en Aug. a. ter secretarie dezer gemeente aan te melden. Middelburg, 3 Augustus 1876. De burgemeester voornoemd, (Get.) N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, L.B. De secretaris, (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. {Vervolg) Zoeken wij in de Handelingen van den ge meenteraad over 1876 naar kenteekenen van de tusschen den raad en de schoolcommissie bestaande verhoudingdan vinden wij in de eerste plaats op hl. 46 (zitting van 11 Fe 17. Naar het Duitsch van Arthur Stahl. {Vervolg.) Men moet zulk een avond met maneschijn aan het Lago Maggiore bijgewoond hebben, om zich een begrip van de betooverende schoonheid te kunnen vormen. De bergen in 't ronde verheffen in donkere massa's hunne reusachtige gevaarten, en daarentegen zijn de vlakke eilanden met een zacht licht overgoten. Het meer doet zich als een grijze, zilverkleurige spiegel voor, die door zachte ademtochtjes in beweging wordt gebracht. Nu en dan springt een viseh uit de flikkerende golfjes op, en *'t maanlicht trekt dan blinkende kringen om hem heen. Hier en daar ontwaart men als dwaallichtjes de lampjes op de booten der zalmvisschers die altijd des nachts uitvaren, en lang aangehouden melankolieke tonen, als een ver verwijderd gezang, verbreken somwijlen de stilte van den nacht. Zachtkens wiegelend, zonder gedruis gleed het bootje van Candida voort. De gondelier, gedreven door een instinctmatig gevoel voor de schoonheid van zijn meer, was midden in de breede zilverstreep bruari) een brief van de commissie waarin zij, ditmaal door burg. en weth. uit eigen beweging geraadpleegdverklaart hare volle instemming te schenken aan eene voorgestelde nieuwe regeling van traktementen op eene school, door welke regeling opnieuw de juistheid van reeds vroeger door de commissie voorgestane denk beelden gehuldigd werd. In diezelfde zitting werd de schoolcommissie, overeenkomstig hare eigen aanbeveling, door den raad met twee leden aangevuld, ter voor ziening in twee ontstane vacatures. Op hl. 110 (zitting van 23 Mei) vinden wij een voorstel van burg. en weth. strekkende om te besluiten tot het stichten eener nieuwe school, in plaats van school B, door welk voorstel voldaan werd aan de „ver van onge gronde klachten die over het tegenwoordige lokaal èn door den schoolopziener, èn door de schoolcommissie èn door de gezondheidscom missie geuit zijn." Tot dusverre is niets te vinden dat aan eene naderende crisis zou doen denken. Het raadsverslag van 3 Mei. (bl.. 92) bevat echter reeds de donkere stipwaaruit weldra het onweder zich zou ontwikkelen. Daar toch- lezen wij van „een tusschen het dagelijksch bestuur en de schoolcommissie ontstaan ver schil van gevoelen" over de vervulling eener plaats als hulponderwijzeres of als kweekelinge aan eene der meisjesscholen. Om in dat ver schil van gevoelen uitspraak te doen werd eene commissie van drie raadsleden benoemd. Te veel zou van onze ruimte gevergd worden indien wij deze op zichzelve zeer onbedui dende zaak in hare bijzonderheden uiteen wilden zetten. Genoeg zij de vermelding dat op de bedoelde school eene plaats was open gevallen tot dusverre vervuld door eene kweekelinge met akte als hulponderwijzeres dat burg. en weth. die plaats wilden aanvul len met „eene kweekelinge van niet te jongen leeftijd," eene soort van halfslachtig wezen, dat meer traktement zou gekregen hebben dan eene gewone kweekelinge, maar een paar hon derd gulden minder dan eene hulponderwijzeres terwijl de schoolcommissie eene hulponderwij zeres wenschte aangesteld te zien. Hierin werd zij gesteund door den schoolopziener en door de hoofdonderwijzeres der school. Over deze zaak was, op het oogenblik dat zij bij den raad aanhangig werd gemaakt, reeds eene gevaren, welke de maandie nog laag aan den horizon stond, in schuine stralen op het water te weeg bracht. Candida was betooverd door de schoonheid van het tooneel, waarvan, welke woor den men ook kieze om het te beschrijven, toch al tij d slechts een flauw denkbeeld te geven is. De zachtheid der lucht, het plassen van de riemen in het water, de bijna bedwelmende geur van magnolias en oranjebloesems, die zich van de eilan den over het meer uitgiet, het gezang der nach tegalen wanneer men dicht bij de eilanden komt, dit alles te zamen verplaatst den geest in andere gewesten. Candida zag over den rand der boot in het water, dat zoo sterk verlicht en te gelijk zoo helder was, dat men de visschen onder de oppervlakte kon zien spelen. En 't was haar alsof zij op den bodem des waters een bleek gelaat zag, dat nu eens verscheen en dan weêr verdween, maar altijd hetzelfde was. Het waren zijne trekken, het was zijn mond, het waren zijne donkere oogen, maar alles verwrongen door de smart, gelijk haar eigen gepijnigd hart. Zij strekte de armen uit, bijna onwillig om te gelooven dat alles slechts een spel der verbeelding was. Daarop meende zij plotseling het geluid der riemslagen van een bootje in de nabijheid te hooren. Zij hief het hoofd op; maar was het, omdat zij het zoolang gebukt had gehouden, of was het de wer king van haar gistend bloed? zij kon niets meer duidelijk zien, alles smolt weg in een nevel, 't was alsof zij met haar eigen gondel in 't rond draaide. En toch was dat niet een tweede gondel, die wijdloopige briefwisseling gevoerd, welke wij in het Raadsverslag wèl aangehaald, doch niet opgenomen vinden. De benoemde raadscommissie van drie leden ondersteunde in haar advies het gevoelen van burg. en wethoudersdoch dit werd bestreden door twee leden van den Raaddie uit eigen beweging aan dat advies eene memorie van toelichting hadden toegevoegd. De uitslag der beraadslaging in de zitting van 14 Juni jl. was dat de raadmet 10 tegen 3 stemmen, zich vereenigde met het gevoelen van burg. en weth. en dus de schoolcommissie in het ongelijk stelde. Mede in diezelfde zit ting werd eene opengevallen plaats in de school commissie door den raad aangevuld, ditmaal met afwijking van de door de commissie gedane aanbeveling. Drie dagen na deze beslissing onderteekende de schoolcommissie eenparig haar verzoek om ontslag. Het hoofd van het gemeentebe stuur, in de zitting vau 12 Juli van dat ver zoek in den raad mededeeling doendebetuigde daarover zijn leedwezen en dat van den gemeen teraad, „te meer omdat, naar zijne meening, de reden voor het vragen van het ontslag be rustte op eene verkeerde opvatting van het besluit van den raad tot vervulling eener vaca ture." Ziedaar de feitenvoor zoo ver zij uit gedrukte en voor ieder toegankelijke stukken op te maken zijn. Te rechtvaardigen is het besluit der school commissie niet, indien men alleen let op de rechtstreeksche aanleiding. Verschillen van ge voelen als het voorgekomene doen zich tusschen schoolcommissie en bestuur in bijna alle gemeen ten voor en zijn tusschen twee lichamen, waarvan het eene met warmte en uit den aard der zaak eenzijdig voor éen gewichtig belang opkomt, terwijl het andere op alle gemeente belangen te gelijk te letten heeft, niet onver klaarbaar. Evenmin kan in de afwijking van de aanbeveling der schoolcommissie hij het ver vullen eener vacature in haar midden, eene voldoende aanleiding gevonden worden voor haar genomen besluit. De beleefdheid en welwillendheid mogen medebrengen dat in den regel de aanbevelingen van de schoolcommissie gevolgd wordenhetgeen dan ook door den gemeenteraad blijkens vroegere benoemingen steeds in acht genomen werd; doch de school de hare volgde, maar thans doodstil, als een spookschip, zonder dat het roeien hoorbaar was? En daarin, o hemelwelk een beeltenis, welk eene gestalte, die nu eens in een zilveren nevel weg smolt, dan weder als een beeld tegen den donkeren achtergrond afstak. Alfonso Alfonso Can dida vreesde in zwijm te zullen vallen en wist niet, of zij waakte of droomde. Was alles slechts een voortbrengsel van haar eigen overspannen geest? Soms meende zij stellig de spookachtige gondel te zien, en daarin den eenigbemindemaar nauwelijks had zij haar gondelier last gegeven, die te volgen, of het vaartuigje verdween uit het zilveren maanlicht naar het donkere gedeelte van 't meer en scheen zich nog slechts in de verte als een zwart punt te vertoonen. Als zij daarop afging en het meende bereikt te hebben, was het een der visschersbooten die den geheelen nacht het meer verlevendigen. Ritornare a Vargentosignora (Naar het zilver terugkeeren, dame?) vroeg de gondelier ernstig. Werktuigelijk knikte Candida, en nauwelijks was zij weêr in 't licht, of hetzelfde verschijnsel her haalde zich. Altijd duidelijker meende zij de ge liefde gestalte te herkennen en altijd onverklaar baarder verdween de geheimzinnige gondel, zoodra zij die trachtte te naderen. Op de torens der dorpen rondom het meer sloeg het twaalf uren. Eindigde met die slagen het spook-uur, week de betoovering voor die tonen? Zij zonk uitgeput neêr en toen zij weer tot bezinning kwam legde de gondel aan. De gondelier strekte de hand uit, commissie is niettemin niet een zichzelf aan vullend lichaam en van hare aanbevelingen kan, om bijzondere redenenafgeweken worden. Wil men het besluit van 14 Juni beschou wen als de droppel, die den reeds gevulden emmer deed overloopen, dan moeten wij, hij de onvolledige kennis welke wij bezitten van hetgeen vroeger voorgevallen is, ons oordeel opschortendoch kunnen het alleen betreuren dat de schoolcommissie niet nu, als in het vorige jaar, ter wille van het groote belang dat zij behartigde, hare gevoeligheid heeft doen zwijgen. Wat de commissie van het gemeentebestuur scheidde wasaltijd weer voor zoo ver wij in staat gesteld zijn om over de zaak te oordeelen nimmer eene quaestie van beginselenmaar bijna altijd eene quaestie van iets meer of minder, iets vroeger of later toe te geven aan de voorstellen der commissie. Zoo werd nog weder in de jongste raadszitting, op 1 Augustus 11.door burgemeester en wet houders het voorstel gedaan om de hulponder wijzeres te benoemen, over welke in de zit ting van 14 Juni het noodlottig besluit geval len was. Het aantal leerlingen zoo heette het nu om het voorstel te wettigen, is thans op de school zoozeer toegenomen dat wij de benoeming eener hulponderwijzeres noodzakelijk achten. Maar toen de schoolcom missie eenige maanden vroeger er op wees dat het leerlingen-cijfer op de school toene mende w a s dat de klassen dientengevolge vermeerdering behoefden en een tweede hulp onderwijzeres niet gemist kon worden, toen wilde men niets anders geven dan eene hulp- onderwijzeres-kweekeling, een wezen waar men zelf geen naam voor wist en dat in de wet nergens bekend staat. Wil men die handeling kleingeestig en naar noemenwij onderschrijven het oordeel met beide handen. Maar tot de schoolcommissie durven wij de vraag te richten of het harer waardig was eene kleingeestige daad te beant woorden door eene handeling, die aan weinig minder kleingeestige gevoeligheidzoo niet aan beweegredenen van persoonlijken aarddeed denken Aan het onderwijs in onze gemeente is, vreezen wij door den stap der schoolcommis sie een onherstelbaar nadeel toegebracht. De warme ijverde sedert jaren opgezamelde ondervinding het gezag waarmedeals een ge- om haar in het naar wal stappen behulpzaam te zijn en weinige oogenblikken later drukte zij haar kind aan den boezem. XIII. Er verliepen weder eenige weken, zonder dat het Candida gelukte een spoor te vinden. Ofschoon zij geen rustig oogenblik meer had, kon zij toch te nauwernood gelooven dat het werkelijk Alfonso was geweest; zij Meld de geheele verschijning voor een bedrog van hare overprikkelde zinnen. Van Salvatore trachtte zij te vernemen wie de bewo ners der omliggende villa's waren, doch dit leidde tot niets. Gelijk alle geleerden bemerkte hij wei nig van 't geen er voorviel en, ten aanzien van hetgeen hem in 't bijzonder betrof, bekommerde hij zich om anderen slechts in zooverre zij zijne hulp noodig hadden. Candida zelve knoopte ongaarne met vreemden kennis aan. En zoo bleef zij in de onzekerheid heen en weêr geslingerd. Salvatore zag dat er verandering bij haar was en weet dit aan haar lichamelijken toestand. Hij wilde, dat zij zich des nachts niet meer met het kind bemoeien en de grootste rust nemen zou. Maar Candida wist te goed, dat het hare ziel was die leed; dat zij rust noch genezing zou vinden, zoolang zij niet alle middelen had uitgeput, om bericht aangaande hem te hekomen. „Napels" was de naam die aanhoudend in bare ooren klonk, alsof eene vreemde stem dien uitsprak. Zoo kwam

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1