Réclames.
De 4e Juli te Philadelphia.
Julius von Wickede over
den oorlog.
plaats, waarbij de keizers naast elkander zaten,
maar er werden geen toasten gedronken. Of dit
een gunstig of een ongunstig verschijnsel is laten
wij in het midden; daar het uitdrukkelijk wordt
getelegrapheerd, heeft het zeker eenige betee-
kenis, maar welke zullen waarschijnlijk alleen de
hooge politici weten. Des avonds maakten de
beide vorsten gezamenlijk een uitstapje en mis
schien hebben zij van die gelegenheid gebruik
gemaakt, om ongehinderd eenige plannen en be
schikkingen te maken omtrent het lot van Europa
in de naaste toekomst.
Daar de opinie van Engeland ten aanzien van
de Oostersche politiek van overwegend belang is,
zullen de keizers hoogstwaarschijnlijk wel de dezer
dagen bekend geworden voorwaarden der Engel-
sche regeering hebben besproken, waarop zij bereid
is zich, voor zooveel de Oostersche quaestie betreft,
bij het drie-keizersbond aan te sluiten. Volgens
de Neue freie Presse verlangt Engeland strikte
naleving der volgende punten
1° Aan geen van de oorlogvoerende partijen mag
eenige rechtstreeksche of zijdelingsche ondersteu
ning door een Europeesche mogendheid worden
verleend.
2° Het is geoorloofd vertoogen te houden, hetzij
op verzoek van een der oorlogvoerende partijen,
of op initiatief der groote mogendheden.
3° Iedere stap, ook die tot eene interventie ten
gunste van den vrede, moet gegrond zijn op eene
beraadslaging van alle Europeesche groote mogend
heden.
4° Het drie keizersbond zal niet handelend op
treden zonder toestemming van de drie andere
groote mogendheden, en zonder zich vooraf, zij
het ook op vertrouwlijke wijze, met de Porte te
hebben verstaan, teneinde daardoor een even
tueel conflict, dat uit de afwijzing van een Euro-
peesqji initiatief kon ontstaan, te vermijden.
5° Na het eindigen van den oorlog, zelfs op
een vooraf bepaalden tijdzullen alle groote mo
gendheden de mogelijke teritoriale of politieke
gevolgeneveneens na de Porte te hebben ge
hoord, overwegen en vaststellen.
6° Alle tot Turkije behoorende landstreken, die
reeds half onafhankelijk zijnblijven in dien
toestandindien do .Porte niet geneigd mocht we
zen voor zijn gebied politieke concessies te doen.
Daareutegen zullen zoodanige provincies, die zich
zonder buitenlandsche hulp aan de onmiddellijke
opperheerschappij der Porte mochten onttrekken,
niet gedwongen wordentot hun voormaligen
toestand terug te keeren. Provinciesdie eenmaal
bevrijd zijn, blijven vrij en kunnen slechts tot de
Porte in betrekking van vasallen staan.
't Is duidelijk dat Engeland strikte neutraliteit
wil in acht nemen, doch tevens dat zij die hun
vrijheid mochten bevechten die zullen blijven ge
nieten. Er bestaat wel niet veel vooruitzicht, dat
dit met eenige provincie het geval zal wezen,
doch mocht de strijd nog geen gunstig verloop
hemendan zou op grond van dit programma,
de zelfstandigheid van Bosnië ot de Herzegowina
of van beidenniet tot de onmogelijkheden be-
hooren. De Porte blijft echter zegepralen. Vol
gens een officieel telegram uit Konstantinopel van
den 19en waren 11 bataljons uit Zaïtsar opgerukt
om bij Widdin de versterkte posities van Osman
Pacha aan te tasten. Zij werden echter terugge
slagen en vluchtten in wanorde met achterla
ting van een aanzienlijke hoeveelheid wapenen
en munitie. Zondag jl. had een strijd op de
hoogten van Barowina plaats, alwaar, na een strijd
van 5 uren, een troep van 3000 Serviers met ach
terlating van 300 dooden werd verslagen. Zij
werden tot binnen de grenzen van hun land ver
volgd. Ook moeten de Serviers hunne posities
bij Nisch hebben verloren.
Een officieel telegram uit Belgrado maakt daar
entegen melding van drie gevechten die den 17en
bij Novi Bazar zouden hebben plaats gehad en
waarbij 54 Turken werden gedood en 75 gewond.
Deze gevechten schijnen dus niet van groot belang
te zijn geweest. Het Drina leger werd bij Groot
Zwornik door de Turken aangevallen, doch deze
werden teruggeslagen.
De door de Porte uitgevaardigde bevelen om
trent vrijbuiters en hun aanvoerders zijn reeds in
toepassing gebracht. In de omstreken van Phi-
lippopoli nl.had een bende vrijwilligers roof gepleegd,
tengevolge waarvan hun aanvoerder werd opge
hangen.
In de Eumeensche kamer van afgevaardigden
heeft de minister van oorlog gisteren het wets
ontwerp tot oproeping der reserve ingetrokken,
zoodat het voor 't oogenblik ernst schijnt te wezen
met de vredelievende bedoelingen van de Eumeen
sche regeering. Tengevolge van een eenige dagen
geleden genomen besluit, waarbij het vorige ministe
rie in staat van beschuldiging werd gesteld, heeft de
kamer eene commissie van enquête benoemd om
de handelingen der vorige ministers aan een
streng onderzoek te onderwerpen.
De optocht, welke bij gelegenheid van het
onafhankelijkheidsfeest der Vereenigde Staten te
Philadelphia gehouden is, bestond uit ruim tien
duizend personenwelke zich den 3en Juli des
avonds te 8 uren van Broadstreet naar Indepen-
dance Hall begaven. Allegorische voorstellingen,
Grieksche of Eomeinsche godheden kwamen er
niet in voormaar zooveel te meer had de réclame
die specialiteit der Amerikanener eene groote
rol in te vervullen.
Alle natiën der wereld waren door deputatiën,
in rijtuigente paard, of te voetvertegenwoor
digd. Don Pedro, keizer van Brazilië, verscheen
onder begeleiding van meer dan 600 werklieden
van de fabriek der firma Disston en c°een dei-
grootste staalfabrieken van Noord-Amerika. Al
deze mannen, met hunne gereedschappen gewapend,
het rijtuig van het eenige gekroonde hoofd omrin
gende dat de Nieuwe Wereld bezitmaakten een
zeer eigenaardigen indruk. Don Pedro werd leven
dig toegejuicht. De keizer zat ia eene met vier
paarden bespannen calèchewaarin met hem de
Braziliaansche gezantde heer de Carvalho-Borges,
benevens twee officieren van een Braziliaansch
oorlogschip plaats hadden genomen.
De réclame vertoonde zich op duizenderlei manie
ren. De spoorwegmaatschappijen verkondigden op
banieren en doorzichtige aanplakbiljetten hare
tarievenhet aantal harer locomotieven en hare
stations. „Ia 1776las men op een transpa
rant, maakte men in het uur 7 mijlen, in 1876
in het uur 45 mijlen!" Op eene andere zegekar
las men in reuzenletters„De beste naaimachine
der wereld." Elders weer: „Geen vreemde bieren
meer! alleen het Amerikaansche bier van M." Of
ook„Eenheid en onafhankelijkheid zij onze leus
Ons vereenigingsteeken zij de sigaar X!" Eene
schoone jonge vrouw, met de Phrygische muts
getooid en de onafhankelijkheidsbanier in de hand,
diende tot uithangbord voor eene fabriek van
garens. Andere rijtuigen vertoonden electrische
lichten; Bengaalsch vuur; een scheeps-misthoorn,
aanhoudend brullendeop een wagen sleepte men
een wezenlijk kanon voort, dat alle vijf minuten
der menigte zijn saluut in het gezicht donderde.
Ook de politiek bleef niet afwezig. Onnoodig
te zeggen dat een aantal gouverneurs van ver
schillende staten deel uitmaakten van den optocht.
De candidalen voor het presidentschap Blaine,
HayesTildenreden in wagensdoor hunne
aanhangers omstuwdvan banieren omgeven, door
transparanten voorafgegaan waarop aanbevelingen
te lezen waren als: „Ziehier den toekomstigen
president der Unie!" „Leve Blaine!" „Hayes
for ever!"
Dit gehcele tooneel werd door gas, eleetrisch
licht, vuurpijlen en Bengaalsch vuur opgeluisterd.
Dc optocht duurde ruim drie uren en het was
omstreeks middernacht toen men op het plein
voor Independance Hall aanlandde, waar een koor
van 500 zangers het eerste uur van den onafhan
kelijkheidsdag met eene cantate begroette. Daarna
weerklonk het gelui der oude bronzen klok, die
voor honderd jaren de onafhankelijkheid had aan
gekondigd. Vervolgens werd een volkslied aan
geheven, het Star spangltd Bannereen der meest
bekende zangen uit den vrijheidsoorlog, dat door
10,000 keelen in koor herhaald werd, en toen
begon de nieuwe klok, de „Liberty-Bell" op haar
beurt te luiden als een teeken dat de tweede
eeuw der vrijheid was aangebroken. Het oogen
blik, hoewel wat rumoerig, was niettemin plechtig
en indrukwekkend. Niet vele inwoners van Phi
ladelphia hebben dien nacht den slaap kunnen
vatten.
De eigenlijke dag van het eeuwfeest werd ge
opend door een wapenschouw in Chestnut-street,
waarbij al de 13 staten, die de onafhankelijkheids
verklaring het eerst onderteekend hebben, door
een kd'rps hunner beste troepen vertegenwoordigd
waren. De meesten waren vrijwilligerskorpsen,
zoodat de orde en de militaire juistheid wel wat
te wenschen overlieten. De geheele krijgsmacht
telde ongeveer 10,000 man. Men merkte op dat
de troepen uit de zuidelijke staten het warmst
toegejuicht werdeneen bewijs dat de veete van
den burgeroorlog meer en meer aan het verdwij
nen is.
Aan den anderen kant van Independance-Hall
had ditmaal de voornaamste plechtigheid plaats.
Nadat de president der centennialcommission met
eene korte toespraak de eereplaats had ingeruimd
aan den vice-president der republiekThomas
Ferry, generaal Grant was tot algemeene ver
bazing en tot verontwaardiging van niet weinigen
afwezig die mede eenige woorden sprak, werd
een kort gebed gedaan. Vervolgens werd
een „welkom aan de natiën" gezongen, waarna de
heer Ferry aankondigde dat de voorlezing der
onafhankelijkheidsverklaring zou plaats hebben.
Dit was een plechtig oogenblik. Henry Lee,
uit Virginië, de kleinzoon van denzelfden Lee,
die in 1776 de verklaring van het congres voorlas,
trad op de tribune naar voren, met het geel ge
worden perkament in de hand, waarop in half
door den tijd uitgewischte letteren de handteeke-
ningen der leden van het congres prijken. Een
donderend hoerabegroette deze verschijning en
het duurde verscheidene minuten alvorens eene
doodelijke stilte onder de onafzienbare menschen-
menigte volgde, te midden waarvan de heer Lee
het document voorlas.
Men kent het beroemde stukmot zijn edelen,
eenvoudigen aanhef: „Wanneer in den loop der
menschelijke gebeurtenissen, een volk genoodzaakt
wordt de staatkundige banden te verbreken, die
het met een ander volk vereenigen, teneinde te
midden der andere mogendheden de eigene een
onafhankelijke plaats te gaan innemen, op welke
het recht heeft krachtens de wetten van de natuur
en van den God der natuur, dan eischt de eer
bied, aan het oordeel der menschheid verschuldigd,
dat zulk een volk de oorzaken bekend maakt, op
grond waarvan het tot zulk eene scheiding over
gaat.
„Wij beschouwen de volgende waarheden als
uit zich zeiven blijkbaar
„Alle menschen zijn gelijk geboren
enz.
Op dien kalmenzakelijken toon gaat de ver
klaring voort, tot aan den krachtigen, diep ge
voelden slotzin„Vervuld met een onwankelbaar
vertrouwen in den steun der Voorzienigheid ver
binden wijtot steun dezer verklaring, ons leven,
ons vermogen enwat ons dierbaarder is dan alle
bezittingenonze eer."
Nogmaals donderden de toejuichingen, toen deze
voorlezing geëindigd was. Daarna werd een hymne
uitgevoerd, welke door een Braziliaansch toon
zetter, Carlos Gomez, op verlangen des keizers,
ter eere van het feest vervaardigd was. Inhoud
en uitvoering van dit st.uk, „Groet uit Brazilië"
genaamdvoldeden algemeen en gaven aanleiding
tot oene warme ovatie aan den keizer.
Een fraai dichtstuk, eene ode, werd vervolgens
door den heer Tayleruit Pennsylvanië voorge
dragen en eene prachtige redevoering gehouden
door den feestredenaar, den heer Evarts, uit New-
York. Na een blik op de geschiedenis en op den
tegenwoordigen toestand der Unie geworpen te
hebben eindigde deze redenaar met een welspre
kend beroep op de vaderlandsliefde van het thans
levende en van het na-geslachtdie gedurende
den tijdkringwelken wij ingetreden zijnhet
werk hebben voort te zetten en te volmaken,
waartoe de mannen der vorige eeuw de grondsla
gen hebben gelegd.
Deze zelfde dag werd even feestelijk gevierd,
niet slechts op het geheele grondgebied der Unie,
maar overal waar Amerikanen gevestigd zijn. Dat
gevoel van eenheid en samenstemmingdat bij
deze gelegenheid zich onder de nog jeugdige natie
geopenbaard heeftis een waarborg voor hare
toekomst en voor de diensten welke zij nog aan
de menschheid en de beschaving zal bewijzen.
Omtrent den stand van zaken in het Oosten
schrijft deze krijgskundigedie op grond zijner
brieven aan de Kölnische Zeitung over dit onder
werp overal het gezag eener specialiteit gekregen
heefthet volgende.
D e strij d is j uist tot dusverre zoo gegaan als. ik voor
speld had. Het is den Serven evenmin gelukt in Tur
kije door te dringen als den Turken om van hunne
behaalde overwinningen het noodige voordeel te
trekken. De Servische troepenin vredestijd
nauwelijks 5000 man sterk en thans opeens tot 80 a
90,000 man opgevoerdzijn óf geheel ongeoefende
miliciens, óf vrijwilligerskorpsen, die alle orde en
krijgstucht missen en daarenboven aangevoerd
worden door officieren die geen zweem van krijgs
kundige kennis bezitten. Met zulk eene leger
macht kan men misschien onder gunstige omstan
digheden, eenigen tijd zich met goed gevolg ver
dedigen doch aanvallende bewegingen, voor welke
eenige tactiek gevorderd wordt, kan men er nooit
mede uitvoeren. Dit blijkt uit het gevecht dat
den 5en Juli aan den Timok geleverd ishet be
langrijkste dat tot dusverre tot onze kennis kwam.
De Serven hebben toen aanvankelijk met onbeteu
gelde woestheid den vijand aangegrependoch
vonden- krachtigen tegenstand. Toen zijn zij in
wanorde terug gedeinsdde op zichzelven staande
bataljons wisten niet te manoeuvreerenoveral
heerschte gebrek aan orde en krijgstuchtde vrij-
schareadie het luidst triomf geroepen hebben en
met de geweldigste namenzooals „het heilige
corps", „het corps der wrekers" enz. pronken,
geraakten het eerst in verwarring en gingen het
hardst op den loop. Kortom de Turksche generaal,
Osman Pachadie zich als een koelbloedig en
degelijk aanvoerder kennen deed, mocht zich spoe
dig in de overwinning verheugendoch hij was
ook weder niet in staat er het noodige gebruik
van te maken en ofschoon hij'onder aanhoudende
schermutselingen, de Servische grenzen een eind
binnendrongwas hij niet in staat het te Sait-
schar verschanste Servische leger uit zijne ver
sterkingen te verdringen.
Ook de overwinning, die de Turken bij Novi-
bazar op den Servischen generaal Zach behaalden,
was, met welke schetterende tonen zij ook
naar alle windstreken uitgebazuind werdniets
meer dan eene beslissende terugwerping van de
aanvallende Serven. Zelfs Tschernajeff, in wieu men
den Servischen von Moltke meende te zien is niet in
staat geweest zich lauweren te verwerven. Het eenige
voordeel dat de Serven tot dusverre behaald heb
ben, is de inneming der slecht versterkte schansen
van Klein-Zwornik, als dat bericht ten minste waar
is. Toen ik, eenige jaren geleden, twee allerver
velendste dagen te Zwornik moest doorbrengen,
waren alle verdedigingsmiddelen aldaar in den
erbarmolijksten toestand, de muren op 't instorten,
de wallen platgetreden, de grachten bijna droog,
de poorten niet veel meer dan puinhoopen, de
kanonnenhalf door het roest verteerdmeest
zonder affuiten in het gras liggend. Nu moeten,
naar de Turken vertellen, de vc3tingen in Bosnië
en Herzegowina in de laatste jaren wat verbeterd
zijn, doch ik houd mij overtuigd dat ze voor behoor
lijk uitgeruste legers, met belegeringstreinen, niet
het minste bezwaar zouden opleveren. De Serven
echter hebben geen belegeringsgeschut en al hadden
zij het, dan nog zou het transport er van in deze
streken, waar berijdbare wegen tot de grootste uit
zonderingen behooren, op bijna onoverkomelijke hin
derpalen stuiten. Toen de Eussen tijdens den Krim-
oorlog te vergeefs Silistria belegerden, moesten zij
somtijds 30 a 40 paarden of ossen voor een enkel
kanon spannen en geheele bataljons soldaten moes
ten aan het werk gezet worden om wegen voor
het vervoer van geschut en ammunitie te banen.
Desniettemin mislukte de onderneming en de be
kwaamste genie-officier van het Eussische leger,
generaal Schilder, was genoodzaakt onverrichter
zake terug te trekken. Wat voor keizer Nicolaas
van Eusland onmogelijk was, zal aan prins Milan
van Servië, met zijne miliciens en vrijscharen, die
nu reeds geen geld meer heeft om zijne soldaten
te betalen, bezwaarlijk gelukken. De Turken
hebben overigens, zoowel bij vroegere gelegenheden
als juist bij dat beleg van Silistria, getoond dat
zij achter grachten en wallen van geen wijken
weten en uitmuntende soldaten voor de verdediging
zijn. Als de Serven zich dus eens aan goede
Turksche vestingen mochten wagen, zouden zij nog
menigmaal met bloedende koppen moeten afdeinzen.
De sultan is nog altijd in staat aan zijne troepen
een vijftig of zestigtal batterijen, van 6 getrokken
kanonnen elk, toe te voegen, terwijl Servië, Mon
tenegro en de opstandelingen in Bosnië met hun
allen nog niet de helft daarvan bezitten. Man
schappen te voet en desnoods te paard kan men
des noods binnen weinige weken te voorschijn
roepen, maar voor het vormen eener bruikbare
artillerie heeft men oneindig meer tijd, geduld,
bekwame officieren en geld noodig. Wat de twee
laatstgenoemde vereischten betreft, bezitten Servië
en Montenegro niet het tiende gedeelte der hulp
middelen, welke Turkije, ondanks zijne geldelijke
verlegenheid, nog altijd ten dienste staan.
Waarom de Serven hunne strijdmacht, die toch
reeds niet te talrijk was, in vier geheel op zich
zelf staande legers verdeeld hebben, kan ik moei
lijk begrijpen. Waarschijnlijk was de ijverzucht
der generaals daarvan de oorzaak. Zach, de be
velhebber der zoogenaamde Drina-armée, maakt
aanspraak op een hoogeren rang dan de Eus Tscher
najeff, die tegen Nisch moest oprukken en de
overste Leschjamin, die vroeger gouverneur van
Belgrado geweest en een bijzonder gunsteling van
prins Milan is, moet bepaald verlangd hebben bij
Timok met een afzonderlijk leger de palm der
overwinning te mogen wegdragen. Het is dus te
begrijpen dat onder de gebreken van het leger
ook het gemis van eene krachtige centrale leiding
behoort, daar Milan zelf geen krijgskundige be
kwaamheden bezit. De Serven zijn moedig, ge
hard, dapper, maar daarentegen ook opvliegend,
tot ongehoorzaamheid geneigd, vol nationalen trots
en daardoor wantrouwend tegenover buitenland
sche aanvoerders. Daar er echter een groot aan
tal gewezen Eussische, Oostenrijksche, Italiaansche
en, jammer genoeg, ook Duitsche officieren in
hunne gelederen dienen, waaronder menig dapper
en ervaren krijgsman, maar ook menig gelukzoe
ker en slecht sujet, is het geen wonder dat ijver
zucht en twisten van allerlei aard onder dezen
troep een groote rol spelen.
De omstandigheid dat ik in den laatsten tijd
een tien of twaalftal brieven van gewezen Duitsche
officieren ontving, die mij om raad en voorlichting
vroegen, geeft mij aanleiding om aan ieder, die
nog iets te verliezen heeft, toe te roepenhoudt
u van Servië zoowel a'ls van Turkije zoo ver
mogelijk verwijderd. De strijd, die tusschen beide
volken gevoerd wordt, heeft met onze Duitsche
belangen zoo weinig gemeen, dat van eenige
bijzondere sympathie, waardoor iemand zich ge
roepen kon voelen zijn leven of zijne gezondheid
voor eene der beide strijdende partijen te wagen,
geen sprake kan zijn. Yoor hen die ter wille
van het geld partij mochten willen kiezen, is
aan geen van beide zijden iets te hopen, want
sultan Moerad en prins Milan beiden, de
laatste zelfs nog meer dan de eerste bevinden
zich op het oogenblik in dringende geldverlegen
heid, kunnen nauwelijks hunne soldaten betalen
en zullen ongetwijfeld later de buitenlandsche
officierendie in hun dienst verminkt zijn ge
raakt of hunne gezondheid verloren hebben,
zonder medelijden uit hun land jagen om elders
hun brood te bedelen. Daarenboven wedijveren
beide volken in haat en verachting tegenover
vreemdelingendie zij slechts met tegenzin of in
't geheel niet verkiezen te gehoorzamen. Dat alles
maakt voor een Duitsch officierdie eenig eerge
voel bezithet verblijf en zooveel te meer den
dienst bij het Turksche of Servische leger aller
onaangenaamst zoodat men zich zijne in dienst
treding spoedig bitter zou. beklagen.
(Prijs der plaatsing 30 cent per regel.)
De Phosphorzure KaSkslroop van de
heeren GEIMAULT Cie., Apothekers te Parijs,
is niet alleen een geneesmiddel, hetwelk men door
ervaring steeds tegen borstziekten, hoesten, ver
koudheid, zinkings aanwendt, maar tevens een
heelmiddel der hoogste oudheid. Men behoeft
slechts dit preparaat in zijn gebruik met andere
van dien aard te vergelijken, om het een wel
verdiende voorkeur te schenken, hetgeen de
geneesheeren dan ook doen. Door den invloed
dier Siroop vermindert de hoest, het akelig