N°. 171. 119e Jaargang. 1876. Vrijdag 21 Juli. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiên20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.; van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitje C°. te Brussel en Par ij s. Middelburgi 20 Juli, FEUILLETON.. Isola Bella. lilIDDELBUROSCHE COll De heer J. W. H. Butgers van Bozenburg, oud lid der tweede kamer voor Haarlemmermeer, brengt in een belangrijk artikel in het Vaderland de droogmaking der Zuiderzee ter sprake. Warm voorstander van het grootsche werk, waarschuwt hg echter tegen oppervlakkige berekeningen en ongegronde verwachtingendie slechts tot teleur stelling zouden kunnen voeren. Deze reusachtige droogmaking is met geen enkele, welke tot dus verre in ons land werd ondernomen, te verge lijken en men dient zich dus wèl rekenschap te geven van wat men onderneemt en niet door ver gelijkingen, welke geen steek houden, zich tot onjuiste becijferingen laten voeren. Zoowel de concessie-aanvragers als de staat schijnen er op te rekenen dat de 176,000 hectaren land meer dan ƒ766.50 per h. a. zullen opbrengen. Waarop grondt zich die berekening? De waarde van gronden is zeer betrekkelijk en allermeest afhankelijk van de ligging; goede hoedanigheid van den grond is wel een factor, maar niet de e enige factor voor de waardebepaling van een land, en tnsschen de waarde van een stuk grond en den prijs, waarvoor het te verkoopen is, bestaat bovendien dikwijls een groot onderscheid. Het is waar dat de gronden in den Alexander- polder en bet IJ van f 1000 tot 2700 per h. a. opgebracht hebbendoch men vergete niet dat tel kens kleine hoeveelheden, nooit meer dan vijf a zeshonderd hectaren tegelijk en telkens met tus- schenpoozen van een half jaar, geveild werden. Toen de staat daarentegen 17,000 hectaren inden Haarlemmermeerpolder in 4 jaren van de hand moest zetten, daalde de prijs tot gemiddeld 500. Moesten de 176,000 hectaren van de Zuiderzee aau den man gebracht worden in den loop der 16 jaren, waarin dr. Stieltjes de onderneming voltooien wil, alzoo 11,000 hectaren jaarlijks, dan zou, vreest de schrijver, het aanbod niet alleen spoedig de vraag overtretfen, maar zouden de koopers weldra ont breken. „De gronden, het dichtst bij den voor- maligen oever, zouden aardig wat opbrengen; die verderaf gelegen allengs minder, en voor die meer naar 't midden zouden binnen kort kwalijk koopers te vinden zijn." Bovendien zal de arbeidsvraag zeer moeilijk op te lossen zijn. Nu reeds is in alle takken van nijverheid, het meest bij den landbouw, gebrek aan handen. „Levert dit in kleine droogmakerijen reeds bezwaar op, in de grootere, waar het centrum 3. Naar 7iet Duitsch van Arthur Stahl. Vervolg.) „Het was een geheel jaar, Cesare. Geen uwer vrienden weet waar ge het doorgebracht bebt. Waar waart ge toen?" „Ik was in Duitschland." „Waar, Cesare, waar? En waarom zoo lang? Wat hield er u op? Waarom ligt er zulk een on doordringbare, geheimzinnige sluier over dien tijd?" „Wees er niet nieuwsgierig naar." „Ik wil eindelijk van dat kwellende vermoeden bevrijd zijn, Cesare," hernam zij op hartstochte lijken toon. „Is het niet genoeg, dat men geen recht op u mag hebben Het rooft mij den slaap en laat mij geen rust. Bij elke verandering van uw gelaat, bij eiken overgang van uw stem sidder ik, alsof daar de slag zou komen." Een gloeiend rood bedekte bij deze plotselinge uitbarsting het gelaat van den jongen man. „Strega," begon hij, en met dien naam deed hij te gelijk hare hevige opwelling bedaren, „indien ik blijf, kan het slechts onder éene voorwaarde zijn, namelijk dat ge nimmermeer dit punt aanroert." zooveel verder van de oude wereld af ligtneemt het in onevenredige mate toe. In den Haarlem mermeerpolder die nu 25 jaren boven water is, zijn de loonen nog veel hooger dan ergens elders binnen onze grenzen; hoe het dan gaan zal in den tienmaal grooteren Zuiderzeepolder valt daaruit af te leiden. „Droogmaking van de Zuiderzee is daarom geen gewoon ingenieurswerkdeze vreedzame verovering eischt haar eigenaardige vreedzame strategiezij is meer dan een technischeen sociaal kunststnk; een operatieniet voltooidals de plas afgemalen, de zee in een vruchtbare steppe veranderd is; maar eerst dan wanneer dit brokstuk tot een samenhangend deel van den Nederlandschen staat is herschapen en opgevoed." Men moet daarom meer nog denken aan het koloniseeren dan aan het verkoopen. „In deze twaalfde provinciewaar gedurende de eerste halve eeuw bijna alleen landbouwers en hand werkslieden wonen, waar handel en nijverheid, voor zoover die niet direct van en voor den land bouw bestaanonbekend zullen zijn waar roerend kapitaal niet te vinden iszullen niet alleen scho len raadhuizen en alle mogelijke gebouwen voor den publieken dienstmaar ook kerkenherber gen en voor al zijn ambtenaren woningen door den staat moeten worden opgericht, spoor- en rijwegen worden gemaaktdorpen en steden aan gelegd dag-week- en jaarmarkten ingesteld en aangemoedigd; in 't kort, voor een verzameling van menschen moet een maatschappij worden ont worpen en pas gemaaktgelijk die overal elders door en overeenkomstig de behoeften zich ont wikkelde." Uit deze beschouwingen trekt de heer Butgers de volgende moraal. „De Hollandsche natiedie op dit gebied haar sporen niet meer te verdienenmaar groote din gen verricht heeft eu rijk genoeg iszette de kroon op alle vroegere droogmakerij werken door het meer Flevo te doen gaan den weg van de Haarlemmermeer en zooveel andere plassen. Slagen zal zijhet staat vasten wat het kosten moge, het kan slechts geld zijn, geen bloed. „Doch zij meene niet een goede financieele ope ratie te doen ot te kunnen volstaan met bedijken, uitpompen en verkavelend. i. 10 maal hetgeen voor de Haarlemmermeer gedaan is. Zij moet han delen met volle bewustheid van het gewicht der taakdie zij gaat ondernemenmet een helder overzicht van de campagne, die zij openen wil, en niet alleen met den wil om te veroveren, maar tevens voorbereid om de oorlogskosten en zorgen en alle vereischte opofferingen blijmoedig te dragen." Dit bracht haar toorn weêr aan 't zieden en deed haar meer zeggen dan zij oorspronkelijk voorne mens was geweest. „Ik kan zoo niet leven riep zij uit„ik wil niet altijd heen en weêr geslingerd worden tusschen hoop en vrees, tusschen blijdschap en verdriet. Kan ik ooit in vertrouwen berusten, ooit een uur gelukkig zijn „Gelukkig? Wie is gelukkig? Wie heeft ooit de gouden vrucht in de hand gehad, zonder de slang te zien naderen? Wien is de beker met den bedwelmenden drank niet van de lippen gerukt? Geluk! Slechts hij die een korten tijd heeft ge droomd, die gevoeld heeft dat het geluk, hetwelk de menschen onder duizend vormen najagen, slechts onder éen vorm werkelijk aanwezig is, hij die zelf daar om gestreden heeft als om het leven, die het dan eenige weinige zalige minuten heeft gesmaakt, die kent het geluk, maar te gelijk ook de smart. Ja, prinses, ge zoudt geen uur lang uwe pijn tegen de mijne willen verruilen." Wederom verscheen de eigenaardige uitdrukking op haar gelaat, die dit zoo aantrekkelijk en te gelijk zoo raadselachtig maakte. Zij zeide niets meer, alsot zij meende dat er woorden- genoeg verspild waren, maar trok hem door de laurierlaan voort naar eene kleine rotonde die op kolommen rustte en van wier divans men het feest op zijn gemak beschouwen kon. Het gezicht, dat men van deze plaats had, was tooverachtig schoon. Het was geheel donker ge worden en zij overzagen de benedengedeelten van den tuin, die zich tot aan het meer uitstrekten. lu de gisteren avond alhier gehouden jaarlijk- scbe algemeene vergadering der vereeniging Uit het volkvoor het volk is het verslag uitge bracht van den toestand der vereeniging, dat zal worden gedrukt en aan de leden rondgezonden. Hoewel de toestand bevredigend is, heeft de ver eeniging, wier goede werking veelzijdig wordt erkend, echter dringende behoefte ook aan mate- vieelen steun, daar het onmogelijk is de vele uit gaven voor verschillende ondernemingen te dekken door de daaruit voortvloeiende inkomsten. Met het oog daarop was het voor het bestuur .vooral aangenaam te ondervindendat de vereeni ging meer en meer sympathie geniet ook onder de volksklasse en er daaronder worden gevonden, die zich wel eenige opofferingen willen getroosten om de vereeniging te steunen. Een der leden drong er daarom op aan vooral zooveel mogelijk het in het vorige jaar genomen besluit ter alge meene kennis te brengen, dat ieder als donateur kan worden aangenomen, die zich verbindt tot eene jaarlijksche contributie van minstens f 1, waaraan echter geen rechten verbonden zijn. Door een ander lid werd, met het oog op het geringe bezoek aan de in dezen winter gehouden tentoonstelling van plaatwerken te beurt gevallen, de wenschelijkheid uitgesproken dat pogingen zou den worden aangewend tot ontwikkeling van het aesthetisch gevoel bij het volk. Het bestuur ver klaarde zich bereid dit en andere aan haar oor deel onderworpen denkbeelden in overweging te nemen. Tot leden van het bestuur zijn benoemd in plaats der periodiek aftredende leden J. J. Wor rell en mr. P. Boetert Tak Ez., de heeren G. Knol en J. C. van der Hell en in plaats van het over leden lid p. Krijger, de heer W. J. N. Landré. De uitslag der verkiezingen voor leden van gemeenteraden is geweest als volgt: Fort Bath. Aantal kiezers 13uitgebrachte stemmen 10; herkozen de aftredende leden D. Windhorst met 8 en W. G. van Baaien met 7 stemmen. Op den heer W. van Strien waren 3 stemmen uitgebracht. Billand. Aantal kiezers 39uitgebrachte stem men 26; herkozen de aftredende leden P. Bruijn- zeel met 22, J. Wondergem met 18 stemmen. Gekozen in plaats van het aftredende lid J. Blok jr. die verzocht had niet meer in aanmerking te komen, de heer Jacobus Blok met 15 stemmen. Op den heer Joh. de Jager waren 9 stemmen uitgebracht. Duivendijke. Aantal kiezers 34uitgebrachte stemmen 22; herkozen de aftredende leden J. W. Kooman met 21P. Priemus met 15 stemmen. Bengaalsch vuur gaf het sein tot de illuminatie en het vuurwerk. Zonnen, vuurpijlen en zwerm potten flikkerden en knetterden aan alle kanten, en de festoenen van roode lampions, van boom tot boom gehangen, beschenen het bonte gewoel. Overal ontwaarde men groepen in veelkleurig gewaad, schoone meisjes, friseh gebouwde knapen, allen vol leven en beweging rondom een bekranst wijn vat, waaruit hun de feestdrank werd toegediend. Op het meer vertoonden zich tallooze papieren lantaarns, op met vlaggen getooide gondels, uit welke nieuwsgierigen het blijde tooneel aanzagen. Vóór den tuin lag een groot vaartuig, waarop een muziekgezelschap speelde. De lijnen, van dat vaartuig waren aangeduid door lampions, waarmede ook de masten tot aan den top bezet waren, in de hoogste mate een fantastisch schouwspel. Aan de zijde, naar het land toe, had men het naamcijfer van Lady Stuart in een stralende zon aangebracht. De villa zelve was eveneens prachtig geïllumineerd. De Italiaansche bouwkunst leent zich met hare kolommen, hare bevallige lijnen, hare beelden en hare dakbalustrades uitmuntend voor de schoonste lichteffecten. Het feest bleef tot ver in den warmen nacht voortduren. En terwijl hier alles blijdschap en licht was, lag daar aan de overzijde het eenzame huis in de diepste stilte. De maan dreef heen boven den tuin waarin geen geluid zich booren liet, de bloemen wiegelden droomerig op hunno stengels, en op het balkon stond eene jonge bleeke vrouw, starende op het meer. Door burgemeester en wethouders van Vlis- singen wordt bij publicatie dank betuigd aan alle ingezetenenhetzij behoorende tot de schut terij de brandweerals anderszinsdie bij den onlangs plaats gehad hebbenden brand op de Pottekaai door hunne krachtdadige hulp dien brandwelke een dreigend aanzien hadzoo spoedig hebben doen blusschen. Aan het Handelsblad meldt men het volgende uit Vlissingen Tot nadere aanvulling van het berichtbetref fende de afstraffing van een matroos aan boord van den monitor de Adder, te Vlissingen, diene dat de patient een jongen van 15 a 16 jaren was, die zich herhaaldelijk ongevoelig had betoond voor andere straffen en zich aan moedwillige overtre dingen schuldig maaktewaarvoor hij twaalf sla gen met een eind touw ontving. Tegen eenige werklieden is proces-verbaal opgemaakt wegens hoogst ongepaste beleedigende uitdrukkingen, welke zij zich bij die gelegenheid tegen den kommandant van de Adder veroorloofdenofschoon deze zijn bevoegdheid natuurlijk geenszins te buiten is Naar aanleiding van dit bericht meldt men aan de N. B. Ct. dat aan het departement van marine eene speciale commissie bezig is met het bewer ken van een stratwetboek, voor de zeemacht, waarin geen lijfstraffen voorkomen. Volgens eene mededeeling van de maatschappij Nederland zal het stoomschip Madura, behoo rende aan de maatschappij Java, voor rekening der eerstgemelde maatschappij den 22en Juli a. van het Nieuwediep rechtstreeks naar Batavia vertrekken. De correspondentie, welke men met die gelegen heid wenscht te verzenden, behoort den 22ea Juli per tweeden trein aan den Helder aangekomen te zijn. In verband met bet gelijktijdig vertrek uit Botterdam naar Padang en Batavia van het stoom schip Hampton, is op het adres der brieven enz. te vermelden met welk stoomschip afzenders de verzending verlangen. Bij beschikking van 10 Juli 1876, n° 69, 12e afd., is aan K. Smit, te Krimpen a/d Lek, tot wederopzegging, vergunning verleend voor een stoomsleepdienst langs de rivieren in de provincie Noord-Brabant, Gelderland, Zuid Holland en Zee land. Bij den raad van state is gisteren ingekomen 's kouings beslissing in de zaak van den oud-mi- II. Genua heeft misschien beter dan eenige andere stad van Italië den rang gehandhaafd, dien het eenmaal aannam. Als stad schooner dan Napels, kan men zich niets indrukwekkender en groot- scher voorstellen; het is als eene Grieksche stad aan den oever van den Oceaan of als de half fabel achtige steden van het Oosten. Niet vervallen, gelijk de paleizen van Venetië; staan daar nog die kolossale marmeren gebouwen, die portieken met zuilen, die onvergelijkelijke gevel van het paleis der doges, die kerken en die wo ningen der grooten. Maar in geen andere Btad vraagt men zoozeer met verwondering boe de stad haar karakter zoo goed bewaren en de bevolking het zoo verliezen kon. Waar zijn de fiere ge slachten van den voortijd gebleven? Dat zij Venetië verlieten, toen dit onder vreemde heerschappij kwam, is te verklarenmaar Genua handhaafde, toen het als republiek in macht daalde, zijn rang nog onder de steden van Italië. Het is onmogelijk zich een grooter contrast voor te stellen dan tus schen de menschen en de stad. In de paleizen worden winkels gehoudengeen dame ontmoet men te voet op de straat; de schouwburgen worden slechts door vreemden bezochtde officieren loopen in verwaarloosde uniformen, alsof zij nog dien zelfden avond naar eene andere plaats zouden in gescheept worden; geen flaneurs, geen dandies ontwaart men, volstrekt niets van hetgeen een stempel van voornaamheid op andere steden drukt. Op de straten is het druk, maar het is handels-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1