Teiegraphische berichten,
f 7.15; Arnemuiden f 7.774; Biggekerke f 3.46;
Domburg 4.324; Grijpskerke f 5.564Koudekerke
27.274; Melis- en Mariekerke f 7; Middelburg
f 154.81; Nieuw- en St. Joosland 6; Oostkapelle
f 16.64Oost- en West-Souburg f 13.80; Eitthem
f 5.514; Serooskerke f 14.154; St. Laurens 6.18;
Veere 4.274; Vlissingen f 26.164; Vrouwepolder
f 7.284; Westkapelle f 7.41 en f Zoutelande f 4;
samen f 328.784.
Volgens een nader bij de regeering
ontvangen telegram betreffende het vergaan
van het stoomschip „Luitenant-generaal
Kroesenzou de helft der opvarenden
Dehooren de majoor Boom.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Marine en leger.
Koloniën.
Het vertrek der vier eerstvolgende stoomschepen
der maatschappij Nederland naar Oost-Indië, uit
het Nieuwediep, is bepaald op den 5™ Augustus,
den 2ett September, den 30™ September en den
28en October dezes jaars.
Blijkens ministerieele kennisgeving in de Staats
courant van heden bestaat er gelegenheid tot ver
zending der correspondentie naar Nederlandsch-
Indië, door middel van het stoomschip Hampton
van de „Botterdamsche Lloyd"waarvan het ver
trek uit Botterdam op den 22™ Juli a. is bepaald.
Behalve voor Batavia zal er met deze gelegen
heid mede eene brievenmaal naar Padang worden
verzonden.
De gedrukte stukken en monsters van koopwa
ren, bestemd om met deze gelegenheid te worden
verzonden behooren uiterlijk in den avond van
den 21™ Juli en de brieven den daaropvolgenden
dag, 's morgeus vóór 10 uren, te Eotterdam aan-
gekomen te zijn.
De Staats-courant van heden bevat de wetten
van den 28™ Juni jl. tot aanvulling der wet van
31 December 1875 (Staatsblad n° 253), houdende
aanwijzing van de middelen ter goedmaking van
de uitgaven, begrepen in de staatsbegrooting' voor
het dienstjaar 1876tot vaststelling van uitgaven
wegens verstrekkingen door het departement van
marine, dienst 1876; tot wijziging der begrooting
van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1876
(Hoofdstuk I, uitgaven in Nederland en middelen
en inkomsten in Nederland)en die tot bekrach
tiging van credieten door den gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indië, voor het dienstjaar 18V4
geopend boven de begrooting van Nederlandsch Inrïië
vastgesteld bij de wet van 27 November 1873
(Staatsblad n° 177) en gewijzigd bij de wet van
3 Juni 1875 (Staatsblad n° 105).
A ctylki pujuocl fl-üw arilr
Te Vlissingen is heden binnengekomen de stoom
boot Schol tengezagv. Janzen komende van
New-York.
pensioenen. Pensioen verleend aan mr. P. Elias,
gewezen raadsheer in den hoogea raad der Ne
derlanden, ten bedrage van 13034 's jaars, en aan
H. W. Wijmansgewezen adjunct-kommandant
voor den arbeid in het huis van correctie te
Hoorn, ten bedrage van f 1234 's jaars.
onderscheidingen. Toestemming verleend aan
N. H. A. Janssen, te Botterdam, tot het aanne
men en dragen der versierselen van kommandeur
der Christus-orde hem door Z. M. den koning
van Portugal geschonken.
registratie. Benoemd tot bewaarder der bypo-
gaarden van Armida vergeleken worden. De eene
villa grenst aan de andere en daarachter verheffen
zich de veelbelovende wijnbergen. De dorpen,
schilderachtig op de groene oevers gestrooid,
schijnen met hunne kerken en huizen als ter be
scherming tegen de bergwanden te leunen, terwijl
de vooruitspringende terrassen der huizen hun
voet in het water baden. Onmiddellijk bij het
levendige Stresa strekt zich in majestueuse kalmte,
ver en blauw, het Zwitsersche hooggebergte met
de sneeuwtoppen van den Gothard uit, sluit er
den horizont af en vereenigt in wondervol contrast
liefelijkheid met grootschheid.
In de bocht liggen, als drijvende lotusbloemen,
in eene atmospheer die met oranjegeuren vervuld
is, de tooverachtige eilanden met hun tropischen
plantengroei.
Coquet en feestelijk, zich altijd spiegelend, zich
sierlijk opheffend en met beelden getooid, ligt in
het midden Isola Bella of het Schoone Eiland.
Slank en wit rijzen de tien terrassen uit het groeu
op, steeds kleiner wordende en achteruitspringende
getooid met bloemen, als het gepoederde hoofd
eener markiezin van het ancien régimealles ge-
ocht en gekunsteld maar niét zonder gratie, altijd
geparfumeerd eu altijd over het meer balsem
geuren uitstralende.
Daarnaast ligt in eenvoudige, natuurlijke schoon
heid Isola Madre, het Moeder-eiland. Prachtige
hoornen beschaduwen zachte grashellingen, en ter
wijl hier de kunstmatige versiering van beelden
en vazen ontbreekt, zijn in de plaats daarvan alle
theken het kadaster en de scheepsbewijzen te
's Hertogenbosch, J. P. de Vassy, thans inspecteur
der registratie en domeinen van de eerste klasse;
te Zwolle, J. W. A. Boijaards, thans ontvanger
der registratie en domeinen te Gouda.
posterijen. Benoemd tot directeur van het post
kantoor te BarneveldH. F. L. Klippink, thans
commies der posterijen van de tweede klasse.
mariniers. Bevorderd tot leo luitenant bij het
lrorps mariniers de 2e luitenants bij dat korps
J. E. J. P. Cambier, B. P. A. van Bees en M.
A. G. de Petit; en tot kapitein-kwartiermeester
2e klasse de le luitenant-kwartiermeester J. Allot.
Benoemd tot kapitein 1" klasse, administrateur
van kleeding bij het korps mariniers, de kapitein-
administrateur van kleeding bij dat korps W. H.
de Lozanne.
leger. Blijkens een in de Staats-courant van
heden voorkomende verbeterde opgave zijn bij
het wapen der infanterie tot 2™ luitenant be
noemd: bij het 2e regiment de cadet W. A. E.
Mansfeldt; bij het 6e regiment de cadet A. W.
Noorduyn bij het 7e regiment de cadet L. Ch.
van den Brandeler allen herkomstig van de ko
ninklijke militaire academie.
Benoemd tot directeur der hoogere burgerschool
te Deventer dr. J..Sirks; tot directeur der bur
ger avondschool aldaar mr. H. ter Haar Bzn.
Bij het amissie-examen voor de le klasse der
rijks-landbouwschool te Wageningen zijn toege
laten de jongelieden Busscher, Onnes, Koppius en
Zijlker, allen uit Groningen, Anema uit Friesland
en voorwaardelijk Eijken Sluiters uit Amsterdam.
De heer P. Voerman, hulponderwijzer aan
de school voor Christelijk uitgebreid lager onder
wijs te Vlissingen, is benoemd tot hoofd-onderwijzer
aan de Christelijke school te Emmikhoven.
De luitenant ter zee l8 klasse W. J. H. de
Kanterdienende als le officier aan boord van
Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam, wordt met den
20™ Augustus a. op nonactiviteit gesteld en met
den 21™ daaraanvolgende vervangen door den
luitenant ter zee le klasse J. A. Vening.
De officier-machinist 2" klasse A. Jongkees
wordt met den 1™ Augustus a. geplaatst op 's rijks
werf te Amsterdam.
Aan een onder dagteekening van 20 Mei jl.
stand van zaken aldaarworden de volgende
mededeelingen ontleend
„Men zegt, dat de vijand het plan heeft om
zich niet meer op onze versterkingen te werpen,
maar om de ons onderhoorige bevolking der IV
en VI Moekims te attaqueeren.
„Ik verwacht evenweldat Habib Abdoel Each-
man zijn strijders wel tegen onze zuider- en ooster-
liniën zal keerente meer nu de toegangen tot
de IV en VI Moekims na het bezetten van een
punt bezuiden Biloel den vijand zoo niet onmoge
lijk dan toch uiterst moeilijk gemaakt zijn. Is
het werkelijk waar, dat de laatst aangevoerde
hulptroepen zonder proviand hier zijn gekomen,
wat met het oog op den verren afstand niet onaan
nemelijk is, dan verwacht ik niet, dat wij lang
last van hem zullen hebben. De rijstoogst is
toch over 't algemeen slecht uitgevallen in Atchin,
en te oordeelen naar de algemeen ontvangen be
richten en de verschijnselendie hier zijn waar
wonderen van de tropische wereld met de bekoor
lijkheden der Italiaansche natuur vereenigd. De
fantastische witte bloemen der magnolia's wie
gelen tusschen het glanzige groene loof, de tortel
duiven kirren in de kruinen der laurierboomen,
pauwen wandelen met haar groengouden gevederte
over de kiezelpaden, en tusschen de trillende bla
deren door ziet men overal het blauwe meer. Er
heerscht tusschen dat loof eene geheimzinnige
schemering, een plechtig zwijgen, niet verstoord
door het gedruis der menschen-wereldtusschen
het lichtte geruisch der bladeren hoort men slechts
het rythmus gekabbel der golfjes. Des avonds
rijzen witte nevelen als omhulde vrouwengestalten
uit het meer op, om onder de cipressen hare gees-
tendansen uit te voeren.
Het derde eiland, Isola Pescatore of het Vis-
scherseiland, is daarentegen het tafereel van het
volle leven. Geen plekje heeft men er ongebruikt
gelaten, het eene huis schaart zich bij het andere
rondom het kleine kerkje, geen handbreed van den
grond is er voor sieraad of tuin afgezonderdkin
derstemmen, luid gepraat, allerlei gedruis ver
vullen de luchtde reuk van visch en teer heerscht
alomaan den oever zitten de mannen hunne netten
te breien, en de vrouwen zijn met het spinrokken
bezig of staren gedachteloos over het meer.
Hoe prozaïsch het Vissehers-eiland ook zijn moge
in vergelijking met de beide andere voorname
eilanden, als contrast mocht het niet met stilzwijgen
worden voorbijgegaan, want niets is beter in staat
om de schoonheid dier andere te doen uitkomen.
genomenis de vijand lang niet overvloedig van
dat voedingsmiddel voorzien."
Eenige nadere opheldering>an dit rapport geeft
het volgende bericht in de Samarangsche courant
„Een nader telegrafisch bericht van Atchin be
vestigt den gunstigen uitslag van den tocht der
drie kolonnes. Het doel is bereikt. In het be
zetten van Biloel-zuid is een afsluitingspunt ge
vonden. Daar Biloel reeds ons zuidelijkste punt
was, zoo is de nieuwe post niet een tusschen
twee bestaandemaar een nog verder vooruitge-
schovene. Waarschijnlijk is de bedoeling met dezen
nieuwen post onze postenketen aan te sluiten aan
het gebergte en zoo het verloop te beletten van
het volk der XXII Moekims onder het gebergte
langs naar de IV Moekims.
„De generaal Wiggers van Kerchem schijnt bij
die manoeuvre in persoon het bevel te hebben
gevoerd en de geheele tocht in drie a vier dagen
te zijn afgeloopen. Geen verliezen van manschap
pen zijn geleden. Het is een merkwaardig ver
schijnsel dat deze eerste aanvallende beweging
weder zoo weinig tegenstand heeft ontmoet. Zoo
dra wordt er van onze zijde niets ondernomen,
dadelijk is de vijand weder voor de versterkingen
en maakt gebruik van de rust, die onze troepen
zich gunnennaar het schijntdikwijls ten koste
van de hoog noodige waakzaamheid.
„Van Gedong en Samalanga, een uitgestrekte
landstreek op de Oostkustis Habib aangekomen
met 2000 man hulptroepen. Wel een bewijsdat
de vijand niet van plan is zich rustig te houden.
Te Merdoeeen der inlandsche staten op de Oost
kust ten noorden van het gebied van Salamanga,
i3 een burgeroorlog uitgebroken.
„Door de beëediging van de hoofden van Looug
en Lepong uit de IV Moekims is nu die geheele
landstreek aan ons gezag onderworpen."
De Nederlandsche gezant te Brussel, baron
Gericke, bevindt zich op het oogenblik met zijne
echtgenoote in het badhotel te Scheveningen.
Te Leiden is een gefailleerd commissionair in
effecten N. H. de Graaf genoemd, voortvluchtig,
wiens passief, naar men aan de N. Bott. Ct. meldt,
tusschen de vijf a zes ton bedraagt.
Door drie deskundigen is naar de oorzaak
van het instorten van het huis van H. Broekmeijer,
in de Spaarnwouderstraat te Haarlem, onderzoek
gedaan. Daaruit blijkt, dat de fundeering van het
ingestorte perceel in zeer slechten toestand ver
keerde; dat de vorm van de fundeering zelfs niet
te herkennen was; dat de grondslag van het
ingestorte perceel 45 centimeters hooger was dan
die van het aangrenzende erf; dat de op dit
erf geeraren fundamontsleuf eene diente heeft van
p. m. 90 centimeters, zoodat dit een verschil met
den grondslag van het perceel van Broekmeijer be
draagt van ongeveer 1.35 meter; dat waarschijn
lijk door den aandrang van den grond het boven
gedeelte van de fundeering van het perceel van
Broekmeijer is bezweken, waardoor natuurlijk de
bovenbouw van dat perceel moest volgen. Voorts
zeggen de deskundigen, dat tijdens het onderzoek
plaats had, bij het rijden van karren en wagens
in de Spaarnwouderstraat eene sterke dreuning door
hen is waargenomen, doch dat zij niet kunnen
beslissen, of zoodanige dreaning de instorting van
het perceel heeft tengevolge gehad.
In twee der provinciale raden van België,
nl. in Oost Vlaanderen en Luik, is thans een voor
stel in behandeling, om aan te dringen op een
tolverbond tusschen Nederland en België. In den
prov. raad van Limburg werd zulk een voorstel
reeds een jaar geleden aangenomen.
Een brand, die Zaterdag avond te Amsterdam
gewoed heeft, heeft de fabriek van de heeren
De ruiter, met andere gedachten vervuld, vloog
over den weg, alsof hij nog heden bet geheele
meer wilde rondrijden. De bocht, waarin de eilan
den liggen, is zeer diep en om de tegenover lig
gende plaatsen over land te bereiken, was de
omweg groot.
Telkens als hij een der vooruit stekende land
punten bereikte, van waar men een blik rugwaarts
kon werpen, hield hij zijn paard stil. De marmeren
gevel der eenzame villa was overal tusschen het
donkere groen der magnolia's zichtbaar, en hij
staarde met zulke strakke, vragende blikken daar
heen, alsof hij verwachtte dat er iets verschijnen
zou, om hem een geheimzinnig raadsel op te lossen.
'tWas geen berouw, dat op zijn gelaat te lezen
stond, maar smachtend verlangen, en toch vluchtte
hij, alsof nare gedachten hem vervolgden.
Was het eene herinnering aan het verledene, of
was 't het tegenwoordige, dat hem folterde
Het meer schitterde thans als een gloeiende
spiegel in het licht der ondergaande zon; verre
weerkaatsten de eilanden in het goudkleurige water,
waarin de boomen en de gebouwen van de oevers
zich trillend weerspiegelden.
Hij had de bocht omgereden en het huis blonk
hem nu aan de overzijde tegen. Hij hield zijn
Vlug ros weör eenige minuten staande. De witte
huid van het dier had eene rozenkleurige tint
aangenomen van de vermoeienis. Hij streelde het
den slanken hals.
L. S. de Leeuw en Zonen gedeeltelijk in de asch
gelegd.
Met zekerheid verneemt men, dat een 13jarige
jongeling J. W. B. B. den brand heeft aangesto
ken. Hij is in hechtenis genomen en heeft reeds
bekend. Zucht naar wraak, omdat hem wegens
plichtverzuim een boete was opgelegd, heeft hem
tot de daad geleid.
Men schrijft aan de Arnhemsche Ct. uit
Oud-Heusden van den 15™ dezer
„Een zwaar verlies trof heden in den vroegen
morgen onze gemeente. Onze alleszins geachte
burgemeester, de heer Malingré, was met eenige
anderen op de patrijzenjacht onder Hedikhuizen,
varende in een schuitje. Nadat hij op een eend
had misgeschoten, zeide hij tot een zijner makkers,
den heer Verhoeven, wonende teHeusden: „schiet
gij nu", waarop de heer Verhoeven antwoordde
„buk u", waaraau de heer Malingré onmiddellijk
voldeed en eenige oogenblikken gebukt in het
vaartuig bleef liggenen nudenkende dat het
schot, daar het wat lang uitbleef, niet meer zou
komen, zich weder oprichtte terwijl het schot viel,
waardoor hij het volle schot in het achterhoofd
ontving en onmiddellijk overboord sloeg, doch door
den heer Verhoeven nog bij tijds gevat werd.
Spoedig aangewende geneeskundige hulp heeft
echter niet kunnen baten, daar hij eenige uren
daarna reeds een lijk was. Men kan de ontstel
tenis van de jagers, vooral die van den heer Ver
hoeven, nagaan."
Men schrijft aan het Handelsblad uit Nieu
wediep
Het afbrengen van het te Huisduinen gestrande
en zooveel besproken stoomschip „König Wilhelm"
is nu door de Engelsche ondernemers ten eenen-
male opgegevenna er zooveel mogelijk te hebben
afgehaald, is de ondernemer met zijne echtgenoote
en vrij talrijk personeel naar Huil teruggekeerd,
tot spijt van vele Heldersche en Huisduiner werk
lieden, die er gedurende een paar jaren fiksche
daghuren en uitmuntende schafting genoten.
De ondernemers hebben, tot hunne niet geringe
teleurstelling, moeten ondervinden dat 't vrij wat
moeilijker viel een schip van onze Noordzeestran
den af te brengen, dan zij dit elders op klipgron-
den gewoon waren Het bij den geringsten storm
wind invloeibaren staat verhoerende zand op ons
strand verijdelde telkens hunne ijverige pogingen.
Men leest het volgende vreeselijk, bijna
ongelooflijk verhaal in de Locomotief van 30 Mei
Hongersdood. Zondag 11. heeft zich het in de
Indische geschiedenis der laatste jaren misschien
éenig geval voorgedaan, dat een geboren Nederlander
den hongerdood gestorven is. De met rood paspoort
uit de gelederen verwij derde fuselier S. had zich
aan diefstal yan suiker schuldig gemaakt, en werd
dientengevolge voor den raad van justitie getrok
ken, doch op vrije voeten gelaten. Als verblijf
plaats werd hem de gardoewacht op Pengapon
aangewezen, maar in zijn levensonderhoud werd
niet voorzien. Toen de gewezen onderschout Pasma
daar nog in de nabijheid woonde, verstrekte deze
hem uit eigen middelen en zonder daartoe verplicht
te zijn het noodige voedsel, maar na diens vertrek
leed de man gebrek aan alles. Zondag middag
vond men hem in bedoeld gardoehuisje dood op
de balé-balé liggen.
De Prov. Gr. Ct. is van officiense zijde in
staat gesteld mede te deelen, dat de opening van
den aansluitings-spoorweg Nieuwe SchansIhrhove
voorloopig bepaald is met den aanvang van den
winterdienst op den 15en October a. s.
Dezer dagen werd te Praag eene vrouw
begraven die, in volkomen genot van gezondheid
en krachten, den ouderdom van 119 jaar had
bereikt.
Te Leuven moet eene verkiezing plaats heb
ben voor een lid der kamer van afgevaardigden.
Men ondersteltdat de regeeringspartij of de
Hij naderde Palanza en den krans van villa's,
waardoor het omgeven is. De eene tuin ligt tegen
den anderen en door de bronzen hekken ziet men
alles in bloeiende pracht. De wijnoogst was be
gonnen en vervulde de lucht met zijne geuren, en
de weg was bedekt met huiswaarts keerende ar
beiders. Zingend trokken de jongens en meisjes voort
en de rotsen kaatsten hunne liederen in echo terug.
Feestelijk richtte zich een trein van wijngaarde
niers naar den ingang van eene der schoonste
villa's.
't Is anders geen algemeen gebruik in Italië om
oogstfeesten te vieren, maar Lady Stuart, die de
villa bewoonde, gaf aan hare onderhoorigen jaar
lijks dit feest in den geïllnmineerden tuin en zag
met hare gasten van het bovenste terras het leven
dige tooneel aan.
De stoet werd geopend door een grooten wagen,
beladen met roode en witte druiventrossen, toren
hoog opgestapeld en aan de beide zijden afhangende.
Wordt vervólgd.)