Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieu ws. Marine en leger. Landbouw. Koloniën. U. RiedelL. P. van der SpilL. Steinmeier, P. Stolp en A. F. Verschuur. Van deze zijn. de heeren Steinmeier Meijeringh en Riedel civieleal de overigen militaire genees kundige studenten. De minister van binnenlandsche zaken brengt in de Staats courant van 16 en 17 dezer ter alge- meene kennisdat in de maand September e. k. gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van examensvermeld in artt. 458 en 9 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n° 59)gewij zigd bij de wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad n° 97), ter verkrijging van diplomata voor het eerste natuurkundig examen en het natuurkundig examen voor hulp-apothekershet tweede natuurkundig examenot van akten van bevoegdheid als arts, hulp-apotheker of apotheker, in art. 16 vermeld, en van tandmeester volgens de wet van 24 Juni 1876 (Staatsblad n° 117). Dag en plaats dier examens zullen nader wor den bekend gemaakt. Onze Haagselie correspond ent schrijft ons hst volgends „Al heeft Z. M. het collectief ontslag der minis ters geweigerd, de positie der ministers wordt daardoor niet gemakkelijker. Er wordt druk minis terraad gehoudenen het staat nog te bezien of de kabinets-crisis door deze beslissing van den koning tot een einde is gebracht. Indien het ministerie in zijn geheel aan blijftdan lijdt het geen twijfel of de kamer moet ontbonden worden. De houding door do regeeringen vooral dooi den heer Heemskerk, in de zitting van 16 Juni aangenomen maakt het hem en zijn ministerie on mogelijk opnieuw in deze kamer te verschijnen. Maar eene kamerontbinding is hoog spel; valt ze tegen den zin der tegenwoordige ministers uit, hetgeen ik wel durf voorspellen (want do districten waar de liberale partij bij eene algemeene verkie zing winnen moetzijn bijna met zekerheid aan te wijzen, terwijl zij bijna niet meer verliezen kan) indien de liberale meerderheid versterkt werd, dan is de conservatieve partij voor een langen tijd uit den zadel. „Tegen kamerontbinding door het tegenwoordige ministerie bestaan echter groote bezwaren. Zij kan niet geschieden dan op een bepaald en duidelijk programmazij kan niet geschieden dan door een aaneengesloten kabinet. Aan deze beide veveisch- ten kunnen de heer Heemskerk en zijne ambtgeno ten onmogelijk voldoen. Het „de kamer wil niet medewerken om het land in staat te stellen zich te verdedigen" van 16 Juni is als motief van kamerontbinding even onhoudbaar als het „grijpen naar de rechten der kroon"na de aanneming der motie- Keuchenius numegen jaren geleden. En wil de regee ring de militaire quaestie rusten laten, dan zal ze toch evenmin het fiasco der plannen van den beer van der Heim, als den geringen steun door den minis ter van koloniën ondervonden en het voorgeval lene met het suikertractaat, als blijken van onwil van de kamer kunnen aanvoerenze zouden meer bewijzen tegen de regeering zelve. Dus dan maar weder het motief der kamerontbinding van 1867, het gekleurde-randjes-argument „de regeering, het middelpunt waaróp de oogen der natie zich met vertrouwen behooren te vestigen, geniet niet de onmisbare medewerking der kamer." Al bad de uitslag in 1867 niet geleerd hoo weinig dit ar gument vermag-, natuurlijk, want het is slechts eene omzetting van de klacht „de regeering heeft de meerderheid niet in de kamer"en het eenige passende antwoord van de natie is „ruim dan uwe plaats in voor eene regeering die wel op de meer derheid steunt"; al was dit voorwendsel in 1867 met een goeden uitslag bekroond geworden, het zou in 1876 waarschijnlijk zeer nadeelig wer ken. Want de kiezers zouden zich allicht zeker Nieuwere talen, door eene Duitsche en twee Fransche leeraressen. Oude talen en geschiedenisdoor een hoogleeraar en vier leeraressen. Natuur- en scheikunde, door een hoogleeraar. Algebra, hoogere en lagere meetkunst, drie hoeksmeting en rekenkunde door eene leerares en twee dames-assistenten. Sterrekunde, door eene leerares. Wijsbegeerte, door den hoogleeraar-president. Teekenen, door een leeraar. Muziek, door een leeraar en tien onderwijze ressen. In het gebouw bevindt zich eene uitgestrekte boekenverzameling en eene leeskamer, waar dag bladen en tijdschriften van verschillende richting in allerlei taal gevonden worden. De bijgebouwen bevatten eene kunstverzameling met afgietsels en copieën van de beste en beroemdste meesterwer ken, benevens rijk voorziene kabinetten voor alle vakken van wetenschap. Het sterrekundig obser vatorium, een fraai gebouw dat onder het beheer staat van de leerares miss, Maria Mitchelleene knappe vrouw van middelbaren leeftijd, bevat, behalve andere instrumenten, een der grootste telescopen van de Yereenigde Staten, met een objectiefglas van 12jj duim middellijn en eene lengte tot het brandpunt van 16 voet 3 duim. De geest der studiën is in Vassar-College, gelijk uit het voorafgaande trouwens blijkt, zeer ernstig en degelijk. Die geest wordt er in gehouden niet slechts door hen die aan het hoofd der inrichting votum van wantrouwen en scherpe afkeuring her inneren, in het najaar van 1875 over de regeering uitgebracht, niet door die onhandelbare en on volgzame tweede kamer maar door de eerste kamer der staten-generaalbij ieder Nederlander bekend als eene ernstige vergadering, die, vrij van kleine politieke berekeningen en parlementaire taktiek, de zaken om de zaken, niet om de perso nen of om politieke bijoogmerken beoordeelt. Wie van de eerste kamer bet getuigschrift ontvangt van ,,'s lands belang niet behoorlijk te hebben be hartigd" mag dubbel voorzichtig zijn in het inroe pen van de uitspraak der kiezers, wanneer hij het vertrouwen van de andere kamer niet blijkt te genieten. Het tweede bezwaar tegen kamerontbinding door het tegenwoordig ministerie is gelegen in den geringen samenhang van het kabinet. Zijn er on der de zeven ministers die dolgraag blijven willen, er zijn er ook die weg willen en weg zullen, hetzij (gelijk de heer van der Heim) omdat zij eindelijk zien dat hot toch niet gaat, hetzij (gelijk de heer van Goltstein) omdat ze meer last en geschiktheid hebben voor het leven en gentïlhomme campagnard in Gelderland dan voor het bureau- en minister leven hetzij ook (gelijk de heer Klerck) uit baloorigheid omdat ze gefaald hebben in den arbeid, dien ze in een vloek en een zucht meenden te- zullen volbrengen. Vallen deze drie weg, dan blijven alleen de heeren Heemskerk en van Lijnden (met de ministers van buitenlandsche zaken en marine) over, de twee ontbiuders van 1868 dus. Maar nu gaat het toch niet aan met twee man eene kamer te ontbinden en het gansche land in rep en roer te brengen. En aanvulling van het ministerie om dan terstond aan 't ontbinden te gaan, ook dit is een gevaarlijk bestaan. Niet iedereen is zoo volgzaam en op de portefeuille belust als de heer Wintgens in 1868 bleek te wezen, die het geheele verleden van het kabinet mede voor zijne rekening nam, cn terstond met zijne nieuwe ambtgenooten aan 't kamerontbinden ging. Daartoe zullen in de tegenwoordige omstan digheden alleen enkele bepaald reactionaire mannen bereid gevonden worden, en hunne toetreding zou waarlijk de vruchten der ontbinding voor het ministerie-Heemskerk niet smakelijker maken. „En wil men niet ontbinden, dan is er maar éen andere uitweg, die echter voor het ministerie- Heemskerk niet aanlokkelijk is. Daar de premier niet meer met de tegenwoordige tweede kamer kan werken, dient een van beiden uit den weg te gaan. Ontbindt men nu de tweede kamer niet, dan zal het ministerie eene wijziging dienen te ondergaan, waarbij met hen die weg willen ook de beer Heemskerk aftreedt, en de heer van Lijnden, die 't best van alle ministers met de kamer over weg kan, de reformateur van het kabinet is." registratie. Benoemd tot ontvanger der regis tratie en domeinen te Kampen W. F. Mensing, thans ontvanger der registratie en domeinen te Heusden. steenkolenmijnen. Benoemd tot commissaris des konings voor de domaniale steenkolenmijnen te Kerkradeprovincie LimburgE. van der Eist, ingenieur der mijnen. belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen in- en uitgaande rechten en accijnsen te Groenlo c. a.J. A. Bentinck thans ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Bladelc.a. Benoemd tot ontvanger te Aalten P. L. B. J. Oosterbaan thans verificateur der tweede categorie voor den actieven dienst der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Venlo; tot ontvanger derzelfde middelen te Borculo c. a. P. A. Broers, thans ontvanger der directe belastin gen en accijnsen te Zundert o. a., en tot controleur staanmaar ook door de kweekelingen zei ven. Men heeft ondervonden dat telkens wanneer er sprake was aan een of ander vak meer uitbreiding te geven of om op de examens strenger eischen te stellen, van de kweekelingen de krachtigste onder steuning daarvan uitgingi" Zoo meldden zichtoen de gelegenheid tot het verder voortzetten der studiën in de hoogere wiskunde het eerst open gesteld werd, van de vijftig kweekelingen in de wiskundige klasse dadelijk 27meer dan de helft alzoo, uit eigen beweging daartoe aan. Niettemin gaat van bet vrouwelijk karakter der kweekelingen in Vassar-College weinig of niets verloren. De geest van pedanterie, die in andere middelpunten van wetenschappelijke ontwikkeling vaak gevonden wordt, is er even onbekend als de onvrouwelijke manieren, waardoor sommige dames-studenten in Europa het hooger onderwijs voor vrouwen in slechten roep hebben gebracht. De jonge dames in Vassar-College zien er niet uit als vogelverschrikkershalf man half vrouw, gelijk de dames-studenten in Zurich. Evenmin onder scheiden zij zich door de excentrieke kleederdrach- teu, door welke sommige „geëmancipeerden" in Europa de gedachte opwekken aan krankzinni gen, of aan wat ergers. Het artikel „strikken en kwikken" is in Vassar-College volstrekt niet onbekend. Maar het bekleedt in het leven der kweekelingen niet meer de hoofdzaak. Het waar achtig vrouwelijk karakter kan, dunkt ons, daarbij niet anders dan winnen. „Onze inrichting, schreef Matthew Vassar derzelfde middelen te Leeuwarden J. A. van den Driesthans controleur der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnaen te Dockum. leger. Op verzoek eervol ontslag uit den mili tairen dienst verleend aan den officier van gezond heid 2» klasse J. M. Vorst; alsmede aan den met verlof hier te lande teruggekeerden luitenant-kolo nel der infanterie van het leger in Nederlandsch- Indië H. Termijtelen, met ingang van 1 Augustus a., met toekenning van pensioen. koloniën. Benoemd tot hulpprediker bij de in- landsche Christengemeente in Nederlandsch-Indië P. J. Pennings, evangelist te Hansweert, en N. Rinnooygewezen zendeling te 's Gravenhage. De uitslag der overgangs-examens van de leer lingen aan de hoogere burgerschool te Ziei'ikzee op 13 en 14 dezer gehouden, is geweest als volgt le klasse 7 overgegaan, 1 herexamen, 9 niet be vorderd 2e klasse, 10 overgegaan, 4 herexamen 3e klasse, 4 overgegaan, 2 herexamen, 4 niet be vorderd; 4e klasse, 2 overgegaan; totaal 23 over gegaan, 7 herexamen, 13 niet bevorderd. Toehoorders: geheel bevorderd 15, gedeeltelijk bevorderd 3. Aan bet admissie-examen, dat op 15 dezer plaats had, is deelgenomen door 12 aspiranten voor het volledig onderwijs, waarvan 7 zijn toegelaten en door 1 aspirant over enkele lessen. Van de overblijvende 6 moeten herexamen doen: 3 in Nederlandseh; 1 in Nederlandsch en Fransch; 1 in Fransch en wiskunde; en 1 in Fransch. Van de zeven aspiranten die te Kampen exa men aflegden voor het theologisch gedeelte zijn geslaagd de heerenvan der Boom, Breitsma, A. Brummelkamp jr., Dam Kouwen en Kuiper; deze heeren zijn dus nu beroepbaar in eene der Chr. geref. gemeenten. Aan de kweekschool voor de zeevaart te Lei den zal op Maandag den 31tn dezer eene keuring plaats hebben van knapen, welke bij 'srijks zee macht een verbintenis wenschen aan te gaan. De luitenant ter zee 26 klasse D. Hordijk, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost- Indië, en van daar den 8en dezer in Nederland teruggekeerdis met dien datum op nonactiviteit gesteld. Door tussehenkomst der schoolopzieners wordt aan alle hoofdonderwijzers een brief gezonden van den heer Jongkindt Coninck, directeur der rijks- landbouwschool te Wageningen, waarin o. a. het volgende voorkomt: „Misschien kent gij in uwe gemeente een knaap, die het waard zou zijn, dat er wat meer tijd en geld en kracht aan zijne opleiding werd besteed; misschien hebben de ouders van dien knaap de middelen om hem te geven, wat zij met u wen- schelijk voor hem achten: is dat zoo, werk dan met ons mede, dat zij hem ons toezendenwij hopen hem u later terug te zenden, meer ontwik keld en te gelijk ook meer geschikt voor den practischen landbouw. Zenden nu reeds vele land bouwers hunne zonen voor eenige jaren naar eene kostschool, zeker zullen er wel ouder hen gevonden worden, die voortaan eene landbouwschool voor hen verkiezennu er eenenaar hunne eischen ingericht, tot stand komt. Helpt gij ons de belang hebbenden uitvinden. „De huisvesting en verpleging der leerlingen aan de trustees zijner stichting, heeft tot grond, denkbeeldde geestvermogens der vrouwen te ontwikkelen, ze te doen uitkomen en in het gun stigste licht te stellen, waaruit blijken zal dat die geestvermogens, in ieder opzicht aan die der mannen gelijk, voor sommige bepaalde doeleinden beter geschikt zijn dan die van het mannelijk geslacht. Ik vertrouw dat dit doel ten volle be reikt kan worden zonder de redelijke grenzen der echte vrouwelijkheid te overschrijden en zonder dat in het minst afbreuk gedaan wordt aan de innemendheid van het vrouwelijk karakter. Wij zouden ons doel missen indien deze ontwikkeling in eenig opzicht schadelijk bleek voor de edelste hoedanigheden harer sekse. Evenzeer zouden wij het missen, indien het ondoenlijk voor haar bleek hare geestvermogens, tot dien hoogaten graad van ontwikkeling gebracht, naar behooren aan te wen den. Wij zouden ons doel niet minder missen indien wij er niet in slaagden te doen blijken, dat de vrouw volkomen geschikt is om in de wereld de zegeningen te helpen verspreiden, welke de vruchten zijn van eene hooge ontwikkeling." Aan dit edele doel wijdde deze Amerikaansche parvenu zijne in het zweet zijns aanschijns ver worven schatten. kan geschieden in eene kostschool, bestuurd door een der leeraren en onder toezicht van den di recteur, of wel ln het gezin zan een der burgers, naar keuze der oudersde onkosten, daaraan ver bonden, zullen den gewonen prijs der meeste kost scholen niet te boven gaan." Een correspondent van het Samarangsche blad de Locomotief deelt de volgende bijzonderheden mede omtrent den toestand in Atchin. De voltooiing van den spoorweg schijnt werke lijk aanstaande. Over een maand reeds zal men van Kotta Radja naar de lagune te Oleh-leh kun nen sporen. Alleen heeft men nog over eene lengte van circa een half uur rails te leggen. Kolonel van der Heyden heeft blijkbaar de zaak met alle kracht aangepakter wordt flink gewerkt. Ook aan den nieuwen, bijna rechten weg van den kra ton langs Blang-Oë naar Oleh leh, welken de ka pitein der Chineezen aangenomen heeft te leggen, neemt men een bevredigenden vooruitgang waar. Het hospitaal te Blang-Oë wordt ingetrokken, en dat te Panteh Perak spoedig in gebruik gesteld. Het hospitaal te Kotta-Radja moet ook zoodra mogelijk ontruimd worden, vooral de geïnfecteerde zalen. Daaraan is echter nog geen begin gemaakt. In den kraton wordt nu de geneeskundige dienst waargenomen door éen dirigeerende le kl., éen 2e kl.3 off. van gezondheid levan welke er bin nenkort een vertrekt, en 1 off. van gez. 2e kl. Een off. van gez. le k!. heeft tevens een gedeelte van den garnizoensdienst, zoodat het wel te be grijpen is, dat de doctoren hier niet verlangen langer dan negen maanden te blijven. De lust om naar Padang geëvacueerd te worden is bij de zieken zeer gering, omdat men hen van daar terugzendt, wanneer zij pa3 half genezen zijn. Zelfs zou de dirigeerende officier te Padang een paar nog zieke officieren aangezegd hebbendat zij te kiezen haddennaar Atchin terug óf afge keurd. Bij Koeala Gighen is een sloep van het daar gestationeerde schip in de branding omgeslagen. Van de 18 man die er in zaten zijn er onder een hevig vijandelijk vuur 16 gered2 verdronken. Het vuren der Atchineezen werd uit onze daar gelegen versterking tot zwijgen gebracht. De sloep kon men niet redden van het schip af heeft men ze daarom uit elkander geschoten. Een onzer stadgenooten, die heden door middel van Naphta zijne kleedingstukken trachtte te rei nigen, heeft daardoor ernstige brandwonden aan armen en beenen bekomen. Eene alhier over straat geleid wordende koe geraakte heden middag los, holde de Markt over en kwam op de Vlasmarkt in den winkel van den heer C. terecht, waar het dier eenige schade aan richtte en gebonden werd. Dergelijke gevallen komen hier meer voor. Is het niet noodig dat het vervoer van vee met meer zorg geschiede en de politie daarop beter lette? Gisteren namiddag heeft Vlissingen een druk bezoek gehad van onze Belgische naburen. De Belgische stoomboot Sultan bracht er onge veer 200 van Antwerpen, de stoomboot, die op Wester-Schelde dienst doet, ongeveer 170 van Neuzen. Beide hadden muziekgezelschappen aan boord, doch wij hebben ze niet gehoord, daar het plaatselijk bestuur het raadzaam ge oordeeld schijnt te hebben om een optocht door de stad onder kerktijd niet toe te staan. Naar men verneemt is de uitvoering van muziek ook te Neuzen en te Middelburg geweigerd. Het Handelsblad kondigt de spoedige komst te Amsterdam aan van zekeren heer Faber, uit Kissingen, met een spreek-machine. Wat dit voor een werktuig is wordt niet nader gemeld. Het aantal aanzienlijke gasten te 's Hage is thans vermeerderd met den kroonprins van Zwe den en Noorwegen, een kleinzoon van Z. K. H. prins Frederik, en gevolgreizende onder den naam van graaf van Rosendal. De heer B. Wabeke, thans 2« klerk bij de Maatschappij tot exploitatie der staatsspoorwegen te Goes, is benoemd tot stationschef te Grouw. Naar de „Koerier" met zekerheid verneemt, is deze week voor een niet onaanzienlijk bedrag aan wissels waaronder geaccepteerde ten laste der te Apeldoorn gevestigde maatschappij voor landontginning geprotesteerd. De schuldbrieven der maatschappij in de 4 pet. leening van 10,000,000 stonden, volgens het jong ste nommer van het Weekblad van minder cou rante en incourante fondsen, op 19jf pet. De kroonprins van Pruisen is Zaterdag na middag te half vijf uit den Haag naar Berlijn vertrokkenom den te Potsdam vertoevenden kroonprins van Italië te bezoeken. Aanstaanden Woensdag wordt hij te Scheveuingen terugver wacht. De bedijkingswerken in het Hellegat onder de gemeenten Zaamslag en Boschkapelle zijn in vollen gang. Met een 120 tal werklieden 'en eenige vletters heeft men reeds verschkaden gelegd en is men aan de voorversching bezig. Hoezeer de tijd van oplevering zeer spoedig daar zal zijn, laat het zich echter aanzien, dat er niet over tijd aan zal worden gewerkt. Het plan bestaat, om binnen 14 dagen de afsluiting der grootste Kil te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2