N°. 168. 119e Jaargang. 1876. Dinsdag 18 Juli. Hoe een Amerikaanscli millionair zijn geld besteedde. Dit blad verscbijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiên; 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Franltrijk: de firma Havas, Laffite G°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 17 Juli, FBUILLiBTOlsr. DELBIRGSC Tot ons genoegen vernemen wij gunstige berich- I ten omtrent den toestand van het droge dok alhier. In eene bijeenkomst, door de ingenieurs van den waterstaat Zaterdag met den aannemer gehouden, zijn de noodige maatregelen beraamd om den doortocht, dien het water zich achter den Zuidelijken zijmuur van het voordok gebaand heeft, af te sluiten en te dempen. Van onderloopsheid der schipbrug schijnt gelukkig geen sprake te zijn. Ook verderopter hoogte van de afsluiting tusschen voor- en achterdok, die voor het oogenblik voldoende aan de eischen beant woordt, moet nog eenige voorziening aan de muren verricht worden, terwijl ook de afvoerbuis, waarmede het water door het stoomwerktuig uit het voordok verwijderd wordt, nog verbetering vereischt. Men hoopt dat het een en ander binnen betrek kelijk korten tijd verricht zal kunnen worden, alsmede dat de kosten, ofschoon aanzienlijk, niet zoo drukkend zullen zijn als aanvankelijk gevreesd kon worden. In elk geval vertrouwt men dat de exploitatie van het dok gedurende de werkzaam heden ongestoord zal kunnen voortgaan. Wij geven deze mededeelingen zooals wij ze, na van verschillende zijden inlichtingen ingewon nen te hebben, ontvingen. Onnoodig te zeggen dat wij ons zorgvuldig onthouden van alle voorba rige voorspellingen of oordeelvellingen. Het kan misschien zijn nut hebben daartegen ook het publiek te waarschuwen. Men bedenke dat het hier een nieuw werk geldtdat in het midden onzer stad, onder het oog van het geheele publiek, wordt uitgevoerd en waarvan het eerste gebruik tevens als eerste beproeving moet gelden. Onder hen die, met meer of minder onpartijdige blikken, toezien, zijn er velen die oordeelen, doch slechts zeer weinigen die daartoe de noodige kennis be zitten. Een verschijnsel, dat niet dadelijk begre pen wordt, wordt door hen te dikwijls voor eene fout of voor een ongeluk gehouden. Men bedenke tevens dat zij die het dok voor hunne rekening en risico hier oprichten, er in de eerste plaats zeiven belang bij hebben een goed dok te krijgen. Groote verontwaardiging is te Vlissingen opge wekt door eene lijfstraf, welke Vrijdag morgen aan boord van Zr. Ma. monitor „de Adder" op een schepeling werd toegepast. De ongelukkige ver- {Slot.) II. Vassar-College, te Poughkeepsie bij New-York, de hoogeschool voor vrouwen, die in 1875 haar tienjarig bestaan vierdebestaat uit een hoofdge bouw van ongeveer 500 voet lengte, van vijf verdiepingen en ongeveer 91 voet hoogte, met eene groote uitgestrektheid gronds, die tot wan delpark is ingerichten verscheidene bijgebouwen. Op iedere verdieping vindt men een gang, die 12 voet breed en 585 voet lang is en bij regenachtig weder gelegenheid tot lichaamsbeweging geeft. Deze gangen kunnen door middel van ijzeren schotten, die op rails loopen en in de steenen muren ingesloten zijn, in vijf afdeelingen geschei den worden, waardoor, ingeval van brand, het aangetaste gedeelte van het gebouw volkomen van de andere deelen kan afgesloten worden, daar deze ijzeren schotten evenals de muren op al de verdiepingen, zonder door eenig houtwerk of eenige opening afgebroken te wordendoorloopen. Het gebouw bevat niet alleen de inrichtingen yoor onderwijs, maar ook die voor huisvesting, vulde de geheele stad met zijne kreten van smart of woede. Wij hebben reeds lang geleden aangedrongen op de afschaffing dezer onmenschelijke straffen, die de aanwerving van goed scheepsvolk voor onze zeemacht belettenonze natie in de oogen van vreemdelingen vernederen en volgens het oor deel van vele zeeofficieren voor de handhaving eeuer goede krijgstucht aan boord der oorlogssche pen, overeenkomstig den geest onzes tijds, niet onmisbaar zijn. Men doet echter verkeerd met de kommandan ten der oorlogsschepen verantwoordelijk te stellen voor eene wreedheid, die uitsluitend op rekening van ons verouderd en barbaarsch strafwetboek komt. Evenmin kan men van hen verlangen dat zij met de oplegging en uitvoering eener lijfstraf wachten zullen tot hun schip buiten het oog en gehoor der burgerij is. Meent men dat er bij onze matrozen, die ook geen kinderen zijn, nog een zweem van eerbied voor hunne bevelheb bers zou overblijven, indien zij bemerkten dat er op die manier verstoppertje met de wet gespeeld werd? Is de verontwaardiging over ons menschont- eerend marine-strafwetboek oprecht, dan wende men zich tot de regeering en de volksvertegen woordiging, opdat deze weten dat het Nederland- sche volk niet langer verkiest geschandvlekt te worden door eene strafrechtspleging, welke in de middeleeuwen of op de slaven-plantages thuis be hoort. Aan die stem kan en moet gevolg gegeven worden; doch men verlange van de uitvoerders onzer wetten niet iets, wat met hun plicht in strijd is. Het Provinciaal blad van Zeeland n°. 68 bevat het volgende besluit van gedeputeerde staten dezer provincie van 14 dezer; Overwegende dat het mond- en klauwzeer bij het rundvee in Walcheren als geweken kan wor den beschouwd, waardoor de aanleiding tot hun besluit van den 29en September 1875, n°. 158 (Provinciaal blad n°. 86) is vervallen; Gezien het ambtsbericht van den provincialen veearts der le klasse, van den 4™ dezer, n°. 568; Gelet op art. 22 van het reglement betreffende den veeartsenij kun digen dienst en politie in Zeeland; Besluiten: de ontheffing, verleend in het be sluit van den 12™ Maart 1875, n°. 105 (Provinci aal blad n°. 25) en voor Walcheren met Nieuw en St. Joosland en Zuid-Beveland met Wolfaarts- dijk ingetrokken bij dat van den 29™ September 1875, n°. 158 (Provinciaal blad n°. 86), voor dat gedeelte der provincie op nieuw te verkenen, en mitsdien het eerstgenoemd besluit weder in wer king te stellen voor de geheele provincie. voeding en verpleging voor de 400 kweekelingen, met hare onderwijzeressen en al het personeel dat aan het instituut verhonden is. Als een nood zakelijk gevolg hiervan bezit Vassar-College alle inrichtingen om in zijn eigen behoeften te voorzien. Aan het bureau van den boek houder is een post-, telegraaf- en commissio nairkantoor verbonden, dat met de kantoren der stad in rechtstreeksche verbinding staat. Op een veiligen afstand van het hoofdgebouw staat een stoomwerktuig, met vijf stoomketels werkende, dat dagelijks aan het instituut 15,000 kubieke voeten gas en 80,000 gallons water levert. Door middel van ijzeren buizen, welke te zamen eene lengte van bijna 50 Eng. mijlen hebben, wordt de stoom door alle vertrekken van het hoofdgebouw en de bijgebouwen gevoerd, zoodat er in alle jaar getijden eene gelijkmatige en voldoende warmte heerscht. De huishoudelijke afdeeling van het instituut omvat de keuken, de bakkerij, de was- scherij en het huisraad. Een gedeelte van het hoofdgebouw is als hospitaal ingerichtniet slechts tot verpleging der zieke kweekelingen, maar ook voor haar die, zonder bepaald ziek te zijn, door te ingespannen studie of uithoofde van andere, op het zenuwleven storend werkende invloeden, behoefte hebben aan rust en afzondering. Op het voorschrift van de vrouwelijke geneeskundigedie aan het hoofd dezer afdeeling staat, kunnen zij in stille, net ingerichte vertrekken alles vinden wat voor haar dienstig is. Volledigheidshalve ver melden wij eindelijk nog dat, door middel van Het Weekblad van Zeeuwsch-Vlaanderen's Weste lijk deel meldt dat aan de sedert eenigen tijd te Yzendijke heerschende pokken een persoon overleden is. De drie ambtenaren op het bureau van het station der staatsspoorwegen alhier hebben aan den stations-chef den heer P. M. Ch. Simon, bij zijn aanstaand vertrek, als blijk van achting een fraai gesneden portret-album ten geschenke aan geboden. De Haagsche correspondent van het Utr. Dag blad deelt aan dat blad mede wat er tusschen Z. M. den koning en den tijdeliiken voorzitter van den ministerraad, den heer van Lijnden, besproken en voorgevallen is naar aanleiding der ministe- rieele crisis. Daar deze berichtgever niet meldt aan wie der twee genoemde hooggeplaatste personen hij zijne mededeeling te danken heeft en wij, waar het der gelijke gewichtige zaken betreft, in luistervinken of tweede-handsverhalen geen genoegzaam ver trouwen stellen, achten wij het onnoodig zijn ver haal onder de oogen onzer lezers te brengen. Hij schrijft verder dat de heeren Heemskerk, van Lijnden en Taalman Kip geneigd zijn hunne portefeuilles te behouden; dat de heer van Golt- stein die van buitenlandsche zaken, de heer 's Jacob die van koloniën, de heer van Kuik, commissaris des konings in Drenthe, die van financiën zou willen aanvaarden, en dat men voor oorlog, zoover hem correspondent bekend was, nog geen candi- daat gevonden had. Deze lijst zou den koning aangeboden worden, „in de hoop dat Z. M. te overreden zou zijn daar aan zijne goedkeuring te hechten." Vrijdag was hieromtrent nog geen beslissing genomen en of de Koning Zaterdag vóór zijn vertrek zijne uitspraak zou doen kennen, dat wist de correspondent nog niet. Intusschen is Z. M. vertrokken en is weder een nommer van het Utr. Dagblad verschenen, waarin niets naders omtrent de oplossing der crisis ge meld wordt. Daar de Haagsche correspondent van die courant er dus niets van schijnt te weten, mag men, desverkiezende, aannemen dat er ook nog niets gebeurd is. Te Botterdam circuleert een adres aan den gemeenteraadtot de onderteekening waarvan alle ingezetenen worden uitgenoodigd die bij han del en scheepvaart belang hebbenteneinde bij den raad er op aan te dringen „dat Rotterdam door het aanbieden van geldelijke hulp toone be reid te zijn mede te werken tot de bespoedigde wegneming van het tijdelijk ongeriefveroorzaakt door de verondieping in den Nieuwen waterweg". een electrisch uurwerk, overal in het gebouw dezelfde tijd aangewezen wordt en overal het gelui der klok voor het opstaan, de maaltijden, den aanvang en het einde der lessen doordringt. De kweekelingen slapen in vertrekkendie drie of vijf bedden bevatten, welke inrichting tegen woordig als een gebrek van Vassar-College be schouwd wordt, zoodat men voornemens is in andere inrichtingen van dezen aard aan iedere jonge dame, zoo mogelijkeen eigen slaapvertrek te geven. De drie of vijf bewoonsters der slaap kamer hebben bovendien een gemeenschappelijk salon, dat zij naar welgevallen'met teekeningen, bloemen of andere sieraden opluisteren. De kwee kelingen der oudste klasse hebben eenige voor rechten hoven de jongere. Zoo bezitten zij nog een fraai gemeenschappelijk salon, waar nie mand komen mag die niet door eene der oudste klasse geïntroduceerd wordt; ook staan zij alleen onder het toezicht der directrice van het instituut, terwijl de jongere kweekelingen onderworpen zijn aan eene onderwijzeresdie in eene bepaalde af deeling met het toezicht over de vertrekken he iast is. De maaltijden worden gemeenschappelijk in eene groote eetzaal gehouden. Op het gelui der klok plaatsen alle kweekelingen zich voor haar stoelen en op een teeken der directrice zetten zij zich neder. Wie te laat komt gaat niet zitten alvorens de directrice met een knikje daartoe verlof heeft gegeven. De duur van het maal is op een zeke ren tijd bepaald; vóór dat oogenblik mag niemand de tafel verlaten. De lessen duren van des mor- In dat adres wordt het volgende aangevoerd „Dat de scheepvaart op Rotterdam gedurende de eerste zes maanden van het loopende jaarver geleken met 1875, eene vermeerdering aantoont van 325,288 kub. meter op een totaal v«n 1,362,405 kub. meter, wel een bewijs dat de gunstige ge legenheid der haventengevolge van de aanvan kelijke verbetering van den Nieuwen waterweg, in het buitenland meer en meer begon te worden gewaardeerd. „Dat een zeer groot aantal ingeklaarde schepen waren van groot charter, waarvan de bevrach tingen veelal gesloten waren met het oog op den gunstigen toestand van den waterweg op het eind van het afgeloopen jaar. „Dat het dus eene ontzettende teleurstelling is geweest, door de plotselinge verondieping van den Nieuwen waterweg tot hoogst aanzienlijke, niet voorziene kosten van lichters als anderszins te zijn gedrongen, hetgeen in het buitenland een hoogst ongunstigen indruk heeft teweeg gebracht. „Dat de tijd die reeds, sedert de verondieping in Maart en April jl. ontstond verloren is gegaan, des te meer te betreuren isomdat de onbedui dende baggering die geschiedde, naar veler mee ning voldingend heeft bewezendat bij krachtig werken in die richting het tijdelijk ongerief reeds had kunnen zijn hersteld en de voltooiing van het vaarwater in hooge mate had kunnen worden be vorderd. „Dat adressanten volstrekt niet uit het oog ver liezen dat de gemeente reeds bezwaard is met vele uitgaven voor publieke werken voor onder wijs en andere nuttige zakenmaar dat het hier geldt de hartader van haar bestaaneene zaak waaraan de bloei en de toekomst der stad hangen en dat dus geene gelden vruchtbaarder kunnen worden aangewend dan die de vrije gemeenschap der stad met de zee zullen bespoedigen." Met ingang van heden zal het hof voor twee weken den rouw aannemen wegens het overlijden van zijne groothertogelijke hoogheid hertog George van MecklenburgStrelitz. In de Staats-courant van 16 en 17 dezer is op genomen het aan den minister van binnenlandsche zaken uitgebracht verslag van de commissiebe last met het afnemen van het tweede natuur kundig examen, volgens art. 4 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n° 59)gewijzigd bij die van 8 Juli 1874 (Staatsblad n° 97). Yan de 13, die het geheele examen aflegdenvoldeden niet minder dan 11namelijk de heerenG. C. van Balen Blanken jr.P. J. H. Crobach J. H. Lind- manL. MarcusJ. R. MeijeringhM. Polak, gens kwartier over achten tot twaalvenvan half twee tot half zes en van zeven tot acht uren. De dag wordt besloten door een gebed en een gezang in de kapel. Wie uit deze beschrijving mocht afleiden dat het leven in Vassar-College iets kloosterachtigs heeft, zou zich vergissen. Natuurlijk moeten voor het samen wonen en samen leeren eener zoo groote menigte vrouwen, van 16 tot 25 jaren, regels worden vastgesteld, aan welke strikt moet vast gehouden worden. Maar iedere kweekeling is vol komen vrij om persoonlijk te doen of te laten wat zij wilindien zij slechts de voor anderen bestaande voorschriften niet in de war brengt. Zij kunnen studeeren of niet studeeren, thuis blijven of wandelenzoowel in het park van het instituut als daarbuitennaar verkiezing. De ernstige geest van studie, die door de leermeesteressen wordt levendig gehouden, is voldoende om ieder, die Vassar-College mocht opzoeken zonder den wil om zelve even ijverig te arbeidenspoedig weder van daar te verwijderen. Het onderwijs omvat de volgende vakken Physiologie en gezondheidsleer, onderwezen door eene leerares eu een leeraar. Natuurlijke historie, bestaande uit physische aardrijkskunde, plantkunde, dierkunde, delfstof- kunde en aardkunde, onderwezen door een hoog leeraar en een assistent. Welsprekendheid, rhetorica, logica en letter kunde in het Engelschdoor een hoogleeraar en vier leeraressen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1