BUITENLAND. Provinciale staten van Zeeland, Thermometerstand. Algemeen Overzicht. De derde haringjager heeft gisteren te Maas sluis 370£ ton haring aangebracht. Woensdag avond verzamelde zich aan de Loosdninsche brug bij 's Hage een talrijke menigte, die met verontwaardiging van een vrouw vernam, dat een meid, bij den winkelier B. in het West einde woonachtigeen kind in de vaart had ge worpen Althans de meid wilde niet zeggen, wat er in den witten doek was, dien ze in de vaart wierpen toen de vrouw haar toevoegde „Dan is't een kind," had de meid het op een loopen gezet. Men begrijpt de woede van de buurvrouwen en omstanders. Dadelijk snelde een hunner naar 't politie-hulpbureel en verzocht, dat men onder - zoek zou doen. Ten huize van den heer B.waar zich ook al een talrijke menigte had geposteerd, kwam toen werkelijk aan den dag, dat de meid niet éen, maar zes onschuldige schepseltjes door verdrinking had gedood. Zes jonge katten! Dinsdag heeft eene buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders der Belgische bank plaats gehad welke zeer lang geduurd heelt en waarop het vrij onstuimig is toegegaan. Het door de directie gevraagd ontslag werd, onver minderd hare verantwoordelijkheid aangenomen, waarna tot directeuren benoemd werden de heeren Dumoncéau de BergendaelSabatier Gendebien en Tercelin-Monjot. Als commissarissen werden verkozen de heeren Leclercq, advocaat, Oury, ban kier, Marson,gepensioneerd artillerie officier, Meynne, advocaat en van Dooren, oud-wisselagent. Aan de Engelsche rijkswerven blijft onafge broken de buitengewone drukte heerschen, welke reeds na de eerste omwenteling te Konstantinopel de aandacht trok. Behalve het ramtorenschip Thunderer, met 4 stukken, worden de pantser schepen Shannon, 9 stukken, en' Dreadnought, 4 stukken, alsmede het stoomfregat Shah, 26 stuk ken, zoo spoedig mogelijk zeilklaar gemaakt. Te Lourdes zijn de feesten ter bekroning van het aldaar opgerichte beeld der heilige maagd afgeloopen. Het beeld draagt eene kroon van witte paarlen, die 50,000 franken gekost heeft. De opzetting van dit sieraad, dat als parure de bal menige jonge dame zou doen watertandenheeft door den pauselijken nuncius in persoon plaats gehad. Gedurende de toespraakwelke door den nun cius bij deze gelegenheid gehouden werd, bekwam, volgens de Univers, eene 61 jarige vrouw uit Poi tiers, die zich onder de toehoorders bevond en sedert 19 jaren op krukken liepplotseling het gebruik harer ledematen terug. De gewezen bisschop van Genève, Mermillod, kondigde dan ook in zijne slotrede aan dat de hemelin zijn oneindige goedheidde bovenna tuurlijke verschijnselen op Franschen bodem hoe langer hoe talrijker zou maken en dat op die manier de „demagogen en de vrijdenkers verplet terd zouden worden." De berichten omtrent den aanstaanden oogst in Frankrijk luiden gunstig. Men berekent dat de opbrengst over het algemeen boven het middelma tige zal zijn. In het Zuiden is men reeds sedert eenige dagen aan het oogsten. De hoedanigheid en de hoeveelheid van het koren laten niets te wenschen overalleen is het stroo wat kort, welk laatste ook in andere departementen het geval is. Ook de uitzichten voor den wijnoogst schijnen goed te zijn. In Hérault waar men bijna al de druiven door phylloxera verwoest achttehoopt men niet minder wijn te zullen hebben dan verle den jaar, en aan de Rhone, in Bourgogne, Beaujolais en Macounais verwacht men zelfs eene grootere opbrengst. Het Weensche humoristische weekblad „Ki- kercki" werd eenige tijd geleden in geheel Turkije verboden. Thans is medegedeeld dat het verbod eigenlijk was uitgegaan van den voormaligen sul tan Abdul Aziz, wegens een kaubatuur van zijn persoon, dat er in was opgenomen geweest. De tegenwoordige regeering had het verbod uitge voerd, doch is thans door haar weder ingetrokken. Gisteren werd door den kroonprins van Duitschland en gemalin, met gevolg, in het streng ste incognito (Z. K. H. reisde onder den naam van graaf Linge) een bezoek aan Rotterdam ge bracht. Na ten 11.37 met den Hollandschen spoor weg te zijn aangekomen, bezichtigden de hooge bezoekers het museum Boymans, de tentoonstel ling in het gebouw der academie voor beeldende kunsten en de Groote kerk. Na een rijtoer door de stad te hebben gemaakt, waarbij de havens en het Park bezocht werden werd aan het bad hotel een dejeuner gebruikt. De kroonprinses vertrok daarop met den trein van 4.05 naar 's Hage terwijl de kroonprins ten 6.15 de reis naar Brussel aanvaardde. De Gorilla, welke het aquarium te Berlijn thans bezit, is het voorwerp van bijzondere belang stelling en van nieuwsgierigheid tevens. Dierkun digen en andere mannen van wetenschap wenschen hem te leeren kennen en het groote publiek wordt niet moede naar het vreemde dier te gaan zien. De administratie biedt hun daarin niet bijzonder de hand, dewijl het noodig blijkt te zijn dat de nieuwe bewoner der inrichting rust geniet. Dage lijks wordt hem gedurende geruimen tijd de gele genheid geschonken om in stille eenzaamheid zich in een lommerrijk oord te verlustigen. Reeds des namiddags 6 uren zoekt hij zijn legerstede op en dan slaapt hij den slaap des rechtvaardigen tot omstreeks 8 uren van den volgenden dag. Voortdurend wordt met ijver gearbeid aan het herstellingswerk van den reusachtigen toren der Munsterkerk te Straatsburg. Men meene echter nietdat de schadewelke de beroemde toren heeft geleden, alleen aan het bombardement moet worden toegeschreven. De hand des tijds heeft daaraan haar invloed buitengewoon sterk doen gevoelen gedurende de vele eeuwensedert den bouw van dit reusachtig gevaarte verloopen, want de eerste steen daarvan werd gelegd in 1277 en eerst in 1365 werd hij voltooid. Men is thans ook aan de noordoostelijke zijde van den torenboven de vier kleine torentjesbezig met het herstellingswerk, dat de toren aan die zijde zeer behoeft. Het nieuwe operagebouw aan den Theems te Londen vordert goe d, met het volgende seizoen zal het gebruikt kunnen worden. Het inwendige zal doelmatig, maar niet schitterend worden inge richt. -De kosten voor den bouw zijn geraamd op 2,400,0^ •>(-) gjulden. Het wgragebouw te Weenen heeft ge kost 8,400) »?->•* te Dresden, hetwelk karT^gI^^85i^^...*7,jj|j^jW0,000 gulden en de groote,#pera gulden. Londen wordt opnieuw met een zware pok ken epidemie bedreigd. In de laatste dagen hebben zich een aantal boosaardige gevallen dezer ziekte voorgedaan. Het stedelijk bestuur neemt ijverig maatregelen om het kwaad te be strijden en zijn'uitbreiding te voorkomen. Zitting van heden 7 Juli. Tegenwoordig de commissaris des konings, voor zitter, en 41 leden. Waarnemend griffier de heer van der Bilt, lid van gedeputeerde staten. Na resumtie der notulen van het in de vorige zitting verhandelde, geschiedt mededeeling door den voorzitter, dat de heer Risseeuw deze vergadering niet kan bijwonen uithoofde van huiselijke omstan digheden, welke mededeeling voor kennisgeving wordt aangenomen. Blijkens ingekomen brieven van de voorzitters der afdeelingen zijn tot voorzitters en ondervoor zitters benoemdvan de eerste afdeeling de heeren Mazure en Moolenburghvan de tweede afdeeling de heeren Cau en Bybau, en van de derde afdee ling de heeren Schorer en Vader. De door den heer J. P. I. Buteux ingezonden geloofsbrieven worden onderzocht en in orde be vonden, zoodat tot zijne toelating als lid der pro vinciale staten besloten wordt. Door den waar- nemenden griffier binnengeleid zijnde, legt de heer Buteux in handen des voorzitters de gevorderde eeden af. De voorzitter wenschte den heer Buteux harte lijk geluk met zijne verkiezing en toelating, waar na genoemde heer zitting nam. Vervolgens zijn aan de orde de benoeming van een buitengewoon lid van gedeputeerde staten, bedoeld bij art. 89 der provinciale wet en van een lid van gedeputeerde staten in de plaats van het vroegere lid der staten den heer H. J. van Deinse Tot eerstgenoemde betrekking wordt met 36 van de 40 stemmen opnieuw benoemd de heer mf, W. Ph. Vis, die onder dankbetuiging voor- het in hem gestelde vertrouwen, zich bereid ver klaart die betrekking andermaal te aanvaarden. Tot lid van gedeputeerde staten wordt met 40 van de 41 stemmen benoemd de heer J. P. I. Buteux, zijnde 1 biljet oningevuld. De heer Buteux betuigde zijne erkentelijkheid aan' de vergadering voor de zeer vleiende wijze waarop hij is benoemd en verklaarde zich bereid de betrekking op zich te nemen. Ook bracht hij dank voor de in zijne betrekking van griffier ondervonden welwillendheid en herdacht voorts den overleden commissaris des konings mr. R. W. graaf van Lijnden. De voorzitter herdacht daarop met een kort woord van erkentelijkheid het wegens zijn gevor derden leeftijd afgetreden lid den heer H. J. van Deinseen wenschte voorts de vergadering en de provincie geluk met de nu op den heer Buteux uitgebrachte keuze, in de hoop dat die heer nog vele jaren lid van het college van ge deputeerde staten zal mogen zijn. Op verzoek van den voorzitter neemt de heer Buteux de betrekking van griffier waar totdat zijn te benoemen opvolger die zal kunnen aanvaarden. Vervolgens zijn de algemeene verslagen der af deelingen uitgebracht en zijn besluiten genomen omtrent de volgende onderwerpen: a Het voorstel van gedeputeerde staten, om de toestemming des konings te verzoeken ter beschik king over de diensten van de beambten bij 's rijks waterstaat daar waar geen afzonderlijke provin ciale waterstaatdienst is. Zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 6 Idem om aan den minister van binnenlandsche zaken mede te deelen, dat de staten bezwaar ma ken eene bijdrage te verleenen voor de herstelling van het kerkgebouw der hervormde gemeente te Brouwershaven. Aangenomen met 35 tegen 6 stemmen. c Idem om zich niet te vereenigen met het voorstel van den heer Vis, om f 1200 op de be grooting te brengen voor onderwijs in de hulpwe tenschappen van den landbouw aan de onderwij zers der jdagere scholen doch w e 1 weder voor 1877 eene som van f 800 toe te staan tot aanmoe diging van voorlezingen of voordrachten over den landbouw door wandelleeraars. Het bedoelde voorstel van den heer Vis wordt overeenkomstig het advies van gedeputeerde staten verworpen met 23 tegeu 18 stemmen, en het laatstgenoemde voorstel van gedeputeerde staten met algemeene stemmen aangenomen. d Idem omtrent het verzoek van het gemeente bestuur van Nisse tot toepassing van art. 36 dei- wet op het lager onderwijs ter tegemoetkoming in de gewone kosten van bedoeld onderwijs. De subsidie zal alleen over 1876 verleend worden. Aangenomen met 32 tegen 7 stemmen. e Idem naar aanleiding van een dergelijk ver zoek van den raad der gemeente Koewacht. Aangenomen bij aeclamatie, na verwerping van een amendement van den heer van Eek om de subsi die te bepalen op 1400. f Idem na®r aanleiding van gelijk verzoek van den raad der gemeente Eede. Aangenomen met 31 tegen 10 stemmen, na verwerping van een amendement van den heer Hammacher om de ge vraagde subsidie van f 200 toe te staan. g Idem omtrent een verzoek van den raad der gemeente Rilland tot toepassing van art. 36 der wet op het lager onderwijs ter tegemoetkoming in de kosten van den bouw van een nieuw school lokaal. Zonder hoofdelijke stemming aangenomen. h. Idem omtrent de bestemming van het gebouw in gebruik geweest bij het provinciaal gerechts hof. Als voren. i Idem ter zake der voortdurende verpleging der behoeftige krankzinnigen dezer provincie in het geneeskundig gesticht te Delft. Als voren. j Idem naar aanleiding van het verzoek van J. B. Temmerman c. s.ingezeten van Hoofdplaat, om opname dier gemeente onder de aanlegplaatsen van den stoombootdienst op de Wester-Schelde. Als voren. k Idem omtrent een tot de staten gericht adres van I. Wondergemprovinciaal opzichter der we gen tot verhooging zijner jaarwedde. Als voren. I Idem ter zake van een tot de staten gericht adres van G. Larooij schipper in het overzetveer van Gorishoek op Yersekendamom subsidie. Als voren. m Idem tot toewijzing van het Nederlandsch gedeelte van den Willem Leopoldpolder aan het waterschap der sluis aan de Wielingen. Als voren. n Idem tot toevoeging van het reglement voor de calamiteuze polders of waterschappen met eene latere nota van gedeputeerde staten te dier zake. Met algemeene stemmen aangenomen. o Idem tot wijziging en aanvulling van het reglement voor het waterschap Schouwen. Als voren. p. Idem tot het vaststellen van een reglement voor het waterschap Stoppeldijk c. a. met latere daarin gebrachte wijzigingen en eene nota der door de betrokken polderbesturen of ingelanden medegedeelde opmerkingen en bedenkingen daar omtrent. Gewijzigd aangenomen met 32 tegen 7 stemmen. q Idem omtrent het verzoek van het hoofdbe stuur der in 1877 te houden internationale tuin bouwtentoonstelling te Amsterdam om een subsidie ten behoeve dezer onderneming. Zonder hoof delijke stemming aangenomen. De zitting is verdaagd tot morgen ochtend te 10 uren. 6 Juli 's av. 11 u. 67 gr. 7 's morg. 7 u. 68 gr. 's midd. 1 u. 76 gr. 's av. 6 u. 72 gr. Het ligt voor de hand, dat Europa zich over het algemeen meer bekommert over de gevolgen van den oorlog, die in het Oosten wordt gevoerd, dan over dien oorlog zei ven. Sommigen mogen zich het lot van de „onderdrukte" Slavische Christenen aantrekken, anderen de,voorkeur geven aan de hen in ontwikkeling vooruit zijnde Turken, over het algemeen zou men het tamelijk onver schillig opnemen wie overwinnaar bleef. Maar de gevolgen? Niet zeer opwekkend is wat daarom trent in de Kölnische Zeitung wordt geschreven. Onverschillig zoo luidt het daar wie de overwinning zal behalen, Servië of Turkije,onder- alle omstandigheden voorspelt de oorlog groote moeilijkheden voor de groote mogendheden. Rus land zou niet rustig kunnen toezien, dat de Vazallenstaten door scharen wilde Turken werden overstroomd; Oostenrijk zou door eene uitbreiding van de Servische macht in oneindige binnen- en buitenlandsche moeilijkheden worden gewikkeld, daar de belangen van de beide tot dusvere in vrede levende mogendheden in hun gevaarlijkste plekken zouden getroffen worden. De handhaving van de tegenwoordige machtsverhouding aan den beneden-Donau toch was de eerste voorwaarde, die beide groote mogendheden stelden, toen prins Bis marck hen trachtte te bewegen elkander de hand te reiken en gemeenschappelijk voor het behoud van den vrede te ijveren. Vervalt deze voorwaarde, wordt eene beslissing noodig over de vraag of Servië en Montenegro tot Zuidslavische grootmach ten zullen aangroeien, of wel in hun voormalige afhankelijkheid zullen worden gehouden, dan is het met de tegenwoordige grondslagen van den Europeeschen vrede en met de vrijheid van han delen, zoowel van de Russische als van de Oosten- rij ksch-Hongaarsche regeering gedaan. De staats lieden, die gedurende drie jaar met goed gevolg tegenstand hebben geboden aan de hen omringende nationale hartstochten, zullen hun goeden wil en hunne onafhankelijkheid moeten prijs geven, zoodra het er om te doen is een beslissenden stoot te geven aan het lot der Zuidslavische stam men. Indien de prins van Servië zich tot vorst over Bosnië doet uitroepen, dan zijn de krachten van het Magyaarsche koninkrijk niet meer vol doende om de millioenen ServiërsCroaten, enz. die tot Hongarije behooren, tot gehoorzaamheid aan de regeering te Pesth te dwingenen hen te noodza ken hunne wenschen naar vereeniging met het groot-Servische rijk tot zwijgen te brengen. Wordt de halve maan op den toren van Belgrado geplant, heeft de inkrimping van het door Milosch nage laten rijk werkelijk plaats, dan ia Rusland voor zijn eer en zijn binnenlandschen vrede verplicht op te treden tot behoud van den staat, dien het zelf in het leven heeft geroepen. Veel zal natuurlijk afbangen van de houding die de andere volksstammen aannemen, welke nog niet in den krijg zijn gewikkeld o. a. de Hongaarsche Serviërs en daaromtrent geeft de Politische Cor- respondenz zeer geruststellende verzekeringen. Vol gens verschillende door dat orgaan ingewonnen inlichtingen, heeft de Omladina geen wortel ge schoten bij het volk en bevinden hare volgelingen zich slechts onder de minst ontwikkelde proleta riërs. In Zuid-Hongarije wonen 600,000 Serviers en daarvan behooren ternauwernood 8000 tot de Omladina, dat wil zeggen ongeveer 500 vormen den staf en de agenten, terwijl de overigen zich zeer koel houden. De Omladina, zoo wordt beweerd is eigenlijk slechts een Camarilla ten behoeve van eenige weinige samenzweer ders van beroep, die tot niets anders deugen. Deze voorstelling moge wellicht al te optimistisch zijn; doch men kan op grond daarvan toch wel aannemen, dat althans in Hongarije de Omladina niet dien invloed bezit, dien men haar wel eens heeft toegeschreven. Uit de eene quaestie vloeit gewoonlijk een andere voort. Zoo is thans de „Donauquaestie" ontstaan; zij betreft de vraag of de Donau voor militaire doeleinden mag worden gebezigd en of de mogend heden het recht hebben zich daartegen te terzet ten. Voor het oogenblik schijnt de quaestie geen aanleiding te zullen geven tot moeilijkheden, daar de strijdende partijen hebben verklaard den Donau niet tot militaire doeleinden te zullen aanwenden, nadat de Oostenrijksche regeering had te kennen gegeven dat zij zich daartegen zou verzetten. Niettemin blijkt uit een geval, dat pas is voorge komen, hoe ook deze onzijdigheid van den Donau ieder oogenblik bezwaren kan opleveren. Op het stoomschip „Tisza", behoorende aan eene Oostenrijksche stoomvaartlijnis namelijk bij het opvaren der rivier van Servische zijde geschoten. De Oostenrijksche consul-generaal heeft dadelijk een eisch tot volledige genoegdoening tot de regee ring gericht, doch hoewel deze nü wel gegeven zal worden, kunnen dergelijke gevallen toch zeer licht tot botsingen aanleiding geven. Tijdingen van het oorlogstooneel zijn er overi gens niet en men is bijna geneigd zich en zijnen lezers er mede geluk te wenschenals men ziet hoe de telegrammen elkander tegenspreken en hoe onverstaanbaar ze soms overkomen. Als een voor beeld laten wij hier een enkel telegram volgen, zooals het in Weenen ontvangen werd. Het heeft betrekking op een gevecht dat den leB Juli is geleverd. Dabei ereignete sich dass Kuckianer Albanesen- stamm an Montenegrogrens welche mit Türken von medum gegen Montenegriner bataillon unterstüt&t Tiirkentruppen bis podgoritza verjagtet, vorrücken sollten, sich gegen Türken ivendeten, von Montene- grinische viele waffen abnalimen. Men kan hieruit opmaken dat Albanische sol daten, tot het Turksche leger behoorende, naai den vijand overliepen en als zoodanig is het be richt niet zonder beteekenis. Hoe daarmede ech ter te rijmen dat zij den Montenegrijners hun wapenen ontnomen zouden hebben? De berichten uit het Oosten nemenuit den aard der zaak, het grootste gedeelte van het bui tenlandsche nieuws in beslag. Niettemin wordt de aandacht door het Oostersche vraagstuk niet zoo uitsluitend geboeid dat eene treurmaredie uit Frankrijk tot ons komt, niet overal de meest deelnemende belangstelling zal wekken. Casimir Périerminister van binnenlandsche zaken in 1871 en 1873 onder Thierseen der grondleggers van de tegenwoordige republiekis gisteren morgen te 10 uren op 65jarigen leeftijd te Parijs overleden. Hij was een dier mannen, welke ongelukkig te zeldzaam in Frankrijk worden aangetroffenuit overtuiging... conservatief, een warm voorstander van het con stitutioneel koningschap, dat hij gaarne in zijn vaderland hersteld had gezien, sloot hij zijne oogen niet voor de eischen der werkelijkheid en toen hij zich eenmaal met de republiek vereenigd had, stond hij haar ook voor met volle overtuiging, zonder achterdeuren of omwegen, zonder haat of heftigheid tegen hen die met hem van meening

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 3