BUITENLAND. Thermometerstand. State n-G e n e r a a 1. Gemeenteraad van Goes, Algemeen Overzicht. Oorlogsberichten uit Montenegro. Oorlogsberichten uit Servië, Stoute, door middel van plakkaten was kennis gegeven, werden heden omstreeks 12 uren alle openbare en particuliere gebouwen met vlaggen getooid, waarop te ongeveer 2 uren de exprestrein van Utrecht met de feestvierenden aankwam. In open rijtuigen gezeten, trok daarop de stoet door verschillende straten der stad naar de Buiten sociëteit, waar eenige ververschingen gebruikt werden. Op dezelfde wijze keerden zij vervolgens naar het station terug, waar hun de eerewijn werd aangeboden en zij vanwege het gemeentebestuur werden toegesproken. Per exprestrein vertrokken zij vervolgens weder naar Arnhem. Bijna nooit heeft Zutfen zooveel menschen binnen zijne muren gezien; men zegt, dat door verschillende spoor treinen ruim 8000 menschen zijn aangevoerd. Allen verkeerden in opgewekte stemming], en de studenten waren blijkbaar tevreden over de ont vangst zij verlieten onder het aanheffen van verscheidene hoera's de stad. Dezer dagen bezocht Zr. M". monitor de Adder, op oefeningstocht voor de zeemilitie, Bergen op Zoom. Men heeft echter te kampen gehad met den lagen waterstand op de Ooster-Schelde en deze eerste maal zal dus wellicht de laatste zijn, dat men Bergen op Zoom bereikt. Gewoonlijk gaan de tochten op de Schelde dan ook tot Tholen. Te Breda zal eerlang plaats hebben een schoenmakers-wedstrijd, uitgeschreven door de aldaar gevestigde schoenmakersbazen-vereeniging St. Chrispyn, en waaraan alle schoenmakersknechts uit Noord-Brabant verzocht worden deel te nemen, onder verplichting hiervan vóór 15 Augustus a. kennis te geven. In aanmerking komenle klasse: heerenlaarzen, bottines enz.2e kl.dameslaarsjes, schoentjes en müilen; 3e kl.leestklaar heeren en dameswerk, strikken, rosetten; 4e kl.liefheb- berijwerken, leesten, gereedschappen, verbeteringen of nieuwe uitvindingen op de schoenmakers-in dustrie. De opening van den wedstrijd heeft plaats 2 October, de sluiting 15 dier maand. Gedurende dien tijd zal eene tentoonstelling van het inge- zondene worden gehouden en er zullen verguld zilveren en zilveren medailles, benevens eervolle vermeldingen worden uitgereikt. In Dresden wandelde dezer dagen eene jonge dame, met een buitengewoon lange sleep aanhaar japonwelke zooveel stof deed oprijzen, dat de achter haar gaande personen er veel last van hadden. Een heer .trad haar ter zijde en verzocht haar in beleefde bewoordingen haar sleep op te nemen, waarop het dametje vrij snibbig antwoordde, dat dit hare zaak was. In een oogwenk reikten daarop vijf heeren el kander de hand en dansten om haar heen, zoodat zij geen stap kon verzetten. Toen de dans ten einde was, bleven de heeren de handen nog steeds aaneengesloten staan en vroegen haar nogmaals beleefd of zij nu haar sleep ook zou willen op nemen. De dame fluisterde beschaamd een nauwelijks hoorbaar „ja"voldeed, aan het verzoek en zette haar wandeling voort. 3 Juli 's av. II u. 65 gr. 4 's morg. 7 u. 59 gr. 's midd. 1 u. 69 gr. 's av. 6 u. 68 gr. "Wijziging van «le artt. 388 en 389 burgerlijk wetboek. Eenige leden, met den minister erkennende, dat op den ingeslagen weg tot'hehoorlijke regeling der vrijwillige rechtsmacht moet worden voortgegaan, hadden (bij het onderzoek van bovengenoemd wetsontwerp in de afdeelingen) gaarne gezien, dat van deze gelegenheid ware gebruik gemaakt om, bij wijze van aanvulling der wet van 18 April 1874 (tot overbrenging van enkele bevoegdheden der arr.-rechtbanken bij de kantongerechten), ook daar waar meerder- en minderjarigen gezamenlijk bij den openbaren verkoop van onroerend goed betrokken zijn, de bevoegdheid tot het verleenen van verlof daartoe, voor 't geval de partijen het over de zaak eens zijn, bij den kantonrechter over te brengen. Door andere leden werd echter opgemerkt, dat het doel der wet van 1874 niet was den kanton rechter de bevoegdheid te verleenen tot het geven van beschikkingenwelke de rechtbank als uit spraak tusschen verschillende belanghebbenden geeft. Een rechterlijk bevel zou toch altijd noodig zijn indien een der belanghebbenden in gebreke bleef zijn medewerking tot den verkoop te ver leenen. Daarom kan de verlangde overbrenging van bevoegdheid niet als een aanvulling der wet van 1874 worden verleend. Eenige leden konden zich niet vereenigen met het beginsel van dit wetsontwerp (bevoegdheid voor den kantonrechter om ook afwezige familie leden te doen verschijnen). De bezwaren in de practijk waren niet bekend en het nieuwe stelsel was niet noodig. Wanneer de naaste familieleden niet door eigen belangstelling tot medewerking- gedreven worden, heelt men ook aan hun persoon lijke verschijning niets en kan het, zonder vrucht, slechts tot meerderen omslag en grootere kosten aanleiding geven. Een ongemotiveerde volmacht is bewijs van berusting in het oordeel van den rechter. Andere leden, hoewel in het punt der kosten een bezwaar ziende, meenden, dat in sommige gevallen de voorgestelde bevoegdheid nuttig zal kunnen werken en vertrouwden, dat er niet dan bij volstrekte noodzakelijkheid gebruik van zal worden gemaakt. Het schadelijke der tegenwoordi ge regeling uit feiten te bewijzen, zal uit den aard der zaak wel altijd onmogelijk blijven, omdat men natuurlijk niet kan weten wat den rechter uit het verhoor der familie gebleken zou zijn, indien de familie persoonlijk verschenen ware. Daarbij werd opgemerkt, dat de nabestaanden worden gehoord in 't belang van den minderjarige, niet om hun eigen belangen te doen gelden. Ai moge het ook waar zijn, dat men hen niet feitelijk tot het uitspreken eener meening dwingen kan, het lijdt geen twijfel of in da meeste gevallen zai de kantonrechter zich door ondervraging wel van het oordeel van den geroepene kunnen vergewis sen en tot de ontdekking komen der bedenkingen, die tegen de inwilliging van het verzoek bestaan. Enkele leden spraken nog den wensch uit, dat, ingeval de persoonlijke verschijning voor den op geroepene groote bezwaren mocht opleveren, deze zich zal kunnen doen vertegenwoordigen door een ander, door hem aangewezen persoon, mits de aangewezene ook tot de verwanten van den min derjarige behoore. Met 't oog op de omslachtigheid en de groote onkosten, die door het voorschrift van art. 414, in verband met de thans voorgestelde bepaling, zullen ontstaan, gaven sommige leden in overweging den kantonrechter de bevoegdheid te verleenen om daar waar hij dit wenschelijk acht, af te wijken van de bepaling van art. 414 B. W.dat de bloed verwanten te zamen worden gehoord. Ook werd er door eenige leden' met kracht op aangedrongen, om alle stukken, de belangen van minderjarigen betreffende, van zegel- en registra tierechten te ontheffen, waardoor een aanmerkelij ke besparing van kosten zal worden verkregen. Zitting op 3 Juli 1876. Voorzitter de heer Blaaubeen. Afwezig de heeren Delbacre, van de I'utte, met kennisgeving, van Renterghera en Pompe. De notulen der vergadering van 29 Juni jl. worden gelezen en goedgekeurd, nadat er op ver zoek van den heer van Swinderen eene wijziging in gebracht is. De voorzitter deelt mede, dat door de commis sie voor de provinciale bibliotheek, namens gede puteerde staten, de nieuwe catalogus dier bibliotheek en door burgemeester en wethouders van Leeuwar den het jaarverslag dier gemeente over 1875 toegezonden is. Beide werken zullen in de boekerij geplaatst worden. I. Tengevolge van de beschikkingen, die door gedeputeerde staten op de reclamaties, bij hun col lege, in zake der hoofdelijke omslag ingediend, genomen zijn moet het kohier dier belasting ge wijzigd worden. Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming be sloten. II. Tot lid der openbare gezondheidscommissie wordt met algemeene stemmen benoemd de heer Z. T. Diehlleeraar aan de hoogere burgerschool. Mede was aanbevolen de heer I. B. van Kalmt- houtapotheker. III. Aan burgemeester en wethouders wordt op hun voorstelzonder hoofdélijke stemming, een krediet verleend voor de kosten')van het vergelij kend examen dat gehouden zal ffioeten worden ter vervulling der vacature van hoofdonderwijzer aan de school 2e klasse. IV. De heer Callenfels deelt mededat de schoolkinderen dikwijls drinken van het water uit de pomp op de Beestemarkt, dat ondrinkbaar verklaard is. De heer den Boer bevestigt dit. De voorzitter verklaart den slinger der pomp te zullen doen vastzetten. De vergadering is daarna gesloten. Servië en Montenegro hebben gelijktijdig den oorlog aan de Porte verklaard, zooals gisteren door Disraëli in het Engelsche lagerhuis officieel is bevestigdterstond zijn legerafdeelingen van beide vorstendommen de grenzen overgetrokken en hebben de vijandelijkheden een aanvang geno men volgens een telegram uit Widdinmet ongunstig gevolg voor de Serven. De Turken hebben nl. de versterkingen bij Saitschar genomen en de Servische troepen met een verlies van 2000 man op de vlucht gedreven. Uit Belgrado luiden de berichten anders; van daar wordt gemeld, dat het Servische leger eene verkenning langs de grenzen heeft gedaan en eenige belangrijke strategische punten op het Turksche gebied heeft genomenterwijl eenige onbeduidende schermutselingen hebben plaats ge had. Prins Nicolaas van Montenegro heeft geheel het voorbeeld van zijn Servischen collega gevolgd. Hij heeftna een plechtige godsdienstoefening eene proclamatie uitgevaardigd waarin hij aan het volk kennis geeft van de oorlogsverklaring tegen Turkije. Met de kreten van„Leve het leger„Leve de natiewerd deze mededeeling begroet. Een half uur later stonden de troepen in slagorde geschaard en werden zij door den prins toegesprokendie met de oorlogsbanier in de hand voor het front verscheen. Na de banier aan den drager te hebben overhandigd, stelde hij zich aan het hoofd der troepen en vertrok met hen in de richting der Herzegowina, alwaar de korpsen der opstandelingen georganiseerd zijn. Zij zullen zich in de bergen van Banjani concentreeren. Prins Milan heeft den prins van Rumenië ver zocht de neutraliteit te willen bewaren en deze schijnt voornemens strikt aan dat verlangen te voldoen, niet zoo zeer ten genoege van Servië als wel in zijn eigen belang. Bij de gisteren plaats gehad hebbende opening van de buitengewone zitting der Rumeensche vertegenwoordiging heeft de prins er op gewezen dat de neutraliteit van Rumenië door een internationaal traktaat wordt gewaarborgd, en de hoop uitgesproken, dat de gevaren die het land bedreigen, zullen worden afgewend, zoolang het de neutraliteit zal hand haven. Deze is dus in zijn eigen belang wensche lijk en de prins drong er op aan dat zij zou wor den geëerbiedigd. Welke de gevolgen zullen zijn van den aan gevangen oorlog is onmogelijk te berekenen. Hij heeft ongetwijfeld een zeer dreigend karak ter omdat hij een godsdienst- en een rassen oorlog is. Serven en Montenegrijnen ondernemen een kruistocht tegen de Turkende Christelijke kerk van het Oosten valt den Islam aan, en moch ten de aanhangers van eerstgenoemde eenige over winningen behalen en voortdringen, dan kan men den terugslag daarvan verwachten in geheel het gebied der Muzelmannen. De sultan van Konstan- inopel is het kerkelijk opperhoofd van de machtigste secte der Muzelmannen. Van Senegal tot aan de grenzen van China zien de aanhangers van Mo hammed in hem den sultan, den vicaris van den profeet, en de inneming van Konstantinopel door de Christenen zou voor hen het teeken zijn van den ondergang der wereld. Men begrijpt in welk gevaar de duizende Christenen verkeeren die zoo wel in Europa als in Azië te midden van de Muzelmansche bevolking levende wraak, de haat der Mahommedanen dreigen in de eerste plaats op hunne hoofden te zullen nederkomen. Maar deze oorlog is ook een rassen-oorlog. Allen die tot de groote familie der Serven be- hooren, hebben de herinnering bewaard aan den slag van Kassovo, waardoor den 13en Juni 1489 het Servische rijk werd vernietigd, dat in de 14e eeuw het toppunt van zijn macht bereikte onder de regeering van Steven Douehan. De Serven hopen zich thans te wreken en het rijk van Dou ehan te herstellen. De groa|-Serven willen alle Turken en Oostenrijksch-Hongaarsche Serven tot een onafhankelijke natie vereenigen, en om dit doel te bereiken is het in het belang van Servië alle Christelijke bevolkingen van Turkije tot den op stand aan te sporen. Van den invloed der mogendheden is voor het oogenblik niet alleen niets meer te wachten maar de houding van sommigen is zelfs zeer zonderling. Bij het vertrek van prins Milan uit Belgrado moeten de consuls van Duitschland en Rusland hem hebben toegewenscht, dat hij als overwinnaar zou terugkeeren, terwijl die van Engeland, Frank rijk en Italië, wat veel rationeeler is, zich onzijdig hebben gehouden en hun gevoelen niet hebben uitgesproken. In Hongarije heerscht niet al leen vrij groote agitatiemaar verscheidene jonge officieren van het Oostenrijksch-Hongaarsche leger zijn ook in Servischen krijgsdienst overgaan. Dit is zelfs het geval met den Oostenrijkschen generaal Stratimirovitch, die tot onderbevelhebber over het Servische legerkorps te Alexinatz is benoemd. Dergelijke handelingen zijn zeker moeilijk te rijmen met een strikte neutraliteit, hoewel zeker eene regeering niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de daden van al hare onderdanen. Vooral heeft de overgang van vele Russische offi cieren de aandacht getrokken. Hieromtrent heeft gisteren in het Engelsche heerenhuis lord Cam perdown eene interpellatie tot de regeering gericht, waarop door lord Derby werd geantwoord, dat generaal Tschernajeff, die in Servischen dienst is overgegaan, ontslag heeft genomen uit den dienst in het Russische leger. Of nog andere Russische officieren naar Servië waren gegaan wist hij niet, maar hij constateerde, dat ouder de bevolking van Rusland groote sympathie bestaat voor de zaak van Servië. Het is mogelijk dat ook andere Russische officieren in Servischen dienst zijn over gegaan, maar hij kon niet onderstellen dat dit met medeweten noch minder dat dit met machtiging van de Russische regeering zou geschieden. In het lagerhuis interpelleerde de markies van Hartington de regeering over de Oostersche quaes- tie. Disraëli bevestigde het feit der oorlogsver klaring en deelde mede, dat, nu de onderhande lingen van de Porte met de opstandelingen zijn afgeloopen, de regeering de gevoerde correspondentie over deze zaak zal overleggen, met uitzondering- echter van de vertrouwelijke stukken die tusschen de mogendheden zijn gewisseld. De discussie over die stukken kon worden gevoerd zoodra zij zouden zijn overgelegd. De heer Jenkins betoogde, dat de natie volko men moet worden ingelicht omtrent de politiek der regeering, waarop Disraëli de kamer uitnoodigde, alvorens in verdere oordeelvellingen te treden, te wachten tot de overlegging der bedoelde docu menten. De heer Bright drong uitdrukkelijk aan op een politieke verklaring der regeering. Hij erkende een tegenstander van don oorlog en een voorstander van het behoud der integriteit van Turkije te zijn. De natie wilde, volgens hem, handhaving der neutraliteit. Nadat nog verschil lende sprekers over hetzelfde onderwerp het woord hadden gevoerd, kwam nog eene interpellatie van den heer Spinks aan de orde, aan wien de heer Bourke mededeelde, dat Rumenie de inkomende rechten had verhoogd. De regeering van Enge land had naar aanleiding daarvan eene cor respondentie met de andere mogendheden geopend en zij zal al het mogelijke doen om de belangen der Engelsche onderdanen te handhaven. De dis cussie over de Oostersche politiek der regeering belooft niet alleen zeer belangrijk maar misschien ook vrij scherp te zullen worden. In de Fransche kamer van afgevaardigden is een heftige discussie ontstaan naar aanleiding eener interpellatie van Gambetta, betreffende onre gelmatigheden bij het toelatingsexamen tot de polytechnische school. Aan de leerlingen van sommige scholen schijnt bekend te zijn geweest over welk onderwerp zij schriftelijke opstellen zouden moeten maken. De interpellant vroeg welke maatregelen door de regeering waren ge nomen en stelde voor eene enquête te bevelen door eene commissie bestaande uit leden van den senaat en de kamer. Generaal Cissey deelde mede dat een officieel onderzoek had plaats gehad waaromtrent hij het rapport voorlas, doch zoowel hij als de minister van onderwijs vereenigden zich met het voorstel eener parlementaire enquête. De clericalen en Bonapartisten, die zeer goed weten wat het resultaat van het onderzoek zou wezen, geraakten in hevige agitatie en richtten een reeks van interpellaties tegen de regeeringwaarop Gambetta de zijne introk. De discussie over den brief van den president betreffende de ver volgingen tegen voormalige communalisten is uitgesteld tot dat het onderzoek der geloofsbieven zou zijn afgeloopen. In den senaat vroeg de heer Depeyre inlichtin gen omtrent het incident der politechnische school en stelde eveneens eene enquête voor; Léon Say gaf dezelfde inlichtingen als generaal Cissey in de kamer. Uit Cettinje wordt aan den Politisehen Corres ponded geschreven, dat hoewel velen niet gelooven aan het bestaan van een tractaat tusschen Servië en Montenegro men echter kan verzekeren, dat het veertien dagen geleden is geteekend. Van de neutraliteit van Montenegro zou dus geen quaestie wezen ingeval de oorlog tusschen Servië en Turkije uitbreekt. Waarschijnlijker wasdat de beide vorstendommen gelijktijdig den oorlog zouden be ginnen. Te Cettinje verzekerde men ook, dat de oorlogsverklaring geheel gereed was en niet naar Konstantinopel zou worden gezonden, maar een voudig naar het Turksche kamp bij Podgoritza. Servië en Montenegro verklaren zich tegenover de Porte solidair verbonden; geen der regeeringen van beide landen zal afzonderlijk onderhandelingen met Turkije mogen voeren, noch den vrede sluiten op grond van concessies waardoor zij van elkander zouden worden gescheiden. Sedert 24 Juni hebben de troepenbewegingen in Montenegro een aanvang genomen. De hoofdmacht wordt naar de Albanische grens gezonden. Mon tenegro heeft slechts een klein aantal vrijwilligers en deze zijn naar de passen van de Douga ver trokken. Tegenover Podgoritza zijn 28 kanonnen van groot kaliber in batterij gesteld. Alles is dus gereed om den strijd te beginnen en in de hoofd stad zijn maatregelen genomen voor de verzorging van de gewonde en zieke militairen. Onder directie van Russische geneesheeren, die door de Russische afdeeling van het Roode kruis zijn ge zonden, zijn te Cettinje twee hospitalen geopend, waarin aan 450 lijders hulp kan worden verschaft. Voorts zijn te Rjeka en te Vrissojonitscha, alwaar ongeveer 11,500 man troepen zullen worden gecon centreerd, ambulances opgericht, die grootendeels door Russische geneeskundigen zullen worden be diend. Niet minder dan 28 geneeskundigen uit St. Potersburg hebben hunne diensten aangeboden ten behoeve van de ambulances bij het Montene- grijnsehe leger. Dank zij de inzamelingen van Russische vrien den en van den heer Boridarovics We3selitzki, Russisch diplomatiek gezant, thans in Montene- grijnschen krijgsdienst, zijn te Montenegro voor zes maanden levensmiddelen voor het leger en de bevolking ontvangen. Omtrent de Servische vrijwilligers die den 26ett dezer Bosnië zijn binnengerukt, wordt gemeld dat zij tusschen Loznicca en Leshina de Drina zijn overgetrokkenom zooals prins Milan in zijne proclamatie zegt de orde in Bosnië te herstel len zender de integriteit van Turkije aan te ran den. Die vrijwilligers behooren tot een korps onder het bevel van den luitenant kolonel Miscovic en den Russischen majoor Vlajkovic. Den avond te voren was een andere afdeeling onder bevel van den priester Luschnisch de Drina ten zuiden van Valjéro overgetrokken. Nog andere troepen vrijwilligers zouden aan den oever van de Drina, te Majevik en te Modoednak, worden gestationeerd. De gezamenlijke sterkte van deze verschillende korpsen bedraagt ongeveer 8000 man. Het operatieplan schijnt in de eerste plaats ten doel te hebben een aanval van de Turken tegen Nisch op de zuidelijke grens van het vorsten dom door generaal Tschernajeffdie te Alexinatz het bevel voert, terwijl generaal van Yach, kom- mandant van het korps te Uziz, de passen zal doortrekken die naar de Turksche provincie van het Oudo Servië leiden, om zich te Pzziread met de hoofdmacht der Montenegrijnen te verbinden, waardoor aldaar een legermacht van 33,000 man: 22,000 Serven en 11,000 Montenegrijnen, zal worden geconsentreerd. Het Servische leger van de Drinater sterkte

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 3