I elegraphische berichten, Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Rechtzaken. Waldemar, miss Byng Poppe, gouvernante, en huis-hofmeester Franz, benevens een twintigtal bedienden. Men schrijit aan het Vaderland uit Bergen op ZoomZondag had te dezer stedeten gevolge eener oproeping vanwege het Nederlandsch werk liedenverbond een openbare vergadering van werklieden en belangstellenden plaats. De opkomst was groot zoowel van patroons als ondergeschik ten; helder en met zaakkennis werden de belan gen van den werkman besprokende verhouding tot de patroons nagegaande voordeelen der coöperatie in het licht gesteldde stand der alge- meene kas opgegeven met vermelding van hetgeen door het storten van een kleine wekelijkseke con tributie ten bate van den werkman reeds is ver richt en ten slotte een beroep op de aanwezigen gedaan om tot den bond toe te treden. „Zijn mijn informaties juistdan heeft niemand zich daartoe aangemeld misschien vloeit dit daar uit voortdat men zich nog niet genoeg ingelicht achtte; de aanwezigheid van zooveel patroons is wellicht ook al een reden; hoe dit ook zij het ijs is gebrokenmen kent nu althans het bestaan van het werkliedenverbond." De heer J. W. van Zeggelen, als dichter al gemeen bekend, heeft gisteren het öOjarig feest gevierd zijne verbintenis aan de boekdrukkers firma Giunta d'Albani te 's Hage. Hij is bij die gelegenheid benoemd tot ridder der orde van de Eikenkroon en heeft ook van verschillende andere zijden blijken van belangstelling ontvangen. Het Vaderland zet nader uiteen waarom de liberale partij op het oogenblik in de tweede kamer nog geen meerderheid heeft. Wel zijn 42 van hare 80 leden onder liberale vlag gekozen, maar daaruit volgt, volgens het Vaderland, niet dat de liberale partij als zoodanig 42 leden telt. „Onze geestverwanten in de kamerzegt het blad, hebben eindelijk gehoor gegeven aan den algemeenen wensch om zichmet terzijde stelling van kleine verschillentot éen groote partij te organiseeren. „Het is echter een feit, dat niet alle afgevaar digden die onder liberale vlag zijn gekozen zich ook hebben aangesloten. Alle fracties hebben zich opgelost in éen partijmaar niet alle individueele leden hebben met de partyzooals zij thans is georganiseerdgenoegen genomen. Het is een zeer gewoon verschijnseldat men door zich krach tiger te organiseerenniet even schielijk quanti- tatief als qualitatief vooruitgaat. Er zijn mannen, die er niet tegen hebben door de publieke opinie bij een partij te worden ingedeeld, maar zich terstond terugtrekkenals zij bemerken dat nauwer aansluiting onmogelijk is zonder zedelijken bandmannen die zich zelfs beleedigd zouden gevoelenals men in verkiezingstijd de letter „1." achter hun naam wegschraptemaar die van voortdurend overleg met geestverwanten tot be reiking van hetzelfde doel niet willen weten. „Zulke mannen nu zijn er ook enkelen onder hen, die als „liberalen" in de volksvertegenwoor- diging zijn gebracht. Op zichzelf kunnen dat zeer verdienstelijke volksvertegenwoordigers zijn maal ais leden van de nu georganiseerde liberale partij kunnen zij niet meetellen." Na deze uiteenzetting komt de gevolgtrekking van zelf dat het optreden van een liberaal minis terie thans nog niets meer zou zijn dan eene proefneming, die daarop zou uitloopen dat de tegen partij na enkele maanden de mannenvoor wie zij thans plaats zou maken, weder zou veijagen. „Veel beter is het in de oppositie de dingen af te wachten die komen zullenen de regeering te dwingen van de wenschen der liberalen notitie te nemen. Thans veranderde zij een weinig van houding en daardoor kwam haar oog op den vreemden man te rusten. Met eene snelle beweging rees zij op, en in hare volle lengte stond zij daar, met de hand op de borst, beurtelings blozende en verbleekende. Ook zij had mij terstond herkenddaar viel niet aan te twijfelen. Was de verrassing, die haar deed beven, eene blijde verrassing? Ik dacht daar niet lang over nahare beweging had mij ook de mijne teruggegeven; de toovermacht, die mij op deze plek had geboeid, was verbroken, en als met vleugels aan de voeten ijlde ik den kleinen afstand door, die ons van elkander scheidde. Bleek en met ingehouden adem zag ik haar voor mij. Zij scheen de vlucht te willen nemen, maar nu ontzegden de voeten ook haar den dienst. In- tusschen had ik reeds eene harer handen gegrepen, die hevig sidderde. „O waarom zoo beangst!" zei ik op dringenden toon. „Tracht tot bedaren te komen! Hier is niemand, voor wien ge hebt te vreezen. Herkent gij mij dan niet meer?" Eerst na een oogenblik antwoordde zij zuchtend „Zijt gij het dan werkelijk?" „En doet die zekerheid u zoo ontstellen vroeg ik smartelijk, met een blik op de verschrikte uit drukking van haar gelaat. „Zoo onverwacht!" Btamelde zij. „O, vergeef mij die onvoorzichtigheid en laat mij den troost, dat alleen het plotselinge van mijne verschijning u angst heeft aangejaagd. Wees daarom niet boos op mij en onttrek mij die lieve hand „Tot heden hebben de onzen dat niet in vol doende mate kimneu doenomdat zij niet geor ganiseerd waren. Er was niemanddie de oppo sitie aanvoerde, niemand die namens de party kon spreken. Nu dat alles anders is geworden, zal de oppositie ook in het land allengs meer populair worden. Zoo zal langzamerhand de op treding van een liberaal kabinet worden voorbe reid. „Wij zijn thans op een goeden wegmaar zou den alles bederven door te veel te haasten. De toekomst behoort ons. Vooreerst nog controlee ren daarna gouverneeren." Volgens een heden avond ontvangen telegram is het stoomschip Generaal Kroesen vergaan en zijn van de 300 opvarenden geen 70 gered. Als omgekomen worden o. a. opgegeven majoor Boomde kapiteins ThiemeLublink-Weddik, Rozenraadde hoofdingenieur Petde voormalige chef der hydrografie Edelingde luitenant der mariniers Ahnde agent der Javasche bank Nagt- glas Versteegde weduwe Boschmeester Weghake en mejuffrouw Leicester. Blijkens een heden bij de regeering ontvangen telegram is de gezondheidstoestand te Atetiin verbeterd. Een aanval op Kwalagihen werd afgeslagen; aan de zijde der onzen werden geen verliezen ge leden. Een patrouille van drie militairen werd overvallen en vermoord. Verdachte hoofden van Lamtengah werden ge arresteerd. onderscheidingen. Toestemming verleend aan Ch. de Kuyper, te Rotterdam, tot het aannemen en dragen van de versierselen van ridder le klasse der Friedrichsordehem door Z. M. den koiiing van Wiirtemberg geschonken. miristerieele departementen. Benoemd bij het departement van oorlog: tot commies de adjunct commies bij dat departement T. J. Besseüng; en tot adjunct-commies, de adjudant-onderofficier schrijver der le klasse bij gemeld derpartement C. P. Dietz. topograrhiscn bureau. Benoemd bij het topogra- phisch bureautot hoofdcommies technisch opzichter de commies technisch opzichter bij dat bureau C. A. Eckstein; en tot adjunct-commiesde tijdelijk geëmploieerde bij gemeld bureau A. M. van Tol. coNsuLArEN. Erkend en toegelaten als consul der Vereenigde staten van Amerika te St. Martin D. Gr. van Romondt. leger. Benoemd tot hoofdcommies bij het bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht, de commies bij dat bureau H. S. Pret. Door het bestuur van het departement Gronin gen der Maatschappij tot nut van 't algemeen zijn benoemd aan de kweekschool voor onderwijzeres sen te Groningentot inwonende leerares mej. Chr. van Doorninck, te Nijmegen, met het lot tegen mej. J. J. E. van Bommel van Vloten, te Gro ningen tot leerares in het teekenen mej. IJ. Post tot leeraar in de natuurkennis dr. J. Ariëns Kappers en tot leeraar in den zang de heer J. H. Bekker. Tot scriba van het klassikaal bestuur van Goes is opnieuw benoemd dr. E. Moll, nadat deze be trekking in de beide verloopene jaren was bediend, niet. Of moet ik gelooven dat ge mij liever niet herkend hadt?" Zij maakte echter zachtkens hare hand uit de mijne los, terwijl zij antwoordde: O, ik heb u dadelijk herkend, toen ge eergiste ren op onze molenwerf zijt gekomen." „Eu neemt ge 'tmij nu kwalijk, dat ik uwe eenzaamheid ben komen verstoren?" „Neen," antwoordde zij bedeesd; „maar hoe komt ge hier?" En bij die woorden sloeg zij een angstigen blik naar den kant waar men het geklapper van den molen hoorde. „Hoe ik hier kom? Kunt ge dat werkelijk vra gen? Kunt ge nog betwijfelen wat mij hierheen drijft? Duidt ge 'tmij euvel, dat ik u wenschte weêr te zien Mocht ik het oogenblik verzuimen, waar ik jaren lang te vergeefs op heb gehoopt? Ja, jaren lang heb ik naar uw aanblik gesmacht, jaren lang naar u gezocht, jaren lang de hoop gekoesterd dat uit uwe oogen mijn geluk zou spre ken, en nu wendt gij u af, nu ziet ge mij niet aan!" Zij bleef het stilzwijgen bewaren en stond met gebogen hoofd bevend voor mij, terwijl ik met al den gloed, van mijn gevoel voortging: „Nu wilt ge zelfs niet hooren hoe dikwijls ik in de beweging der wereld gedacht heb aan dat uur van het meer Eene hooge purperkleur bedekte haar gelaat, terwijl zij de hand met eene afwerende beweging ophief. eerst docr den heer W. Vliegenthart en nu laatst door den heer Th. H. van Dolder. Zondag jl. herdacht de heer J. Renier, predikant bij de Nederduitsche hervormde gemeente te 's Gravenpolder, den dag waarop hij voor 40 jaren als zoodanig in deze gemeente zijne intrede deed. Vanwege zijne ringbroeders en kerkvoogden der gemeente werden den jubilaris stoffelijke bewijzen van belangstelling aangeboden. (N. G. ct.) Dr. J. P. Zaalberg Pz. predikant bij de Ned. herv. gemeente te 's Hage, is, naar wij vernemen, door den kerkeraad van de herv. gem. te Para maribo met eenparige stemmen tot herder en leeraar beroepen. (D. v. Z.-H Men schrijft ons uit Amsterdam In het „Weekblad van het Regt", n° 3990, lees ik de uit uwe courant overgenomen pleidooien in zake de Phönix. Daarbij wordt van beide zijden de vraag be handeld of het in beslag nemen van een schip dat zeilree is, door de wet slechts verboden wordt bij executoriaal dan wel ook hij conservatoir ar rest en wat eigenlijk zeilree is? Juist omstreeks denzelfden tijd (eigenlijk iets vroeger) werden beide strijdvragen ex industria behandeld bij de arrondissements-rechtbank te Alkmaar. Het Engelsche schip „Auspicious" had raapkoe ken in van Caen (Frankrijk) naar het Nieuwediep. Kort bij onze kust dreigde het te zinken. Hel pers brachten schip en lading behouden af. Over het loon ontstond echter proces. Middelerwijl, en terwijl op het provenu der lading conservatoir arrest gelegd en door de helpers een proces be gonnen werd, vertrok het ledige schip naar Am sterdam. Aldaar werd het vertimmerd en nam het ook eene nieuwe lading (beenderen voor Schotland) in. Ternauwernood was evenwel het schip dat bij zijn vertrek van Amsterdam van al het noo- dige voorzien wasin het Polkrak (zijnde een vaarwater in het Nieuwediep) gekomenof het werd onmiddellijk door de helperswegens het hulploon, in conservatoir bes'ag genomen. Bij bref delai eischte de kapitein terstond opheffing van dat arrest. Na belangrijke pleidooien van mr. J. van S. Mulder voor den schipper en mr. de Lange voor de helpers besliste de recht bank op den 9en Maart jl. dat de bepaling van art. 582 wetb. v. B. R. ook toepasselijk was bij conservatoir arrest en zeer zeker in deze zaak, die gegrond was op art. 764 en volgendebevat tende de bepalingen van beslag tegen vreemde lingen. De rechtbank hield echter een nader onderzoek noodig omtrent de vraag, of het schip al dan niet zeilree was. Eene enquête werd dan ook op 23 Maart ge houden. Daarna hielden de helpers vol, dat het journaal niet goed was, dat de kapitein niet genoeg bemanning aan boord had, dat het loodscertificaat nog ontbrak, dat het billet de sortie nog niet was uitgereikt enz. Tegenover die beweringen, in het breede uiteengezet door m1. A. P. de Lange, pleitte mr. Mulder, dat zeilree niets anders beteekentdan gereed om te vertrekken zoo de kap i- t e i n wil, dat wil zeggenin het bezit zijn van die papieren, die hem op billet de sortie aanspraak geven. Het loodscertificaat werd gewoonlijk tijdens het vertrek verzorgd en kon dus niets afdoen. In ieder geval hier was het schip meer dan zeilree, namelijk vertrokken. Te Amsterdam begon de reisdaar had de inlading plaats gevonden, gee nerlei bijlading geschiedde te Nieuwediep. Jour naal provisie bemanning enz. zijn buiten deze quaestie. De rechtbank vereenigde zich, bij vonnis van 28 April jl. met het gevoelen van den kapitein, uitsluitend op grond dat de reis reeds te Amster- „Nu wilt ge niet meer herinnerd worden aan het zaligste oogenblik van mijn leven?" vervolg de ik. „Gij wilt het vergeten „0, zou ik dat hebben kunnen doen?" sprak zij met een zucht. „Hoe zou ik dat kunnen vergeten „En mag ik de hoop koesteren, dat gij mij kunt vergeven „Ik heb u niets te vergeven," antwoordde zij nog altijd met afgewend gelaat. „Gij hebt mij niets kwaads gedaan, al leed ik ook onder de herinnering." Hare lippen beefdeneen zenuwachtige trek ver toonde zich aan de hoeken van haar mond, hare oogen waren vochtig geworden. Hoe zij het ook voor mij trachtte te verbergen, ik bemerkte het toch dat zy een zwaren inwendigen strijd voerde. „O, die herinnering maakte mijn eenige troost in den kwaden tijd uit en gaf mij hoop op een bete ren," vervolgde ik. „Als ge eens wist met hoe veel smart en pijn ik dat gelukkige oogenblik sedert betaald heb!" „Denkt gij dan, dat ik niet geleden heb?" sprak zij, door aandoening overweldigd; en de beide handen voor de oogen houdende klaagde zij bin nensmonds, maar ik verstond het toch: „Moeder! lieve moeder! Gij hebt begrepen wat ik leed,en ik kon u toch den troost niet onder de aarde meegeven, dat mijn verdriet ooit zou ophouden!" Ik liet haar uitweenen, maar toen verwijderde ik zachtkens hare handen van hare oogen en vroeg zoo zacht als ik kon dam aangevangen en het schip alzoo niet meer arrestabel was. Dezelfde auteurs werden ook in deze zaak aangehaald ook nog het Consulato del mare en Bravard-Veijrières Traité de droit commercial IV le gedeelte pag. 108. De vonnissen zullen naar men verneemt, in verband met dat over de Phönix weldra in het rechtsgeleerd bijblad opgenomen worden. N.B. Het woord zeilree wordt nog eens in het wetb. van kooph. gevonden, te weten in art. 522 bij passagiers. [Met het oog op deze mededeeling uit Amster dam behoeven wij onze lezers wel niet te wijzen op het groot verschil tusschen het Engelsche schip „Auspicious" en de „Phönix." De „Auspicious" had in lading gelegen en was zeilree geworden op Nederlandsch grondgebied. Red.] Men is thans te Wolfaartsdijk bezig aan het begrinten van den Weelweg in den Heerenpolder, aansluitende aan den provincialen grintweg, om dezen alzoo in verbinding te brengen met den ten vorigen jare aangelegden grintweg naar het station van den spoorweg te 's Heer Arendskerke. (N. G. ct.) Aan den heer J. Bethe, deurwaarder te Zie- rikzee, is in de loterij van kunstwerken ten voor- deele der overstroomden in Zuidelijk Frankrijk ten deel gevallen een prijs, zijnde een stuk van den Belgischen schilder Cittadini, eene allegorische voorstelling der lente. De rederijkerskamer „Ruisch" te Zierikzee is voornemens den 3en November a. de verlossing van Zierikzee van de Spaansche heerschappij te vieren door de opvoering van het tooneelstuk„de Boodschaplooperof Loevestein in 1570." De voorstelling zal ten behoeve van een weldadig doel plaats hebben. Christina JatGoedvolk is gisteren ochtend te 6 uren onder geleide van veldwachters uit het huis van arrest te 's Hage naar de vrouwenge vangenis te 's Bosch getransporteerd om daar haar 12jarige tuchthuisstraf te ondergaan. Gisteren middag werd in de Wagenstraat te 's Hage eene vrouw gearresteerddie zich op de Groote Markt had schuldig gemaakt aan diefstal vaneen bosje scharren. Ofschoon de grens moeilijk aan te wijzen is waar prijselijke waakzaamheid ophoudt en schadelijke vervolgzucht begintzou men toch somtijds wen schen dat onze „heilige Hermandad" nu en dan, evenals de oude Homeruseen oogenblikje dom melde. De krachtenin die oogenblikken verza meld, kon hij dan nuttiger besteden bij gelegen heden waarin men nu dikwijls te vergeefs naar hem uitziet. Naar aanleiding der voorstellingen welke te 's Hage door een magnétiseur, die zich professor Donato noemtgegeven wordenontving het Vaderland op éen dag tien ingezonden stukken, waaronder zelfs een uit Rome. Natuurlijk ver klaart de redactie zich onmachtig om dien magne- tischen stortvloed in haar kolommen plaats te geven. Het landhuishoudkundig congres te Amster dam is Zaterdag besloten door een pleiziertoeht van de leden met de Purmerender stoomboot naar de werken van het Noordzee-kanaal. De directeur der Kanaalmaatschappij maakte den tocht mede, benevens uit het buitenland de heeren dr. Witt- mack, uit Berlijn, Gauyac, uit Parijs, von Gohren, uit Weenen en prof. von Eau, uit Hohenheim. Aan de Haarl. Ct. schrijft men uit Zutfen, van den 2eu Juli: In afwachting van het bezoek der deelnemers aan den gecostumeerden optocht te Utrecht, waar van door den hoofdpersoon daarvan, Karei den „En was het slechts eene pijnlijke, bittere her innering „Wat had het anders kunnen zijn?" antwoordde zij met neêrgeslagen ooge_p. „Was er volstrekt geen gelukkig gevoel meê vermengd, Riekje?" „Ik heb u immers reeds gezegd, dat ik u niets te vergeven heb," sprak zij in verwarring, maar op treurigen toon. Voor mij lag echter een zoete troost in deze schuchtere bekentenis. „Dan zal niets mij langer weerhouden," ze! ik met warmte, „u te bekennen hoe onuitsprekelijk lief ik u sedert heb gehad, en hoe al mijne hoop op het schoonste levensgeluk met dat oogenblik in verband staat." Zij was diep geschokt; wederom hield zij de linkerhand (want ik liet hare rechterhand niet los) voor hare beschaamde oogen en groote tranen droppelden tusschen hare vingers door. „Och, houd op," sprak zij smeekende„waarom wilt gij een eenvoudig meisje misleiden?" „Misleiden?" riep ik pijnlijk getroffen uit, „zou ik u misleiden? O, welke woorden moet ik kiezen om u van de oprechtheid mijner liefde te over tuigen (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2