N°. 151. 119e Jaargang. 1876 \Voensdag 28 Juni. Dit blad verscbijiit d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën20 Gent per regel, Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.; van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. BERICHT Zij die zich voor 1 Juli 1876 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nommers van het blad gratis. Middelburg, 27 Juni. De Vereenigde staten in 1876. ^ETTXH.H.ETOlSr» Een en ander over de schilderij- tentoonstelling te Rotterdam. BlIRGSC ii Men zou de geschiedenis der Amerikaansche republiek moeten schrijven indien men in bij zonderheden wilde aantoonen hoe hare op de vrijheid gegronde instellingen, te midden der heftigste beroeringen, in voor- en tegenspoed, de proef doorstaan hebben. Eene korte her innering slechts aan den geweldigen burger- oorlog, die de republiek van 1861 tot 1865 verscheurde. De slavernij en de menschen-handel, tijdens de stichting der republiek, niet zon der gewetensbezwaren bij hare oprichters, slechts in enkele staten toegelatenhadden allengs een grooter gebied voor zich in beslag genomen; nieuwe staten werden in den bond opgenomen, alleen met het doel om aan de slavernij een ruimer veld te openen; op de verovering van Cuba hielden de Zuidelijke katoenplanters gretig het oog gevestigd, als op een nieuw middel tot uitbreiding hunner ge vloekte instelling. Jaren lang in het bezit van een overwegenden invloed op het staatsbe stuur, hadden de Zuidelijken langzamerhand en met sluw overleg de Noordelijke staten van alle middelen tot verdediging beroofdde meeste officieren des legers waren hunne zaak toege daan, alle troepen op het Zuidelijk grondgebied verzameldde tuighuizengeschutparken en oorlogsmagazijnen bevonden zich in het Zuiden of stonden in het Noorden ledig; de oorlog schepen waren kort voor 1861 naar de afge- legenste wereldstreken gezonden. De president Buchanan, de minister van oorlog Floyd en de minister van marine Toucey hadden elkander de hand gereikt om het Noorden weerloos te maken. (Particuliere correspondentie.) Verwacht van mij geen overzicht, zelfs van het belangrijkste dat deze verzameling van meer dan 600 kunstwerken bevat. Daartoe zou men niet, zooals ik, eene enkele maal, maar herhaaldelijk de tentoonstelling moeten bezoeken. Daartoe zou men ook zijne bezoeken moeten rekken tot een duur, die, bij de tropische hitte welke in deze zonnige dagen in de alleen van boven verlichte zalen der Academie van beeldende kunsten en technische wetenschappen op de Cool-vest heerscht, ondoenlijk is. Zelfs dan nog zou, om redenen die ik straks hoop aan te duiden, eene in bij zonderheden treden de beschouwing dezer tentoonstelling hoogst moei lijk zijn. Alleen wil ik, door mededeeling van enkele mijner aanteekeningen, eene poging doen om anderen op te wekken de gelegenheid, welke te Botterdam geopend is om onze hedendaagsche kunst te leeren kennen en waardeeren, niet onge bruikt voorbij te laten gaan. Ofschoon de overgroote meerderheid der ten- Toen na de verkiezing van den president Lincoln in 1861 de oorlog ontbrandde en het Zuiden optrad met den eisch van scheuring- der republiek in twee helften, eene Zuidelijke slaven-republiek van elf staten en eene Noorde lijke slavenvrije, schenen de kansen van het Noorden, zelfs zonder de baatzuchtige vijan digheid van Engelandhopeloos. Geruimen tijd duurde het alvorens hun op veel hooger trap van ontwikkeling staande nij verheid, hun talrijker bevolking, krachtig in het gevoel van de rechtvaardigheid barer zaak, aan de Noor delijke staten de overwinning bezorgde. Aan de republiek bleef daardoor hare eenheid ver zekerd. De vlek der slavernij werd op den 31en Januari 1864 van de constitutie der Ver eenigde staten weggewischt. Te midden van den strijd waren de staatsinstellingen der re publiek ongeschonden geblevenzij hadden het ontstaan van den burgeroorlog niet kunnen voorkomen; zij hadden beide partijen toege laten zich tot haar volle kracht te ontwikke len, maar ook ten slotte de overwinning verze kerd van die partij, welke met de machtigste wapenen voor het recht, de menschelijkheid en de staats-eenheid streed. Na 1865 hebben zij, te midden van den heftigsten partijstrijd, de verzoening tusschen Noord en Zuid steeds nader en nader doen komen, zonder dat aan conciliatie in verkeerden zin geofferd werd. Geen despotisch vorst, geen Russische czaar kon met vaster hand het eenmaal aangenomen beginselgelijkstelling van de slaven met hun vroegere meesters, in al zijne consequentiën doorzetten dan deze republiek het gedaan heeft, evenmin van het spoor gebracht door de pre dikers eener valsche humaniteit, als door de twijfelingen van haar eigen president Johnson, die aan sommige eischen van het Zuiden na den oorlog wilde toegeven. De republiek was krachtig en grootmoedig. Tegen het bloedgierig geschreeuw van het volk, door de vermoording van Abraham Lincoln tot het uiterste opgehitst, beschermde zij den ge wezen president der Zuidelijke staten, Jeffer son Davis, zoodat geen haar van zijn hoofd gekrenkt werd. Onze jonggeboren Europeesche republieken zouden in dat opzicht nog van de Amerikaansche zuster kunnen leeren Het zou trouwens niet de eerste les wezen, welke de oude wereld aan de nieuwe ontleende. Het valt moeilijk op te sommen welken ontzag- toongestelde schilderstukken van Nederlandsche meesters zijn, is ook het buitenland door goede werken vertegenwoordigd. Vooral de Belgische kunstbroeders komen goed voor den dag. Albrecht de Vriendt, te Brussel, zond eene supérieur ge schilderde „raadzaal in de XV" eeuw." Drie dames, in de kleederdracht van dien tijd, en een heer, wiens rood costuum op den geelen achtergrond van zijn zetel Mephistopheles-achtig uitkomt, spe len in die met Gobelin-tapijten behangen zaal, zonderling genoeg, eene partij kegel. De figu ren zijn geestig en goed geteekend en de uitvoe ring van het geheel is, ik herhaal het, uitstekend. Hetzelfde kan gezegd worden van E. J. Boks te Antwerpen, wiens geestig stuk, eene dienst maagd en een huisknecht, den draak stekend met „het portret van mevrouw", op het oogenblik dat deze beminnelijke dame achter hun rug de kamer binnenkomt, onwillekeurig een glimlach te voorschijn roept; wat op deze overigens zeer stemmige schilderijen-verzameling geen geringe verdienste is. C. Cap, te Antwerpen, heeft het waagstuk begaan zijn onderwerp te kiezen in de meest prozaïsche omgeving misschien van onzen tijd: in een spoorweg-wagon. Eene dame, in de kussens van een coupé le klasse weggedoken, wordt door een haar zoekenden aanbidder door het open geschoven portier-gordijntje begluurd. P. van der Ouderaa, te Antwerpen, verplaatst ons met zijn werk in de middeleeuwen. Een jong, schoon bur germeisje, Gretchen zou zij kunnen zijn, indien ze haar vader niet aan den arm had, begeeft lijken invloed deze jongste onder de natiën op indirecte wijze reeds op den gang der wereldge beurtenissen heeft uitgeoefend. Gelijk de groote Fransche omwentelingin hare beste aspiratiën als een terugslag beschouwd mag worden van den Amerikaanschen volksopstand, zoo is Europa sedert honderd jaren, bewust of onbe wust, bezig in vele opzichten zijn tred naar dien van het jonge Amerika te regelen. Wat wij hier nog met moeite beproeven te stame len, wordt in Amerika sedert lang vrij uitge sproken. Algemeen stemrechtvrouwen-eman cipatie, de volkomene onafhankelijkheid der gods dienstige gezindten gepaard aan het krachtigst godsdienstig leven, het volksonderwijs verheven tot het hoogste onderwerp van publiek belang, al deze quaestiën, ofschoon ongetwijfeld niet in Amerika geborenof het eerst aan de orde gesteld, worden toch steeds levendig gehouden en uit telkens nieuwe gezichtspunten beschouwd, naarmate van de oplossing welke daaraan in Amerika gegeven is of wordt. Nog meer in het oog vallend is echter de rechtstreeksche invloed, door de Vereenigde Staten op de stof felijke belangen der oude wereld uitgeoefend. Den hoogeren trap van ontwikkeling aan te toonen, waarop Amerika zich bevindt tegenover Europa in alles wat het gebied der nijverheid en der werktuigkunde betreftis een overbodig werk. De vindingrijkheid der Amerikanen, hun stoute ondernemingszucht, hun taaie vol harding waar het er op aankomt een uitvinding te bedenken of de toepassing daarvan te ver beteren zijn te bekend om er veel over te spreken. Toch behooren enkele trekken daarvan tot ons tafereel. Daarom herinneren wij aan de telegraphische verbinding der twee werelden, door Engelsche ondernemers eerst beproefd na eene eerste mislukking opgegeven en door een Amerikaan, Cyrus Field, ten slotte tot stand gebracht. Aan den Pacific-spoorweg, die de Oostelijke en Westelijke kusten der nieuwe wereld met elkander verbindtprairieën, woes tijnen en gebergten doorsnijdt en het grootste spoorweg-werk der aarde is. Aan de naai machine een der bewonderenswaardigste en weldadigste werktuigen welke het menschelijk vernuft tot dusverre uitdacht. Aan den Ame rikaan Mcrsedie door de uitvinding van zijn alphabetisch telegraaftoestel de telegraphie eene vlucht deed nemen, waaraan hare vroegere uitvinders nauwelijks durfden denken. Aan de zich naar de kerk en wordt met bewonderende blikken door een jong edelman nagestaard. „Was zij maar edel!" is de klacht, die met een zucht aan zijne lippen ontvlucht. Henri Bource eindelijk, zond een vrij groot doek, twee boerenmeisjes, door de reten eener schutting een klein liefdedrama be spiedend, dat aan de andere zijde schijnt te wor den gespeeld. Pen passé et des meilleurs. Ik vestigde in de eerste plaats de aandacht op deze Belgische schil ders, niet uit beleefdheid, maar omdat het mij voorkomt dat onze Hollandsche kunstenaars van hen in zeker opzicht iets leeren kunnen. Men zal, hoe kort mijne beschrijving ook was, opmerken dat in al de genoemde stukken het anecdotische eene rol speelt, dat zij alle een be paald omschreven onderwerp hebben. Hierom bekommeren zich onze Nederlandsche schilders misschien wat al te weinig. Op vele hunner is nog altijd toepasselijk wat Eugène Fromentin in zijne merkwaardige studiën over de oude Holland sche school (in de eerste zes nommers der Revue d. d. Mondes van dit jaar) schreef van onze schil ders der XVIIe eeuw. „Wanneer men nagaat, zegt deze schrijver, die even goed het penseel als de pen hanteert, welke gebeurtenissen gedurende de 17e eeuw in Holland zijn voorgevallen, welke groote krijgsbe drijven plaats hadden, welk eene inspanning, welk eene geestkracht van dit volk van matrozen en krijgslieden gevorderd, welk een lijden door hen doorataan werden, als men zich voorstelt welke paardenspoorwegen(de tramways) die wij nog bezig zijn in Europa van de Amerikanen over te nemen, op bet oogenblik dat zij zelve ze reeds door stoomwagens, zonder geraas of rook, vervangen. Aan de Amerikaansche dagblad pers, die, als al het menschelijke, haar gebre ken heeft, doch hare Europeesche zusters het voorbeeld gegeven heeft in niets of niemand ont ziende, alleen het publiek belang dienende publi citeit, in werkzaamheid en in ondernemings geest. Aan de toepassing van het chloroform in de geneeskunde, eene uitvinding van den Bostonner geneesheer Jackson. Aan Maury, die de meteorologie op zee, de kennis der zeeën, stroomen en zeebodems tot eene onschatbare leidsvrouw voor den zeeman maakte. Aan Agassiz, een „landverhuizer" uit Zwitserland, die nergens ter wereld voor zijne onderzoe kingen van den bodem der zee en voor zijne andere wetenschappelijke nasporingen zulk een onbekrompen steun had kunnen ontmoeten als hij in Amerika vond. Aan de gepantserde oorlogsgevaartende monitorswelke wij, helaasden Amerikaanschen burgeroorlog dan ken. Maar ook aan de veldhospitalen, aan de leniging van de rampen des oorlogs op groote schaal, van welke de vrouwen en mannen van Amerika in dienzelfden burgerkrijg het eerste en schoonste voorbeeld gegeven hebben en naar welke het Roode Kruis in Europa zich gevormd heeft. Aan de maai-machine en aan zoovele andere landbouw-werktuigenin welker uitvinding en verbetering Amerika steeds voor gaat aan het Amerikaansche weegwerktuig dat in onze keukens, het wringmachine, dat in onze waschinrichtingen toegang heeft gekre gen. Aan de spoorwegen en stoombootendie in Amerika zoo niet hun geboorteland, toch zeker het land gevonden hebben waar zij het best thuis zijn. De opsomming is vermoeiend, doch verre van volledig. Hetgeen wij herinnerden is voldoen de om te doen uitkomen dat onder geen staats regeling de menschelijke geest beter voorwaar den voor zijne ontwikkeling, de menschelijke arbeid een ruimer veld voor zijne bewegingen gevonden heeft dan onder die van de republiek der Vereenigde staten. Eene nieuwe soort van landverhuizing is op dit oogenblik bezig zich naar de nieuwe wereld te richten. Bij duizendtallen stroomen de bezoekers der wereldtentoonstelling naarPhila- tafereelen het land in deze vreeselijke tijden heeft kunnen opleveren, dan staat men verbaasd hoe onverschillig "de schilderkunst gebleven is voor wat dan toch het eigenlijke leven der natie uit maakte. In het buitenland, op de grenzen en op zee wordt gevochten; het binnenland wordt door burgeroorlog verscheurd; Barneveld wordt ont hoofd in 1619; de moord der de Witten heeft plaats in 1672drie en vijftig jaren na elkander hebben dezelfde staatkundige en godsdienstige ge schillen dezelfde tragische gevolgende worsteling met Spanje duurde bijna eene eeuw en werd ge volgd door oorlogen met Engeland en Frankrijk; het land werd door vijanden overstroomd en door den heldenmoed des volks gered; in 1648 sluit men vrede te Munster, in 1678 te Nijmegen, in 1698 te Rijswijk. Men kan zeggen dat al de schilders dezer groote school hun leven te midden van het kanongebulder hebben doorgebracht. Niettemin vindt men, enkele zeegevechten en een paar ruitergevechten van Wouwermans uitge zonderd, van welke laatste de plaats en dagtee- kening zelfs niet bekend is, in hunne kunst werken geen spoor van de geschiedenis huns lands, zoodat men vragen moet of deze kunstenaars geen oogenblik zich met die geschiedenis hebben bezig gehouden. „Niet minder opvallend is dat in hunne stukken ook niet de minste anecdote of knoop is te be speuren. Geen spoor van eenig onderwerp; geene handeling, welke eene goed doordachte, duidelijk sprekende samenstelling van de schilderjj vereischt;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1