BUITEIL AID. Thermometerstand. Staten-Greneraal. Gemeenteraad van Vlissingen. Algemeen Overzicht, 53 j. B. M. Beumer, jd. 78 j. J. G. van Hemert, man S. E. F. Dormaar, 66 j. (Van 10—17 Juni.) Vussingen. Gehuwd: J. J. Kleineeder, jin. 22 j., met J. M. de Swart, jd. 28 j. BevallenS. G. Kloppers, geb. Wagner, z. A. J. Benier, geb. Smit, d. J. A. de Groote, geb. Gubbi, d. J. de Rooij, geb. Schenk, d. S. Kooij, geb. de Kok, d. C. van Domburg, geb. van Loon, d. A. Leeuwenburg, geb. de Heus, z. T. M. Noeat, geb. Braaksma, d. C. J. Dormaar, geb. Maehielso, d. M. Boot, geb. van Doeselaar, d. J. L. Harent, geb. Kraak, d. J. P. G. Stoutjesdijk, geb. van der Leije, d. E. de Witte, geb. Lust, z. S. Bertijn, geb. Simonse, z. OverledenB. Flander, man van H. M. Harinck, 63 j. C. Jilleba, wede. van A. van der Kout, 79 j. U. C. B. ten Koopen, man van M. Beijerling, 62 j. Goes. Gehuwd: P. van Eikeren, jm. 23 j., met P. W. T. van de Weghe, jd. 22 j. A. Meijler, jm. 30 j., met P. C. Nagelkerke, wede. van L. Nonne- kes, 41 j. Bevallen: K. van Melle, geb. van Immerzeel, z. S. A. Goedbloed, geb. de wijs, d. I. van Kalmt- hout, geb. Ockslee, d. Zierikzee. Gehuwd: G. Bikman, jm. 29 j., met C. H. Peeters, wede. van J. F. Herman, 30 j. M. van Westen, wed«\ 37 j., met N. den Boer, wede. 39 j. Bevallen: M. H. van der Valk, geb. Ornée, z. A. de Zwarte, geb. Heijboer, z. A. R. van Westen- brugge, geb. Leeuwe, z. J. Alburg, geb. Ooster ling, z. E. Loenjers, geb. Reedijk, d. A. H. La- kenman, geb. Bal, z. OverledenC. M. Lammens, wede. van J. T. Bethe, 87 j. M. B. Rijnders, vrouw van D. Rit meester, 69 j. J. van Poelgeest, man van P. Bibbe, 42 j. 17 Juni's av. 11 u. 58 gr. 18 's morg. 7 u. 59 gr. 's midd. 1 u. 66 gr. 's av. 11 u. 56 gr. 19 's morg. 7 u. 57 gr. 's midd. 1 u. 71 gr. 's av. 6 u. 68 gr. Wet op de middelen. De minister van financiën heeft, bij een daartoe strekkend wetsontwerp, voorgesteld den oorspron kelijk in de wet op de middelen opgenomen doch, na de verwerping van de vestingbegrooting daar uit gelichten post van 5 millioen uit de Indische saldo's, weder in de wet op de middelen op te nemen, doch met eenigszins gewijzigde omschrijving. Wel bedraagt de eigenlijke vestingbegrooting slechts 2,700,000, doch de minister rekent daarbij de op de begrooting van oorlog uitgetrokken pos ten voor de bewapening der nieuwe vestingwerken tot een bedrag van 2,822,20. De baten waarover thans beschikt wordt, loopen over de diensten 18671872. Voorts wordt de op de oorspronkelijke wet op de middelen uitgetrokken som van 5 millioen door uitgifte of beleening van schatkistbiljetten ver hoogd tot 9 millioen, tot dekking van de inmid dels nieuw opgekomen uitgaven, waaronder 2 mil lioen voor de reorganisatie van het muntwezen. De buitengewone uitgaven (15 millioen) tegen over de buitengewone middelen (7 millioen) op de begrooting in haren tegenwoordigen stand plaat sende, komt de minister op de gewone inkomsten slechts tot een tekort van 692,248,07^. De minister rekent echter dat door besparing op de uitgaven en de progressie der middelen de uitkomst geheel anders zal worden. De minister deelt nog mede dat het batig slot over 1874 ruim 5,900,000 d. i. 300,000 boven de raming zal bedragen en dat het tekort over 1875 tot 850,000 a 900,000 is verminderd. Indische begrooting;. Het door de regeering ingediende wetsontwerp tot verhooging van de Indische begrooting voor 1876, strekt om nog beschikbaar te stellen: a een som van f 100,000 voor twee stoombag- germolens ten behoeve van het Indisch bestuur; b een som van f 1,291,400 voor de kosten van werving; het cijfer der te werven manschappen zal waarschijnlijk tot 4000 man gedurende dit jaar kunnen worden gebracht. Hu reeds zijn 1650 man bijeengebracht c 450,000 voor aankoop en vervoer van goe deren tot aanvulling der oorlogsmagazijnen in Indië d 895,000 voor het materieel der zeemacht enz., aanvulling der magazijnen enz.; e 65,000 op den post voor behakening en verlichting; f f 30,000 tot vermeerdering van het compta bel personeel bij de Indische rekenkamer; g 359,000 voor uitgaven in verband met ver meerdering van het contingent. Het totaal der verhoogingen bedraagt 2,826,400, te vinden uit hoogere opbrengst van de koffie, waar van de totale opbrengst de raming zal overtreffen met 3,237,449. De minister van koloniën heeft de aanvraag tot verhooging der begrooting van Suriname thans gewijzigd, zoodat een bepaald cijfer van 6000 wordt aangevraagd voor den aan te stellen con troleur van financiën. Bij het onderzoek van de aanhangige supple- toire begrooting van binnenlandsche zaken werd door zeer vele leden en eenparig door de eominis- missie van rapporteurs de regeering in overweging gegeven om de nieuwe regeling van het korps ingenieurs van den waterstaat in een afzonderlijke wetsvoordracht te formuleeren. De organisatie zelve werd breedvoerig besproken en nadere inlichtingen werden deswege gevraagd. Naar aanleiding van de aanvrage bij voorziening in de kosten van buitengewone waterkeering, werden in de afdeelingen breedvoerige beschouwin gen geleverd, naar aanleiding van de jongste overstroomingen, over ons dijkwezen. Vrij alge meen achtte men grooteren invloed van het cen traal gezag noodig en nieuwe beginselen van waterstaatsrecht. Wettelijke voorziening ter voor koming van onheilen en gevaren als dit voorjaar opleverde, werd noodig geacht en in Noord-Brabant een verbetereng der afvoerkanalen. lu verband met de gewichtige uitbreidingsplan nen van Rotterdam aan de overzijde van de Maas, stelt de gemeente als eigenares der buitendijksche gronden onder Katendrecht en Charlois er groot belang in, eigenares te worden van den Katen- drechtschen strekdam en van de daarachter gele gen slikken en water. Bij haar beslaat het plan die oppervlakte aan te plempen. Tegen dezen afstand ziet de regeering geen bezwaar. Wel zal door de voorgenomen aanplemping de oppervlakte aan de rivier worden onttrokken en in land vervallen, maar dat gemis wordt vergoed door de vermeerderde gelegenheid tot waterberging, tengevolge der werken vanwege de gemeente op Fijenoord uitgevoerd; bovendien is het terrein achter den strekdam reeds van zelf aan opslibbing onderhevig. De koopprijs is berekend tegen 4000 per bun der. Daarenboven zal de staat, te rekenen van 1 Januari 1886, kosteloos het eeuwigdurend, zakelijk recht van opstal hebben cp een strook grint langs den linkeroever der Nieuwe Maas beneden de haven van Barendrecht, om daarop voor de uitoe fening der visscherij met de groote zalmzegen en zegenkade met ophaalbollen, terpen met keeten in verschillende inrichtingen voor de genoemde vis scherij benoodigd, aan te leggen. Dit beding' vindt zijn aanleiding in de omstan digheid, dat de Katendrechtsche strekdam een goede vischplaats voor de uitoefening der visscherij met de groote zalmzegen oplevert, die de staat nu zal verliezen. Do regeering heeft voorgesteld art. 38 der wet op het middelbaar onderwijs zóo te wijzigen, dat het schoolgeld op de rijks-landbouwschool, thans op 100 bepaald, worde gebracht op een minimum van ƒ40 eu een maximum van ƒ100, teneinde de opleiding aan de school te Wageniugen te ver gemakkelijken en tevens de gelegenheid open te laten, om, wanneer later mocht worden besloten, aan het ouderwijs in een of meer rijks-landbouw scholen meer omvang te geven, een daarmede overeenstemmende bijdrage te heffen. De gemeente Amsterdam wenscht de perceelen, die door het departement van marine niet meer gebruikt worden, in eigendom te hebben, teneinde ze te bestemmen voor den aanleg' van wegen, o. a. van een toegangsweg van de te maken kaai langs de Nieuwe vaart naar het goederenstalion van de N. H. staatsspoorweg in de stads Rietlanden. Dooi den aanleg van dezen toegangsweg wordt het pu bliek verkeer gebaat. De staat eu de gemeente hebben de perceelen ieder door een deskundige doen schatten; de be dongen koopprijs ad ƒ20440 is gelijk aan de hoog ste schatting en voldoende, omdat het verkochte, groot 1932 hectaren, voor een deel uit water en aangeplempten grond bestaat en zonder eene kost bare verzwaring der bestaande uitwegen niet voor bebouwing geschikt is. Bij het nader onderzoek van het wetsontwerp tot wijziging der Indische begrooting voor 1876 (Beschikbaarstelling van fondsen voor den vesting bouw) maakten verscheidene leden weder bezwaar tegen het belasten van de Indische baten met de kosten van aanschaffing van vesting-materieel, zijnde h. i. geene oorlogsuitgaven: een gevoelen dat door andere leden werd betwist, weshalve zij te recht deze voordracht gedaan zagen. Verscheidene leden wensehten het vraagstuk van het zoogenaamd administratief kapitaal voor Indië niet bij deze gelegenheid, niet incidenteel, maar bij gelegenheid der behandeling van de Indische reke ning voor 1867 belast te hebben. Andere leden konden zich, op grond van hetgeen de regeering bij deze en vorige gelegenheden heeft aangevoerd, zeer wel vereenigen met haar voornemens omtrent het administratief kapitaal. Zitting van Zaterdag 17 Juni. Voorzitter de heer Winkelman. Afwezig de heer Mortier met kennisgeving. De notulen der vorige vergadering en der laatst gehouden buitengewone vergadering worden voor gelezen en na eenige bespreking goedgekeurd. De voorzitter verzoekt de heeren Callenfels, Ockers en Quakkelaar om de ingezonden geloofs brieven van het benoemd lid, den heer F. Wibaut, te onderzoeken en daaromtrent rapport uit te brengen. Na gehouden onderzoek rapporteert de commissie dat de geloofsbrieven in orde zijn be vonden en adviseert tot toelating van den benoemde. Door enkele leden wordt bezwaar gemaakt tegen de toelating van den heer Wibaut op grond dat hij is aannemer van leveraneiën ten behoeve van het gasthuis der gemeente. De commissie doet echter opmerken dat zij alleen te onderzoeken had of de geloofsbrieven in orde waren en daar die aan de voorschriften der wet voldoen, zij niet anders dan tot de toelating adviseeren kan. Het bezwaar dat geopperd is zal eerst gemaakt kun nen worden indien de toegelatene zitting wil nemen, in welk geval hij volgens art. 26 der ge meentewet geschorst kan worden. Daarna wordt met 9 tegen 2 stemmen tot de toelating besloten. Op de rekening der stadsleenbank, die ter goed keuring is overgelegd, worden door den heer Kleynhens eenige bemerkingen gemaakt betreffende den vorm, doch hij maakt vooral bezwaar tegen de goedkeuring omdat daarin verantwoord wordt een uitgaaf van ƒ30 voor schrijfloon aan een lid van het bestuur. Deze uitgaaf acht hij in strijd met het koninklijk besluit en de verordening op de leenbankwaarin bepaald is dat de leden van het bestuur geen belooning zullen genieten. Langdurige discussiën waren het uitvloeisel dezer bemerkingen Daaruit bleek dat de leden het- al gemeen eens waren, dat deze uitgaaf aan een lid van het bestuur niet wel overeen te brengen is met de bestaande voorschriften. Echter werd ook aangevoerd dat deze post bij de vaststelling der begrooting besproken en toegestaan is, en dus in deze rekening gevalideerd kon worden. In omvraag gebracht wordt de rekening met 8 tegen 3 stemmen goedgekeurd. Bij do behandeling van de begrooting der leen bank voor het loopend jaar gaf deze zelfde post op nieuw aanleiding tot discussiën. De heer Kleijnhens deed het voorstel om de begrooting met de bestreden 30 te verminderen. Op de stellige verklaring van de aanwezige leden der commissie dat deze uitgaaf noodzakelijk wasom dat geen lid van het bestuur die werkzaamheden zonder vergoeding zou willen op zich nemen en daarmede dus een ander vertrouwd persoon belast zou moeten wordenwerd de post behouden en de begrooting met 8 tegen 3 stemmen goedgekeurd. Een voorstel om den raad het gevoelen te doen uitspreken dat het bedoelde schrijfloon aan geen lid van het bestuur zou mogen toegekend worden, vond geen voldoende ondersteuning omdat men meende dat het gevoelen van den raad uit de gehouden bespreking duidelijk genoeg bleek, en men dus onderstellen mocht, dat het bestuur dei- leenbank voortaan de bedoeling van den raad in acht zou nemen. Ten slotte werd besloten dat het dagelijksch bestuur aan de commissie der leen bank de gemaakte bedenkingen zou mededeelen. Voor notificatie worden aangenomen de mede- deelingen dat door gedeputeerde staten is goed gekeurd 1° het besluit tot het geven van gemeentegrond in bruikleen aan de maatschappij „de Schelde" 2° het besluit tot verkoop van een brandgang aan mejuffrouw de wede Mortier 3° idem van een gedeelte brandgang aan den heer C. C. Delvoye, alsmede een kennisgeving van den heer dr. Rutgersdat hij de benoeming tot lid der plaatselijke schoolcommissie aanneemt. De voorzitter leest eene circulaire voor waarin de nieuw benoemde commissaris des konings jhr. m'. W. Six kennis geeft dat hij zijne betrek king heeft aanvaard. Burgemeester en wethouders zullen op aanstaan den Maandag de gemeente vertegenwoordigen op da audiëntie die door den heer commissaris des konings alsdan zal verleend worden. Geschiedt mededeeling van het overlijden van den heer B. Flanderdirecteur der stedelijke gasfabriek. De voorzitter zegt dat de leden zeker met leedwezen hiervan kennis zullen genomen hebbendaar de overledene bekend was als een ijverig en werkzaam ambtenaar. Hij stelt voor deze mededeeling voor kennisgeving aan te nemen en bericht dat het dagelij ksch bestuur eene op roeping zal doen van sollicitanten naar de vacee- rende betrekking. Naar aanleiding van een schrijven van den inspec teur over het lager onderwijs in Zeeland aan gedepu- teerdestaten, daarbij verzoekende deu raad uit te noodigen nogmaals in nadere overweging te willen nemen het besluit, waarbij de bestaande regeling van het onderwijs op de school .voor lager en meer uitgebreid onderwijs voor jongens, gehandhaafd is, hebben gedeputeerde staten dat schrijven in af schrift aan den raad medegedeeld en te kennen gegeven, dat zij de zienswijze van den inspecteur deelen. De bedoeling van den inspecteur is dat het onderwijs in al de vakken, met uitzondering der wiskunde, voor alle leerlingen verplichtend zal zijn, in het belang van een goed onderwijs. De voorzitter stelt voor om dat schrijven voor de leden ter visie te leggen, tenemde daarover in eene volgende vergadering te beslissen. Nog is door gedeputeerde staten bezwaar ge maakt tegen het raadsbesluit waarbij aan den hulponderwijzer, die bij ontstentenis van den hoofd onderwijzer met de waarneming van die betrekking zal worden belast, eene belooning wordt toegezegd. Gedeputeerde staten zouden geen bezwaar maken in de belooning, wanneer die aan een bepaalde be trekking, bijv. aan den eersten hulponderwijzer, werd toegekend; alsmede tegen de bepaling dat de toelage der kweekelïngen ophoudt wanneer zij hun 18e jaar bereikt hebben, en niet slagen in het afPggen van 't examen als hulponderwijzer. Daar door worden ook zij van die toelage verstoken die verkeeren in 't geval van art. 5 der wet en tot een volgend examen nog toegelaten kunnen worden. - Wordt besloten door eene wijziging der beslui ten aan de gemaakte bezwaren tegemoet te komen. Door den voorzitter wordt voorgelezen een brief van den hoofdonderwijzer Sitzen waarbij hij te kennen geeft dat hij zijne schoollokalen niet be hoorlijk verwarmen kan voor den abonnementsprijs door het gemeentebestuur vastgesteld. Hij heeft in 1875 uitgegeven f 92.10, ontvangt daarvan van de gemeente slechts terug 53.75 en heeft daarop dus een tekort van ƒ38.35. Adressant verzocht dat de gemeente hem deze meerdere uitgaaf resti- tueere. Op voorstel van den voorzitter wordt met 9 tegen 2 stemmen besloten om op het verzoek afwijzend te beschikken, nadat de heer de Kruijff had opgemerkt dat bij de behandeling der be grooting dit punt nader kan besproken worden en indien blijkt dat de vastgestelde prijs ontoereikend is, voor alle scholen eene gelijke verhooging be hoort plaats te hebben. Geschiedt voorlezing van een adres van J. C. de Groof, waarhij hij eenige bezwaren aangeeft tegen de voorwaarden zooals die door den raad zijn vastgesteld betrekkelijk de bestrating, rioleering enz. eener door hem aan te leggen straat. Burgemeester en wethouders hebben geen grond gevonden om een wijziging van hun besluit voor te stellen. Aan het slot der voorwaarden is de bepaling gemaakt dat de overeenkomst met den heer J. G. de Groof van kracht zou zijn van het oogenblik dat de heer Louis de Groof afstand zal hebben gedaan van de concessie aan hem ver leend. Zooiang dus deze laatste daarvan geen gevolg geeft kan het latere contract niet geacht worden te bestaan en alzoo met den lateren con cessionaris geene nieuwe schikkingen gemaakt worden. Hoewel dit gevoelen door enkele leden niet gedeeld werdis met 10 stemmen tegen 1 overeenkomstig het advies van burgemeester en wethouders besloten. Op een ingekomen verzoek van J. Boogaard, pachter der mestspeciënwaarbij hij aantoont dat de laadplaats aan den mestput onbruikbaar is om straatmest in te laden en hij alzoo belangrijke schade lijdt door het verder vervoer daaruit voort vloeiende worden burgemeester en wethouders gemachtigd om aan hem 50 cents per last extra vervoerloon te vergoeden. De heeren A. Schraver en van Uije Pieterse verlaten de vergadering. De rekeningen en begrootingen van het gast huis het weeshuis en het algemeen armbestuur respectievelijk over het jaar 1875 en voor het jaar 1877 ingekomen zijnde, worden op voorstel van den voorzitter in handen gesteld van de commis sie voor de financiën. Op het bericht dat de heer C. Millot heeft afge zien van zijn recht op den brandgang naast een zijner woningen gelegenwordt met algemeene stemmen besloten dat de brandgang alsnu aan den heer Loois alleen zal afgegeven worden. Van den gemeentebouwmeester is bericht inge komen, dat twee leggers van de roode brug gebro ken zijn. Door de commissie van fabricage zijn de kosten van herstellen begroot op 300. Bur gemeester en wethouders worden gemachtigd die te doen herstellen. Uit een drietal sollicitanten wordt J. Kreupeling benoemd tot buitengewoon commies der plaatse lijke belastingen. Wordt alsnog met algemeene stommen vastg steld een suppletoir kohier van deu hoofdelijken omslag over 1875. Daarna vraagt de heer M. Pot het woord en spreekt de wenschelijkheid uit om de beerput aau den ingang der voormalige marinehaven gelegen, nu die haven gesloten iste doen verplaat sen naar de overzijde, op het zoogenaamde eiland. Thans zal daarvoor wellicht gelegenheid bestaan, later zal het te laat zijn. Hij acht het zeer in het belang van deze haven. De voorzitter ver zoekt de heer Pot dit voorstel behoorlijk onder steund schriftelijk in eene volgende vergadering te willen indienen. De vergadering wordt daarna gesloten. Verschillende geruchten gaven aanleiding tot de vrees, dat de verkiezing van den heer Buffet tot levenslang senator aanleiding zou geven tot de aftreding van het Fransche ministerie, daar Mac- Mahon, in strijd met de wenschen van zijn kabinet, zich nog al aan die verkiezing had laten gelegen liggen. Zóo ver is het echter niet gekomen, en het kabinet moet integendeel vast besloten zijn de zegepraal der constitutioneele beginselen te bevorderen door een derde zuivering in het korps prefecten en verdere ambtenaren der administratie, eene zuivering die ditmaal een zeer scherp getee- kend karakter heeft. Vrijdag avond hebben ver scheidene invloedrijke afgevaardigden van de linkerzijde eene bijeenkomst gehad met den minis ter van binnenlandsche zaken, waarop een lang durige ministerraad is gehouden. Het schijnt, dat bedoelde kamerleden nog verder wilden gaan dan de ministers en eene interpellatie wilden aankon digen betreffende het personeel van de bijzondere omgeving van den maarschalk-president. Het moet speciaal gemunt zijn geweest op den heer Emma nuel d'Harcourt. Naar aanleiding der door de ministers gemaakte bedenkingen is echter dit voornemen opgegeven, doch zij hebben verklaard tusschenbeide te zullen komen indien hun dit noodig mocht voorkomen. Het inmiddels verschenen besluit, waarbij het personeel van negen prefecturen verandering heeft ondergaan, is door de republikeinen met ingeno menheid begroet, omdat er duidelijk uit blijkt, dat de ministers het met de constitutie ernstig meenen en geheel op eigen verantwoording han delen. Voor 't oogenblik is wel het gevaar voor een crisis geweken, maar het kan herleven bij de aanstaande behandeling in den senaat van het wetsontwerp tot toekenning van het recht aan den staat .om academische graden te verleenen. Dit wetsontwerp maakt deel uit van het ministe- rieele programma, zoodat het kabinet door een eventueele verwerping er van zich verplicht zou achten af te treden, en bij de tegenwoordige rich ting van den senaat is de aanneming niet boven allen twijfel verheven. De poging tot vernieuwde samenstelling van de republikeinsche unie is aanvankelijk met goeden uitslag bekroond. Zaterdag waren reeds 80 leden ingeschreven, waaronder ook Gambetta. De fun- geerende voorzitter, de heer Lepère, ontwikkelde als motief voor de nieuwe vereeniging de wen schelijkheid tot aaneensluit'ng van de verschillende republikeinsche fracties en de noodzakelijkheid van een krachtige militaire discipline. Deze is zeker een van de voornaamste eischen voor eene doelmatige werkzaamheid en het meest geschikt, de zegepraal der beginselen van eene partij te bevorderen, 't Ware wel te wenschen, dat de afgevaardigden over het algemeen daarvan meer doordrongen waren. Hoewel de moord op twee Turksche ministers gepleegd in de eerste plaats is geweest een uit vloeisel van persoonlijken haat en ontevredenheid is het toch niet onmogelijk, dat ook andere roer selen in het spel zijn geweest. De moordenaar, Hassan, is nl. een bloedverwant van de tweede vrouw van wijlen den vorigen sultan Abdul Aziz, door wien hij steeds werd geprotegeerd. Men is daarom in Konstantinopel nog niet volkomen ge rust, doch schijnt bevreesd te zijn voor nieuwe ongeregeldheden. Disraëli heeft Zaterdag in het Engelsche parlement verklaard, dat hij de ware beweegredenen voor den moord nog niet kon be- oordeelen. Tot minister van buitenlandsche zaken is benoemd Savfet Pacha, tot minister van oorlog Abdul Kerim Pacha en tot minister van justitie Halil Cherif Pacha. Overigens zou men denken, dat op het oogen blik in het rija der halve maan werkelijk alles roozengeur en maneschijn was. Van militaire be wegingen wordt niets vernomengeen enkel be richt komt meer van het oorlogstooneeltusschen Servië en de Porte heerscht de beste verstand houding, zóo zelfs dat de Servische regeering voornemens is den nieuwen sultan officieel geluk te wenschen met zijne troonsbeklimming, waartoe ook Rusland reeds is overgegaan, terwijl eindelijk de onderkoning van Egypte schriftelijk zijne ge- lukwenschen en de verzekering van zijne trouw aan zijn heer aan dezen heeft doen aanbieden. Met de aanzienlijke meerderheid van 113 tegen 43 stemmen heeft eindelijk de Spaansche senaat artikel 11 der ontworpen constitutie, waarin het beginsel der godsdienstige verdraagzaamheid is ge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 3