BUITEIL AID.
Thermometerstand.
Staten-Greneraal.
Gemeenteraad van Vlissingen.
Algemeen Overzicht,
53 j. B. M. Beumer, jd. 78 j. J. G. van Hemert,
man S. E. F. Dormaar, 66 j.
(Van 10—17 Juni.)
Vussingen. Gehuwd: J. J. Kleineeder, jin. 22 j.,
met J. M. de Swart, jd. 28 j.
BevallenS. G. Kloppers, geb. Wagner, z. A. J.
Benier, geb. Smit, d. J. A. de Groote, geb. Gubbi,
d. J. de Rooij, geb. Schenk, d. S. Kooij, geb. de
Kok, d. C. van Domburg, geb. van Loon, d. A.
Leeuwenburg, geb. de Heus, z. T. M. Noeat, geb.
Braaksma, d. C. J. Dormaar, geb. Maehielso, d.
M. Boot, geb. van Doeselaar, d. J. L. Harent,
geb. Kraak, d. J. P. G. Stoutjesdijk, geb. van der
Leije, d. E. de Witte, geb. Lust, z. S. Bertijn,
geb. Simonse, z.
OverledenB. Flander, man van H. M. Harinck,
63 j. C. Jilleba, wede. van A. van der Kout, 79 j.
U. C. B. ten Koopen, man van M. Beijerling, 62 j.
Goes. Gehuwd: P. van Eikeren, jm. 23 j., met
P. W. T. van de Weghe, jd. 22 j. A. Meijler, jm.
30 j., met P. C. Nagelkerke, wede. van L. Nonne-
kes, 41 j.
Bevallen: K. van Melle, geb. van Immerzeel, z.
S. A. Goedbloed, geb. de wijs, d. I. van Kalmt-
hout, geb. Ockslee, d.
Zierikzee. Gehuwd: G. Bikman, jm. 29 j., met
C. H. Peeters, wede. van J. F. Herman, 30 j.
M. van Westen, wed«\ 37 j., met N. den Boer,
wede. 39 j.
Bevallen: M. H. van der Valk, geb. Ornée, z.
A. de Zwarte, geb. Heijboer, z. A. R. van Westen-
brugge, geb. Leeuwe, z. J. Alburg, geb. Ooster
ling, z. E. Loenjers, geb. Reedijk, d. A. H. La-
kenman, geb. Bal, z.
OverledenC. M. Lammens, wede. van J. T.
Bethe, 87 j. M. B. Rijnders, vrouw van D. Rit
meester, 69 j. J. van Poelgeest, man van P.
Bibbe, 42 j.
17 Juni's av. 11 u. 58 gr.
18 's morg. 7 u. 59 gr. 's midd. 1 u. 66 gr.
's av. 11 u. 56 gr.
19 's morg. 7 u. 57 gr. 's midd. 1 u. 71 gr.
's av. 6 u. 68 gr.
Wet op de middelen.
De minister van financiën heeft, bij een daartoe
strekkend wetsontwerp, voorgesteld den oorspron
kelijk in de wet op de middelen opgenomen doch,
na de verwerping van de vestingbegrooting daar
uit gelichten post van 5 millioen uit de Indische
saldo's, weder in de wet op de middelen op te
nemen, doch met eenigszins gewijzigde omschrijving.
Wel bedraagt de eigenlijke vestingbegrooting
slechts 2,700,000, doch de minister rekent daarbij
de op de begrooting van oorlog uitgetrokken pos
ten voor de bewapening der nieuwe vestingwerken
tot een bedrag van 2,822,20.
De baten waarover thans beschikt wordt, loopen
over de diensten 18671872.
Voorts wordt de op de oorspronkelijke wet op
de middelen uitgetrokken som van 5 millioen door
uitgifte of beleening van schatkistbiljetten ver
hoogd tot 9 millioen, tot dekking van de inmid
dels nieuw opgekomen uitgaven, waaronder 2 mil
lioen voor de reorganisatie van het muntwezen.
De buitengewone uitgaven (15 millioen) tegen
over de buitengewone middelen (7 millioen) op de
begrooting in haren tegenwoordigen stand plaat
sende, komt de minister op de gewone inkomsten
slechts tot een tekort van 692,248,07^. De
minister rekent echter dat door besparing op de
uitgaven en de progressie der middelen de uitkomst
geheel anders zal worden.
De minister deelt nog mede dat het batig slot
over 1874 ruim 5,900,000 d. i. 300,000 boven
de raming zal bedragen en dat het tekort over
1875 tot 850,000 a 900,000 is verminderd.
Indische begrooting;.
Het door de regeering ingediende wetsontwerp
tot verhooging van de Indische begrooting voor
1876, strekt om nog beschikbaar te stellen:
a een som van f 100,000 voor twee stoombag-
germolens ten behoeve van het Indisch bestuur;
b een som van f 1,291,400 voor de kosten van
werving; het cijfer der te werven manschappen
zal waarschijnlijk tot 4000 man gedurende dit jaar
kunnen worden gebracht. Hu reeds zijn 1650 man
bijeengebracht
c 450,000 voor aankoop en vervoer van goe
deren tot aanvulling der oorlogsmagazijnen in Indië
d 895,000 voor het materieel der zeemacht
enz., aanvulling der magazijnen enz.;
e 65,000 op den post voor behakening en
verlichting;
f f 30,000 tot vermeerdering van het compta
bel personeel bij de Indische rekenkamer;
g 359,000 voor uitgaven in verband met ver
meerdering van het contingent.
Het totaal der verhoogingen bedraagt 2,826,400,
te vinden uit hoogere opbrengst van de koffie, waar
van de totale opbrengst de raming zal overtreffen
met 3,237,449.
De minister van koloniën heeft de aanvraag tot
verhooging der begrooting van Suriname thans
gewijzigd, zoodat een bepaald cijfer van 6000
wordt aangevraagd voor den aan te stellen con
troleur van financiën.
Bij het onderzoek van de aanhangige supple-
toire begrooting van binnenlandsche zaken werd
door zeer vele leden en eenparig door de eominis-
missie van rapporteurs de regeering in overweging
gegeven om de nieuwe regeling van het korps
ingenieurs van den waterstaat in een afzonderlijke
wetsvoordracht te formuleeren.
De organisatie zelve werd breedvoerig besproken
en nadere inlichtingen werden deswege gevraagd.
Naar aanleiding van de aanvrage bij voorziening
in de kosten van buitengewone waterkeering,
werden in de afdeelingen breedvoerige beschouwin
gen geleverd, naar aanleiding van de jongste
overstroomingen, over ons dijkwezen. Vrij alge
meen achtte men grooteren invloed van het cen
traal gezag noodig en nieuwe beginselen van
waterstaatsrecht. Wettelijke voorziening ter voor
koming van onheilen en gevaren als dit voorjaar
opleverde, werd noodig geacht en in Noord-Brabant
een verbetereng der afvoerkanalen.
lu verband met de gewichtige uitbreidingsplan
nen van Rotterdam aan de overzijde van de Maas,
stelt de gemeente als eigenares der buitendijksche
gronden onder Katendrecht en Charlois er groot
belang in, eigenares te worden van den Katen-
drechtschen strekdam en van de daarachter gele
gen slikken en water. Bij haar beslaat het plan
die oppervlakte aan te plempen.
Tegen dezen afstand ziet de regeering geen
bezwaar.
Wel zal door de voorgenomen aanplemping de
oppervlakte aan de rivier worden onttrokken en in
land vervallen, maar dat gemis wordt vergoed door
de vermeerderde gelegenheid tot waterberging,
tengevolge der werken vanwege de gemeente
op Fijenoord uitgevoerd; bovendien is het terrein
achter den strekdam reeds van zelf aan opslibbing
onderhevig.
De koopprijs is berekend tegen 4000 per bun
der. Daarenboven zal de staat, te rekenen van 1
Januari 1886, kosteloos het eeuwigdurend, zakelijk
recht van opstal hebben cp een strook grint langs
den linkeroever der Nieuwe Maas beneden de
haven van Barendrecht, om daarop voor de uitoe
fening der visscherij met de groote zalmzegen en
zegenkade met ophaalbollen, terpen met keeten in
verschillende inrichtingen voor de genoemde vis
scherij benoodigd, aan te leggen.
Dit beding' vindt zijn aanleiding in de omstan
digheid, dat de Katendrechtsche strekdam een goede
vischplaats voor de uitoefening der visscherij met
de groote zalmzegen oplevert, die de staat nu zal
verliezen.
Do regeering heeft voorgesteld art. 38 der wet
op het middelbaar onderwijs zóo te wijzigen, dat
het schoolgeld op de rijks-landbouwschool, thans
op 100 bepaald, worde gebracht op een minimum
van ƒ40 eu een maximum van ƒ100, teneinde
de opleiding aan de school te Wageniugen te ver
gemakkelijken en tevens de gelegenheid open te
laten, om, wanneer later mocht worden besloten,
aan het ouderwijs in een of meer rijks-landbouw
scholen meer omvang te geven, een daarmede
overeenstemmende bijdrage te heffen.
De gemeente Amsterdam wenscht de perceelen,
die door het departement van marine niet meer
gebruikt worden, in eigendom te hebben, teneinde
ze te bestemmen voor den aanleg' van wegen, o. a.
van een toegangsweg van de te maken kaai langs
de Nieuwe vaart naar het goederenstalion van de
N. H. staatsspoorweg in de stads Rietlanden. Dooi
den aanleg van dezen toegangsweg wordt het pu
bliek verkeer gebaat.
De staat eu de gemeente hebben de perceelen
ieder door een deskundige doen schatten; de be
dongen koopprijs ad ƒ20440 is gelijk aan de hoog
ste schatting en voldoende, omdat het verkochte,
groot 1932 hectaren, voor een deel uit water en
aangeplempten grond bestaat en zonder eene kost
bare verzwaring der bestaande uitwegen niet voor
bebouwing geschikt is.
Bij het nader onderzoek van het wetsontwerp
tot wijziging der Indische begrooting voor 1876
(Beschikbaarstelling van fondsen voor den vesting
bouw) maakten verscheidene leden weder bezwaar
tegen het belasten van de Indische baten met de
kosten van aanschaffing van vesting-materieel, zijnde
h. i. geene oorlogsuitgaven: een gevoelen dat door
andere leden werd betwist, weshalve zij te recht
deze voordracht gedaan zagen.
Verscheidene leden wensehten het vraagstuk van
het zoogenaamd administratief kapitaal voor Indië
niet bij deze gelegenheid, niet incidenteel, maar bij
gelegenheid der behandeling van de Indische reke
ning voor 1867 belast te hebben. Andere leden
konden zich, op grond van hetgeen de regeering bij
deze en vorige gelegenheden heeft aangevoerd, zeer
wel vereenigen met haar voornemens omtrent het
administratief kapitaal.
Zitting van Zaterdag 17 Juni.
Voorzitter de heer Winkelman.
Afwezig de heer Mortier met kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering en der laatst
gehouden buitengewone vergadering worden voor
gelezen en na eenige bespreking goedgekeurd.
De voorzitter verzoekt de heeren Callenfels,
Ockers en Quakkelaar om de ingezonden geloofs
brieven van het benoemd lid, den heer F. Wibaut,
te onderzoeken en daaromtrent rapport uit te
brengen. Na gehouden onderzoek rapporteert de
commissie dat de geloofsbrieven in orde zijn be
vonden en adviseert tot toelating van den benoemde.
Door enkele leden wordt bezwaar gemaakt
tegen de toelating van den heer Wibaut op grond
dat hij is aannemer van leveraneiën ten behoeve
van het gasthuis der gemeente. De commissie
doet echter opmerken dat zij alleen te onderzoeken
had of de geloofsbrieven in orde waren en daar
die aan de voorschriften der wet voldoen, zij niet
anders dan tot de toelating adviseeren kan. Het
bezwaar dat geopperd is zal eerst gemaakt kun
nen worden indien de toegelatene zitting wil
nemen, in welk geval hij volgens art. 26 der ge
meentewet geschorst kan worden.
Daarna wordt met 9 tegen 2 stemmen tot de
toelating besloten.
Op de rekening der stadsleenbank, die ter goed
keuring is overgelegd, worden door den heer
Kleynhens eenige bemerkingen gemaakt betreffende
den vorm, doch hij maakt vooral bezwaar tegen
de goedkeuring omdat daarin verantwoord wordt
een uitgaaf van ƒ30 voor schrijfloon aan een lid
van het bestuur. Deze uitgaaf acht hij in strijd
met het koninklijk besluit en de verordening op
de leenbankwaarin bepaald is dat de leden van
het bestuur geen belooning zullen genieten.
Langdurige discussiën waren het uitvloeisel dezer
bemerkingen Daaruit bleek dat de leden het- al
gemeen eens waren, dat deze uitgaaf aan een lid
van het bestuur niet wel overeen te brengen is
met de bestaande voorschriften. Echter werd ook
aangevoerd dat deze post bij de vaststelling der
begrooting besproken en toegestaan is, en dus in
deze rekening gevalideerd kon worden.
In omvraag gebracht wordt de rekening met 8
tegen 3 stemmen goedgekeurd.
Bij do behandeling van de begrooting der leen
bank voor het loopend jaar gaf deze zelfde post
op nieuw aanleiding tot discussiën. De heer
Kleijnhens deed het voorstel om de begrooting
met de bestreden 30 te verminderen. Op de
stellige verklaring van de aanwezige leden der
commissie dat deze uitgaaf noodzakelijk wasom
dat geen lid van het bestuur die werkzaamheden
zonder vergoeding zou willen op zich nemen en
daarmede dus een ander vertrouwd persoon belast
zou moeten wordenwerd de post behouden en
de begrooting met 8 tegen 3 stemmen goedgekeurd.
Een voorstel om den raad het gevoelen te doen
uitspreken dat het bedoelde schrijfloon aan geen
lid van het bestuur zou mogen toegekend worden,
vond geen voldoende ondersteuning omdat men
meende dat het gevoelen van den raad uit de
gehouden bespreking duidelijk genoeg bleek, en
men dus onderstellen mocht, dat het bestuur dei-
leenbank voortaan de bedoeling van den raad in
acht zou nemen. Ten slotte werd besloten dat
het dagelijksch bestuur aan de commissie der leen
bank de gemaakte bedenkingen zou mededeelen.
Voor notificatie worden aangenomen de mede-
deelingen dat door gedeputeerde staten is goed
gekeurd
1° het besluit tot het geven van gemeentegrond
in bruikleen aan de maatschappij „de Schelde"
2° het besluit tot verkoop van een brandgang
aan mejuffrouw de wede Mortier
3° idem van een gedeelte brandgang aan den
heer C. C. Delvoye, alsmede een kennisgeving
van den heer dr. Rutgersdat hij de benoeming
tot lid der plaatselijke schoolcommissie aanneemt.
De voorzitter leest eene circulaire voor waarin
de nieuw benoemde commissaris des konings
jhr. m'. W. Six kennis geeft dat hij zijne betrek
king heeft aanvaard.
Burgemeester en wethouders zullen op aanstaan
den Maandag de gemeente vertegenwoordigen op
da audiëntie die door den heer commissaris des
konings alsdan zal verleend worden.
Geschiedt mededeeling van het overlijden van
den heer B. Flanderdirecteur der stedelijke
gasfabriek. De voorzitter zegt dat de leden zeker
met leedwezen hiervan kennis zullen genomen
hebbendaar de overledene bekend was als een
ijverig en werkzaam ambtenaar. Hij stelt voor
deze mededeeling voor kennisgeving aan te nemen
en bericht dat het dagelij ksch bestuur eene op
roeping zal doen van sollicitanten naar de vacee-
rende betrekking.
Naar aanleiding van een schrijven van den inspec
teur over het lager onderwijs in Zeeland aan gedepu-
teerdestaten, daarbij verzoekende deu raad uit te
noodigen nogmaals in nadere overweging te willen
nemen het besluit, waarbij de bestaande regeling
van het onderwijs op de school .voor lager en meer
uitgebreid onderwijs voor jongens, gehandhaafd is,
hebben gedeputeerde staten dat schrijven in af
schrift aan den raad medegedeeld en te kennen
gegeven, dat zij de zienswijze van den inspecteur
deelen. De bedoeling van den inspecteur is dat
het onderwijs in al de vakken, met uitzondering
der wiskunde, voor alle leerlingen verplichtend zal
zijn, in het belang van een goed onderwijs.
De voorzitter stelt voor om dat schrijven voor
de leden ter visie te leggen, tenemde daarover in
eene volgende vergadering te beslissen.
Nog is door gedeputeerde staten bezwaar ge
maakt tegen het raadsbesluit waarbij aan den
hulponderwijzer, die bij ontstentenis van den hoofd
onderwijzer met de waarneming van die betrekking
zal worden belast, eene belooning wordt toegezegd.
Gedeputeerde staten zouden geen bezwaar maken
in de belooning, wanneer die aan een bepaalde be
trekking, bijv. aan den eersten hulponderwijzer,
werd toegekend; alsmede tegen de bepaling dat
de toelage der kweekelïngen ophoudt wanneer zij
hun 18e jaar bereikt hebben, en niet slagen in het
afPggen van 't examen als hulponderwijzer. Daar
door worden ook zij van die toelage verstoken
die verkeeren in 't geval van art. 5 der wet en
tot een volgend examen nog toegelaten kunnen
worden.
- Wordt besloten door eene wijziging der beslui
ten aan de gemaakte bezwaren tegemoet te komen.
Door den voorzitter wordt voorgelezen een brief
van den hoofdonderwijzer Sitzen waarbij hij te
kennen geeft dat hij zijne schoollokalen niet be
hoorlijk verwarmen kan voor den abonnementsprijs
door het gemeentebestuur vastgesteld. Hij heeft
in 1875 uitgegeven f 92.10, ontvangt daarvan van
de gemeente slechts terug 53.75 en heeft daarop
dus een tekort van ƒ38.35. Adressant verzocht
dat de gemeente hem deze meerdere uitgaaf resti-
tueere. Op voorstel van den voorzitter wordt met
9 tegen 2 stemmen besloten om op het verzoek
afwijzend te beschikken, nadat de heer de Kruijff
had opgemerkt dat bij de behandeling der be
grooting dit punt nader kan besproken worden en
indien blijkt dat de vastgestelde prijs ontoereikend
is, voor alle scholen eene gelijke verhooging be
hoort plaats te hebben.
Geschiedt voorlezing van een adres van J. C. de
Groof, waarhij hij eenige bezwaren aangeeft tegen
de voorwaarden zooals die door den raad zijn
vastgesteld betrekkelijk de bestrating, rioleering
enz. eener door hem aan te leggen straat.
Burgemeester en wethouders hebben geen grond
gevonden om een wijziging van hun besluit voor
te stellen. Aan het slot der voorwaarden is de
bepaling gemaakt dat de overeenkomst met den
heer J. G. de Groof van kracht zou zijn van
het oogenblik dat de heer Louis de Groof afstand
zal hebben gedaan van de concessie aan hem ver
leend. Zooiang dus deze laatste daarvan geen
gevolg geeft kan het latere contract niet geacht
worden te bestaan en alzoo met den lateren con
cessionaris geene nieuwe schikkingen gemaakt
worden. Hoewel dit gevoelen door enkele leden
niet gedeeld werdis met 10 stemmen tegen 1
overeenkomstig het advies van burgemeester en
wethouders besloten.
Op een ingekomen verzoek van J. Boogaard,
pachter der mestspeciënwaarbij hij aantoont dat
de laadplaats aan den mestput onbruikbaar is om
straatmest in te laden en hij alzoo belangrijke
schade lijdt door het verder vervoer daaruit voort
vloeiende worden burgemeester en wethouders
gemachtigd om aan hem 50 cents per last extra
vervoerloon te vergoeden.
De heeren A. Schraver en van Uije Pieterse
verlaten de vergadering.
De rekeningen en begrootingen van het gast
huis het weeshuis en het algemeen armbestuur
respectievelijk over het jaar 1875 en voor het jaar
1877 ingekomen zijnde, worden op voorstel van
den voorzitter in handen gesteld van de commis
sie voor de financiën.
Op het bericht dat de heer C. Millot heeft afge
zien van zijn recht op den brandgang naast een
zijner woningen gelegenwordt met algemeene
stemmen besloten dat de brandgang alsnu aan
den heer Loois alleen zal afgegeven worden.
Van den gemeentebouwmeester is bericht inge
komen, dat twee leggers van de roode brug gebro
ken zijn. Door de commissie van fabricage zijn
de kosten van herstellen begroot op 300. Bur
gemeester en wethouders worden gemachtigd die
te doen herstellen.
Uit een drietal sollicitanten wordt J. Kreupeling
benoemd tot buitengewoon commies der plaatse
lijke belastingen.
Wordt alsnog met algemeene stommen vastg
steld een suppletoir kohier van deu hoofdelijken
omslag over 1875.
Daarna vraagt de heer M. Pot het woord en
spreekt de wenschelijkheid uit om de beerput aau
den ingang der voormalige marinehaven gelegen,
nu die haven gesloten iste doen verplaat
sen naar de overzijde, op het zoogenaamde eiland.
Thans zal daarvoor wellicht gelegenheid bestaan,
later zal het te laat zijn. Hij acht het zeer in
het belang van deze haven. De voorzitter ver
zoekt de heer Pot dit voorstel behoorlijk onder
steund schriftelijk in eene volgende vergadering
te willen indienen.
De vergadering wordt daarna gesloten.
Verschillende geruchten gaven aanleiding tot de
vrees, dat de verkiezing van den heer Buffet tot
levenslang senator aanleiding zou geven tot de
aftreding van het Fransche ministerie, daar Mac-
Mahon, in strijd met de wenschen van zijn kabinet,
zich nog al aan die verkiezing had laten gelegen
liggen. Zóo ver is het echter niet gekomen, en
het kabinet moet integendeel vast besloten zijn
de zegepraal der constitutioneele beginselen te
bevorderen door een derde zuivering in het korps
prefecten en verdere ambtenaren der administratie,
eene zuivering die ditmaal een zeer scherp getee-
kend karakter heeft. Vrijdag avond hebben ver
scheidene invloedrijke afgevaardigden van de
linkerzijde eene bijeenkomst gehad met den minis
ter van binnenlandsche zaken, waarop een lang
durige ministerraad is gehouden. Het schijnt, dat
bedoelde kamerleden nog verder wilden gaan dan
de ministers en eene interpellatie wilden aankon
digen betreffende het personeel van de bijzondere
omgeving van den maarschalk-president. Het moet
speciaal gemunt zijn geweest op den heer Emma
nuel d'Harcourt. Naar aanleiding der door de
ministers gemaakte bedenkingen is echter dit
voornemen opgegeven, doch zij hebben verklaard
tusschenbeide te zullen komen indien hun dit
noodig mocht voorkomen.
Het inmiddels verschenen besluit, waarbij het
personeel van negen prefecturen verandering heeft
ondergaan, is door de republikeinen met ingeno
menheid begroet, omdat er duidelijk uit blijkt,
dat de ministers het met de constitutie ernstig
meenen en geheel op eigen verantwoording han
delen. Voor 't oogenblik is wel het gevaar voor
een crisis geweken, maar het kan herleven bij de
aanstaande behandeling in den senaat van het
wetsontwerp tot toekenning van het recht aan
den staat .om academische graden te verleenen.
Dit wetsontwerp maakt deel uit van het ministe-
rieele programma, zoodat het kabinet door een
eventueele verwerping er van zich verplicht zou
achten af te treden, en bij de tegenwoordige rich
ting van den senaat is de aanneming niet boven
allen twijfel verheven.
De poging tot vernieuwde samenstelling van de
republikeinsche unie is aanvankelijk met goeden
uitslag bekroond. Zaterdag waren reeds 80 leden
ingeschreven, waaronder ook Gambetta. De fun-
geerende voorzitter, de heer Lepère, ontwikkelde
als motief voor de nieuwe vereeniging de wen
schelijkheid tot aaneensluit'ng van de verschillende
republikeinsche fracties en de noodzakelijkheid
van een krachtige militaire discipline. Deze is
zeker een van de voornaamste eischen voor eene
doelmatige werkzaamheid en het meest geschikt,
de zegepraal der beginselen van eene partij te
bevorderen, 't Ware wel te wenschen, dat de
afgevaardigden over het algemeen daarvan meer
doordrongen waren.
Hoewel de moord op twee Turksche ministers
gepleegd in de eerste plaats is geweest een uit
vloeisel van persoonlijken haat en ontevredenheid
is het toch niet onmogelijk, dat ook andere roer
selen in het spel zijn geweest. De moordenaar,
Hassan, is nl. een bloedverwant van de tweede
vrouw van wijlen den vorigen sultan Abdul Aziz,
door wien hij steeds werd geprotegeerd. Men is
daarom in Konstantinopel nog niet volkomen ge
rust, doch schijnt bevreesd te zijn voor nieuwe
ongeregeldheden. Disraëli heeft Zaterdag in het
Engelsche parlement verklaard, dat hij de ware
beweegredenen voor den moord nog niet kon be-
oordeelen. Tot minister van buitenlandsche zaken
is benoemd Savfet Pacha, tot minister van oorlog
Abdul Kerim Pacha en tot minister van justitie
Halil Cherif Pacha.
Overigens zou men denken, dat op het oogen
blik in het rija der halve maan werkelijk alles
roozengeur en maneschijn was. Van militaire be
wegingen wordt niets vernomengeen enkel be
richt komt meer van het oorlogstooneeltusschen
Servië en de Porte heerscht de beste verstand
houding, zóo zelfs dat de Servische regeering
voornemens is den nieuwen sultan officieel geluk
te wenschen met zijne troonsbeklimming, waartoe
ook Rusland reeds is overgegaan, terwijl eindelijk
de onderkoning van Egypte schriftelijk zijne ge-
lukwenschen en de verzekering van zijne trouw
aan zijn heer aan dezen heeft doen aanbieden.
Met de aanzienlijke meerderheid van 113 tegen
43 stemmen heeft eindelijk de Spaansche senaat
artikel 11 der ontworpen constitutie, waarin het
beginsel der godsdienstige verdraagzaamheid is ge-