N°. 139.119® Jaargang.
1876.
W oensdag
14 Juni.
Dit Wad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijko nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën20 Cent per regel.'
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg, 13 Juni.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
I
AVij herinneren onzen lezers dat sedert Zondag
jl. in de koffiekamer der Concertzaal op de Groen
markt alhier een adres tot ondersteuning van het
wetsvoorstel-Mo ens aan de tweede kamer der
staten-generaal ter onderteekening ligt.
Hoe wenschelijk het is, dat alle voorstanders
van het openbaar onderwijs het adres teekenen,
om de regeering en de kamer bekend te maken
met de wenschen van het grootste gedeelte der
natie, kan uit het, onder detelegraphischeberich
ten voorkomende afdeelings-verslag blijken. Een
algemeen petitionement kan de kamer tot andere
inzichten brengen.
Dat het voorstel elders algemeen bijval vindt
blijkt o. a. weder hieruit, dat uit Steenwijkerwold
een dergelijk adres aan de kamer is verzonden
voorzien van 823 handteekeningen.
In de heden namiddag alhier gehouden zitting
van de kamer van koophandel en fabrieken
is onder anderen besloten tot het zenden van een
adres aan den minister van marine, houdende ver
zoek om de noodige maatregelen te willen bevor
deren tot wegneming der bestaande klachten om
trent het loodswezen.
In een volgend nommer geven wij van het in
deze zitting verhandelde het gewone overzicht.
Op verzoek deelen wij mede, dat de gelegen
heid aan het spoorwegstation tot het nemen van
plaatskaarten voor den feesttrein naar 's Gra-
venhage op a. ZaterdagVrijdag middag te 12
uren onherroepelijk gesloten wordt.
Omtrent de stoomvaartmaatschappij „Zeeland"
wordt in de Arnhemsche courant medegedeeld,
dat deze lijn vooral voor ijlgoederen die van Duitsch-
land komen zeer geschikt schijnt te zijn. „Onder
anderen worden er herhaaldelijk kisten met zijde
van Crefeld verzonden, die langs dezen weg Lon
den even spoedig als brieven bereiken, eene om
standigheid, waarvan het nut wel niet vermeld
zal behoeven te worden, wanneer men de groote
waarde dezer stoffen in aanmerking neemt. Aan de
veestallen te Queensboro' wordt met ijver gewerkt,
teneinde ze in de volgende maand gereed te heb
ben. Met genoegen kunnen wij voorts berichten,
dat de treinen der staatsspoorwegen, in tegen
stelling van verleden jaar, steeds stipt op hunne
tijd aankomen, zoodat men met grond kan ver
wachten, dat de voordeelen der lijn Vlissingen-
Queensboro' spoedig door reizigers en verschepers
naar waarde geschat zullen worden."
De „New York Herald" van 25 Mei bevat een
opgave van de samenstelling der jury's voor de
verschillende afdeelingen der Philadelphia-tentoon-
stelling. In de afdeeling producten en werktui
gen heeft de heer von Baumhauerin de afdee
ling bouwkunde en genie de heer F. G. W. Fijnje,
en in de atdeeling kunst de heer Heemskerck van
Beest zitting.
De zaak van den heer van Angelbeek is,
volgens een bericht in het AYeekblad van het Eegt,
met de wet van 28 April 1876 (Stbl. n° 101)
niet geëindigd. In een open brief aan den minis
ter van koloniën zegt hij van het hem aangeboden
geschenk van f 30,000 slechts ƒ10,500 te zullen
aannemen-, maar hij kondigt daarentegen aan eene
'nieuwe vordering tegen den staat van 88,677
ineens, op grond zijner, zoo hij meent, onwettige
pensioneering, en voorts van ƒ1400 'smaands tot
zijnen dood, als raadsheers-traktement. Onder de
vele klachten van den heer van Angelbeek behoort
o. a. de inhouding op zijn pensioen wegens proces
kosten, omdat hij is „veroordeeld in de kosten van
een proces, dat niet hij, maar het hoog gerechtshof
van Ned.-Indië en de hooge raad der Nederlanden
als procureurs der Indische regeering hebben op
touw gezet."
Onze Haagsche correspondent schrijft
ons het volgende:
„Wanneer ik het oude beeld weer eens bezigen
mag en de tweede kamer vergelijken met een ge
zelschap dataan den gezelligen disch vereenigd,
een regelmatig menu van spijzen afwerkt, dan
zal ik, nu het zittingjaar 187576 der staten-
generaal zoetjes aan ten einde spoedtaan de
tachtig gasten die de Nederlandsche maagd aan
de zuidzijde van het Binnenhof aan tafel heelt,
het compliment mogen maken dat zij zich zeer fat
soenlijk en wellevend gedragen. Ze gaan zich
niet te buitenzijn niet gulzig of sehrokkig,
laten menigen schotel onaangeroerd, en kruiden
den disch door aanhoudenden tafelkout. Zóo be
scheiden zijn deze uitverkoren gasten, dat de
gastvrouw hare koks bijna geen nieuwe gerechten
behoeft te doen gereedmaken voor een volgend maal.
Behalve de vleeschschotelsdie wel geëntameerd
moeten wordenwil men niet met gansch ledige
maag van den disch opstaanzal er weinig of
niets nieuws behoeven te wezen om de tafel tegen
September weer voor dezelfde gasten wèl te voor
zien. Er waren oogenblikken in den loop van
het gastmaalwaarop zich de gastvrouw waarlijk
wel eens ongerust over de gezondheid der gasten
moet hebben gemaakttoen ze schotel voor scho
tel afwezenof in de kleine portietjes die ze op
hun bord namen zoo veel specerijen en toespijzen
knoeidendat ze ten slotte hun eigen mengsel
slechts met lange tanden nuttigen konden. In den
laatsten tijd is echter de eetlust gelukkig terug
gekeerd, en de Nederlandsche maagd heeft thans
genoeg aangebroken schotels overgehouden, om
den 39 oude heeren voor te zetten die ze gewoon
is van tijd tot tijd op de klieken te noodigenen
dienaar een oud en wel een weinig vreemd ge
bruik alleen opgewarmde spijzenwaarvan de
80 eerste gasten het hunne hebben gebruikt,
op den disch mogen ontvangen. Indien ik een
scherpzinnig Fransch schrijver over Nederland
sche toestanden ware, dan vlocht ik hier eene
hoogdravende lofrede op de symbolie onzer grond
wet in. Het is hier niet Lazarus, gevoed met de
kruimkens van Dives's tafel, maar de rijksten van
den lande, de hoogstaangeslagenen in de belastin.
gen van het rijke Nederland van den afval leven
de. Ziedaar de hooge moraliteit der democratische
instellingen; schoone leering, dat de staat niet
naar rijkdom, maar alleen naar bekwaamheid
zijner dienaren vraagtIk ben echter noch scherp
zinnig, noch Fransch, en spaar u dus dergelijke
uitweidingen. Alleen voeg ik nog bij de uitwer
king van de tafel-beeldspraak dat de Nederland
sche maagd thans zooveel kliekjes in voorraad
heeft, dat zij aan de 39 oude heeren hare iDvita
ties reeds heeft toegezonden om den 19en dezer
ten kliekenmaal aan de noordzijde van het Bin
nenhof, in de zoo vandalistisch verknoeide
prachtige zaal der staten van Holland, op te
komen.
„Ik sprak daar van het ten einde spoeden van
het zittingjaar 1875—76, en ofschoon de sluiting
der zitting eerst een paar dagen vóór de opening
der nieuwe, gewoonlijk op den tweeden Zaterdag
van September pleegt te geschieden, is het toch
zoo goed als zeker dat feitelijk met de maand
Juni de werkzaamheden van het zittingjaar ten
einde zullen loopen. Ge zoudt zeggen, waarom
komt de kamer in den zomer nog niet eens bijeen?
Vroeger gebeurde dat zeer dikwijls; uit de dag-
teekening van menige wet blijkt dat ze in den
zomer is tot stand gebracht. Dit is volkomen
waar, maar men bedenke dat die wetten dagtee-
kenen uit een tijd, toen in de kamer een geheel
andere geest heerschte dan tegenwoordig het
geval is. Vroeger was de lust tot werken groot,
en de resultaten daaraan evenredigtegen
woordig kan hetzelfde niet van onze tweede
kamer worden getuigd. Bovendien de versnelde
communicatiemiddelen en de mode trekken de
menschen heden ten dage in den zomertijd meer
en verder naar buitenslands dan voorheen, en te
gen die wegtrekkingskracht zijn de leden der
tweede kamer niet beter bestand dan anderenwie
de kamer buiten exceptioneels omstandigheden in
de zomermaanden bijeenroept, loopt gevaar van
nauwlijks twintig of dertig leden te zien opkomen.
Behalve deze twee chronische belemmeringen te
gen eene zomerbijeenkomstbestaat er nu een
derde het gemis van een onderwerp van behan
deling, belangrijk en actueel genoeg om het af
breken van badkuren of vermaakreizen te wettigen.
Ik geloof zelfs dat, wanneer de definitieve be
groeting voor het departement van oorlog niet
vóór 1 Juli vastgesteld zou moeten zijn, de tweede
kamer reeds terstond na Haagsche kermis naar
huis zoude zijn getogen.
„Ik weet wel dat er belangrijke onderwerpen
op de agenda der kamer staanmaar ten deele
missen ze actualiteit, óf wel ze zijn in de oogen
der kamerleden niet zoo belangrijk als voor u en
mijóf wel ze verkeerenschoon in staat van
wijzenom andere redenen nog niet in den toestand
van voor beraadslaging vatbaar te wezen. Tot de
laatste categorie behoort het wetsontwerp tot wij
ziging der militiewet, waarvan de behandeling eerst
zal plaats hebben in verband met de thans bij den
raad van state aanhangige schutterij wet, dus stellig
niet vóór het voorjaar van 1877. Onder de voorstel
len die actualiteit missen, of waarvan de behandeling
zoo niet ongeraden, althans niet dringend is, behooren
onderscheiden ontwerpen van den heer van der
Heim betrekkelijk het muntstelsel en de belastin
gen alsmede het voorstel-de Bruijn Kops betref
fende de afschaffing der suikerbelasting. De munt
wet van 1875 behoeft eerst vóór 1 Januari 1877
te worden herziendeze zaak kan dus in dit zit
tingjaar schriftelijk worden behandeld om terstond
na de opening der nieuwe zitting vóór de begroo
ting afgedaan te worden. Van de ontwerpen tot
belasting-hervorming van den minister van finan
ciën zal in het geheel wel niet veel komenalleen
wanneer zijne collega's hem mochten kwijt willen
zijn of de kamer hem uit het zadel mocht willen
lichtenlaat het zich aanzien dat de centrale sec
tie deze voordrachten aan de orde stellen zal.
Ook het voorstel-de Bruijn Kops, hoe aannesmlijk
op zich zelf ook moet men meer als een zwaard
van Damocles boven het hoofd van den minister
van financiën beschouwen; het is te bezien of de
Warner echter met dat zwaard den Gordiaansehen
knoop der internationale suikerregeling zal durven
doorsnijden.
„Eindelijk tot de tweede categorie behoort het
voorstel Moens. Daartegen bestaan twee bezwaren
de minister heeft de herziening der wet op het
lager onderwijs aan de orde gesteld na de afdoe
ning der wet op het hoogerdie tij d is thans
daar, en het zou geen pas hebben indien nu zon
der op den minister te wachten de kamer zelf
die zaak aan de orde nam. Zoo spreken de tegen
standers van verbetering der wet van 1857en
al hebben zij in den grond der zaak geen gelijk,
verstandige politieke taktiek gebiedt op dit be
zwaar wel degelijk te letten. De heer Moens heeft
zijn voorstel natuurlijk gedaan om het aangeno
men te krijgenhij heeft geen eisch gedaan
waarop de tegenstanders zullen kunnen afdingen,
want daarvoor vraagt hij waarlijk niet genoeg.
Het gewicht van het onderwijs verbiedt dit
voorstel te behandelen als een persoonlijk of
richtings programmawaarover de stemming
op zich zelve waarde heeft als thermometer van
parlementairen invloed. Afstemming van dit voor
stel nu 't eenmaal gedaan is, zou voor ons volks
onderwijs een ware ramp zijn. Nu weet ik dat
de tegenstanders van volksonderwijsdie het
boven vermeld argument gebruiken, tegenstemmers
van het voorstel-Moens zullen zijn; hen winnen
zullen eu mogen we ook niet. Maar het wordt
ook gebezigd door leden, di'e anders wellicht vóór
zouden stemmenen om dezen te kunnen winnen
moet er rekening mede worden gehouden. Ik kan
mij daarom ook niet vereenigen met den aandrang
van buiten om het voorstel-Moens zoo hals over
kop te behandelen. De wensch daartoe kan alleen
de tegenstanders aangenaam zijn, want, hoe spoe
diger behandeld des te zekerder verworpen.
„AVant in het kamp der liberalen in de kamer
zelf is het terrein nog op verre na niet toebereid
voor het voorstel-Moens. De liberale leden zijn op
verre na niet allen diep overtuigd van de doelma
tigheid en belangrijkheid daarvan. Bij de sedert
eenige jaren onze politiek bedervende luchthartig
heid spitst men meer de ooren om in de woorden
van een minister iets te ontdekken waarop men
hem „vangen" kan, dan men de oogen scherpt om
de eischen der stoffelijke en zedelijke ontwik
keling der natie te zien. Uitstelkort uitstel
misschienzal ook hier baten en de kansen voor
het voorstel-Moens verhoogen. AVanneer de belang
stelling der natie maar genoegzaam uit adressen
blijktzal alras de naderende Juni maand van
1877 haren invloed doen gevoelen', en zucht tot
zelfbehoud bij de afgevaardigden de beste waarborg
worden voor het goed recht der afvaardigers."
De terugkomst van president Burgers te Pretoria
is in de laatste week van April aldaar op feeste
lijke wijze gevierd. Bij die gelegenheid heeft de
president een redevoering gehoudenwaarin o. a.
het volgende voorkomt:
„Toen ik in "den loop des tijds aan het hoöfd
van dezen staat geroepen werd, maakte ik er geen
geheim vandat ik een liberaal was op godsdien
stig gebied, maar ik heb tevens doen gevoelen,
dat geen geloof beter geprotecteerd wordt dan
door een liberaal. Ik heb mij met hart en ziel
toegelegd op de bevordering van de welvaart van
een land en een volk, dat ik hartelijk liefheb,en
zal u in de toekomst verder met alle krachten
dienen. Maar nu heb ik éen bede. Ik heb mannen
meegebrachtdie met hart en ziel trachten zullen
ons volk te ontwikkelen. Wanneer ik zulke man
nen roep om ons te helpen, onze kinderen te leeren,
om godsdienst en wetenschap als het hoogste te
beschouwendan meen ik recht te hebben om de
bede tot u te richten, dat gij hun die ondersteu
ning schenken zultwaarop zij recht hebben aan
spraak te maken. De volksraad heeft 't in mijn
afwezigheid goedgevonden om het lezen van den
bijbel en het onderwijs in de bgbelsche geschiedenis
op de scholen in te voeren. Ware ik tegenwoor
dig geweest, ik zou dat voorstel bestreden hebben.
Het Heilige boek behoort daar niet tehuis, waar
wetenschap moet worden geleerd. Het behoort
niet in de school of in den tempel der wetenschap,
maar bij het heilig huisaltaar, waar wij onzen
God aanbidden. Evenmin als wij in balcostuum
naar een begrafenis of in rouwgewaad naar een
bal gaanevenmin komt het Heilige boek daar te
pas. Ik wenschte, dat het gansche volk deze mijn
gevoelens hooren konen ik hoop dat ze door de
drukpers openbaar zullen gemaakt worden. Zonder
godsdienst en waarachtige vroomheid kan geen
staat vooruitgaan en geen Jand bloeien, en omdat
ik dit geloof en diep gevoelwil ik den godsdienst
niet onteeren, noch het Heilige boek ontheiligen
door het te brengen waar het niet thuis behoort.
„Daarom heb ik mannen meegebracht om onze
jeugd te ontwikkelen en ik heb hen niet naar
hun bijzondere godsdienstige meeningen gevraagd.
Ik heb alleen gevraagd naar bewijzen van be
kwaamheid in hun vak en zedelijk karakter, en
waar die vertoond werden, was ik tevreden. Ik
had geen recht om anders te handelen. Men zegt,
dat uw vrijheid en uw godsdienst in gevaar staan:
maar weet ge wie 't is die uw vrijheid u ontrooft?
't Is de man die, om eigen voordeel te behalen,
in troebel water vischt en het gebod van God en
mensch veronachtzaamt door verdeeldheid onder
u te zaaien."
registratie. Benoemd tot ontvanger der registra
tie en domeinente OlderberkoopH. Ooster,
thans ontvanger der registratie en domeinen te
Nijkerkte Eindhoven M. van den Bergh thans
ontvanger der registratie en domeinen te Oirschot
te Oirschot, A. AVestra thans surnumerair der
registratie en domeinen te NijkerkA. Moll,
thans surnumerair der registratie en domeinen.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe
belastingen en accijnsen te Amstenrade c. a.
K. T. Schmiedemanthans ontvanger der directe
belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen
te Kerkrade.
leger. Op verzoek op nonactiviteit gesteldin
afwachting dat omtrent hem nader zal worden
beschikt, de majoor M. A. Kaphels, plaatselijke
kommandant te Groningen.
De gemeenteraad van AYageningen heeft be
paald, dat wanneer de warmte in de scholen tot
80° F. mocht klimmen, de lessen zullen worden
geschorst.
De gemeenteraad van Groningen heeft tot
directeur van de gemeentelijke kweekschool voor
vroedvrouwen benoemd prof. d'. AY. M. H. Sanger
aldaar.