Rechtzaken,
Teiegraphische berichten,
Verkoopingen en aanbestedingen»
Burgerlijke stand.
Thermometerstand.
Gemeenteraad van Goes.
ken bezweert de zaak, zij 't ook tijdelijk, geldelijk
te ondersteunen en die verklaart, dat, als ouders
oordeelen, dat zij hun kinderen (die de eerste H.
communie moeten hebben gedaan) niet aan de
school kunnen toevertrouwen, zij haar taak als
geëindigd beschouwen en „betere tijden" afwachten
zal.
De gemeenteraad van Woerden heeft tot
hoofdonderwijzeres aan de gesubsidieerde school
voor meer uitgebreid lager onderwijs aan meisjes
benoemd mejuffrouw D. C. Snijders, thans onder
wijzeres te Vlaardingen.
Wij vernemen dat door den kantonrechter te
Middelburg heden uitspraak is gedaan in de door
den heer J. R. Jeronimus tegen deze gemeente
ingestelde procedure. Bij zeer uitvoerig gemoti
veerd vonnis is de door den heer Jeronimus tegen
de gemeente ingestelde vordering tot terug
gave vanals werd beweerd, over 1873 en 1874
onverschuldigd betaalden hootdelijken omslag
ontzegd, met zijne veroordeeling in de kosten van
het geding.
TWEEDE KAMER.
De voorzitter deelde mede, dat zijn ingekomen
wetsontwerpen tot bekrachtiging eener overeen
komst met de exploitatie-maatschappij, en tot het
vaststellen van maatregelen tegen het vervoer,
den invoer en doorvoer van vergiftige stoffen.
Wegens het ongunstig onthaaldat de door den
heer Bredius op het aanhangige wetsontwerp tot
wijziging der militiewet voorgestelde amendementen
in de afdeelingen heeft ondervonden verklaarde
de voorsteller die amendementen in te trekken.
Vervolgens was aan de orde de behandeling der
begrooting van oorlog. De heeren van der Schrieck,
de Casembroot, van Wassenaer, de Bieberstein,
Storm, Vader en van den Berch wilden over hot
algemeen de nadere plannen van den minister af
wachten. De heer van Wassenaer verlangde een alge
meen plan van organisatieen om daartoe te geraken
wenschtte hij dat de regeering zou verzoeken de
verdere behandeling der militiewet te schorsen.
Hiertegen kwam de heer Storm op. Hij betoogde,
dat de minister de versterking van het leger
terecht een hoeksteen had genoemd. Zij is dan
ook vóór iedere andere organisatie noodzakelijk.
Overigens werd vrij algemeen aangedrongen op
verbetering van het kazernement, van de voeding
en de zorg voor de moraliteit van den soldaat,
hoewel de heeren van der Schrieck en Storm de
beweringen omtrent de immoraliteit van den sol
daat tegenspraken.
De minister sprak de hoop uit, dat, zoo de mili
tiewet thans onafgedaan mocht blijven liggen,
hare behandeling uiterlijk terstond na den aan
vang van het nieuwe zittingsjaar zou kunnen
worden hervat.
Hierop werden de algemeene beraadslagingen
gesloten.
Met 45 tegen 21 stemmen werd aangenomen een
amendement der commissie aan rapporteurs strek
kende tot schrapping van den post voor verhoo
ging van het traktement van den kolonel toege
voegd aan den inspecteur der cavalerie, als zijnde
in strijd met de bestaande organisatie.
De artikelen 1 tot 54 werden aangenomen.
In den morgen van den 10en dezer heeft te Aar
denburg zich een werkman door verdrinking het
„Dat lieve hoofdje zit altijd vol romantische
denkbeelden!" riep de heer von Hofen uit. „En
ook wist ik nog niet, dat er zooveel betrekking
uit de dagen der jeugd tüsschen u en onzen ge-
achten gastheer bestond." Dit laatste werd niet
zonder zekere scherpheid gezegd. Waldemar hief
het hoofd op, maar ontmoette een bijna smeeken
den blik van Gamma en hield nog tijdig de
haastige woorden binnen, die hij den heer von
Hofen had willen toevoegen.
„Ja, van den gebraden gans gesproken, ik
moet u toch bewijzen, juffrouw Beta, dat ik niet
zoo onbedreven ben in de geschiedenis als gij
misschien denkt," zet de domeinmeester. „Gij weet
natuurlijk waarom men op dezen dag gebraden
gans eet, maar andereu zijn er misschien niet zoo
mee bekend, en daarom zal ik het eens vertellen.
In het jaar 375, als ik mij niet vergis, werd de
vrome Martijn tot bisschop van Tours verkozen;
in zijn ootmoed en bescheidenheid weigerde hij
echter die verkiezing aan te nemen en nam hij de
wijk in een ganzenhok. Lang zocht men den
heiligen man te vergeefs, maar eindelijk verrieden
de ganzen door haar gesnater zijne schuilplaats.
Martijn werd gevonden en tot bisschop ge
maakt. Voortaan werd echter de gans, die den
vromen man door haar geschreeuw zooveel angst
had aangejaagd, op de verjaring van zijn geboor
tedag hem ten zoen geslacht."
Juist had de oude heer zijne voordracht geëin
digd en Liesbet de lampen aangestoken, of daar
buiten hoorde men het Martijn's-gezang, Een groote
leven benomen; hij laat een zwangere vrouw en
vijf kinderen achter. Naar men onderstelt zijn
huiselijke oneenigheden en gebrek de aanleiding
geweest tot zijn daad.
De Arnhemsche courant deelt het volgende
mede
Dezer dagen zaten twee Fransche heeren, in
gezelschap van eenige andere reizigers, in een
rookcoupé van den Ned. Rijnspoorweg. Zij haalden
hun sigarenkoker uit 'den zak, maar, zoo 't schijnt)
geen lucifers bij zich hebbende, wisselden zij
onderling in hun moedertaal eenige woorden over
de onbeleefdheid der Hollanders, die nooit vuur
presenteeren. De heer L., een der medereizigers,
antwoordde bun daarop in het Fransch, dat de
Nederlanders uit zieh zeiven nooit vuur geven,
maar dat zij het ook nooit weigerden, als er om
gevraagd werd: adres aan Waterloo. Dit ant
woord was zoo ad rem, dat de twee vreemde
heeren overbluft waren en zich stilletjes in een
hoek terugtrokken. Historisch
Een schutter te Amersfoort een „beschaafd"
man is door den schuttersraad wegens dron
kenschap in den dienst tot f 100 boete veroordeeld.
Onlangs kwam te Gouda een treffend staaltje
van hondentrouw voor bij een zwarten poedelhond,
welke acht jaren in het bezit was geweest -sSn'
een daar wonen den vissclier, die hem bij gelegen
heid der Goudsche kermis in het laatst van de
maand Juli des vorigen jaars is kwijtgeraakt. Den
eersten dag van de in Mei dezes jaars plaats ge
had hebbende Haagsche kermis kwam de trouwe
poedel, zeer vermoeid en bijna onkenbaar door
verminking, zijn ouden meester weer opzoeken.
Waarschijnlijk is die hond het vorige jaar door
een kermisreiziger hier ontvreemd, en nu van dezen
weer weggeloopen.
De heer Lieuwe Annes Buma, doctor in de
wijsbegeerte en in de letteren te Maltkum en al
daar 2 Mei jl. overleden, heeft aan de provincie
Friesland gelegateerd een kapitaal van honderd
duizend gulden, onder verplichting, dat door haar
jaarlijks zal worden besteeda f 1000 voo:' het
maken en uitgeven van een, zooveel mogelijk,
volledig en beoordeelend verslag of overzicht in
de Latijnsclie en in de Nederduitsche taal van de
boekwerken, tijdschriften, opstellen in tijdschriften
en al wat er verder wordt uitgegeven, in welk
land ook, over en betrekkelijk de Grieksche en
Romeinsche taal en letterkunde. Gedeputeerde
staten zullen het maken en uitgeven van dat ver
slag opdragen aan een letterkundige van erkende
bekwaamheden, en zorgen dat een en ander regel
matig geschiedt; b f 3000 voor de oprichting, in
standhouding, uitbreiding, plaatsing en bewaring
van eene openbare bibliotheek voor de Grieksche
en Romeinsche taal en letterkunde, die gevestigd
zal zijn te Leeuwarden en den naam zal dragen
van „Buma-bibliotheek." Het bestuur en beheer
vanen de zorg voor een en ander is mede opgedra
gen aan gedeputeerde staten, onder verantwoor
delijkheid aan de provincale staten.
Voor het onverwachte geval dat de provincie
Friesland deze making niet mocht aannemen, wordt
genoemd kapitaal vermaakt aan de gemeente
Leeuwarden onder dezelfde verplichtingen en voor
waarden, met dien verstande, dat met gelijk doel
onderscheidenlijk zullen optreden die gemeente,
haar raad en eene commissie van vijf leden uit
en door den raad te benoemen.
Indien dan de gemeente Leeuwarden, hoe on
waarschijnlijk ook, deze making niet mocht aan
nemen, wordt het kapitaal aan de gemeente
Bolsward onder dezelfde voorwaarden en ver
plichtingen bemaakt.
Voorts is door denzelfden erflater nog aan de
provincie Friesland gelegateerd een kapitaal van
vijftienduizend gulden, onder verplichting en voor
waarde van om de twee jaar: a uit te keeren
een som van f 500 voor het best en voor het al-
hoop kinderen van allerlei leeftijd had zich voor
het huis verzameld, kwam onder gedrang en ge
schuifel de stoep op en begon met heldere keelen
het aan den Benedenharts gebruikelijke liedje te
zingen
„St. Martijn, goed heilig man,
„Die het wel vergelden kan,
„Met appelen en peeren,"
en verder de gewone onzin van dergelijke oude
kinder- of straatliedjes, die aan elkander hangen
als droog zand.
Nog eer het lied uit was hadden Liesbet en
Hansje de manden met appelen enz. in het voor
huis gezet en was Waldemar opgesprongen om
Gamma zijn arm aan te bieden en haar te ver
zoeken de St. Maartensgaven uit te deelen.
„Kom meê, Gamma," zei hij, „en denk dat alles
nog is als vroeger."
Zonder een woord te spreken volgde zij hem.
Daarbuiten was het een oorverdoovend gejuich en
gezang. Allen verdrongen elkander rondom de
twee jongelieden, die met volle handen uitdeeling
hielden waar maar vingers uitgestoken of schorten
op gehouden werden. Vlaskoofden en krulkoppen,
blauwe, bruine en grijze oogen keken naar hen
op, gewasschene en ongewasschene handen grab
belden naar de appelen die op den grond vielen,
en altijd weer van voren af aan begon het gezang,
wanneer Liesbet degenen, die wat gekregen had
den, uitliet en de anderen, die nog begiftigd moes
ten worden, binnen liet komen.
St. Maarten was dezen avond onuitputtelijk in
gemeen bevattelijk gekeurde antwoord op eene
daartoe uit te schrijven prijsvraag over eenig {on
derwerp betrekkelijk de landbouwkunde of eenige
barer hulpwetenschappen; b te besteden eene som
van f 700 voor kosten en schadeloosstelling van
de beoordeelaars en de bevordering van eene
goedkeope volksuitgave van het bekroonde stuk.
De beoordeelaars worden gekozen door ged. staten.
Twee politie-agenten, die dezer dagen een
deserteur van het Belgische leger naar de gevan
genis te Gent brachten, werden door een troep
straatjongens uitgejouwd en zoolang getergd tot
dat zij hunne sabels trokken en op de omstanders
aanvielen. Een hunner zwaaide met zijn wapen
zoo woedend rond dat hij verscheidene personen
ernstig gewond heeft en slechts door het toeschieten
van een aantal agenten tot bedaren te brengen
was. Het geheele kwartier van Akkergem raakte
hierdoor op de been en de politie had de grootste
moeite om de rust te herstellen.
De bouw van de kerk ter eere van het
Heilige Hart op den, heuvel Montmartre te Parijs,
tot welke de nationale vergadering verleden jaar
plechtig hare toestemming gegeven heeft, dreigt
te zullen mislukken. Bij het graven voor het
leggen der fondamenten bleek reeds dat men op
eene ongewone diepte zou moeten werken. Nu
loopt echter, tengevolge dezer diepe ingravingen,
de geheele heuvel gevaar van instorten, waardoor
de omliggende volkrijke wijken zouden bedolven
worden. De grootste onsteltenis heerscht onder
de bevolking en men vreest met het werk, dat
reeds vrij ver gevorderd is, niet te zullen kunnen
voortgaan.
Te Parijs heeft met groote plechtigheid de
begrafenis plaats gehad van wijlen den heer Mou
lin, in leven Fransch consul te Salonika en aldaar
onlangs vermoord. De minister van huitenland-
sche zaken, de voorzitter van den senaat, een ad
judant van den president der republiek en eene
menigte belangstellenden waren bij den lijkdienst
in de kerk van Saint Germain des Prés tegen
woordig.
Te Antwerpen is een scheepsmakelaar, Duit-
scher van geboorte, door eene bende opgewonden
clericale rumoermakers zoodanig met stokken mis
handeld dat hij over het geheele lichaam met
wonden bedekt was. Op zijne verzekeringen dat
hij geen liberaal maar een vreemdeling was, die
zich volstrekt niet met de politiek inliet, snauwde
men hem toe: „Wat, een Duitscherï Een land
genoot van Bismarck? Dat is geen haar beter dan
een liberaal!" En van alle kanten regende het
stokslagen op den ongelukkige.
Naar men verneemt, is de waarde van den
blooten eigendom van de heerlijkheid „Maurik"
en van al de rechten daaraan verbonden, door
jhr. mr. M. J. Caan van Maurik gelegateerd aan
de Nederduitsche hervormde gemeente te Maurik,
getaxeerd op 57299.70.
Burgemeester en wethouders van Middelburg
hebben heden namiddag op het raadhuis in het
openbaar bij enkele inschrijving aanbesteed: het
verwijden en verdiepen van de doorvaartopening
van de Dokbrug alhier,'"het sloopen dier brug en
daarvoor in de plaats bouwen van eene dubbele
ijzeren draaibrug met gemetseldcn onderbouw en
bijkomende werken.
Hiervoor zijn vijf biljetten ingekomen te weten
van de alhier wonende heeren I. Hage, voor
44,744; C. Pelle, voor f 40,075; W. van Uije
en zonenvoor 33,649J. Holm, voor 31,494,,
en B. Janse, voor 30,800.
Aan laatstgenoemde is het werk voorloopig ge
gund.
zijne mildheid en nog geen enkele maal was het
spotvers aangeheven dat zij in vroegere jaren,
wanneer er niet zulk een overvloed van appelen
was geweest, meermalen gehoord bad:
„Liesbet is een beer,
„Zij geeft ons niets meer,"
namelijk ais zij aan de kinderen die wat laat wa
ren gekomen, de ledige manden had moeten toonen.
Gamma's lief gelaat was met een blos overtogen,
er sprak geluk uit en Waldemar kon er de oogen
nief van afwenden.
„Gamma," fluisterde hij, „indien men alles, wat
tusschen de vroegere St. Martijns-avonden en den
tegenwoordigen ligt, vergeten koD, zoudt gij dat
willen
„Ach, Waldemar, vergeten!" antwoordde zij
zuchtend. „Wie mij dat leeren kon
„Wie het kan? Die het wil!" zei hij op be-
slissenden toon. „Wil het maar, Gamma! Spreek
maar éen woord en gij zijt vrijIk ga morgen
heen, maar ik zou u niet gaarne in kluisters achter
laten. Verbreek ze, en alles komt nog te recht 1
Zie, Gamma, ik had u niet vergeten gedurende
onze lange scheiding, maar het is mij eerst korte
lings helder geworden, dat ik met gevoelens te
rugkwam, die Indien gij ze niet kunt deelen,
beschouw mij dan als uw beschermer, als uw
broeder! Ik mag het woord niet uitspreken en
wil het ook niet, maar ik wil ook niet dat gij te
gronde gaat
Zij zag hem met hare groote oogen strak aan
en drukte toen de beide handen tegen haar hart.
Ter provinciale griffie van r,eelandliggen ter
lezing de voorwaarden waarop a>0r het ministerie
van binnenlandsche zakeD (staat3p0orwegen) op
den 22en Juni a.zal worden aanb,8teed
1°. het makenleveren en opstnea van vier
draaischijven van 13.5 middellijn en \et vervoeren
en opstellen van 28 draaischijven van4,8 en 5.36
M. middellijn
2°. het maken en stellen van eent geleiding
onder de draaibrug over het Noordzeficanaal te
Zaandam en het veranderen van de Lstaande
inrichtingen tot opzetting van deze brug en van
die tegenover de Oosterdoksluis te Amsterdam,
met bijkomende werkenten behoeve vin den
spoorweg van Nieuwediep naar Amsterdam.
3°. het maken van de grond- en andere werken
voor het gedeelte van den spoorweg Arnhem
Nijmegen, bezuiden de Waal, en 4°. de voorwaar
den, waarop door hot departement van marine op
den 23™ Juni zal worden aanbesteed: delevering
van gort, erwten, boonen, rijst, bruine basterd sui
ker en van gewoon grof geraffineerd zout.
(Van 411 Juni.)
Middelbubg. Ondertrouwd: J. H. Franse, jm.
28 j., met A. Wondergem, jd. 26 j. J. K. de Vries,
jm. 24 j., met E. A. Goethals, jd. 27 j.
Bevallen: C. J. Janszen, geb. Baijs, z. W. J.
den Broeder, geb. Bruker, d. W. C. van der
Waeijen Pieterssen, geb. Vergouwe, z. R. Blom,
geb. Dodmond, d. H. A. H. van den Heuvel, geb.
van Regenmorter, d. P. J. Dockheer, geb. Tevel,
d. A. M. F. van Velthoven, geb. Vetter, z.
Overleden: M. E. Wortman, d. 7 w. P. de Vos,
wedr. van O. Est, 50 j. M. E. Ozinga, jd. 32 j.
P. H. Seijbel, z. 6 m. M. J. Dhont, man van M. S.
Burghardt, 32 j. L. Vermaas, man van M. Ebleij
44 j. J. de Waal, jd. 82 j.
(Van 3—10 Juni.)
VtissiNGEN. Gehuwd: J. van der Eijk, jm. 24j.,
met E. P. Auer, jd. 21 j. J. G. Bleijswijk, jm.
28 j., met K. C. Walker, jd. 21 j.
Bevallen: E. M. E. Decroos, geb. Vijnkier, d.
S. P. Loois, geb. Dobbelaere, d. J. C. Burgmeijer,
geb. Bekker, z. J. J. van den Ent, geb. Belleras-
kus, d. C. M. Antheunissen, geb. Kegge, d. C. C. H.
Rutgers, geb. Güye, z. H. S. Veige, geb. van
Damme, z.
Oveileden: P. W. van de Walle, z. 5 m. H.
Stroo, man van W. Dekker, 59 j. J. F. Sterzen-
bach, wedr. Van H. E, Meijer, 80 j. H. Romijn, d.
5 j. T. J. van de Walle, d. 5 m. P. Parras,
jm. 45 j.
Goes. GehuwdP. J. Cardon, jm. 24 j., met
J. Almekinders, jd. 21 j. J. C. Massee, jm, 32 j.,
met C. A. C. de Lenne, wede. van J. M. Massee,
42 j. J. Donner, jm. 22 j., met M. Meijler, jd.
26 j. K. Loobeek, wed1-, van C. Kegel, 26 j., met
M. C. Boel, jd. 27 j.
Bevallen: L. C. Kole, geb. Kriekaard, z. A. P.
Overweel, geb. van de Velde, z. S. K. Meijler, geb.
Nagelkerke, d.
Overleden: L. F. W. van Calmthout, z. 4 j.
J. J. Koens, z. 2 m. M. Schipperz. 15 m. M.
Dekker, wedr. van D. Proos, 82 j. P. Labeur,
jm. 23 j.
Ziekikzee. Gehuwd: H. Hogerheijde, jm. 24 j.,
met A. Beuzenberg, jd. 19 j. D.-van Lookeren
Campagne, jm. 30 j., met C. P. Bouviu, jd. 23 j.
BevallenA. Louwerse, geb. Uil, d. M. Ravia,
geb. Nestelaar, z. M. A. Sinjoor, geb. Kenters, d.
Overleden: C. J. Reijnhoudt, d. 1 m. J. Slager,
w edr. 89 j.
10 Juni 's av. 11 u. 53 gr.
11 's morg. 7 u. 52 gr. 's midd. 1 u. 58 gr.
's av. 11 u. 52 gr.
12 's morg. 7 u. 56 gr. 's midd. 1 u. 64 gr.
's av. 6 u. 63 gr.
Zitting van Vrijdag 9 Juni.
Voorzitter de heer Blaaubeen.
Afwezig de heeren CallenfelsQuist, Busing en
van Asperen Vervenne; de beide laatsten met
kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering worden gele
zen en goedgekeurdnadat de heer Renterghem
medegedeeld had, dat hij die vergadering niet
had bijgewoonduithoofde dat hij niet tot het
„Waldemar," sprak zij eindelijk fluisterend, alsof
zij voor het geluid van hare eigene stem bevreesd
was. „Waldemar, ik droom weder den ouden lieven
droom datmaar 'tis immers onmogelijk
dat ge mij lief hebt? Ben ik misschien waan
zinnig, is mijn brein verward? O zeg het mij.
dat ik niet droom!"
De innigheid van haar toon, de uitdrukking van
haar gelaat konden hem onmogelijk bedriegen. Hij
greep hare handen met den uitroep„Gamma
ik heb u lief wist ge dat niet, hadt ge da t
niet begrepen?"
Met een vreugdekreet lag zij in zijne armen, die
haar vast omstrengelden.
«Er zaten twee duiven op ons dak,
«De eene was koud en de andere was warm,
«Heer Waldemar neemt zijne bruid in den arm,"
klonk het gebruikelijke liedje van dankzegging
(waarvan het roode Hansje met zeker instinct den
laatsten regel op de bestaande omstandigheden
had toegepast) uit de keelen der met appelen en
peren overladene kinderen, en zoo buitengewoon
rumoerig was dat gezang deze maal, dat het de
gasten noopte do St. Martijns-tafel te verlaten om
eens te komen zien wat er gaande was.
Allen, met uitzondering van Liesbet, leverden
eene seconde lang het schouwspel van eene aan
vangende versteening op. De heer von Hofen was
de eerste die zijne bezinning terugkreeg.
„Ah zoo!" riep hij uit. „Van eene opheldering
van dit tooneel ontsla ik u, mijnheer de kapitein
Ontvang mjjne beste wenschenIk beng d u niet