N°. 1190 Jaargang. 1876. Dinsdag 13 Juni. 1 Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiën20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters warden berekend naar plaatsruimte. Middelburg, 12 Juni. IPEXJXHjIJZË] TOJST- St. Martijns-avond* Benoemingen en besluiten, Onderwijs, w- MIDDELBU De leden van de eerste kamer der staten- generaal zijn ter vergadering bijeen geroepen tegen Maandag den 19en Juni a., des avonds te aclit uren. De gemeenteraad van Middelburg zal op Woensdag a., des namiddags te half twee uur, een openbare zitting houden ter behandeling der vol gende zaken Ingekomen stukkenvoorstel van burgemeester en wethouders a tot opheffing van het beurtveer op 's Gravenhageb tot verkoop van gemeentegrond op het Oostkerkhof aanmr. E. Fokker rapport commissie onderwijzend personeel op de school D (hoofdonderwijzeres mej. Achilles) en eene daarop door de raadsleden mT. P. Roetert Tak en dr. J. P. Berdenis van Berlekom ingediende memorie; benoeming van een lid der plaatselijke schoolcommissie. Blijkens Provinciaal blad n°. 60 hebben gedepu teerde staten van Zeeland, lettende op den brief van den ijker te Middelburg van 3 dezer, besloten om, met wijziging in zoover van hun besluit van den 14™ Januari jl., n°. 18 (Provinciaal blad n°. 6), het tijdstip, waarop de herijk der maten en ge wichten in 1876 zal plaats hebben, voor de hierna te melden gemeenten nader te bepalen als volgt voor Neuzen: den 28™ en 29™ Juni en den 22en Juli; voor Hulst, Clinge en St. Jansteen: te Hulst, den 10™, 11™, 12™ en 13™ Juli; voor Stoppeldijk, Boschkapelle en Hengstdijk: op het dorp Rapen burg, den 14™.Juli; voor Grauw: den 15™ Juli; voar Hontenisse en Ossenisse: op het dorp Kloos- terzande, den 20™ en 21™ Juli. Yan welwillende zijde wordt ons gemeld dat Zaterdag jl. alhier eene bijeenkomst werd gehou den van eenige rijksambtenaren ter dezer stede, behoorende tot verschillende takken van admini stratie, ter bespreking van de belangen van deel- gerechtigden in het burgerlijk pensioenfonds, ten einde zich tot de regeering te wenden met verzoek dat aan weduwen en weezen van alle burgerlijke ambtenaren pensioen worde verzekerd van staats wege. Na wisseling van gedachten is besloten daartoe mede te werken en is, om dat doel in de provin cie Zeeland te bevorderen, eene commissie benoemd van drie leden, bestaande uit de heerenC. M. van Visvliet, inspecteur van het lager onderwijs mr. J. W. Ph. Swaters van Schaumburg, officier van justitie, en F. Hoyer, provinciaal inspecteur der directe belastingen enz. 10 Naar het Duitsch van E. Velg. Vervolg.) Öp St. Martijn lag een licht sneeuwkleed op de bergen en over de velden uitgespreid. „Vrouw Holle heeft haar bed den eersten dag goed ge schud," zeiden de kinderen, vervuld met het in Duitschland nog uit den heidenschen tijd overge bleven bijgeloof, en speelden tusschen het gewe mel der vlokken en haalden hunne kleine sleedjes voor den dag. Waldemar Bork was sedert zijn laatste bezoek op het kasteel zeer ernstig en afgetrokken geweest. „Hij wil weer weg," klaagde Liesbet aan Hansje, die zij met toestemming van den jongen heer plechtig als hare helpster had geïnstaleerd. „Ik zie ook in, dat hij weg moet, maar St. Martijn moet hij hier nog doorbrengen, want dat zal mijn laatste feestdag op de wereld zijnHansje, die thans den arm niet meer in den doek droeg, die zinde lijk gekleed was en wier rood haar niet zonder moeite behoorlijk was uitgekamd en gescheiden, knikte deftig, ten teeken van bevestiging. Maar ook den beroemden St. Martijnsdag, 11 Bij koninklijk besluit van den 10™ dezer is Zr. Ms. commissaris in de provincie G-eldsrland gemach tigd tot bijeenroeping van de staten dier provincie in buitengewone vergadering op 20 Juni e. k., teneinde over te gaan tot de verkiezing van een lid van de eerste kamer der staten-generaal, in de plaats van jhr. H. A. D. Coencn. De Nieuwe Rotterdamsche Courant verneemt, dat volgens de laatste loodingen de ondiepte in het Hellegat weder is toegenomen en er slechts 25 decimeter water met gewoon laagwater bevon den wordt. De Staats-courant van 11 en 12 dezer bevat het koninklijk besluit van den 27™ Mei jl., waarbij wordt bepaald dat, te rekenen van 1 Augustus a,, weder in beheer en onderhoud bij het rijk komen de werken omschreven op den bij dat besluit behoorenden staat en door de provinciale staten in behoorlijken staat van onderhoud, ter beoor deeling van den minister van binnenlandsche zaken, op te leveren, terwijl de baten en inkomsten dier werken weder ten bate van het rijk komen. Voor zooveel Zeeland betreft zijn die werken: de contrescarpe te Tholen en het posthaventje te Gorishoek. Bij beschikking van den minister van binnen landsche zaken, van 24 Mei jl., is met ingang van 1 Juli e. k. aan J. H. van Deursen, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als opzichter van den waterstaat 2e klasse. Bij gelijke beschikking van 9 Juni jl. zijn be vorderd tot opzichter van den waterstaat 2e klasse J. C. Dirks, en tot opzichter van den waterstaat 3e klasse, H. Boerée, en is A. Oddens benoemd tot opzichter van den waterstaat 4e klasse. De commissie van oppertoezicht over de Kweek school voor zeevaart te Leiden brengt ter ken nis van belanghebbenden dat op Maandag den 26™ Juni a. aan voornoemde inrichting een keu ring zal plaats hebben van knapenwelke bij 's rijks zeemacht een verbintenis wenschen aan te gaan. Wijlen mr. G. Groen van Prinsterer heeft bij testamentaire beschikking aan de koninklijke bibliotheek te 's Gravenhage vermaakt de origi- neelen der door hem uitgegevene historische brie ven van Da Costa, Wormser, Thorbeeke). November, had de jonge zeeofficier geheel verge ten, evenals hij geen oog had voor de geheim zinnige manieren der oude meid, en toen hij den 11™ November tegen den middag tehuis kwam en niet, zooals anders altijd het geval was, de tafel gedekt vond, vroeg hij niet bijzonder zacht naar de reden daarvan. De oude trok zich zijn toon echter niet aan, maar nam hem met een ge wichtig gezicht bij den arm en leidde hem naar de pronkkamer, waar niet alleen al de meubelen van hunne overtrekken ontdaan waren, maar ook eene groote tafel gedekt stond. „Ge moet nog een oogenblikje wachten, Walde- martje, totdat de anderen komen." „Wie?" vroeg hij verbaasd. „Wel, allen die ik genoodigd heb. Van uwe moeder, Waldemartje, heb ik geleerd wat past. De uitnoodiging van den professor moet beant woord wordenzijne drie dochters en de districts commissaris komen natuurlijk ook. Van die allen komt eigenlijk Gamma alleen volgens mijn zin, want h ij is een oude heiden, en die beide oude vrijsters zijn nuttelooze wezens op de wereldmaar het kan nu eenmaal niet anders. En de domein- meester komt ook. Zijt ge nu tevreden? Hier staan manden met appelen voor de kinderen," sprak zij, naar een zijkamertje wijzende; „die kunt ge met Gamma met volle handen uitdeelen, zooals ge reeds als kinderen deedt. Is dat nu ook goed?" Hij bedankte de oude meid voor haar goeden inval, verwelkomde het gezelschap, toen het ver- Hij heeft door die daad, wellicht onwillekeurig, het voo-beeld gevolgd in 1874 gegeven door C. F. baron Sirtema van Grovestins, die vroeger, evenals de heer Groen, aan het kabinet des konings en aa^s vorsten huisarchief is werkzaam geweest. {N. Spectator.) Met» schrijft ons uit Rotterdam „De kamer van koophandel heeft besloten zich tot burgemeester en wethouders te wenden, om hun in overweging te geven aan den gemeenteraad voor te stollen, dat voor rekening van de gemeente eene groote stoombaggermachine, gelijk er in Engeland worden gebruikt, aangeschaft worde, om de ondiepte van den Nieuwen waterweg door krachtige uit baggering to verhelpen. De kamer acht het van 't grootste belang, ook terwille van den naam van onze haven, dat niet de verbetering van den zeer ongunstigen toestand aan de werking van de natuur worde overgelaten, maar dat buitengewone midde len worden aangewend om die werking te bespoe digen. Wat van rijkswege wordt gedaan, acht zij onvoldoende, en zij is van oordeel dat er voor de gemeente Rotterdam thans in hooge mate aanlei ding bestaat om tot verbetering van den waterweg geldelijk bij te dragen. De kosten eener bagger machine, zooals de kamer in werking wenscht te zien gebracht, zouden volgens ingewonnen infor mation circa f 300,000 bedragen, doch de kamer meent, dat zulk eene machine misschien in huur zou kunnen worden genomen. „Onze gemeenteraad wordt hier voor een moeilijk geval geplaatst. Eene uitgave van 3 ton is bij den toestand onzer gemeentelijke financiën, die tot groote zuinigheid noopt, geen kleinigheid. Van den anderen kant geldt het voor Rotterdam eene levensquaestie. Volgens de laatste peilingen is de diepte op den droge tusschen de hoofden, in plaats van verbeterd, verminderd. Ook in het Hellegat hebben de laatste loodingen ongunstige resultaten opgeleverd; er staat daar op den droge slechts 25 decimeter water bij gewoon iaagwater. Dit maakt verbetering van den Nieuwen waterweg nog te meer wenschelijk. Zal uitbaggeren helpen? In de vergadering der kamer van koophandel werd medegedeeld, dat de machine die op de rivier de Tyne gebruikt wordt, 500 ton per dag uitbaggert en men berekende dat met deze machine de baar in den Waterweg in 18 dagen tijd zal kunnen worden weggeruimd. Bij het groote belang dat de gemeente heeft bij een voldoenden waterweg naar zee, schijnt het ook niet onbillijk, dat zij zich om dien te verkrijgen een geldelijk offer getrooste. „De vraag is maarhoe aan het geld te komen De kamer van koophandel beschouwt die vraag als van ondergeschikt belang, doch de financiers in onzen gemeenteraad zullen dat zeker niet toe scheen, naar alle vormen, al ware het ook met een bedrukt hart, en weldra zat men aan de tafel ge schaard, waar Liesbet met een zegevierenden blik de naar alle regelen der kunst gebraden Martij ns- gans opbracht. Dikwijls dwaalde Waldemar's blik naar het ge liefde meisje af; zij zag er nog bleeker uit dan gewoonlijk en telkens, wanneer de heer von Hofen het woord tot haar richtte, was het alsof zij een onaangename gewaarwording kreeg. Waldemar eii G-amrua hadden geen woord gewisseld toen zij elkander begroetten; alleen hadden hunne handen eene seconde in elkander gerust. Het gesprek aan tafel was levendig, vooral tus schen de beide oude heeren, den professor en den domeinbestuurder, die over de beteekenis van den dag met elkander redetwistten. „Gelijk ik zeide, waarde heer, men moet aan geen triviale beschouwingen van de dingen voet geven; dat is altijd mijne leer!" riep de professor met verheffing van stem uit. „Men behoorde het volk juist op zulke dagen weêr van de oude, edele beteekenis te onderrichten." „Ge zult toch niet voornemens zijn aan de kin deren, die hier weldra zullen komen om hun liedje te zingen, een verhaal te gaan doen van het leven en den strijd van den heiligen Martijn en zijne stichting van het eerste klooster? Dat behoort niet meer tot onzen tegenwoordigen kring van denkbeelden." „De heilige Martijn heeft met het feest niet rechtstreeks te maken," antwoordde de professor. stemmen. Aan het slot harer missive aan B. en W. stelt de kamer zich beschikbaar, zoo de medewer king van den handel vereischt mocht worden. Men weet echter waar het aanbod, vanwege den handel onlangs aan de regeering gedaan, neer kwam. Met zóo gering offer is men niet geholpen. Werd van die zijde aan de gemeente de benoodigde som als renteloos voorschot aangeboden, misschien zouden dan de bezwaren gemakkelijker te over komen zijn. „Weder heeft hier een ondernemer van zooge naamde „verdeelingen" voor de rechtbank terecht gestaan, en wel zekere W. S. de Best. Hij werd vervolgd wegens het houden eener verboden loterij. Door mr. S. van Houten, het lid der tweede kamer voor Groningen, werd hij verdedigd. Vreemd ge noeg, beweerde de heer van Houten, dat hier van eene loterij in den zin der wet geen sprake kon zijn. De rechtbank dacht er echter anders over, en veroordeelde de Best tot eene geldboete van f 300 of subsidiair tot een gevangenisstraf van eene maand. „De vraag is nu, of de winst, die zoo'n directeur met zijne verdeelingen maakt, niet eene geldboete van ƒ300 of een maand zitten waard is." onderscheidingen. Vergunning verleend aan den gepensioneerden majoor der infanterie van het leger .in Nederlandsch Indië J. C. Steenbergen, tot het aannemen der onderscheidingsteekenen van kommandeur der orde van Isabella la Catholiea, hem door Z. M. den koning van Spanje geschonken. Met de Roomseh-katholieke hoogere bur gerschool in de hoofdstad des rijks wil het zegt het Vaderland niet vlotten Want al verwacht men, dat de vruchten van 't onderwijs bij het eindigen van het derde school jaar „bevredigend" zullen bevonden worden de commissie voor de school heeft het noodig ge acht een circulaire te richten tot de katholieken van Amsterdam, om hun te zeggen, dat 't zoo niet gaan kan, in hun belang en voor de eer en glorie der II. kerk. Zelfs de katholieken zenden hun jongens niet meer. De commissie had, met 't derde jaar, op 100 leerlingen gerekend, en er zijn slechts 40! Veertig knapen uit 't groote Amsterdam, „welks mildheid ter bevordering van katholieke belangen door de geheele wereld geroemd wordt." Hoe treurig de toestand der school is, bewijst de wanhoopskreet der commissie, dio de katholie- „De Germanen en de Galliërs vierden op dien tijd het dankfeest voor hun oogstdat is de oorsprong." „Ik las het van daag nog en kan het bijna woordelijk herhalen," viel Beta in, „hoe reeds de oude Egyptenaars en Hebreeërs en de nog oudere Chineezen en Chaldeeërs het oogstfeest als een dankfeest vierden," en daarop volgde eene uit weiding hoe al die volken zich door de dank baarheid daartoe gedrongen hadden gevoeld en hoe, na de godsdienstige plechtigheden, wereldsche vermaken gevolgd waren. „Bewonderenswaardigbewonderenswaardig riep de heer von Hofen uit en legde, ten bewijze hoe oprecht hij het meende, de hand op zijne borst. „Ja, hoe schoon was dat bij de ouden," ging Beta zuchtend voort, „en hoe wordt het tegen woordig ontwijd!" „Meent ge door de gebraden gans?" vroeg de domeinmeester. „Ik vind die voortreffelijk." „Door de bedelende kinderen," was de ophelde ring, die Alpha gaf; „dat schreeuwen en gillen is onuitstaanbaar. De kinderen moesten liever kruiden verzamelen; dat zou nuttiger zijn." „Vindt gij het ook zoo hinderlijk hoorde men Gamma met hare klankrijke stem tot den heer von Hofen zeggen. „Ik voor mij vind het een schoon gebruik, iets van den gezegenden oogst, die aan de gegoeden is ten deel gevallen, aan de armen uit te reiken. Hoe dikwijls heb ik met Waldemar zelf onder de zingende kinderen ge staan of met genoegen de gaven aan hen uitge deeld

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1