BUITENLAND.
Oostersche politiek.
Thermometerstand.
Vei slag van den toestand der gemeente
Middelburg over 1875.
vlotrrder?gen °P de keuring van s^chtvee,
Algemeen Overzicht»
Belgische brieven.
een mallemolen losgeraakt; van een kind is de
hersenpan verbrijzeld, zoodat het oogenblik kelijk
stierf. Een ander kind heeft den arm gebroken
en nog anderen zijn licht gekwetst.
Te Hook (Limburg') is, op last van de justi
tie te Roermond, het lijk opgegraven van den op
11 Mei jl. aldaar begraven student G. J. M. H.>
oud 20 jaar, zoon van den gepensioneerden majoor
van het O.-I. leger J. M. H. Het schijnt, dat dit
is geschied, tengevolge der in omloop zijnde ge
ruchten als zoude die student zijn vergiftigd.
(N. R. C.)
7 Juni 's av. 11 u. 54 gr.
8 's morg. 7 u. 58 gr. 's midd. 1 u. 65 gr.
's av. 6 u. 62 gr.
Ten opzichte van den gezondheidstoestand wordt
het volgende vermeld.
„De reeks van gunstige jaren is door het jaar
gestoord. Deze ongunstige toestand geldt
evenwel slechts de voorjaarsmaanden, toen, ver
moedelijk onder den invloed der aanhoudende
noord-oostelijke windrichting, zich een ware epi
demie van influenza ontwikkeldedie veeltijds
met acute aandoeningen der ademhalingswerktuigen
gepaard gaande, het sterfte-cijfer aanmerkelijk
verhoogde. Zoo overleden in de maanden Maart-
Mei circa 30 individuenveelal in de kracht des
levensten gevolge van longontsteking of influenza.
Het hooge sterftecijfer in de voorjaarsmaanden
kon door de gunstigere verhouding in het najaar
niet voldoende verbeterd worden, om het jaar met
een gunstig sterfte-cijfer te doen eindigen. Het
aantal overledenen, met inbegrip der levenloos
aangegevenen, bedroeg 504, tegenover 399 in
1874en de verhouding voor 1875 is dus 1 over-
ledene op 31.59 inwonerstegenover 1 op 39.92
m 1874. Van besmettelijke ziekten bleef de ge
meente nagenoeg verschoond. Van typhus zijn
met meer dan 4 individuen als aan deze ziekte
overleden opgegeven.
Pokken en mazelen werden niet waargenomen.
Het roodvonkdat sedert 1872 onze gemeente
met verlaten heeft, zonder immer een epidemisch
karakter aan te nemenwas in de laatste maanden
steeds verminderend, zoodat wij de hoop mogen
koestelen dat zij eerlang geheel uit de gemeente
verdwijnen zal; 7 sterfgevallen zijn aan roodvonk
voorgekomen.
Slechts een paar sterfgevallen aan croup zijn
opgegeven enkele gevallen van kinkhoest werden
geheele jaar door waargenomen zonder ech
ter epidemische uitbreiding te erlangen.
Najaarsziektenvroeger in Zeeland zoo inheemsch
bleven in 1875 weder nagenoeg geheel achterwege
en de reeds sedert eenige jaren gebleken sterk
verminderde vatbaarheid tot opneming van het
koortsmiasma werd ook voor dit jaar bevestigd
waardoor de zeer ongunstige gezondheidstoestand
van de eerste helft des jaars door de veel gun
stiger verhouding in de tweede helft nog aanmer
kelijk verbeterd werd.
In 18JL Zij'U °P de gemeente-begraafplaats be
graven 488 lijkenmakende met die van vorige
vann20,88?rt °Pricbting in 1830 totaal
Het aantal verpleegden in het gasthuis bedroeg
m 1875 99 mannelijke en 101 vrouwelijke, waar
in h 1 TT' 2 VWUW- °P bet einde des jaars
m behandeling bleven.
Onder het totaal verpleegden zijn begrepen 156
voor rekenmg van het burgerlijk armbestuur met
12,262 yerpleegdageu; 40 voor rekening van
paHicuheren met 2162 dagen, en 4 uit andere
gestichten met 868 dagenalzoo te zamen 15292
verpleegdagenof 613 minder dan in 1874.
Van particulieren werd ontvangen 1748 25 en
dus 218.25 meer dan in het vorig jaar. Hier
onder is begrepen ƒ135 van vijf lijders aan oog
ziekten, die gedurende zes maanden van het jaar
m een afzonderlijk vertrek werden opgenomen
alleen om gebruik te kunnen maken van de be
handeling van d'. M. J. Bouvin. Nu die genees-
neer, welke zich speciaal op de behandeling
van oogziekten toelegde, - deze gemeente heeft
verlaten, zal althans vooreerst dergelijke verple
ging in bet gasthuis niet meer voorkomen.
Omtrent het toezicht op de levensmiddelen leest
men m het verslag het volgende
vracht 8PÏV1Sch> benevens aard- en boom-
üT herhaal /°0Veel S^dhaafd.
herhaalde onderzoekingen is gebleken dat
voor zooveel de qualiteit van het brood betreft
nnt r0g alhler PIaats heeft. Wanneer
nu de bakker zich veroorlooft om vreemde hoe-
deelerinthnt schadelijke bestand
delen ,n zijn brood te doen, voorzeker zal hii
ze gevoelig gestraft worden voor dit feit dooJ
vermindering zijner klandizie. De behoeftiLman
is zeer goed in staat om zelf te oordeelenof zijn
brood goed doorbakken of ongaar is, 0f het van
zuiver of van bedorven meel gemaakt iszonder
dat de politie hiervoor behoeft te waken.
{Wordt vervolgd
Op dit oogenblik is de Oostersche politiek weder
zeer ingewikkeld en men zal al op een zeer hoog
diplomatiek standpunt moeten staan om haar vol
komen te kunnen overzien en te doorgronden.
Het is duidelijk^dat er twee stroomingen bestaan:
een Rusische en een Engelsche. Onder voorgeven
van den vrede te beschermen heeft Rusland een
politiek gevolgd, die Turkije.hoe langer hoe meer
in het ongeluk stortte en het eindelijk geheel in
de macht van den vriendelijken en weiwillenden
Rus zou hebben geleverd. Engeland heeft dit
doorzien en juist bij tijds gezegd: niet verder. En
wat is er geschied Dat de Noordsehe beer terug
deinsde voor de vuisten van John Bul), en nu
onhutst en verbaasd, niet dadelijk wetende wat
te doen; zich vastklemt aan zijn intiemen bondge
noot: Duitschland.
Zóo ongeveer stellen we ons den toestand voor
na vergelijking van de verschillende berichten
Behalve het hierachter komende artikel wijzen wij
op een door Havas ontvangen brief uit Ems, waar
in de verbazing der Russische diplomaten wordt
geconstantateerd over de weigering van Engeland
op een anderen brief uit Londen aan betzelfde
agentschap gericht, waarin de noodzakelijkheid
wordt betoogd om een einde te maken aan de
aanmatiging der Russische diplomatie in de Turk-
sche aangelegenheden, eene noodzakelijkheid die
de hoofden van het jong Turkije heeft doen ver-
klaien, dat zij zei ven de noodige hervormingen
willen invoeren, maar zich niet te willen onder
werpen aan hen die een geheel ander doel najagen
dan zij zeiven. Deze zienswijze deelen ook de
Engelsche regeering en de natie, die willen dat
Turkije uit eigen beweging de meest mogelijke
hervormingen zal invoeren. Eindelijk nog een
derden brief aan Havas en wol uit Berlijn,
die den indruk weergeeft welke de ge
beurtenissen te Konstantinopel op de publieke
opinie in de Duitsehe hoofdstad hebben gemaakt.
Zij twijfelt thans tusschen Rusland en Engeland
en weet niet aan welke zijde zich te scharen.
Daarenboven bevat de Times een artikel waarin
zij beweertdat Engeland vast besloten is om niet
te gedoogen, dat Rusland het traktaat van 1856
zou verbreken en de agressieve politiek hervatten
die door den Krim-oorlog is afgebroken. Aan den
andeien kant echter is Engeland evenmin geneigd
Turkije te helpen indien het de beginselen van
rechtvaardigheid en humaniteit met voeten treedt.
Het c%-orgaan verwacht daarom voor het Turk-
sche rijk slechts heil van meer doortastende her
vormingen dan die het tot nog toe heeft ingevoerd.
Uit dit alles blijkt voldoendedat de verhouding
tusschen Rusland en Engeland zeer gespannen
moet wezen. Rusland moet nu kiezenóf op den
eenmaal ingeslagen weg te blijven voortgaan, óf
zich met Engeland te verstaan. Het eerste zou
een vredebreuk tengevolge hebbenhet laatste de
handhaving van het status quo in Turkijewat
een van de voornaamste grondslagen is der Engel
sche politiek. Hiertegen zou Rusland waarschijn
lijk geen bezwaar hebben indien het overtuigd
was, dat de zaken in het Ottomanische-rijk voort
aan even ellendig zullen gaan als tot nogtoe het
geval was, want dan zou eerlang toch het oogen
blik aanbreken voor eene verdeeling van Turkije.
Maai bet blijktdat verlichte en vrijzinnige be
ginselen ook in het rijk der halve maan met kracht
veld winnen, zoodat de mogelijkheid bestaat op eene
geheele op goede grondslagen berustende reorga
nisatie, onder hei beleid van een meer energieke
en verstandige regeeringen daardoor zoa de kans
op een eventueele scheuring van Turkije grooten-
deels verloren gaan. In dat opzicht zou dus misschien
Rusland liever zijn eigen gang gaan, doch zijne
positie zijn prestige in Europa zouden door zoo
danige handeling ongetwijfeld belangrijk dalen.
Rusland toch heeft zich officieel met groot éclat
aan het hoofd geplaatst van het Europeesche vre
debond en zelfs vredecongressen willen houden.
Wat zal men zeggen indien het nu openlijk erkent
niet den vrede, maar het zwaard te-hebben gewild
En zoo het zich daaraan niet stoorde, zal het
zich dan durven verzetten tegen de vereenigde
mogendhedenEngelandFrankrijk Oostenrijk,
Italië en Duitschland? Dit is minstens twijfel
achtig, en de voortdurende oöicieele vredelievende
verzekeringen van Russische zijde verdienen mis
schien juist daarom thans meer geloof dan vroeger,
nu het niet meer Rusland maar Engeland isdat
aan het hoofd staat van de groote Europeesche
vredebonders.
Ie Ems zijn diplomatieke onderhandelingen van
vredelievenden aard gevoerd. De heer Nigra moet
belast zijn met eene zending om de eensgezind
heid tusschen Engeland en Rusland te herstellen,
en prins Gortsehakoff moet reeds de door den
heer Nigra voorgestelde grondslagen hebben aan
genomen, hierin bestaande, dat Turkije een wapen
stilstand zou toestaan op raad der mogendheden,
die hunne agenten in Servië en Montenegro zou
den uitnoodigen in het belang van den vrede te
handelen. Hierbij is dus geen sprake meer van
piessie op Turkije noch van bepaalde hervormin
gen, zoodat in hoofdzaak Rusland toegeeft aan de
Engelsche eischen. Er is geen quaestie van een
Europeesche conferentie. Na den wapenstilstand
zouden de mogendheden zich van alle verplichtin
gen jegens Turkije ontslagen achtende Turken
en opstandelingen aan hun lot overlaten eu het
van hen doen afhangen of zij den strijd willen
voortzetten. Het denkbeeld van inmenging en
nog veeleer dat van bezetting wordt dus geheel
prijs gegeven.
Dit bericht geeft alzoo hoop op een gunstig ver
loop der onderhandelingeneene hoop die o. a.
ook door de Provincial Correspor.denz wordt ge
deeld en, hoewel dit nu wel niets bewijst voor
de vredelievende gezindheid van Rusland, is het
toch geen ongunstig verschijnsel, dat de Russische
gezant te Weenen protest heeft aangeteekend
tegen en zich heeft beklaagd over de voor Rus
land vijandelijke artikelen die door verscheidene
Oostenrijksche en Hongaarsche bladen zijn open
baar gemaakten waaronder zeker ook wel het
hierachter vermelde artikel van de Neue freie
Presse zal zijn bedoeld. Over het geheel dus
schijnt de toestand niet verontrustend.
De wapenstilstand is niet anders dan een wa
penschorsing van de zijde der Turksche regeering.
Deze heeft door buitengewone commissarissen in
Bosnië en de Herzegowina doen bekend maken,
dat zij gedurende zes weken de vijandelijkheden
zal schorsen en aan allen die in dien tijd zich
onderwerpen volkomen amnestie verleent. Het
voorname doel echter schijnt te zijn gelegenheid
te hebben troepen te concentreeren en maatrege
len te nemen tot proviandeering van Niksicb. De
operaties die daarmede in verband staan zijn dan
ook van de wapenschorsing uitgesloten, zoodat
deze eigenlijk niets beteekent, en slechts een ter
mijn bepaalt voor de amnestie.
Omtrent de overige gebeurtenissen in Europa
valt weder weinig mede te deelen. Alles wijkt
voor de Oostersche quaestie. In de Fransclie
kamer is gisteren het wetsontwerp betreffende het
verleenen van academische graden in zijn geheel
met 368 tegen 128 stemmen aangenomennadat
alle amendementen waren verworpen. Frankrijk
is dus tot het oude stelsel teruggekeerdhet
welk alleen aan den staat het recht toekent om
academische graden te verleenen en heeft daar
door aan de kerk een krachtig wapen ontnomen
in den strijd tegen haar over het oversvicht in de
maatschappij.
De senaat zette de behandeling van haar regle
ment van orde voort en heeft de verkiezing van
een levenslang senator, in plaats van den heer
Ricard, vastgesteld op den 16en dezer. De candi-
daat der linkerzijde is de heer Renouard.
Tot de organen, die sedert eenigen tijd zeer
weinig vertrouwen in het drie keizersbond hebben
gesteld, behoort vooral ook de Neue freie Presse,
het invloedrijke Weensche orgaan, dat de politiek
van Rusland steeds heeft bestreden. Naar aanlei
ding van de optreding van den nieuwen sultan,
zegt het o. a., dat vóór de vervallenverklaring
van Abdul Aziz de positie van sommige mogend
heden, haar plannen en besluiten ten aanzien van
het Oosten eenigermate in het duister waren ge
huld. Thans echter klaart de nevel op en steeds
duidelijker en helderder vertoont zich de politie
ke toestand voor onze oogen.
Rusland zegt het blad verder dat eenige
dagen geleden nog kon onderstellen bet doel van
zijn Oostersche intriges aanmerkelijk nader te zijn
gekomen dan ooit te voren, is geheel op den
achtergrond geraakt, en prins Gortsehakoff gelijkt
den kapitein die kort bij de haven schipbreuk
lijdt. Zijn geheele plan is misluktEngeland heeft
door een stoute zet de party gewonnen, en de
vrienden die men in St. Petersburg meende te
kunnen misleiden en misbruiken, staan op het punt
het terzett te verbreken, waarin zij slechts het
accompagnement voor de Russische eerste viool
leverden. „Wat wij reeds met Paschen beweerden,
dat het gebouw van het drie keizersbond begint
te kraken, komt thans in vervullingthans durven
wij beweren, dat het verbond van Oostenrijk en
Duitschland met Rusland reeds tusschen hemel en
aarde zweeft."
Deze bewering verzekert de N. Fr. Presse
is gebaseerd op een reeks mededeelingen uit Lon
den, waardoor de toestand van het oogenblik als
met electrisch licht wordt verlicht, en die bewijzen
dat Oostenrijk ook thans weder een invloedrijke
staat is, wiens vriendschap de vreemde mogend
heden zoeken en die in de Oostersche quaestie een
belangrijk woord kan meespreken.
Uit die mededeelingen blijktindien zij waar
zijn, dat Engeland bijzonder goed op de hoogte
is geweest van den toestand in Konstantinopel en
aldaar reeds lang te voren belangrijke gebeurte
nissen had voorziendat bet Rusland flink in de
kaart had gekeken en stellig voornemens was
de voor den algemeenen vrede zoo gevaarlijke
bedoelingen van Rusland te bestrijdenterwijl bet
kabinet van St. James overtuigd scheen niet alleen
Oostenrijk, maar ook Duitschland en Frankrijk
voor zijne inzichten te kunnen winnenwaarbij
zich dan ook Italië wel zou aansluiten. Eindelijk
wordt verzekerd, dat Engeland zich niet met
algemeene voorstellen vergenoegt, maar verlangt,
dat de mogendheden gemeenschappelijk aan de
Russische regeering zullen te kennen gevendat
ingeval Servië en Montenegro naar de wapens
grijpende oorlogsverklaring van die beide lan
den als een van Rusland uitgaande storing van
den Europeeschen vrede zal worden beschouwd.
Dit alles betoogt verder het Weensche orgaan,
is volkomen in overeenstemming met de verkla
ringen en de taal van Disraelien zoo hij al zeide
„wij handelen geheel op eigen hand," dan wil dat
volstrekt niet zeggen, dat Engeland niet overal
bondgenooten zoekt. Men weet te Londen zeer
goed dat de Britsche oorlogschepen voldoende zijn
om de Dardanellen te bewakenmaar dat op het
vaste land goede vrienden noodig zijn als Enge
land zijn wil wenscht door te zetten. Het Engel
sche kabinet zal niet te vergeefs de hand uitstrek
ken. Frankrijk is reeds gewonnen, zooals blijkt
uit de woorden van den hertog Decazes. De her
inneringen uit de tijden van den Krimoorlog her
leven de eigen belangen in bet Oosten spreken
voor eene alliantie met Engeland, en het is aan
geen twijfel onderhevig of in het Quirinaal vinden
de motieven van Engeland evenzeer waardeering
als te Versailles. Te Berlijn wankelt men nog wel,
maar Duitschland is nog niet in het Russische
net verstrikt. De Reichsanzeiger toch heeft reeds
gemeld, dat de overhandiging van het memoran
dum is verdaagd. Ook hier dus heeft de veran
dering te Konstantinopel eene wijziging veroor
zaakt ook hier draait men de politiek van Gort
sehakoff half en half den'rug toe.
De beslissing eindelijk de N. Fr. Presse zegt
het niet zonder gevoel van eigenwaarde berust
in Weenen. De toetreding van Oostenrijk maakt
de ligue tegen Rusland volkomen, vernietigt alle
sluwe plannen van Russische veroveringszucht,
drukt het zegel op den veranderden toestand van
Europa en waarborgt den vrede. „Wij staan
voor een hoogstgewichtig en belangrijk oogenblik.
Het ligt in de haud van Oostenrijk den wijzer
der wereldgeschiedenis zijn richting te geven, en
nooit misschien was de verantwoording voor een
Oostenrijksch staatsman grooter dan thans die van
graaf Andrassy. Wij verkeeren in een van die
zeldzame oogenblikken, waarin een minister niet
slechts het lot van zijn vaderland, maar ook den
algemeenen gang der gebeurtenissen kan bepalen.
Wij gelooven dat hij sedert den len dezer in het bezit
der Pruisische en Engelsche voorstellen is. Van
zijne beslissing hangt veel af voor Europa, alles voor
Oostenrijk. Wij zullen niet herhalen wat wij reeds
bijna een jaar lang hebben betoogddat de Rus
sische aanbiedingen tot eindelooze avonturen, tot
ongeluk en verderf zullen voeren. Dit is niet
onze overtuiging alleen; de publieke opinie spreekt
het op straten en pleinen luide uit, en in over
eenstemming daarmede verwerpt ieder verstandig
en vaderlandslievend staatsman een leeuwenverdrag
met Rusland, waarbij wij in ieder geval bedrogen
zouden uitkomen. Aan de zijde van Engeland
verzekeren wij onze toekomst en de rust van
Europa, als bondgenoot van Rusland slaan wij
onze beste overleveringen en onzen goeden
naam in het aangezicht om oogenschijnlijk
rijker, maar in werkelijkheid armer te worden.
Waarlijk de keus isdunkt ons, niet moeilijk.
Indien wij aan bet hoofd van onze zaken een
staatsman hadden van den rang van Bismarck
of Cavour, dan zouden wij niet de minste vrees
koesteren welke beslissing zou worden genomen.
Maar wij willen graaf Andrassy geen onrecht aandoen
wij verwachten ook van hem dat hij geen
oogenblik zal weifelen in zijne keus. Wij hopen
datzoo niet van zijn talentdan toch van zijn
karakter en zijn verleden."
De taal van het Oostenrijksche blad verdient
inderdaad wel de aandacht.
Brussel, 4 Juni.
De rol van ongeluksprofeet bevalt mij niet. Over
het algemeen ben ik veeleer optimist dan pessi
mist. Maar ditmaalaan den vooravond der
verkiezingen voor 13 Junikan noch wil ik u
mijne vrees voor den afloop ontveinzen. Deze
vrees, ik haast het mij te zeggen, betreft minder
het resultaat van de verkiezingen, dan wel de teeke
nen van scheuring en verdeeldheidwier invloed
merkbaar is zelfs te midden van den politieken
wapenstilstanddie tusschen de verschillende
groepen der liberale partij met het oog op de
stembus is gesloten.
Ik herbaal hethet resultaat der verkiezingen
zal waarschijnlijk overeenkomstig de gematigde
verwachtingen der liberalen uitvallen. De zege
praal van liberale candidaten te Antwerpen zal
den genadeslag geven aan bet clericale ministerie
en zijne meerderheid.
Maar dit is niets dan een eerste halt. Indien
de regeering eenmaal in de banden der liberalen
overgaatzal de kamer in twee bijna gelijke
deelen verdeeld zijn; men zal tot een algemeene
ontbinding moeten besluitenen daar schuilt het
gevaar.
Het is te vreezendat bij de algemeene ver
kiezingen de liberalen niet belangrijk sterker zou
den worden, en in dat geval zou België ongeveer
in dezelfde positie geraken als waarin zicb Nederland
bevindt.
Aan wien de schuld zult gij vragen. Dezelfde
gevolgendezelfde oorzaken. De Nederlandscbe
en Belgische liberalen ondervinden allen den
overwegenden invloed, dien staatslieden, welke
bijzonder-boven alle anderen uitstekenop hen
uitoefenen of waaraan zij zich vrijwillig hebben
onderworpen. Wat Thorbecke in Nederland is
geweest dat is Frère Orban voor België. Zij