N°. 135. 1196 Jaargang. 1876. Vrijdag 9 Juni. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiên20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte." Middelburg, 8 Juni. St. Martijns-avond. Ontvangen voor ,'t nieuwe paard" (zie adv. Midd. Ct. 3 Juni) van W. S. ƒ0.50te zamen ƒ1.50. Door burgemeester en wethouders wordt het volgende bekend gemaakt. J aarverslag. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend: dat het verslag van den toestand dezer gemeente over 1875, door hen, naar aanleiding van art. 182 der gemeentewet, aan den gemeenteraad gedaan, tegen betaling van 0.50 bij de uitgevers J. C. W. Altorffer verkrijgbaar is gesteld. Middelburg, den 2 Juni 1876. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.)N. C. L AMBEECHTSEN VAN EITTHEM, 1. b. De secretaris, (Get.) G. N. DE STOPPELAAE. De coöperatieve vereenigingen zijn in de tweede kamer aan de orde gesteld en weer van de orde verdwenen. Maar wie zich inbeelden mocht dat zij met die verschijning een stap verder gekomen zijn, zou zich vergissen. Het wetsont werp tot regeling van haar rechtstoestand zou heden behandeld zijnindien de voorzitter niet voorgesteld had deze week in de sectiën voor de tweede maal de belastingwetten en de voorgestelde wijziging in de Indische begrooting te onderzoeken, en de volgende week te beginnen met de beraad slaging over de definitieve oorlogsbegrooting. De coöperatieve vereenigingen zijn dus van de rol verdwenenwie weet voor hoe lang De heer Dullert had ongetwijfeld voor zijn voor stel goede redenen. De definitieve oorlogsbegroo ting moet vóór 1 Juli vastgesteld worden. De loopende week is reeds ver heende sectie-arbeid kan niet stilstaan; begon men nn nog aan de coöperatie-wetdoor de N. Eott. Ct. heden „een lusthof voor breede juridieke bespiegelingen" en eene te belangrijke wet genoemd „om haar met horten en stooten te behandelen", wie weet of de kamer niet nog tot nachtwerk in deze schoone zomerdagen hare toevlucht had moeten nemen, om vóór het einde van Juni en bij tijds voor de eerste kamer de oorlogsbegrooting afge handeld te krijgen? "Wiens schuld is het echter dat de tijd zoo kort geworden is Wanneer wij in aanmerking nemen dat de kamer, na haar weinig vruchtbaar debat over de militie-wetden 24en Mei de kerkfabrieken nDXJIJ-.IL.STOXsT. 7 Naar het Duitsch van E. Vély. Vervolg.) Uit den toon van Gamma's stem had hem de oude vertrouwelijkheid weêr toegeklonken, en toch welk een verschil! Hij wilde zich dwang aandoen om haar niet aan te zien en liet zijn blik dus door het kleine, donkere vertrek rondgaan. Twee kinderen lagen op eene stioomat te slapen; een knaapje zat gehurkt bij eene wieg die hij werktuigelijk heen en weêr schommelde en knab belde daarbij op een stuk roggebrood. „Hoe heeft men het bij u daarboven vernomen?" vroeg Waldemar eindelijk, om de stilte af te bre ken, die te pijnlijk werd. „Ge weet toch," antwoordde zij, „dat zulk eene gebeurtenis in het kleine H. niet lang verborgen kan blijven, en bovendien," vervolgde zij aarzelend, want die toespeling op haar verloofde deed zij slechts tegen wil en dank, „wilde ik doen wat men door het betalen van geld niet bereiken kan Zij zaten eene wijle stil naast elkander op de houten bank. De vrouw had intusschen eene keukenlamp, waarvan zij de pit met eene naald onder handen nam, eerst den 2™ Juni aan het wetsontwerp tot vereenvoudiging van het cassatie- proces begon, waarmede zij gisteren gereed kwam terwijl beide onderwerpen wel zeer druk en uitvoerig besproken, doch ten slotte onveranderd aangenomen werden,dan rijst de vraag of het algemeen belang niet beter gediend ware, indien de genoemde ontwer pen met wat minder words aangenomen en de Coöperatieve vereenigingen daardoor bij tijds aan de orde gekomen waren. Wij miskennen het be lang der wetten op de kerkfabrieken en op het cassatie-proees niet, ofschoon vele kamerleden, blij kens hun zeer schrale opkomst gedurende de ge- heele beraadslaging, dat belang niet bijzonder hoog schenen te stellen. Maar toch, beide onder werpen waren sedert lang voorbereid en bekend; de stemmingen hebben aangeduid, niet slechts dat er geen meerderheid voor eenige wijziging te vin den was, maar ook dat de gewone partij-afschei ding in deze discussie geheel verloren ging. De rechtsgeleerden van alle partijen stemden in bonte verwarring dooreen; maar allen hebben om het hardst geredevoerd, om ten slotte de wetsont werpen onveranderd te laten. Men was het dus onder elkander niet eens en heeft, alsof men in een dispuut-college was, er maar op los ge redeneerd zonder overleg en zonder uitwerking. Het wetsontwerp op de coöperatieve vereenigin gen is er een van dadelijk, ingrijpend belang. Het vereenigingsleven, bij onzen werkmansstand nog zoo weinig ontwikkeld en toch voor zijne welvaart van zoo hoog gewichtwordt door de voortdurende onzekerheid, waarin de vereeni gingen verkeeren, in zijne ontwikkeling belemmerd. Wenschen onze rechtsgeleerde kamerleden die ont wikkeling niet, of achten zij het weerklinken hunner juridieke betoogen voor de natie van meer belang dan de bevordering van het coöperatie wezen Wij weten het niet. Maar wanneer waarachtige ernst bij onze vertegenwoordiging niet geheel onbekend iswanneer het haar om iets anders te doen is dan in petit comitéin het Haagsche Bin nenhof, eene verflauwde nabootsing te leveren van hetgeen jaarlijks door de juristen-vereeniging uit gewerkt wordt, die o. a. reeds voor jaren met groote meerderheid haar gevoelen uitsprak dat de geheele cassatie als zoodanig een onding is, dan kan het antwoord op de beide gestelde vragen onmogelijk toestemmend luiden. Naar wij vernemen heeft de heer P. M. Ch. Simon, stationschef alhier, tegen 1 Augustus a. zijn eervol ontslag als ambtenaar der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen aangevraagd. uithaalde om de vlam wat grooter te maken, op de tafel gezet. Bij dat onzekere licht zag Gamma even bleek als Hansje vuurrood. Moeder hing verder haar onzindelijk voorschoot, dat zij los gemaakt had, voor het venster bij wijze van gordijn. „Dat doe ik, opdat men niet naar binnen zou zien, want de menschen zijn zoo nieuwsgierig," sprak zij op fluisterenden toon„men gunt het ons niet, dat er zooveel geld in huis komt door dat kind, dat fot nog toe van zoo weinig nut is geweest. Wij héb ben er zeven. Twee zijn nog buiten in 't veld men weet niet altijd waar ze blijven." Plotseling werd er tegen de in lood gevatte ruitjes geklopt en eene mansstem riep„Doe open, Mina; ik heb een heele vracht." Terwijl de vrouw naar voren slofte, zei het meisje". „Dat is vader; die is goed." Na eenige minuten, waarin de vrouw haar ver slag aan haar man kon hebben gedaan, kwam deze in gebukte houding binnen, want een berg van samengebondene vogelkooien bezwaarde zijn rug en stak hoog boven zijn hoofd uit. „Goeden avond, maar ik heb hier nog zeven mannetjes, en die moeten dadelijk in de warmte. Hansje, wat is er met u gaande? en de juffrouw van den professor en gij mijnheer hier?" „'t Is nietshet gloeit nog maar wat," ant woordde het kind, hare pijn ontveinzende. De vader ontdeed zich met behulp van zijne vrouw van de vracht die hij torschte en ging daarop naar Hansje, die hij met de vereelde hand door het haar streek. Bij de gisteren te Vlissingen gehouden ver kiezing van een lid voor den gemeenteraad zijn 134 stemmen uitgebracht, waarvan 3 van onwaar de, zoodat het getal geldige stemmen 131 bedroeg. Hiervin verkregen de heeren F. Wibaut 102, J. T. D&mmisse 16, J. Loois Az. 12 en A. Loois 1 stem. De heer Wibaut is alzoo gekozen. De gemeenteraad van Domburg heeft gisteren tot gemeente-geneesheer benoemd den heer A. A. J. Haman, thans geneesheer te Veere. Het Prov. blad van Zeeland n°. 58 behelst een besluit van den commissaris des konings iD deze provincie, waarbij, tengevolge van een te Hoofd plaat voorgekomen geval van hondsdolheid, be volen wordt dat gedurende vier maanden, te reke nen van 8 dezer, alle honden, welke zich buiten woningen of vaartuigen (geene openbare middelen van vervoer zijnde) in de gemeenten Schoondijke, Waterlandkerkje, IJzendijke, Biervliet en Philip pine bevinden en niet binnen een afgesloten erf aan een ketting liggen, moeten voorzien zijn van een muilkorf, volgens het door den minister van binnenlandsche zaken vastgesteld model, aanwezig op de secretariën van genoemde gemeenten. De pleiziertrein die op Donderdag 15 dezer van Utrecht naar Middelburg en Vlissingen zal loopen, zal o. a. ook reizigers opnemen te Eoosendaal en te Bergen op Zoom. De vrachtprijs van deze stationsbedaagt ƒ1. De retourkaarten zijn dagelijks aan de stations te verkrijgen van des ochtends 8 tot des avonds 9 uren. De verkoop dezer speciale retourkaarten wordt gesloten den 14en Juni des middags te 12 uren. Gezelschappendie zich tot dat einde bij het vertrek tijdig bij den stationschef aanmelden, moe ten zooveel mogelijk bij elkander in hetzelfde rijtuig worden geplaatst. De trein vertrekt uit Utrecht 's morgens om 4 uren. Vertrek van Eoosendaal 7.50, Bergen op Zoom ■8.12, Middelburg 9.45, aankomst te Vlissingen 9.55. Verteek van Vlissingen des namiddags 6.50, Middelburg 7.15, aankomst te Bergen op Zoom 8.41, aankomst te Eoosendaal 9.8, te Utrecht des avonds te 12.40. Tot lid der provinciale staten van Noord- Holland is te Amsterdam met 548 van de 682 uitgebrachte stemmen gekozen de heer Joh. C. Zimmerman. „'tis altijd een wilde kraai geweest," zei hij. „Blijf stil liggen, kind! Dat is het beste om te genezen." „Op wat verschillende wijzen uit zich toch het gevoel," fluisterde Waldemar aan Gamma in; „hier is niets van schrik of angst zichtbaar. Stelt men zich daarbij zulk eene gebeurtenis in onze krin gen voor, hoeveel nuttelooze woorden en tranen zou zij veroorzakenDie arme vogelkooper heeft zijn kind even lief als eene dame uit de groote wereld het hare, en toch welk een onderscheid in de manier waarop dat wordt te kennen gegeven! Heeft ook deze wijze niet iets, dat tot het hart spreekt?" „'tZijn hier ongepolijste maar goede menschen, Waldemar," zeï Gamma toestemmend knikkende, maar tegelijk stond zij op en voegde er bij„Het wordt reeds donker, Waldemar; ik moet heen gaan." „Maar niet alleen," antwoordde hij op bepaalden toon. Zij wilde een afwijzend gebaar maken, maar liet de hand weêr zakken en strikte haar hoed vast. „Gij staat daar alsof ge bij elkander behoort," merkte de vogelkooper aan. „Juffrouw, wordt d a t uw man vroeg Hansje. „Wat praat gij beiden toch dom," kwam de moeder er tusschen; „de juffrouw wordt de vrouw van meneer den districts-commissaris." „Zoo? Dan is mijnheer te laat gekomen, dat is wel jammer," zei de vogelkooper kalm en maakte tot afscheid eene buiging, die hem maar half ge lukte. De Staats-courant van heden bevat het konink lijk besluit van 31 Mei jl. betrekkelijk het over maken van gelden doormiddel van telegraphische postwissels. De waterstand in den Rotterdam sehen wa terweg is blijkens de jongste peilingen van de beambten van den waterstaat en het loodswezen, nog niets toegenomen. Zoowel op den 19en Mei als op den 2e Juni jl. werd weder geloodlangs het Noorderhoofd 31, op de lijn der geleidelichten 30 decimeter bij gewoon laag water, terwijl aan de witte tonnenzijde niet gelood werd. Nadat wij aan onze lezers de beschouwingen van het Handelsblad over de driedaagsche kerke lijke opwekking te Amsterdam hebben doen kennen (zie ons nommer van Maandag jl.) zal het hun niet onbelangrijk voorkomen het oordeel van het katholieke hoofdorgaan over die beweging te vernemen. Het volgend overzicht daarvan is aan het Utrechtsch Dagblad ontleend. „De Tijd verklaart met belangstelling en niet geheel zonder waardeering de driedaagsche oefe ning te hebben nagegaanwaartoe het geloovig deel der protestanten in de vorige week naar de hoofdstad was opgekomen. Die bijeenkomsten zijn een teeken des tijdsnaar de meening van het roomsche orgaanbetrekkelijk ten goede. Zij toonendat er bij de protestanten een zoeken naar heiliging en volmaking en behoefte tot op wekking van het geloofs-en gemoedsleven ontstaat." Met ingenomendheid wordt die beweging dan ook door de Tijd begroet, al betreurt zij uit het diepst van haar hart dat de godsdienst, zooals hier be doeld wordteen valsche, een door de zoogenaamde hervormers vervormde en misvormde is. „Water eenmaal uit de thans begonnen beweging kan voortkomenblijft het geheim des Al wetenden. De terugkeer der afgedwaalden tot de éene kerk, die de belofte der onfeilbaarheid en onafhankelijkheid heeft, ligt naar menschelijke wijze van zien niet in de naaste toekomst. Echter is de hand die de kerk stichttezoo heden als vroeger onverkort en dezelfde heilige geestdie voor ruim achttien eeuwen zijne waarheid te midden eener bijna ge heel heidensche wereld deed schijnen, kan ook henwelke een deel dezer waarheid verwierpen, tot hare volle erkenning en tot haar vol bezit terugvoeren." Uit het jaarverslag der Maatschappij van weldadigheid, uitgebracht in de Dinsdag jl. te Amsterdam gehouden jaarlijksche vergadering, blijkt o. a. dat de afdeeling landbouw niet aan de ver wachting heeft beantwoord. De houtcultuur werd krachtdadig ^bevorderd. De veestapel bestond Waldemar en Gamma gingen zwijgend het huis uitterwijl de eerste sterren reeds aan 't uit spansel begonnen te prijken. „Neemt ge mijn arm niet zooals vroeger?" sprak de jonge man. Zij aarzelde een oogenblik en nam toen zijn arm aan „zooals vroeger," her haalde hij; „weet ge dat nog, Gamma?" „Wel zeker", antwoordde zij met eene poging om te schertsen; „ik voelde mij toen zoo gelukkig dat ik voor 't eerst aan den arm van een heer ging en gij zaagt er zoo knap uit in uwe uniform." „En waar spraken wij over?" „Over alles waar maar over te spreken viel over dansenover schepen enz., want gij hadt toen reeds iets van de wereld gezien." „Maar dat was het niet alleen, Gamma; wij spiaken er ook over hoe aardig het was elkander zoo lief te hebben en dat wij elkan der zoo zouden blijven liefhebben, totdat ik ka pitein was geworden." „Stil, Waldemar, stil!" riep zij beangst, doch hij drukte haar arm aan zijn kloppend hart. „Het was juist zulk een avond als deze, de sterren stonden eveneens te glinsteren. Er ver schoot eene ster en toen zeiden wij lachend tegen elkander dat wij in stilte iets gewenscht hadden; de oude Liesbet had ons dat geleerd. En het bleek dat wij beiden hetzelfde hadden gewenscht, namelijk dat ik toch heel spoedig kapitein mocht worden." „Och, Waldemar, ik verzoek usprak zij bevend en bleef steken.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1