Telegraphische berichten.
BÏÏITE1TLAID.
Benoemingen en besluiten,
0 n d e r vv ij s.
Marine en leger,
Thermometerstand,
Gemeenteraad van Vlissingen,
Algemeen Overzicht,
op eene wijziging der schoolwet van 1857bepaal
delijk wat betreft de volgende punten:
„Verbetering- en uitbreiding der gelegenheid
tot opleiding van onderwijzers,
„Versterking van het onderwijzend personeel
in verhouding tot het aantal leerlingen
„Betere regeling van het schooltoezicht
„Verhooging van de wettelijke minima der
onderwijzersjaarwedden
„Verdeeling der kosten van het openbaar on
derwijs tusschen den staat en de gemeenten in
dier voege dat een zeer aanmerkelijk deel daarvan
in alle gemeenten kome ten laste van den staat
„Verbetering der wijze waarop de bevoegdheid
tot het geven van onderwijs kan verkregen
worden
„Dit alles tevens als voorbereiding eener spoe
dige invoering van den leerplicht."
Eene aanbeveling aan de leden van hetMiddel-
burgsch departement om door eene trouwe opkomst
op de vergadering van Maandag van hunne be
langstelling te doen blijken, is, naar wij meenen
te mogen vertrouwengeheel overbodig.
Bij de tweede kamer is ingekomen een wets
ontwerp tot verhooging der begrooting van bin
nenlandsche zaken met 92,786.35, tot herstel
der schade, in den afgeloopen winter door de
stormen toegebracht aan de calamiteuze polders in
Zeeland.
Gedeputeerde staten van Overijsel hebben het
adres van jhr. H. A. D. Coenen, te Zutfen, lid
der eerste kamer, verzoekende dat zijn naam als
nog op de lijst der hoogst aangeslagenen in die
provincie gebracht zou worden, aangezien die
daarop behoorde, ongegrond verklaard en dus
afgewezen.
Men schrijft ons uit Botterdam.
„Door den heer W. Koningdirecteur van het
rijks-telegraaf kantoor te Delfshavenwaren de
rijks-ambtenaren opgeroepen tot eene vergade
ring alhier om te beraadslagen over de
wenschelijkheiddat het burgerlijk pensioenfonds
veranderd worde in een pensioen- en weduwen-
fonds, gelijk voorgesteld werd in het verzoek
schrift, dat door ruim 80 ambtenaren aan den
koning is gericht.
„De vergadering had Dinsdag avond plaats,
en werd door ruim 200 hoofd- en andere ambtena
ren, zoo van hier als elders bijgewoond. Op
weinige uitzonderingen naverklaarden allen zich
voor de genoemde vervorming van het persioen-
fonds. Een adres in dien geest aan de beide kamers
der staten generaal gericht werd door bijna
alle aanwezigen onderteekend.
„Voorts werd eene commissie van negen leden
benoemd, die als permanente provinciale com
missie zal werkzaam zijn in het belang van het
gewenschte doel. Deze negen leden zullen uit
hun midden eene sub-commissis van drie leden
vormen, welke met de leiding der zaak zal zijn
belast. In deze sub-commissie zullen vertegen
woordigd zijn de ambtenaren, ressorteerende onder
binnenlandsche zaken, financiën en justitie."
Door burgemeester en wethouders van 's Gra-
venhage is aan den gemeenteraad voorgesteld in
hooger beroep te komen van de beslissing van
gedeputeerde staten, waarbij de verkiezing der
heeren de Vries en Kipsom reden het stembureau
een uur te lang geopend is geweest, vernietigd is.
maaltijd tot éen dag beperkt. De regenten moch
ten den volgenden dag nog eens terugkomen en
zich te goed doen aan „het overschot van den
vorigen dag", doch de dames moesten dan thuis
blijven. Op dat overschot werd later bij uitzon
dering ook een predikant gevraagddominus
Molentiel, met zijne dochter, „omdat hij geene
vrouw had", dewijl hij te Sommelsdijk, zijne vorige
standplaats, hetzelfde voorrecht genoten had. Dat
de bezoeken van voorname personen, zooals Lei-
cester, prins Maurits, hertog Casimier, enz., tot
belangrijke uitgaven aan spijs en drank aanleiding
gaven, behoeft nauwelijks vermelding.
Niet minder trekken, bij het doorbladeren der
rekeningen, sommige andere posten de aandacht
die tot bezoldiging of belooning van hooggeplaatste
personen of andere ambtenaren dienden. Bij het
doopen van kinderen fungeerde de stad nu en
dan als getuigeen een doopgeschenk in over
eenstemming met de waardigheid van den magis
traat, bleef niet uit. Bij eene dergelijke gelegen
heid ontving de gouverneur Haultain in 1587
eene vergulde schaal, wegende 41 onsen en 7j
engels; de baljuw Simon Romboutsz kreeg in
1590 als doopgeschenk twee zilveren schalen,
kostende 15 In 1579 vindt men vermeld 400
oranje-appelen„om naar Holland te zenden in
1590 55 pond broodsuiker, die de burgemeester van
Nederhoven medenam om van stadswege cadeau te
gevenin 1587 een zilveren schaal aan den commies
van den tresorier. Dikwijls wordt de aanleiding tot
het geschenk bij de uitgaven vermeld; somtijds
zEEvisscHERiJEN. Opnieuw benoemd als leden van
het college voor de zeevisscherijen, met ingang
van 1 Juni, J. Conijn, jhr. m'. j. W. M. Schorer
en G. J. Weylf.nd.
onderscheidingen. Toegekend eene zilveren me
daille en een loffelijk getuigschrift aan den kapitein
der visschersschuit Jeune Albert, van Tréport,
Byhet, als blijk van Zr. M>. goedkeuring en tevre
denheid wegens de redding van vijf schipbreuke
lingen van het stoomschip Vesuvius der Konink
lijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij, op 7
April jl. in net Engelsek kanaal gezonken'.
kadaster. Benoemd tot inspecteur van het ka
daster aan het departement van financiën E. P.
van Steenbergen, thans adjunct-inspecteur van het
kadaster in algemeenen dienst.
Uit de voordracht voor de betrekking van
hoofdonderwijzer te Ovezande, samengesteld
als volgt: J. W. van der Linde te Naaldwijk,
J. P. Koppelle te Slagharen, B. Bieds te Werken
dam, Chr. Win der Linde te Waarde, B. G. Lam-
bers te 's Heerenhoek, J. Keyzer te Kwadendamme,
heeft de raad Vrijdag jl. den heer B. G. Lambers
benoemd.
De kolonel H Onnen, militair bevelhebber
der 4e afdeeiing is gisteren namiddag te Vlissin-
gen aangekomen om het garnizoen, de kazernes,
enz. te inspecteeren. Heden middag is hij met
hetzelfde doel naar Neuzen vertrokken.
Gisteren arriveerde te Vliseingen het lichtschip
Noord Hinder, gesleept door de rijks stoomboot
Zeemeeuw, komende van Hellevoetsluis om bij gun
stig weder het thans aldaar dienstdoende lichtschip
te vervangen, welks licht, naar men zegt, van
een staand in een draailieht zal worden veranderd.
In het huis van arrest te Zierikzee zijn
37 veroordeelde militairen van het Indische leger,
met het schip Noach IV uit Indië aangevoerd,
tijdelijk opgenomen.
Den 18en Juni a. zal te Kampen het 25jarig
bestaan van het instructie-bataljon feestelijk ge
vierd worden. De burgerij zal bij die gelegenheid
het bataljon een fraai geschenk aanbieden.
Nabij Meppel zijn twee koeien in eene weide
zoo hevig aan het vechten geweest dat de eene de
andere met de horens eene doodelijke wonde in
den buik toebracht. Het gekwetste dier moest
dadelijk afgemaakt worden.
Woensdag middag is te Amsterdam op den
hoek van de Heerengracht en de Muiderstraat een
wagen omgekanteld, waarop een aantal manden
met 22,000 eieren geladen waren. Het grootste
gedeelte van den inhoud werd verbrijzeld en liep
als een reusachtige eierstruif over de straat.
De burgemeester van Leiden heeft in den
gemeenteraad medegedeeld dat de minister van
binnenlandsche zaken hem het bepaalde voornemen
der regeering heeft te kennen gegeven om op de
Ruïne te Leiden een nieuw academiegebouw en
andere gebouwen op te richten, terwijl de prijs
vraag voor de academie reeds in behandeling is.
Een griffier van een kantongerecht in Zuid-
Holland staat voor het gerechtshof te 'sllage
terecht wegens kennelijke dronkenschap op den
openbaren weg. Hij beweerde wel opgewonden,
maar niet beschonken te zijn geweest. Het open
baar ministerie eisehte het maximum der bedreigde
straf, drie dagen gevangenisstraf. De president
van het hof noemde het voor de justitie een dag
van rouw, waarop een harer ambtenaren wegens
dronkenschap moest worden terecht gesteld. De
uitspraak geschiedt Donderdag a.
Omtrent de begraafplaats „ter Navolging" te
's Hage, waar het stoffelijk overschot van wijlen
mr. Groen van Prinsterer is ter aarde besteld,
lezen wij in de Zierikzeesche courant dat dit eene
particuliere begraafplaats is, door den vader van
den heer Green aangelegd en eene der eerste in
richtingen van dien aard, welke in ons land buiten
de kerken en buiten de bebouwde kommen dei-
gemeenten verrezen zijn.
Men schrijft uit Goor van 25 Mei aan de
N. R. Ct.
ook niet, oi bepaalt men zich, zooals o. a. in het
laatstgemelde gevaltot de bijvoeging„omdat
het beter gedaan dan gelaten is.'
Tegenover een commies van den tresorier kon er
dan ook inderdaad menige reden bestaan om het
„liever te doen dan te laten i"
Vele traktementen schijnen ons, aan regelmaat
en openbaarheid gewendals wij thans zijn
even vreemd. Bijna overal komtbij do gewoon
lijk zeer lage jaarweddeeene toelage of fooi in
den eenen of anderen vorm, waarvan de waarde
moeilijk te berekenen is. De Latijnsche onder
wijzer Hubrecht van der Venne, die in 1590 als
rector naar de Latijnsche school te Goes vertrok
en te Arnemuiden ook het Grieksch een den Cate
chismus te onderwijzen had, ontving jaarlijks ƒ90,
„benevens ieder jaar een dobbeloen voor een
nieuwen doek voor zijne vrouw." De stads-
klokkenspeler had een inkomen van 21 voorts
vrijdom van bier-accijns, vrije woning, benevens
Jaarlijks een nieuwen hoed, naar omstandigheden."
Daarvoor moest hij, behalve het spelen bij fees
telijke gelegenheden, zorgen dat ieder heel uur de
„voois" van een psalm en ieder half uur een an
dere „voois" van den toren weergalmden. De
organist der kerk genoot 20 'sjaars, voorts
20 voor zijn zoontje, die als orgeltrapper diende,
„een last turf en vier steen kaarsen." Hij moest
des Zondags vóór en na de preek spelen, alsmede
onder het zingen, indien de predikanten het be
geerden. Zij begeerden het echter niet, „alzoo
zulks naar het pausdom was riekende"; doch de
Gisteren avond was de sneltrein, van Zutfen
komende, nauwelijks in volle vaart het station
alhier voorbij gestoomd, toen het bericht uit Delden
kwam, dat de gewone trein reeds was afgezonden.
De baanwachter stak terstond de noodvlag op,
zoodat gelukkig de machinist gewaarschuwd werd.
Hij liet alle stoom vliegen, zoodat de sneltrein
spoedig stilstond. Daar men hier geen dubbel
spoor heeft, zou eene geweldige botsing niet uit
gebleven zijn.
De Indépendance beige bevat een schrijven
uit Marseille over de begrafenis van den bekenden
Franschen schrijver Esquiros, lid van den senaat.
Aan bet slot van den brief leest men
„Een treffende bijzonderheid. Gij kent de
schoone bladzijden van Esquiros over Nederland.
Welnu, gisteren had de Nederlandsche bark Rober
tas Hendrieus, kapitein W. Hageraats, van Rotter
dam zijn vlag in sjouw, ten teeken van nationa-
len rouw. De equipage heeft den ljkstoet tot
het kerkhof gevolgd, den kapt. aan 't hoofd. De
dankbare Hollanders hadden een laatste hulde
willen brengen aan den schrijver, die zóo hun
nijver en vrij land heelt beschreven en doen lief
hebben.
„De Robertus Hendrieus heeft den geheelen dag
de vlag halver stok."
Met ingenomenheid hebben wij deze regels over
genomen en voegen er onzen dank bij aan den
wakkeren kapitein Hageraats, die op zoo flinke
wijze zijn land. vertegenwoordigde. N.v.d.D
Wij ontvangen de volgende mededeeling van
het gemeentebestuur van Gent aangaande de
feesten der Pacificatie van Gent.
„Zondag 21 Mei heeft te Gent in de groote go-
thische benedenzaal van het stadhuis, eene alge-
meene vergadering der deelnemende maatschappjen
plaats gehad. Een duizendtal leden van de voor
naamste vereenigingen der stad hadden de uit-
noodiging van het gemeentebestuur beantwoorden
verschillende vertegenwoordigers der Vlaamsche
en Fransche dagbladpers van België waren ook
opgekomen. Aan het bureel namen plaatsde
heeren Wagener, schepen en voorzitter der feest
commissie, Heremans, hoogleeraar en ondervoor
zitter, Pickaert, schepen der stad, en de overige
leden der feestcommissie.
„Om elf uren werd de vergadering geopend en
de heer Wagener beklom het spreekgestoelte om
namens het coslege van burgemeester en schepe
nen op de beteekenis der feesten te wijzen.
„Spreker zcide dat eenige leden der maatschap
pijen, die hunne medewerking aan den stoet be
loofd hebben, verzocht hebben ingelicht te worden
over de wijze waarop de 300e verjaardag der
Pacificatie van Gent zou gevierd worden. Deze
vraag, vervolgde spreker, scheen ons volkomen
gegrond, en de feestcommissie heeft onmiddellijk
deze algemeene vergadering bijeengeroepen.
„De historische stoet, die tijdens de feesten zal
ingericht worden, zal geen ijdele maskarade, nog
veel minder eene betooging tegen den katholieken
godsdienst zijn. Hij zal de heugelijkste gebeurte
nissen der XVIe eeuw, zooals de geschiedenis ze
ons onvervalscht heeft doen kennen, aanschouwe
lijk maken.
„De spreker bestreed breedvoerig de bewering
van sommige katholieke Belgische dagbladen, als
zou de stoet eene aan het catholicisme vijandige
beteekenis hebben. Dit gedeelte der rede, als
voor ons van geen belang, voorbijgaande, vermel
den wij alleen de slotsom der rede:
„De Pacificatie-feesten zijn de herinnering aan
een werk van eendracht en verzoening.
„De schepen Wagener eindigde zijne redevoering,
die herhaaldelijk door luide toejuichingen afge
broken werd, met een woord van dank aan de
talrijke maatschappijen der stad, die hunne mede
werking hebben toegezegd en met den warm uit
gesproken wensch dat de feesten Gent en het gan-
sche vaderland waardig zouden zijn.
„De heer Paul Fredericq, secretaris der feest
commissie, gaf daarna eenige geschiedkundige
inlichtingen o per de verschillende gedeelten van
den historischen stoet.
„In breede strekken ontvouwde bij den stoet en
haar zijne geschiedkundige onvervalschte beteekenis.
Naar waarheid heeft de feestcommissie getracht en
doel is en blijft geen feest van partyhaat, maar
een feest van verzoening, een volksgezind vader-
landsch feest in te richten. Na deze redevoering
werd door den voorzitter Wagener de vergadering
gesloten verklaard."
Te Odoorn in Drenthe is een steenen pot
onder den grond gevonden, gevuld met asch en
beenderen. Een bewijs, naar het schijnt, dat voor
vele eeuwen aldaar reeds lij ken verbranding heeft
plaats gehad.
magistraat, meer muzikaal gezindbepaalde in
1643 dat de psalmen, met of tegen den zin van
dominé, des Zondags en Woensdags door het
orgel zouden begeleid worden.
De jaarwedden der onderwijzers waren even
onvoldoende als zij het in onzen tijd nog zijn. De
eerste Latijnsche schoolmeester, hij noemde
zichmet een deitigen naamRaphael Canisius,
wat slechts eene vertaling was van zijn goed
Zeeuwschen naam Raphael de Hond, dien hij bij
zijn vertrek weder aannamontving f 50 's jaars
en de helft van het schoolgeld. Zijn opvolger was
de straksgenoemde Hubrecht van der Venne. Een
der Fransche schoolmeesters bedong 20 per jaar,
8 voor huishuur, en vrijdom van accijns voor
twee tonnen bier of een okshoofd wijn, op voor
waarde dat hij zich voor eenige jaren aan de stad zou
verbinden. De gewone, of lagere, onderwijzers kregen
dikwijls niets anders dan vrije woning. Hoe het
onder die omstandigheden met het onderwijs ging,
blijkt uit eene overweging van den magistraat in
1607toen men reeds sedert eenigen tijd zonder
onderwijzer zat en besloten werd, „aangezien er
wel een schoolmeester diende te zijn tot onderwij-
zinge van de jonge jeugd, die genoegzaam sehae-
loos liepaan Hans van Goethem te vragen of
hij tegen genot van vrije woning voor schoolmees
ter wilde spelen. Weik antwoord op dit royale
aanbod gegeven iswordt niet gemeld.
Blijkt uit deze voorbeelden dat de karigheid dei-
stadsbesturen ten opzichte van het onderwijs een
kwaal van ouden datum is, ook andere zijden van
26 Mei. 's av. 11 u. 49 gr.
27 's morg. 7 u. 50 gr. 's midd. 1 u. 57 gr.
's av. 6 u. 54 gr.
Het verslag van het in de zitting van gisteren
verhandelde moeten wij, uit hoofde van gebrek
aan plaatsruimte, tot een volgend nommer laten
liggen.
Niettegenstaande de dagelijksche berichten, die
reeds maanden lang uit Turkije komenis het
niet mogelijk zich een heldere voorstelling te vor
men van den toestand aldaar want alles wat men
er van verneemt vormt een reeks van tegenstrij
digheden een doolhof waarin men te vergeefs
naar een Ariadne-draad zoekt. Zoo heeft men
bv. in Konstantinopel groote vrees gekoesterd
voor de softas en ulemas (geestelijken en kerke
lijke personen van minderen rang) en wat is thans
gebleken Dat juist zij bet zijn geweestdie
tijdens de paniek de orde hebben bewaard. Blijk
baar stonden zij onder een krachtige en energieke
leidingwaaraan zij stipt gehoorzaamdenen
toentengevolge van de gebeurtenissen te Salonika,
de Porte moest vergaderen en men voor den dag
moest komen met een nieuwen groot-vizier en een
nieuwen Cheik nl islam hebben zij de stad voor
gruwelen bewaard. Voorstandeis van meer libe
rale beginselen als zij zijn, hadden zij de invoering
van eene constitutie en de bijeenroeping van een
nationale vergadering verlangd, opdat het land
zelf de inwendige reorganisatie zou ter hand
nemen. Zij zeiven wenschen een fusie tusschen
de rassen en volkomen gelij kheid van rechten voor
Muzelmannen en Christenenen ter verwezenlij
king van hun programma zijn zij zelfs zoover
gegaan dat zij de Christenen hebben uitgenoodigd
zich met hen te vereenigen. Dit is dus geheel
iets anders dan hen te willen vermoorden.
De sultan wilde echter de gevraagde concessies
niet toestaandoch begreep aan bun wenschen
niet geheel weerstand te kunnen bieden enhoe
wel zij Midhat Pacha tot grootvizier verlangden,
benoemde hij Mehemed Rudschi Pachaeen man
evenwel van groote kennis en vrijzinnige beginse
lenen tot Cheik ul islam H ïrullat effendi, de
pavticu iere almoezenier van het paleisdie den
sultan op zijn reis naar Europa had vergezeld.
De softas hadden de toegangen tot het paleis zorg
vuldig bezet en zouden waarschijnlijk titularissen
die hen n-.et aanstonden niet hebben doorgelaten,
doch zij namen met de zooeven genoemde genoe
gen zoodat de rust gehandhaafd bleef.
Volgens een telegram uit Konstantinopel moet
de Porte reeds bepaald hebben besloten de voor
stellen der mogendheden te weigeren, een besluit
dat, gedeeltelijk althans, ook wordt toegeschreven
aan de weigering van Engeland. Zij zou de mo
gendheden verzoeken te blijven binnen de grenzen
van het tractaat van Parijs en verklaren geen in
menging in de binnenlandsche aangelegenheden
van Turkije te zullen duiden. Teneinde een uiterste
poging tegen den opstand te beproeven zou de
geheele reserve onder de wapenen worden geroe
pen. Het schijnt dus dat de Turksche regeering
zelve niet door vredelievende middelenmaar door
kracht van wapenen de pacificatie wil trachten te
bewerken en 't is te vreezendat zij daardoor
juist het tegenovergestelde zal veroorzaken van
hetgeen zij verlangt, nl. een veel heftiger opstand.
Volgens ae Courrier d'Orient zijn in Bulgarije
reeds 118 dorpen verwoest, die eene bevolking
van 100,000 personen telden, en zelfs daar zou een
leger van 15,000 a 20,000 man niet meer voldoen
de wezen om den opstand te bedwingen.
Niet alleen is dus de vrees gegrond, dat de
Porte baar doel met kracht van wapenen niet zal
bereiken, maar vanwaar moet het geld komen
voor die kostbare militaire operaties? De geheele
wereld toch weetdat de Turksche financies zijn
uitgeput en niemand zal er zich dan ook over
verwonderen, dat de groot-vizier aan den sirtan
heeft verklaarddat hij geen geld meer heeft om
den strijd voort te zetten. De Groote heer ant
woordde echter en ziedaar weer een van die
onverklaarbare berichten dat hij zelf voor de
onze hedendaagsche onderwijs-quaestie werden voor
meer dan 250 jaren reeds aangetroffen. Zoo werd
den 28en Januari 1611 door twee predikanten bij den
magistraat eene klacht ingediend omdat de onder
wijzer, „zeer vreemde ketterij en dwaling ingedron
ken had," welke hij aan het jonger geslacht kon
mededeelen. Na onderzoek door den kerkeraad
werd hem het verdere schoolhouden verboden. Eene
andere school-quaestie vinden wij in 1658, toen
Jacob Bonneeroy, stads-schoolmeester, verzocht dat
men óf geen bijzondere scholen zou toelaten, óf be
palen dat zij die zulke scholen hielden, hem jaarlijks
zeker bedrag zouden uitkeeren, hetgeen door den
magistraat werd toegestaan. Eene „restitutie" dus,
in omgekeerden zin!
Wij deelden reeds een voorbeeld mede hoe aan
ons hedendaagsch beginsel der „scheiding van kerk
en staat" onder de republiek weinig de hand ge
houden werd. In 1585 verzocht het stadsbestuur
van den predikant Thomas Bruschenus ontslagen
te worden, uithoofde „zijner onbevallige predica-
tiën." Hij schijnt een bekwaam, doch eenigszins
zonderling man geweest te zijn, die misschien het
hart te veel op de tong droeg; althans wjj lezen
van hem dat hij in eene herberg „de Zoutkeet",
te Middelburg, den magistraat zijner stad beleedigd
en zijne gemeente voor „Klein Turkije" uitgemaakt
had, Hij vertrok weldra naar Aardenburg- en
kreeg nog ƒ100 tot afscheid,
Een collega van Bruschenus, Joost van Laren,
verklaarde in dienzelfden tijd den magistraat
voor „scheurders en ruineerders der kerke Chris-