N°. 124.
119e' Jaargang.
1876.
Donderdag
25 Mei.
X
Uithoofde van den Hemel
vaartsdag zal deze courant
morgen niet verschijnen.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiên; 20 Gent per regel,
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.'
BERICHT.
Middelburg, 24 Mei.
De „boatman" van Plymouth.
middelbiirgsche courant.
De eerste Engelsehe post is in den laatsten
tijd herhaaldelijk te laat in Amsterdam en Rotter
dam aangekomen, tengevolge van de ongunstige
watergetijdenveroorzaakt door de langdurige
hevige Noorden- en Noordoostenwinden, waardoor
de aansluiting van de pakketboot uit Dover met
den eersten expres-trein van Ostende naar Ant
werpen herhaaldelijk gemist werd.
Groote stoomschepen, van weer en wind minder
afhankelijk dan kleinere, varende op een zeegat
dat ten allen tijde hun binnenvallen op een bepaald
uur toelaat, zijn alleen in staat de geregelde cor
respondentie met Engeland te verzekeren. Al deze
voorwaarden kunnen te Vlissingen vervuld worden.
Men moet niet ophouden het reeds bekende te
herhalen, zoolang tot dat het niet slechts geweten,
maar ook in toepassing gebracht wordt.
De pogingen tot oprichting eener Middelburgsche
afdeeling van het Aardrijkskundig Genoot
schap, door het Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen aangewend, zijn reeds genoeg geslaagd
om het tot stand komen eener zoodanige afdeeling
te verzekeren.
Met het oog op de plaats, welke onze stad weleer
in den Nederlandschen handel en scheepvaart heeft
ingenomen en op de toekomst welke zij in die
takken van volkswelvaart weder tegemoet gaat,
mag ongetwijfeld verwacht worden dat de op te
richten afdeeling zoo in ledental als in werkzaam
heid tot de belangrijke afdeelingen van het Ge
nootschap zal hehooren.
Morgen (Donderdag) avond te 7 uren zal het
muziekkorps der schutterij alhier op het Molen
water eene uitvoering gevenwaarvoor het
programma als volgt is vastgesteld: n° 1 Marsch
des chevaliers, Zinnen; n° 2 Wals, Clement; n° 3
ouverture „Tantalus", Suppé; n°4 groote fantaisie
„l'Africaine", Meijerbeer; n° 5 Galop, Clément;
n° 6 adagio uit de „Sonate pathétique", Beetho-
FBUILLSTON.
{Eene bladzijde uit het dagboek van een zwerver.)
Na eene lange en moeielijke zeereis waren wij
het Engelsehe kanaal genaderd. Hoog blauwde
in de verte hoven den grauwen waterspiegel het
voorgebergte van Lizard, Engeland's zuidwestelijke
spits, en ofschoon bij het naderkomen der nauwte,
waarvan misschien een honderdtal schepen elkan
der den ingang betwistten, onze zorgen en ver
moeienissen vermeerderden, maakte toch het onbe
stemde gevoel van „'thuis" te zijn, dat den zeeman
bij het terugzien der talrijke, van ouds gemeenzame
herkenningspunten aan de Engelsehe zuidkust
bezielt, zich onwillekeurig van ons meester.
Daar breidde een dikke mist, gelijk een ondoor
dringbaar gordijn, zich voor ons uit en versperde
ons den doorgang. Als spoken gleden de schepen
rakelings langs ons heensomber klonken de schorre
en doordringende tonen van den misthoorn, dik
wijls in angstwekkende nabijheid; vaal en rossig
blonk in enkele oogenblikken, wanneer het floers
een weinig opklaarde en wij hot dichtst de kust
ven; n° 7 „Les rencontres", marsch potpourri,
Dunkier.
Naar wij vernemen zal in deze en in den loop
der volgende maand eene opneming plaats hebben
van de verschillende spoorwegen door een lid vrki
den raad van toezicht op de spoorwegdiensten.
De lijn RoosendaalVlissingen zal waarschijnlijk
Vrijdag 26 dezer worden opgenomen.
In het jaar 1875 werden op de volge nde spoor
weg-sectiën gemiddeld per dag vervoerd:
RoosendaalBergen op Zoom: 181 reizigers en
50 tonnen (a 1000 kilo) goederen heen; 182
reizigers en 44 tonnen goederen terug.
Bergen op ZoomGoes: 136 reizigers en 37 ton
nen goederen heen; 133 reizigers en 35 tonnen
goederen terug.
GoesMiddelburg146 reizigers en 37 tonnen
goederen been; 145 reiz igers en 14 tonnen goe
deren terug.
MiddelburgVlissingen102 reizigers en 23
tonnen goederen heen; 115 reizigers en 5tonneD
goederen terug.
Gedurende ongeveer vier maanden van dat jaar
werden in rechtstreeksch verkeer met Engeland
4406 reizigers via Vlissingen vervoerd.
Voorts werden op de onderstaande stations ver
zonden en ontvangen het onderstaand aantal
wagenladingen vee.
Verzonden Ontvangen
Bergen op Zoom 6 20
Goes 41 20
Middelburg 28 8
Roosendaal 46 14
Vlissingen 1 1
De zitting van gisteren in de Belgische tweede
kamer was, in vergelijking met die van Zaterdag,
zeer kalm. De conventie NeuzenGent werd
door de clericale afgevaardigden van Antwerpen
verdedigd niet als eene wenschelijke zaakmaar
als eene verbetering op het tractaat van 1874,
wat in het belang van Antwerpen niet te ontken
nen is. Zij zeiden ook, wat naar ons voorkomt
een verstandig woord is, dat het belachelijk
klinkt de concurrentie van Neuzen als gevaarlijk
voor te stellen voor eene kolossale handelstad als
Antwerpen. Neuzen kan daarentegen vrij wat
meer kwaad doen aan Vlissingen. Ook de Gent-
sche afgevaardigden verdedigden de conventie, die
echter door den heer Anspachburgemeester van
Brussel, op grond van de belangen der hoofdstad
bestreden werd.
Reeds bij vroegere gelegenheden is aan de te
genwoordige regeering ten laste gelegd dat zij
genaderd waren, het flauwe licht van een vuurto
ren in de verte. Eene ongesteldheid hield sedert
eenige dagen onzen gezagvoerder aan het ziekbed
gekluisterd, en daar het heen en weder kruisen
te midden van den dichten nevel ons, bij onnoem
bare zorg en gevaar, toch slechts weinig of niets
vooruitbracht, namen wij het aanbod van een vis-
scherman aan, die ons zijne diensten kwam aan
bieden, en wendden den steven naar Plymouth,
teneinde daar zoo mogelijk het herstel van onzen
bevelhebber en beter gelegenheid voor de verdere
reis naar Nederland af te wachten.
Aan de havens en graafschappen in het Zuiden
van Engeland is voor mij menige aangename
herinnering verbonden. Door Kent en Sussex deed
ik eene voetreis van Dover, langs den rand der
Krijtbergen, over Brighton naar Portsmouth, waar
een schip mij destijds wachtte. Op het eiland
Wight, het lustoord der Engelsehe aristocratie en
eene der liefelijkste plekken, welke het mij gegeven
was te bezoeken, en in zijne onmiddellijke nabijheid
te Southampton, Winchester, Salisbury, zwierf
ik gedurende drie genotvolle weken rond en ook
de weinige dagen, welke ik ditmaal te Plymouth
doorbracht, zullen niet licht uit mijn geheugen
worden gewischt. Wij waren met een vroolijk
groepje passagiers, en wenschten niets liever dan
ons tusschen de keerkringen een weinig ineenge-
schroeid gemoed door een overvloed van Europee-
sche indrukken en genietingen weder nieuwe veer
kracht te verschaffen. Het toeval was ons gun
stig; de mist, welke in zee gehangen had, was
tegenover spoorwegmaatschappijen te groote in
schikkelijkheid en zelfs een gunstbetoon aan den
dag legdedat niet in het algemeen belang was.
De tweede kamer heeft gisteren aan die beschul
diging haar zegel gehecht door met 37 tegen 26
stemmen eene motie aan ta.nemen van den heer
Viruly welke, ofschoon alleen den wensch uitspre
kende dat het baanvak ZevenbergenZwaluwe
zoo spoedig mogelijk dienstbaar gemaakt zou
worden aan het internationaal verkeer, inderdaad
volgens de niet weersprokene uitlegging van den
heer van Houten, de beteekenis had eener afkeu
ring der houding van de regeering tegenover de
Grand Central- en de exploitatie-maatschappijen.
In afwachting dat het Bijblad ons vollediger
zal inlichten ontleenen wij voorloopig aan het ver
slag der N. Rott. Ct. het volgende:
De heer Viruly herinnerde dat op het einde
van April jl. de blijde boodschap werd vernomen,
dat de weg ZwaluweZevenbergen, op rijks kosten
aangelegd, zou geopend worden.
Uit het tableau van den zomerdienst blijkt
echter dat te Rotterdam geen doorloopende plaate
biljetten via Zwaluwe—Zevenbergen naar Vlissin
gen of Antwerpen te krijgen zijn; wel met een
omweg. Men kan wel van Rotterdam naar Zwa
luwe gaan, daar uitstappen en plaats nemen naar
Zevenbergendaar weder uitstappen en dan tot
Rozendaal komen en aldaar misschien verder komen.
Er is dus geen rechtstreeksch biljet te hekomen
en geen rechtstreeksche verbinding op den staats
spoorweg van Rotterdam naar Vlissingen of Ant
werpen. Met den sneltrein gaat het ook niet,
want die houdt te Zwaluwe niet op.
Deze op staatskosten aangelegde weg strekt
dus tot verkorting noch tot genoegen, noch tot
mindere kosten van het publiek. En dit klemt
nog meer ten aanzien van Vlissingen omdat dit
in verbinding staat met de vaart op Engeland.
En dan moet men twee uren te Breda stilblijven.
Het wetsontwerp tot aanleg van de lijn Zwa
luweZevenbergen is aangenomen met 68 tegen
3 stemmen. De kamer heeft niets anders daar
mede bedoeld dan de bevordering van het inter
nationaal belang. De minister van binnenl. zaken
Geertsema, die de wet verdedigde, zeide dat het
doel was om langs den kortsten weg het inter
nationaal verkeer te bevorderen. De lijn (zeide
de min.) moge niet groot zijn, voor het publiek
en voor den handel is zij van groot belang en zij
geeft verkorting van gemeenschap tusschen Vlis
singen en Rotterdam. Daarom vroeg de spreker
waarom die tak niet gebruikt wordt voor het
groote verkeer waarvoor zij is aangelegd?
De minister van binnenl. zaken antwoordde dat
de regeering geen gebruik heeft gemaakt van hare
macht om de dienstregeling der exploitatiemaat-
de voorbode van friseh, helder voorjaarsweder;
de wind bleef bjj voortduring ongunstig voor
de voortzetting onzer reis; de zachte luchtge
steldheid, waarmede het Zuiden van Engeland
gezegend is, deed aan de schoonste dagen van den
zomer denken.
Plymouth is eene vriendelijke, groote zeestad, vol
verleidingen voor den zeeman, die zijne van zee
water en teerlucht doortrokken leden voor het eerst
weder komt koesteren aan de stralen der lentezon
of aan de blikken van heldere Engelsehe vrouwen-
oogen. Eene aanbeveling bij onzen consul had ons
toegang tot eenige gastvrije familiën verschaft.
Niet ten onrechte hebben de Engelschen den naam
van, bij eene oppervlakkige kennismaking, stijf
en stug te zijn. Is men echter in het bezit van
dien talisman, waaraan zij zooveel hechten, eene
behoorlijke „introductie", dan is hunne houding
tegenover den vreemdeling ongedwongener dan ik
die bij eenige andere natie gevonden heb. Voor
den vreemden zeeman zetten zij de sluizen hunner
hartelijkheid te gemakkelijker open, dewijl de
onvermijdelijke kortheid van zijn verblijf eene
voortzetting der tijdelijke gemeenzaamheid meer
onmogelijk schijnt te maken. Zoo waren wij dan
ook met de ernstige mama's zoowel als met de
preutsche misses spoedig op een prettigen voet.
Heerlijke uitstapjes deden wij in de omstreken
van Plymouth, vergezeld van de schoone doch-
teren Albion's, die met haar vriendelijken lach,
haar frissche wangen en haar stralende oogen de
eerste aanraking met Europa's grond ons tot een
schappij af te keuren, omdat zij meent dat de
uren door den Grand-Central en de exploitatie
maatschappij geregeld, vrij goed waren.
De min. meent dat het ongerief zal ophouden
als 't Mallegat aangesloten is aan Rotterdam en
het station aldaar het uitgangspunt zal zijn van de
lijn naar 't Zuiden. Dan houdt elke belemmering
op. Op de zaak blijft echter de aandacht der
regeering gevestigd.
De heer Viruly dankte den minister voor het
antwoord, maar zijn bezwaren zijn niet opgelost.
De minister zegt dat hij geen gebruik meende te
moeten maken van de macht om eene dienstrege
ling af te keuren en meende dat de uren door den
Grand Central geregeld vrij goed waren. Maar,
zegt sprekerdit is juist mijn grief. De minister
had z. i. gebruik moeten maken van art. 26 der
tegenwoordige spoorwegwet, niet van de nieuwe
die eerst in werking komt.
Het antwoord voldoet hem niet: De staatsweg
moet behoorlijk geëxploiteerd worden en hij wenscht
het gevoelen van de kamer deswege in te winnen.
Hij stelde daarom zijne reeds door ons genoemde
motie voor.
De heer Bredius is ook niet bevredigd met het
antwoord. De regeering heeft geen gebruik ge
maakt van hare macht tot weigering van de goed
keuring der tarieven en dienstregeling.
De minister van hinnenlandsche zaken herhaalt
dat het rechtstreeksch verkeer over Zwaluwe
Zevenbergen reeds bestaat op twee treinen.
Wat de verplichting betreft tot afgifte van
rechtstreeksche plaats biljetten, de regeering kan
die niet opleggen, maar men kan nu reeds directe
plaatsbiljetten van Rotterdam naar Zevenbergen
en Roosendaal krijgen als men die vraagt. Men
wil echter dat de regeering zou verbieden om op
den trein van Breda te wachten. Maar dat kan
de regeering niet. Tegen den volgenden winter
echter hoopt de minister in dat ongerief te voor
zien. Overigens wijst de minister op de lijn
VenloVlissingen, waardoor ook aan de zijde
van Keulen in de aansluiting op Vlissingen wordt
voorzien.
De heer Viruly zal nog twee woorden in het
midden brengen. De minister herhaalde: er bestaat
wel degelijk aansluiting te Zwaluwe, te Zevenber
gen en te Roosendaal. Ja, maar de minister ver
geet dat dit alleen is voor den Bummelzug maar
niet voor 't groote internationaal verkeer.
De minister wees ook op de verbinding van
Keulen naar Vlissingen. Maar dit heeft met deze
zaak niets te makenwant spreker bedoelde ons
binnenlandsch verkeer op Vlissingen. De minister
meende dat het lastig is aan alle verlangens te
voldoen; maar volgens art. 22 der bestaande wet
worden de uren van vertrek door den minister
feest maakten. Wonderlijk keken de eerzame land
bouwers op wanneer wij, een troep losgelaten
scholieren gelijk, langs velden en wegen zwierven, de
paarden onzer Cabs met lentebloemen getooid,
onze ernstige koetsiers met moeite hunne deftig
heid bewarende en onze onbeteugelde opgeruimd
heid zoo aanstekelijk, dat zelfs de deftigste lady
al stond ook op haar gelaat duidelijk het woord
shocking te lezen, haar glimlach niet wist te onder
drukken. Wij waren jong; wij ledigden den beker
van het genot met volle teugen; de genietingen
van den avond volgden op die van den dag;
niemand onzer dacht aan hetgeen de toekomst
misschien hem brengen zou. Ik voor mij bewaar
nog thans in de diepte van mijn tot meer beza
digdheid en tot huisvaderlijke levensopvatting ge
komen gemoed, eene onvermengde herinnering van
dankbaarheid aan die weinige dagen van jeugdigen
overmoed en zorgeloozen levenslust.
Onder de figuren, welke uit de geel geworden
bladen van mijn dagboek uit dien tijd het leven-
digst voor mijne herinnering oprijzenis dat van
ouzen boatman Joe Smyth een der krachtigst ge-
teekende. Joe was destijds reeds een oude kennis
van mij; ik had hem te Cowes, op het eiland
Wight, gekend en menigen prettigen tocht hadden
wij te zamen in de baaien en kreeken van dat
schoone eiland gedaan. Zoodra ik dus te Plymouth
zijn door wind en zon verweerd gelaat boven onze
verschansing had zien uitkijken, had ik hem bij
onzen gezagvoerder aanbevolen, en hij had het
aan die aanbeveling te danken dat zijne boot tot