Telegraphische berichten.
Landbouw.
De Pnönix.
Volgens de Goesche courant is op de gsldlee
ning van ƒ170,000, uitgeschreven ten behoeve
van den polder „de Breede Watering bewesten
Yerseke", ingeschreven tot een bedrag van /680,000*
De onthulling van het Th.orbeek6-monum.ent
op het Reguliersplein te Amsterdam heeft heden
plaats gehad naar het volgende programma
Onthulling van het beeld te een uur.
Redevoering van mr. G. M. v. d. Linden en
cantate (Schimmel en Nicolaï) in het Parklokaal
te half drie uur.
Reünie van de deelnemers aan het diner te vijf
uren in het Palijs voor volksvlijt.
Diner te half zes precies.
Volksconcert in het Vondelspark van 6 tot 8 uren.
(Muziek door de kapel der infanterie onder leiding
van den heer D. Sonneman)
Concert in het Park (Plantage) te 8 uren.
Vuurwerk op den Amstel te 10 uren. (Het
vuurwerk, vervaardigd door G. J. Ruijsch, te
Utrecht, met eene slotdeeoratiehet borstbeeld
van m'. Thorbecke, terwijl in vuurletters 3 No
vember 1848 en het woord Grondwet is aange
bracht, in nationale kleuren gedragen door twee
kolommenwaarop bloemvazen zijn aangebracht
eindigende met fraaie bouquetten.)
Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor
respondentie naar Nederlandsch Indië, door middel
van het stoomschip Holland, van de maatschappij
„Java", waarvan het vertrek uit het Nieuwediep
op den 27™ Mei a. is bepaald.
Behalve voor Batavia, zal er met deze gelegen
heid mede eene brievenmaal naar Padang worden
verzonden.
De gedrukte stukken en monsters'van koopwa
ren behooren uiterlijk in den avond van den
26™ Mei en de brieven den daarop volgenden dag
per eersten trein aan den Helder aangekomen
te zijn.
De gemeenteraad van Keuzen heeft besloten
eene deputatie naar den minister van binnenland-
sche zaken af te vaardigen, teneinde de belangen
dier gemeente, met het oog op de conventie met
België aangaande het kanaal Neuzen-Gent, voor
te staan.
In een ingezonden stuk in de Neuzensche cou
rant wordt betoogd dat, niettegenstaande volgens
de concessie van den spoorweg Mechelen-Neuzen,
voor Neuzen reeds de tarieven moesten gelden
van de meest bevoorrechte Belgische havens,
niettemin voor Gent, Antwerpen en Ostende nog
altijd speciale en transit-tarieven geldende zijn,
waardoor het vervoer van goederen derwaarts
goedkooper is dan naar Neuzen. Voorts wijst de
inzender op de nadeelen welke Neuzen ondervindt
door sommige der bestaande bepalingen voor
vestingen, waardoor o. a. het bouwen van loodsen
aan het station belemmerd wordt; alsmede dooi
de bepaling dat uit zee komende en naar zee be
stemde schepen te Vlissingen moeten in- en uit
klaren, wat groot tijdverlies en gevaar veroorzaakt
en ook te Neuzen zou kunnen geschieden.
De vroeger gemelde overeenkomst tusschen de
stoomvaartmaatschappijen Nederland en Java,
waarbij de stoomschepen van laatstgemelde door
de eerstgenoemde maatschappij worden geëxploi
teerd, komt weldra op de algemeens vergaderin
gen der aandeelhouders in behandeling
Do overeenkomst wordt aangegaan tot ultimo
December 1900. De maatschappij Java geeft aan
„Nederland" al hare schepen in huur tegen een
aandeel in het batig saldo der reizen door beide
vloten volbracht; reparatie, onderhoud en assu
rantie komen ten laste der eerstgenoemde maat
schappij.
om het bezwaar op deze gewone en vlugge manier
uit den weg te ruimen.
De heer Ascott bleef nog, nadat Mildway zoo
snel was heengegaan, en had de onhandigheid
verontschuldigingen wegens het overhaast vertrek
van zijn jongen vriend in te brengen. „Hij is
door dit alles zoo geschokt," sprak bij, „dat ge
hem moet excuseeren. 'tls niet dat hij geen
gevoel heeft, Cecily; juist het tegendeel, dat kan
ik u verzekeren. De dood van uw armen vader
en al wat er verder gebeurd is heeft hem diep
getroffen. Ge hadt hem verleden Zondag in de
kerk eens moeten hooren! Hij gevoelt het alles
diep."
Nog bevende van de plotselinge aanraking van
Mildway's hand, van de ontroering die uit zijne
stem had gesproken, van de sympathie en mee
warigheid waarvan zijn blik had getuigd, hoorde
Cecily die verontschuldiging in stilte aan. Na die
korte uitweiding, kwam haar „oude vriend" weêr
voorgoed op de quaestie terug. Hij herhaalde,
ofschoon met veel minder nadruk, al wat juffer
Maydew had gezegd. Hij waarschuwde haar, dat
zij beneden haar stand zou afdalen en dat, hoe
geneigd hare vriendinnen mochten zijn om haar
te blijven behandelen zooals aan de dochter van
haar vader toekwam, zij ondervinden zou dat dit
zeer moeielijk ging. „Als gouvernante," zei hij,
„zoudt ge altijd eene dame blijven en bij eene
ontmoeting met uwe oude vriendinnen zou het
een wederzijdsch genoegen zijn; maar de juffrouw
van de dorpsschool riep hij uit; „waarlijk, ik
Tevens bestaat het voornemen om, daar de
vereenigde vloot te talrijk zijn zal voor de behoef
ten der vaart op Oost-Indië in sommige seizoenen,
ook stoomvaart te ondernemen naar andere
landen. Daartoe zal het bestuur der maatschappij
Nederland de machtiging der aandeelhouders vragen.
Het hoofddoel blijft echter de passagiers- en vracht
vaart op Ned. Indië.
Uit het versaag van de Nederlandseh-Ame-
rikaansehe stoomvaart-maatschappij over
1875 blijkt dat de resultaten der exploitatie ook
in 1875 hoogst ongunstig waren. In het vorig
verslag reeds had de directie niet ontveinsd, dat
er weinig uitzicht bestond op verbetering van den
toestand, en die verwachting heeft zich maar al
te zeer bewaarheid. De retourvrachten liepen in
den aanvaDg van het iaar terug tot cijfers, zoo
ongekend laag, dat men die vroeger voor onmo
gelijk zoude hebben gehoudenhoezeer ze zich
dan ook in de latere maanden weder eenigszins
herstelden. De uitgaande goederen worden nog
altijd in veel geringer hoeveelheid aangeboden dan
wenschelijk iszoodat de schepen voortdurend
slechts met halve lading of nog minder moesten
vertrekken, en zelfs om die hoeveelheid te beko
men, moest men zich herhaaldelijk vrachtvermin
deringen laten welgevallen. In den loop van het
boekjaar 1875 maakten de schepen 23 reizen en be
droegen de bruto goederenvraehten 908,122. De
andere hoofdbron der inkomsten, het personenver
voer, bleef bijna geheel ontbreken. De landver
huizing, in 1874 reeds hoogst belangrijk afgeno
men toont voor het afgeloopen jaar op nieuw
eene zeer belangrijke vermindering.
Aan passagegelden werd geboekt: in 1873 met
12 reizen 189,443in 1874 met 20 reizen 107,614
in 1875 met 23 reizen f 143,070.
In éen opzicht toont ook het jaar 1875 weder
een bemoedigende vooruitgang namelijk in de
voortgaande vermindering der exploitatiekosten.
De over 1875 verkregen uitkomst zou veel minder
ongunstig zijn geweest indien het jaar zieh niet
had gekenmerkt door herhaalde belangrijke zee
rampen en avarijenveroorzaakt door zeer buiten
gewoon hevige stormen, door schade van ijs, en
eindelijk ook door hst ongeluk aan het stoomschip
W. A. Scholten overkomen, toen het bij het
rondzwaaien op de rivier schroefraam en roer
verloor. Hoezeer die schaden alle voor het grootste
deel door assuradeuren werden, of zullen worden
vergoedleed de maatschappij toch een geldelijk
nadeel van 125,000. Op dit oogenblik zijn alle
vier de stoomschepen van de maatschappij in zeer
goeden staat.
De exploitatie gaf een verlies van ƒ159,365.134,
hetgeen met de voorgestelde afschrijving op het
materieel van 140,000 of ruim 5 pet., vermeerdering
van het reservefonds voor reparatiën en ketelver
nieuwing van f 60,000 op f 100,000 en eenige
kleine afschrijvingen van oprichtingskosten en
op meublementeen totaal verlies geelt van
340,927.46 J.
De horizont van de trans-atlantische stoomvaart
blijft nog immer duister; doch er zijn ook nog
lichtpunten, zoodat de directie nog altijd oprecht
overtuigd is dat het belang der aandeelhouders
niet beter kan worden gedienddan door vol te
houden en op den ingeslagen weg voort te gaan.
Zoo echter de toestand verbeterdezou het
voordeelig saldo nog in langen tijd niet kunnen
leiden tot eene uitdeelingwanneer het nadeelig
saldo der winst- en verlies-rekening moest ingehaald
worden. Daarom stellen commissarissen en directie
voor het geleden verlies op de kapitaalrekening
af te schrijven en dus het kapitaal te reduceeren.
Een voorstel tot wijziging der statuten in dien
geest (vermindering van het kapitaal met
1,000,000) zal aan de aanstaande algemeene ver
gadering van aandeelhouders onderworpen worden.
durf het Adelaide niet vertellenik weet niet wat
zij wel zeggen zou."
„Zij zou mijn stap begrijpen, als zij alles in
aanmerking' nam," zei Cecily. „Ik zou dan met
de kleine jongens een dak boven mijn hoofd heb
ben en onafhankelijk zijn."
„Och, onafhankelijk! Is dat nu de sleutel tot
het geheim?" vroeg hij. „OnafhankelijkWelke
vrouw is ooit onafhankelijk? Dat is uw punt van
hoogmoed, ik dacht het wel. Cecily, eene onaf
hankelijke vrouw is een onding; de mannen willen
daar zelfs niet van hooren; en gij die nog jong
zijt en in de wereld vooruit moet komen.
„De vrouwen zullen mij dan beter verstaan,"
hernam Cecily met haar oude vuur, doch een wei
nig blozende. „Gij echter, mijnheer Ascott, al
keurt gij mijn voornemen niet goed, werk mij ten
minste niet tegen, want ik kan de kinderen op
geen andere wijze onderhouden."
„Gij moest hen bij menschen besteden."
„Waar?" vroeg zij. „En waar zouden zij goed
geplaatst kunnen worden voor 'tgeld dat ik in
staat zou zijn te geven? Zij zijn nog te jong om
hen school te leggen, en daar heb ik ook geen
geld voor. Ik zie niet in, dat er een andere uit
weg is; wees dus niet tegen mij."
Dit beloofde hij na een poosje, ofschoon zeer
flauw, en eindelijk ging hij naar huis om de zaak
aan zijne vrouw te vertellen, die er zoo veront
waardigd over was als hij maar wenschen kon.
„Wat zal dat lastig zijn!" klaagde zij. „Ik zeg
u vooruit, Henry, dat ik haar niet bier vraag.
Brussel18 Mei.
Generaal Renard vertrekt Maandag naar Parijs
om Mac-Mahon te verzoeken het voorzitterschap
te willen aanvaarden van het Fransehe comité
voor de tentoonstelling van reddingswerktuigen enz.
Ingeval aan die uitnoodiging wordt voldaan
hoopt men dat Mac-Mahon de opening dier ten
toonstelling zal bijwonen.
Onderwijs,
Twee kweekelingen in het 3e studiejaar aan de
rijkskweekschool voor onderwijzers te Haarlem,
beiden te Wolfaartsdijk geboren, H. van Strien Wzn.
en M. Mieras Dzn., hebben jl. Zaterdag bij de
commissie van Noord-Holland akte gekregen voor
de beginselen der wiskunde.
Kerknieuws.
Aan den heer H. J. Hazelhoff uit Domburg
is, na afgelegd examen, door het classicaal bestuur
van Middelburg de akte uitgereikt van godsdienst
onderwijzer in de Ned. Herv. kerk.
Door den heer J. P. Schilt, predikant te
Burgh, werd den 11™ dezer zijne 25jarige ambts
bediening gevierd en zoo door hem als door de
leden der gemeente feestelijk herdacht.
Aanstaanden Zaterdag zal door den heer Mar
let te Wemeldinge eene landbouwkundige voor
dracht gehouden wordentot welke hij door
eenige ingezetenen is uitgenoodigd.
Gelijk wij reeds in ons vorig nommer ge
meld hebbenzijn gisteren de pleidooien ten
principale gehouden in de procedure tusschen
M. de Bruijn, schipper van het na aanvaring met
de Deensche stoomboot „Phönix" gezonken tjalk
schip „Drie gebroeders," en den gezagvoerder dier
stoomboot P. Mollerup.
In de eerste plaats werd bet woord verleend
aan den advocaat van den eischer, nu. W. A. van
Hoek, die zijne uitvoerige pleitrede begon met de
opmerking dat men dikwijls de verschillende tijd
vakken eener procedure vergelijkt bij de verschil
lende bedrijven van een tooneelstuk. Mocht hij
deze vergelijking ook omtrent dit proces toepassen,
dan zou hij willen wijzen op het verschil tusschen
het allereerste bedrijf en hetgeen thans wordt
atgespeeld. Bij het opgaan van het scherm voor
het eerste bedrijf zag het tooneel er ijzingwekkend
uit. Te midden van eenige in batterij gestelde
kanonnen zag men een reusachtige banier opge
richt met bet opschrift „De vrije Schelde" en
daaromheen las men allerlei andere opschriften,
o. a.Inroeping van Duitsehland 's tusschenkomst
door Belgiëdiplomatieke verwikkelingen inter
nationale Schelde-conferentie vredebreuk met
Denemarkenrepresaille-maatregelen van België.
Het tooneel was vervuld met bedreigingen tegen
Nederland en toen het rumoer het toppunt had
bereikt viel het scherm onder het afsteken van
geweldig veel Bengaalsch vuur!
En wat zag men op het tooneel toen het scherm
voor het tweede bedrijf opging Niets dan
eene groote tafel, bijna bezwijkend onder den last
van processtukken. Al die kanonnen en banieren
waren teruggebracht naar de plaats waar men
gewoon is het tooneel-decoratief te bergen. Er
bleet niets over dan eene eenvoudige quaestie van
bewijslevering. Het publiek vond dan ook, dat
de Phönix zaakdie eerst zoo veel beloofde, vrij
vervelend begon te worden. De regisseur belooft
echter weêr een prachtig derde bedrijf a 1 s de
Phönix onverhoopt in 't gelijk mocht worden ge
steld. Dan zal er op het tooneel zelfs geschoten
worden
Spreker stond eenige oogenblikken stil bij het
begin dezer procedure bet beslag. Men heeft
indertijd durven beweren dat dit beslag, de aan
houding der Phönix ter reede van Vlissingen,eene
groote verrassing was voor kapitein Mollerup.
Dit is onjuist. Door pleiter was althans alles ge
daan om den gezagvoerder der Phönix niet on
kundig te laten van het verlof tot het leggen van
beslag, teneinde zieh-zelven te dechargeeren voor
het geval kapitein Mollerup later, als er misschien
Wij zijn aan ons zei ven verplicht haar te mijden,
als zij schooljuffrouw wordt. Zij denkt dat wij
geen verschil zullen maken, maar haar altijd als
de dochter van mijnheer St. John zullen blijven
behandelen; maar daar kan geen sprake van zijn,
Ik moet haar dadelijk laten gevoelen, dat Cecily
St. John iemand anders was dan de schooljuffrouw.
Denk eens welke onaangenaamheden er uit zouden
kunnen volgen't zou iets moois zijn, wanneer een
of ander jong heer, die hier logeerde, genegenheid
voor de schooljuffrouw opvatte! Zij kan doen wat
zij wil; maar ik zeg u, Henry, vragen doe ik haar
niet."
„Dat zeg ik ook," bevestigde Ascott„ik begrijp
zelfs niet, dat zij hier zou willen zijn onder
menschen die haar in een anderen stand gekend
hebbenof het moest zijn hier eindigde hij met
een zacht fluiten, dat eene spotternij scheen te
moeten uitdrukken.
„Och, laat dat Henry. Wat moest het zijn?"
„Of het moest zijn dat zij een oogje op Mild
way had; en dat zou mij niet verwonderen, want
hij is te kneden als was. Als een meisje gelijk
Cecily hem zegt dat hij haar moet trouwen, dan
doet hij het. Dat is het wat zij in 't schild voert,
zoo zeker als ik Ascott heet."
een ongeluk was gebeurd, onwetendheid mocht
voorwenden omtrent de verleende autorisatie tot
arrest. Kapitein Mollerup was dan ook zóo goed
ingelicht omtrent hetgeen te Vlissingen gebeurde,
dat hij juist uit Antwerpen naar Nederland ver
trok toen de deurwaarder te Vlissingen, die zich
met het leggen van arrest had belast, door eene
verkooping verhinderd werd om zich aan boord
van de Frans Naerebout te bevinden.
Men had zegt pleiter, blijkbaar gerekend op
eene onhandigheid van mijne zijde. Maar, na acht
dagen lang dag tot dag, van uur tot uur, alle
maatregelen te hebben genomen zoo te Vlissingen
als aan het Zuid-Bevelandsch kanaal, om de beschik
kingen van den voorzitter dezer rechtbank en van
den voorzitter der rechtbank te Goes ten
uitvoer te doen leggenwas er natuurlijk ook
gezorgd voor de vervanging van den deurwaar
der. Het beslag werd overigens op regelmatige
wijze gelegd en otschoon men dit bij reconventie
heeft trachten te betwisten, is het bewijs der
gegrondheid van dit laatste achterwege gebleven.
En nu de collisie zelf.
Uitvoerig is deze reeds door spreker bepleit ge
worden bij de behandeling van het eerste incident.
Hij verwees dus in het algemeen naar zijn plei
dooi dienaangaande en bepaalde zich tot een rusumé
van het toen gepleite. Ten aanzien van enkele
punten slechts trad hij nog eenigszins meer in
bijzonderheden.
Wat ie de reden dat men tegenwoordig zoo dik
wijls hoort van aanvaringen van stoombooten
Zooals nog onlangs terecht werd gezegd, in een
hoofdartikel van het Nieuws van den Dag van 19
Januari 1876hebben stoombooten er groot be
lang bij met het oog op premiën en boetendat
de reis zoo kort mogelijk -zijen dat is de
reden der vele aanvaringen.
De voorstelling dezerzijds omtrent deze collisie
is van den beginne af dezelfde geweest. Schipper
de Bruijn beeft op denzelfden dag waarop de col
lisie had plaats gehad zijne beëedigde scheeps-
verklaring afgelegd, waaruit blijkt „dat bij den
25en Maart 1875 des voormiddags met zijn vaar
tuig „Drie Gebroeders", metende 52 tongeladen
met steenen, pannen en plavuizen ter waarde
van 300 a ƒ500is afgevaren van Bathmet
bestemming naar Neuzen; gekomen in het Nauw
van Bath, onder de tweede witte ton, moest hij
draaien met zijn schipwilde hij niet omhoog
raken; middelerwijl kwam de stoomboot „Phönix"
hem achteropwelker gezagvoerder in plaats van
zijn roer bakboordzij te wenden dat stuurboordzij
draaide en nu eens bakboords-dan weêr stuur
boordzij met het noodlottig gevolg dat de stoom
boot tegen het tjalkschip vlak voor den mast aan
voer, zoodat de tjalk zonk en de schipper ter
nauwernood met zijne vrouwvijf kinderen en
knecht den tijd hadden om in de roeiboot te sprin
gen en zich alzoo te redden waarna zij aan boord
van de Phönix zijn opgenomen, die hen vervol
gens te Neuzen aan wal zette te 4 uren des namid
dags en waarna zij naar zee is opgestoomd. Op
'grond van een en ander protesteert schipper de
Bruijn tegen alle schade aan zijn schip en lading
overkomen en tegen het verlies van alle zijne
goederen."
Dat protest is behoorlijk door den schipper en
zijn knecht beëedigd en dus een wettig bewijs
middel. De onjuistheid daarvan zou partij niet
slechts moeten beweren, maar bewijzes,
en dit doet zij volstrekt niet.
Maar nu zal partij misschien straks willen be-
toogendat de scbeepsverklaring niets bewijzen
kanomdat de tjalk een binnenschip iswaarop
de artt. 383 en 384 wetboek van koophandel niet
toepasselijk zijn.
Schepen en voertuigen echter, welke de rivie
ren en binnenwateren bevaren en tevens van
buitenslands komen, worden als zeesche
pen beschouwd (art. 748 wetb. van kooph.). De
tjalk nu kwam uit Belgiëdus van buitenslands,
hetgeen baar doet gelijk staan met een zeeschip,
óok wat de bewijskracht der scbeepsverklaring
betreft. Behalve bij arrest van het hof van Noord-
Holland van 26 Maart 1857werd de gelijkstel
ling van binnenschepen als dit met zeeschepen
uitgemaakt bij zeer uitvoerig gemotiveerd vonnis
der rechtbank te Arnhem van 26 April 1875,
waarbij verschillende ingebrachte dubia worden
wederïegd. i.
In het hoofd der scheepsverklaring komt voor,
dat de tjalk van Bath kwam en wordt ver
zwegen dat zij kwam van Rupelmonde in België,
daar de kantonr chter te Axel meende dat alleen
moest gezegd worden v*n welke plaats bet schip
het laatst gekomen was. De tjalk nu was te
Bath ingeklaard.
Al protesteerde dus partij bij eene harer con-
clusiën tegen het beschouwen der tjalk als zee
schip dit zal haar weinig baten.
Wat de beëedigde scbeepsverklaring zelf betreft,
heeft partij-die van dit stuk niet zonder reden
eenbijzonder grooten afkeer heeft, den indruk
bij de rechtbank trachten te verzwakken daar de
HOOFDSTUK XX.
DE SCHOOLJUFFROUW.
Hr zal niet al de afzonderlijke voorvallen der
volgende dagen verhalen, niet beschrijven hoe de
kinderen van den predikant de pastorie verlie
ten en naar Londen gingen, noch hoe juffer May
dew de ernstigste pogingen deed om zich aan de
kleintjes te gewennen en te beproeven of het haar
mogelijk zou zijn er toezicht op te houden.
Zij waren niet woelig, dat is waarmaar dit was
het juist wat haar uit hare sfeer bracht, want zij
verklaarde, dat, als het „natuurlijke kinderen"
geweest waren, die altijd stoeiden en het huis de
den daveren, zij hen beter begrepen zou hebben.
Waren zij inderdaad zoo rumoerig geweest, dan
is het niet onmogèlijk dat zij zou gemeend hebben
dat „zoete kinderen" toch de voorkeur verdienden.
Zco als het nu was maakten die twee kleine oude
mannetjes de bejaarde dame in zekeren zin bang.
Soms stond zij haastig op en nam de wijk naar
hare eigen kamer, als de gedachte bij haar oprees
dat zij op dat tweetal altijd zöu moeten passen*
Wordt vervolgd.')