Teiegraphische berichten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Marine en leger. Rechtzaken. Thermometerstand, State n-G e n e r a a 1, leger in Nederlandsch Indië de kolonel van dat leger K. F. Schultse. Vroeger heeft de senaat der Leidsche hooge- sehool, thans ook het Collegium civicum Acad. Lugd Bat. supr.namens het Leidsche studentenkorps bij den heer Gevers van Endegeest aangedrongen op het intrekken van zijne aanvrage, om ontslag als curator aan de hoogeschool. De heer E, E. Gewin, predikant bij de Ned. hervormde gemeente te Abcoude, heeft voor het op hem uitgebracht beroep alhier bedankt. Aan den heer B. S. van Deinse,pred. te Naald wijk, is op zijn verzoek door het prow kerkbe stuur van Z.-Holland met 1 Aug. e. k. eervol eme ritaat verleend. De minister van marine heeft een commis sie benoemd tot het samenstellen van een ontwerp met bestek enz. voor het vervaardigen van een voor het marine etablissement te Onrust te be stemmen ijzeren drijvend droogdok en tot het houden van toezicht op den bouw daarvan hier te lande. De commissie bestaat uit de heeren: dr. B. J. Tideman hoofdingenieur der marine, adviseur voor scheepsbouw te Amsterdam J. Straatman, hoofdingenieur van den Waterstaat te Assenjhr. H. O. Wicherskapt.-luit. ter zee, chef der afdeeliDg materiëel der zeemacht aan het dep. van marine, en J. de Hoog, ingenieur voor den scheepsbouw bij de Nederl. vereeniging van assuradeuren te Amsterdam. Ter terechtzitting van het kantongerecht te Middelburg van den 15 Mei jl., zijn de navolgende veroordeelende vonnissen uitgesproken1 wegens visschen zonder akte of vergunning in twee boeten elk van 3 of een dag gevangenisstraf voor iedere boete; 1 wegens openhouden zijner tapperij na verboden tijd in een boete van 5 of een dag gevan genisstraf 5 wegens dronkenschap elk in eene boete van J 1 of een dag gevangenisstraf en allen in de kosten van den processe. Uit Ylissingen is naar Eiga vertrokken het stoomschip Kepler, gezagvoerder Johnson, gela den met spoorijzers. Aangekomen te Vlissingen het schip Mary, gezagvoerder Pijl, uit Middelburg. Bij de keer sluis liep dit schip een gat in den boeg, waarom het naar de binnenhaven zal worden gehaald. In zijn heden gehouden zitting heeft de gemeen teraad van 's Gravenhage beslistdat het later openhouden van het stembureau dan de in de wet bepaalden tijdwat bij de onlangs plaats gehad hebbende verkiezing is geschied, geen reden van nietigheid der verkiezing is, en dus de twee nieuwe leden zijn toegelaten. TWEEDE KAMEE. Bij de voorzetting der algemeene beraadslagin gen over het wetsontwerp tot wijziging der mili- tiewet verdedigde in de eerste plaats de minister haar boven. Mildway was eene wandeling gaan doen en had te kennen gegeven dat hij liefst al leen wilde zijn. Mijnheer Ascott verklaarde nu, wel een weinigje bang te zijn, dat het een zeer eenzelvig persoon zou wezen, waar weinig bij zat. De nieuwe dominé van zijn kant was blij dat hij die bedompte kamer en na het gebruik van Ascott's portwijn, die wel uitstekend was, maar waarvan hij als een man van den nieuwen stijl niet hield, een oogenblikje in de buitenlucht kan komen. Hij ging de gemeene weide over bij de lichte lucht veroorzaakt door de maan, die nog wel niet opge gaan was, maar hare nadering kenbaar maakte. Hij kwam tot in de nabijheid der pastorie en be trad het smalle pad dat de voeten van den hulp prediker uitgetreden hadden en dat hij eerbiedig volgde tot aan het kruis op Esther's graf. De tranen welden hem hier in de oogen. Hij had St. John niet veel langer dan vierentwintig uren ge kend, maar welk een diepen indruk had die korte kennismaking bij hem nagelaten! Het was alsof hij een dierbaren ouden vriend herdacht toen hij zich de weinige oogenblikken herinnerde die hij zes weken te voren op deze plek had doorgebracht, luisterende naar de eenvoudige woorden van den hulpprediker. Het licht aan de vensters der meis jes, daar was het weêr, het eenige licht aan het overigens donkere huis en toch slechts een flauw schijnsel tussehen de halfgesloten luiken door. Daarna rees de gedachte aan den ouden man bij hem op, die, verzwakt en den dood nabij, met den mantel en den hoed zijner vrouw op de knieën, van oorlog de noodzakelijkheid der verhooging van het contingent, te gelijk met eene verbetering van den toestand van het leger. Hij verklaarde het mogelijke te zullen doen tot bevordering van de persoonlijke dienstvervulling en verzekerde volkomen homogeen te zijn met zijne ambtge- nooten. De heer Storm verdedigde het wetsontwerp krachtig en beweerde dat de militie-last niet bui tensporig zal worden verhoogd. Zij blijft nog beneden die in België. De verwerping der wet zou hij een wezenlijke ramp vinden. De heer Corver Hooft sprak tegen de afschaf fing der plaatsvervanging, waarna door verschei dene sprekers werd gerepliceerd. Te midden van die discussies ontstond een vrij levendig incident tussehen den heer de Eoo en den heer Heemskerk, wegens een verwijt van inconse quentie tegen den heer de Eoo. De heer Begram betoogde, dat het plicht was om de voorstellen tot versterking onzer weerbaar heid niet stelselmatig te bestrijden. Daartegen protesteerde de heer Fransen van de Putte, die volkomen bereid zou zijn de noodige offers te brengen, mits de noodzakelijkheid daar van beter ware toegelicht en de plaatsvervanging werd afgeschaft. De heer van Houten waarschuwde tegen de overdrijving der militaire lasten, waardoor het wantrouwen van den vreemdeling en de ontevre denheid der bevolking zou worden opgewekt. Na sluiting der algemeene beraadslagingen kwam in behandeling eene motie van orde van den heer van Baar om alle amendementen naai deafdeelin- gen te verzenden, die, na langdurige discussies, met 41 tegen 33 stemmen werd aangenomen, waarop de beraadslagingen over het aanhangige wetsontwerp werden geschorst. Tegen morgen is aan de orde gesteld het regle ment voor de stenographie, en tegen Maandag de interpellatie betreffende de suikerquaestië, Door den heer Viruly is verlof gevraagd om op een nader te bepalen dag de regeering te mogen interpelleeren over de wijze van het ge bruik der spoorweglijn_ZwaluweZevenbergen. Het schijnt dat de Amsterdamsche nacht- wachts de reorganisatie van het naehtwachtwezen zelf ter hand willen nemen. Zij hebben ieeds eenige vergaderingen gehouden om middelen te beramen tot verkrijging van hooger loon, van uni form en kleeding en geen opheffing van den onlangs genomen maatregel om een kwartier dooréén man te doen bewaken. Zij willen zich met hunne voorstellen en verzoeken tot het hoofd der politie, den burgemeester, wenden. Z. K. H. prins Frederik vereerde jl. Zaterdag bij HD. doortocht naar Neuwied den stationschef te Zevenaar, den heer II. Brunner, een prachtig gouden cyünderhorloge. Voor de op 30, 31 Mei en 1 Juni te Am sterdam te houden meetings ter opwekking van het geestelijk leven op de manier van die te Brig- ton, is het paleis van Volksvlijt bestemd. Men verneemt dat twee wachtmeesters van een der regimenten huzarendie hun examen voor 2en luit. voldoende hadden afgelegd en wier defini tieve benoeming tot dien rang dus al spoedig kon verwacht wordenzich de verleden week in den schouwburg te Haarlem uitdrukkingen moeten hebben veroorloofd tegen de burgerij van dia stad, die, naar men wil, door den burgemeester van die gemeente rechtstreeks ter kenni3 van den minister van oorlog gebracht zijnde, het onmiddellijk gevolg moeten gehad hebben, dat de benoeming tot offi- haar had zitten af te wachten die reeds al die jaren onder de groene zoden op hèm had gewacht. „Ik zal naar haar gaan, maar zij zal niet tot mij komen," mompelde de nieuwe predikant binnens monds, een traan op het kruis latende vallen, waarop de hand van den hulpprediker met zooveel teedeiheid had gerust. Zijn hart was met die sympathie vervuld, die tegelijk zoet en pijnlijk is. En iedereen zet dat zij zooveel op hare moeder geleek. Zou iemand, vroeg hij zich af, somwijlen aan haar denken, zooals St. John aan zijne Esther gedacht had? Of zou, omgekeerd, niemand „die bij zijne zinue was," een meisje trouwen, dat een paar kinderen tot haar last had? Toen die woorden hem weêr voor den geest kwamen kwam een blos van verontwaardiging naar zijn gelaat. En het was eene vrouw, die dat gezegd had, eene vrouw van wie men had moeten denken dat haar hart gebloed zou hebben voor de weezen die zelve niet veel meer dan kinderen waren en nu alleen haar weg door de wereld zouden moeten zoeken. Het was Mildway die alles voor de begrafenis regelde en met eene ontroerde stem zelf de lijk dienst hield. De gemeente had te voren bijna geen begrip gehad, hoeveel zij wel aan St. John had verloren. Als de nieuwe predikant er zoo aangedaan over was, hoeveel meer moest zij het wel zijn! Ieder, die zich op het kerkhof bevond, stortte tranen en Mildway legde dien dag den grondslag voor eene populariteit veel grooter dan eenig predikant te Brentburn bij menschen geheu- cieren dezer beide jongelieden twee jaren wordt uitgesteld, na welk tijdstip dezen zich opnieuw aan een examen zullen hebben onderworpen. Vaderl.) Het Vaderland verneemt dat de S., wiens proces tot echtscheiding in de hofstad zooveel ge rucht maakt en wiens kind hangende de procedure bij rechterlijke gewijsde aan de moeder was toe vertrouwd eergisterenmiddag dat kind uit 's Gra venhage heimelijk heeft weggevoerd naar Utrecht, waar 't gisteren is opgespoord. Eergisteren zijn te Amsterdam de feestelijk heden aangevangen tot viering van het vijf en twintig jarig bestaan van het vereenigde Amster damsche studentenkorps. Voor dien tijd bestonden er vier korpsen die toen onder een hoofd werden vereenigd. Don Carlos heeft voor geruimen tijd „Orleans House" te Twickenham bij Londen gehuurd. De verzameling wilde beesten door den prins van Wales meegebracht is bijzonder rijk en fraai. Alleen het schip do „Serapis" had 500 dieren en vogels aan boord. Twee tijgersMotee en Jahaux, werden door de zeelieden Modey and Sankey genoemd. De akte van beschuldiging tegen graaf Arnim vult 12 kolommen van het Neue Wiener Abend- blatt en beschuldigt den graaf van „landverraad, majesteitsbeleediging en beleediging van het minis terie van buitenlandsche zaken." De metselaars te Glasgow laten Duitsche werklieden overkomen, die ongeveer voor 12 cent per uur minder willen werken dan de werklieden aldaar. De timmermansbazen uit Southport zijn, met het oog op de werkstaking der timmerlieden, eveneens voornemens om werklieden uit Engeland te laten komen. De Volks Zeitung vreest dat de Engelsche meesters bedrogen zullen uitkomen, want dat de metselaars en timmerlieden uit de school van Hasenclever, Kapell, Tim en anderen zich nog beter op werkstakingen verstaan dan hun Engelsche confraters. 15 Mei. 's av. 11 u. 48 gr. 16 's morg. 7 u. 48 gr. 's midd. 1 u. 60 gr. 's av. 6 u. 57. Amsterdamsche Kanaalmaat schappij. Aan het regeeringsantwoord op het verslag van de tweede kamer over het wetsontwerp tot het stellen van nieuwe termijnen voor oplevering van werken der Amsterdamsche kanaalmaatschappij is het volgende ontleend. In de eerste plaats wordt aangetoond dat deze voordracht zoo spoedig mogelijk is gedaan 15 Februri werd het beroep op overmacht gedaan; 8 Maart afloop van het onderzoek naar de oorzaak der vertraging en nopens de meest te stellen ter mijnen; 24 Maart indiening van het wetsontwerp. Ware dat ontwerp te lang vóór den termijn inge diend, de beslissing zou praematuur zijn geacht. Eeeds den 24ea November 11. Intusschen had de directie der kanaalmaatschappij tegenover de regee- riug geconstateerd, dat voorvallen, overmacht opleve rende bestondendat eerst toen de peilingen in het laatst van Januari, nadat het winterseisoen eenigen tijd het doen van vertrouwbare peilingen belet had, aan de directie de zekerheid verschaf ten, dat de termijn van 1 April niet na te komen genis genoten had. „Wat was hij gevoeligzei den de armen, die nu wel tranen voor den ouden hulpprediker vergoten, maar te gelijkertijd in geestdrift voor den nieuwen predikant ontvlamden. De eene was weg, en had eene „mooie begrafnis" gehad, waar rijtuigen uit alle hoeken van het di strict bij geweest waren; wat kon men meer ver langen? De andere was aanwezig, en liet veel verwachten. De geheele gemeente was gunstig voor hem gestemd. Het treurspel, aan zijne komst voorafgegaan, was (zonderling genoeg) de gunstigst mogelijke inleiding tot zijne nieuwe regeering. „Zoudt ge denken, dat ik een bezoek aan de juffers St. John zou kunnen brengen?" vroeg Mildway aan mevrouw Ascott, den tweeden dag na de begrafenis. „Ik zou haar voor geen prijs ter wereld willen lastig vallendoch daar zij waar schijnlijk weggaan, zou ik het misschien kunnen wagen Ofschoon hij de vraag aan mevrouw gericht had, antwoordde mijnheer Ascott op een jovialen toon „Wagen? Natuurlijk kunt gij het wagen. Gij dient toch te weten waar zij heengaan, en zoo meer. Komaan, ik zal u vergezellen, daar ge er eenigszins tegen schijnt op te zien. Ik wil Cecily ook wel eens toespreken dat arme kind, en ik zal haar zeggen, dat, als ik haar van eenige dienst kan zijn Wij weten doorgaans wel niet veel van gouvernantesbetrekkingenmaar gij, Adelaide, met al uwe voorname vriendinnen. „Zeg haar maar, dat ik haar reeds zou bezocht hebben, als mijne zenuwen door al het gebeurde was, kon de tijd tot het beroep op overmacht geacht worden gekomen te zijn en heeft de directie dat beroep bij brief van 15 Februari gedaan. Naar de meening van de regeering is dan ook in deze geheel voldaan aan den eisch van vorm, bij art. 37, le lid der commissie gesteld. Uit een hervorming der geschiedenisvoor zooveel de vasstelling van het plan betrefttracht de re geering aan te toonen, dat het niet binnen den termijn gereed komen van het werk, gevolg van de werking der natuurkrachten, waarop niet in de ondervonden mate was gerekendniet aan schuld der Kanaalmaatschappij te wijten is en dat dezo maatschappij in elk geval heeft gedaan al wat noodig zou geweest zijn om gereed te komen indien de beschrijvingen van alle deskundigen waren ingekomen. De door haar genomen maatregelen waren in overeenstemming met de eischen van het werk, gelijk die toen bekend waren en door alle deskundigen ondersteld werden. Wat de toekomst aangaat: moet de staat zich eenmaal bij gebleken onvermogen der Maatschappij in hare plaats stellen, dan zal het, naar het oor deel des ministers, onverschillig zijn of dat met toepassing der beide eerste, dan wel ook van de derde en volgende alinea's van art. 35 geschiede; met andere woorden, of de onderneming door den staat „alleen in het publiek belang" dan wel „ten bate en schade der vennootschap" worde voort gezet, daar in beide gevallen de staat zich dade lijk in het bezit kan stellen van alle eigendommen der vennootschap. Wel zou deze in het laatste geval bevoegd zijn, om binnen twaalf maanden nadat het kanaal met de havenwerken tot gebruik is opengesteld, de onderneming met al hare dan nog overgebleven baten en lasten terug te nemen, maar daartoe dan ook binnen zes maandenna zich daaromtrent verklaard te hebben, alles moeten terugbetalen wat door den staat, na de vervallen verklaring meer voor de onderneming zou zijn uitgegeven dan ontvangen, vermeerderd met eene rente van 5 pet. 'sjaars. Het is a priori niet uit te maken of de ven nootschap het al dan niet in haar belang zou kunnen achten om van deze bevoegdheid gebruik te maken. Deed zij het en bezat zij de middelen daartoe, dan zou de staat al zijne uitschotten terug bekomen en zich dus, zonder verlies, tijdelijk in hare plaats gesteld hebben, en dan ware het niet met de billijkheid overeen te brengen den reeds zwaar getroffen aandeelhouders ook de waarschijn lijk kleine boete te onthouden, dat het terugtreden in hunne vroegere rechten en verplichtingen voor hen zou kunnen opleveren. Daarenboven stemmen de ministers geheel in met de door andere leden aan den dag gelegde meening, dat het niet zou kunnen aangaan bij de wet eenzijdig wijziging te brengen in een tussehen den staat en de maat schappij gesloten overeenkomst. Ten overvloede is intusschen aan de directie der kanaalmaatschappij gevraagd, of de maat schappij tegen zoodanige wijziging bezwaar zou hebben. Het antwoord luidt, gelijk te verwachten was, bevestigend. Moest dan ook het bevoegde doel, naar den wensch van vele leden door het nagaan eener nadere overeenkomst met de maatschappij worden bereikt, dan zou zeker daarvoor van hare zijde een vergoeding worden geëischt, die de waarde der zaak ver zou overtreffen. De heeren van der Schrieck en Stieltjes hebben als amendement op het militieontwerp voorgesteld te bepalen, dat het rijk wordt verdeeld in militie- districten; in elk militiedistrict is een militieraad en een militiecommissaris. Die districten eerbie digen de grenzen der thans bestaande provinciën. De militie uit elk district wordt steeds bij dezelf de onderdeelen van het leger ingedeeld. niet zoo van streek waren geraakt," zei mevrouw Ascott. „Natuurlijk heb ik haar geschreven en mijne deelneming betuigddoch zeg gij haar maar alles voor mij, Henry. Ik zal zien, of ik morgen kan gaan, ofschoon ik weet dat ik geheel ver pletterd zal wezen als ik daar aan huis kom. Als zij in staat is te spreken over toekomstige plannen, zeg haar dan dat zij zich altijd gerust op mij kan beroepen. Wij zullen alles doen wat wij kunnen." „Dat zullen wij en ik zal haar alles zeggen zooals ge 't wenscht," antwoordde haar echtgenoot; maar onderweg, schoorvoetend gevolgd door Mild way wiens voornemen verijdeld was gaf hij rond uit te kennen hoe hij over de zaken dacht. „Cecily zal nooit geschikt zijn voor gouvernante," zei hij, „zij heeft veel te veel haar eigen wil, en is boven dien trotsch, heel trotseh. Dat was haar vader ook. Hij liet er zich op voorstaan, geloof ik, dat hij nooit om iets gevraagd had. 't Zou een mooie wereld zijn, als nooit iemand om iets vroeg! Dat meisje sprak mij eens over de predikantsplaats alsof ik verplicht was iets te doen met betrekking tot hetgeen zij als haar vaders recht beschouwde, 't Was zeer belachelijk, maar zulke zonderlinge begrippen hebben de vrouwen altijd. Cecily had altijd den „durf," en dat is de slechtst mogelijke recom mandatie voor een meisje." {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2