1 eiegraphische berichten, Benoemingen en besluiten, Onderwijs. Kerknieuws, Rechtzaken, leerd belasting en tot afschaffing der leges en emo lumenten hij de in- en uitvoerrechten gehandhaafd, en nevens de reeds voorgedragen ontheffing van invoerrecht voor drie artikeleneen dergelijk voorstel voor 23 andere gedaan. Natuurlijk z:T deze zeer groote verandering eene nieuwe behan deling in de afdeelingen der tweede kamer ver- eischen, en aldus zal de heer van der Heim dit geheele zittingjaar weer hebben doorleefd zon der iets tot hervorming van het belastingstelsel te hebben tot stand gebracht. Indien dit het doel van zijn beleid is indien werkelijk ook voor den staatsman het gewin van tijdals voor den krijgsman winst genoeg isdan voorzeker verdient de tegenwoordige minister van financiën allen lof. Maar wie de hervorming van onze belastingen beschouwt van een hooger standpunt, als eene zaak van algemeen belang, niet afhanke lijk van ministerieelen levensduurzal met mij een geheel ander oordeel over deze politiek van rondtasten en ronddolen vellen. „Dat de heer van der Heim het niet met mij eens is in deze beoordeeling zal niemand verwon deren. Hij vermeent al heel wat gedaan te hebben en het verwijt niet te verdienen dat het hem aan „vastheid in het uitvoeren der noodige hervor mingen" ontbreken zou. Met eene deugdzame ver ontwaardiging vraagt hij in de memorie van be antwoording, waarvan de toon wel wat hoog is voor een minister, die op hetzelfde oogenblik de voornaamste onderdeelen van zijn plan terug neemt, of hij dan de vuur- ton- en bakengelden niet afgeschaft, de heffing der loodsgelden beter gere geld de scheepsmeting op beteren voet gebracht heeft? Nog later wordt in hetzelfde stuk nog eens van deze drie maatregelen als van eene „reeks van daden" gevraagd. Nu wil ik aan geen enke len maatregel uit deze „reeks" zijne waarde ont zeggen, maar bepaal mij tot de opmerking dat het op het oogenblik alleen geldt de vraag wat de minister gedaaij, heeft tot verbetering van het be lastingstelsel en dat het toch wel niet aangaat daarop deze „reeks van daden" aan te voeren, waarvan maar eene daad gezegd kan worden het belastingstelsel te raken, de afschaffing der vuur-, ton- en bakengelden. Dus zou de hoogste finan- cieele wijsheid van dezen minister van financiën in het afschaffen "zonder aequivalent bestaan „Ik zie echter hierbij het aequivalent niet voorbij, dat de heer van der Heim thans gevonden heeft en waaraan hij zich zoo vastklemt, dat hij als het ware aan het opzoeken van nieuwe afschafbare belastingen is gegaan om dit aequivalent maar te kunnen gebruiken ik bedoel de verzwaring der gedisteleerdbelasting met 4waardoor de schatkist 1,351,000 zou kunnen winnen. Sedert jaren werd de verdere verhooging van den gedis- teleerdaccijns vanwege het departement van finan ciën ernstig ontraden en bestreden. Met eene echt bureaucratische halstarrigheid, die volkomen onge grond was werd in het Voorhout volgehouden dat de jeneverbelasting met ƒ53 per vat haar maximum had bereikt, en dat verdere verhooging tot niets anders dan een collapse leiden zou. Be drieg ik mij niet dan behoorde ook de tegen woordige minister tot die voorzichtige wijsgeeren maar nu waait op eens de wind uit een anderen hoeknu „maakt het bestuur der belastingen zich sterk ook bij een accijns van f 57 de fraude binnen hare tegenwoordige grenzen te houden"en nu is men op eens zóo aan dit aequi valent, aan dit geneesmiddel tegen een tekort gehecht geraakt dat men, na verdwijning van het tekort waartegen het dienen moesteen nieuw gat in de middelen maakt alleen om dat daarmede te kannen stoppen. „Bij de voorstellen van November 1875 want sedert dien tijd wordt de belastinghervorming tusschen dezen minister en de tweede kamer heen en weder gekaatst zouden vervallen de belasting op het geslacht 2,350,000 opbr. invoerrecht op enkele artikelen 883,319 n leges en emolumenten300,000 uitvoerrecht op lompen54,000 verlies voor de schatkistf 3,587,319 Dit verlies zou gedekt worden dooi de tabaksbelastingf 2.000,000 de verhoogde theebelasting 187,000 verhooging der gedisteleerdbelast. 1,352,000 totaal 3,539,000 „Er was nu wel een halve ton te kort, die voor het vervolg, daar hot uitvoerrecht op lompen eerst tot op de helft verminderd zou worden, tot een volle ton klimmen zou, maar daarentegen ver wachtte de heer van der Heim, op grond van cijfers waarvan het fantastische karakter reeds gebleken is, van de tabaksbelasting eigenlijk nog veel meer dan twee miiiioen, ja meende hij „veilig op eene opbrengst van minstens derdehalf millioen 'sjaars te kunnen rekenen." Nemen we dus aan dat de aequivalenten het ver lies voor de schatkist dekten. „Maar nu komt de tweede kamer en zegt: van uwe tabaksbelasting willen we niets weten, ook niet van verhooging van het invoerrecht op thee, maar dat ge de jeneverbelasting verzwaren wilt is uitstekend. Wat de afschaffing der belasting op het vleesch aangaat kwam de kamer met haar gewoon argument dat ze bij elk voorstel tot af schaffing van een accijns heeft aangevoerd. Er zijn tachtig hoofden in de kamer, dus tachtig zinnenwat natuurlijker dan dat er in de afdee lingen veel bestiijding tegen dit plan vernomen werd? Waarom niet liever dezen of dien anderen accijns afschaft vroeg men. Waarom het vleesch ontlast? waarom het zout niet? waarom de zeep niet? enz. Tegen de voorgestelde wij ziging van het tarief, de afschaffing van het invoerrecht op hout en granen en meel, en die der leges en emolumenten had men geen bezwaar, maar gelijk te verwachten wasvelen wilden verder gaan, deze wilde dit., die dat artikel van het tarief geheel ontlast hebben. De minister, niet veel hechtende aan de kracht van volhouden, en vreezende dat zijn voorstel betreffende de belasting op het vleesch bij zooveel verschil van gevoelen wel verworpen zou kunnen worden met al de treurige gjvolgen van dien, trekt nu eenvoudig dat voorstel in, ook omdat het geen geheim meer voor hem was dat de nieuwe tabaksbelasting er on mogelijk was door te halen. Hij laat dus den vleeschaccijns in den steek evenals de belasting op de beide warme dranken, maar, volstrekt het bedrag van het gedisteleerd-aequivalent willen de opmaken, schrapt hij eenvoudig eenige andere artikelen uit het tarief van invoerrechten weg, en stelt thans aan de staten generaalbehalve de zeer wenschelijke ontheffing van hout, granenmeel en peulvruchten, ook denzelfden weldadigeu maatregel voor ten aanzien van baleindarmsnarenhaarpoe- derspelden. Enkele postenwaarvan de onthef fing een goede maatregel kan worden genoemd, worden hierbij gevoegd als: fabriek-, landbouw- en stoomwerktuigengarensmaterialen voor den scheepsbouw steen enz. Door al deze vrijstellin gen wordt het verlies aan inkomende rechten van f 937,319 verhoogd tot 1,042.419, dus nagenoeg het bedrag dat van de verhooging der gediste leerdbelasting vrijvalt, na aftrek van de 300,000 verlies wegens de opheffing der leges en emolu menten. „Ik mag niet over zooveel ruimte van uw blad beschikken om dit nieuwe voorstel in het brecde te behandelenen bepaal mij daarom tot een en kele opmerking. Zij is deze dat de heer van der Heim zijn eigenlijke belastingplan laat varen, en als het koekje voor Cerberus aan de tweede kamer eene rassche greep in het tarief voordraagt, en als aequivalent juist die bepaalde belastingverhoo- „Papa, wat doet gij daarmeê?" vroeg zij. Er volgde geen antwoord. „Slaapt gij, papa?" riep zij. Zij begon hevig te ontstellen; het, hart bonste haar tegen de keel, onder een indruk van schrik liep zij naar de man nen aan de deur terug en voegde hun gejaagd toe: „Hij is in slaap gevallen, want hij was gis teren avond vermoeid, erg vermoeid." „Wij hebben om den dokter gezonden, juffrouw," zei een van hen. „Papa, papa!" riep Cecily, weêr naar haar vader terug keerende, zonder naar de mannen te luiste ren; maar toen gaf zij een gil, wierp zich op de knieën en zag naar zijn gelaat op. „Wat scheelt u toch, papa?" vroeg zij sidderend; „waar wilt ge met dien hoed en mantel heen Spreek dan en zit niet zoo te mijmeren! Wij moeten van daag het huis uitherinnert ge u dat niet Juist op dat oogenblik kwam iemand binnen, zonder dat zij het hoorde. Het was de dokter, die haar bij den arm nam, om haar te doen op staan. „Ga zoolang naar boven, kindlief, totdat ik zal gezien hebben wat er gedaan moet worden," sprak hij haar toe. „Laat iemand haar wegbrengen." „Ik kan hem niet wakker krijgen," zeide zij, haastig oprijzende. „O dokter ik ben zoo blij dat gij gekomen zijt. Gisteren wilde hij niet, dat ik om u zou zenden. Ligt hij niet in eene flauwte?" „Ga weg, kindlief, ga weg." Het arme meisje gehoorzaamde niet, en begreep ook niet wat hij meende. Zij stond er met inge houden adem bij, terwijl hij die roerlooze gedaante in den armstoel beschouwde, en St. John's hand, die slap langs de zijde hing, in de zijne nam. Cecily keek niet naar haar vader, maar naar den dokter, om te zien wat hij er van dacht; en voor de deur der kamer stond de groep ontstelde man nen, met Betsy, die uit nieuwsgierigheid en door de aantrekking die' alle geheimzinnige zaken uit oefenen er bij gekomen was, en een paar dorpe lingen die juist voorbijkomende, ook binnen gestapt waren, omdat zij hoorden dat er „iets te doen" was. Al sinds uren," zei de dokter bij zich zelveu, het hoofd schuddende; „hij is reeds geheel koud, wie is het laatst bij hem geweest?" „Och dokter, doe er toch iets aanriep Cecily, de handen ineenslaande; „verlie3 geen tijd, laat hem zoo niet zitten; o doe toch iets! Weet gij niet dat wij van daag moeten vertrekken?" Hij keerde zich zachtkens naar haar toe, en in de groep aan de deur ontstond eene beweging van sympathie. Betsy begon luid te schreien, en som mige der mannen hielden de handen voor de oogen. De dokter nam Cecily bij den arm en leidde haar met zachten dwang heen, onder de woorden„Ge moet met mij méégaan, kind. Ik moet u in de andere kamer eens spreken." „Maar papa?" riep zij uit. „Arm kind," hernam de dokter, „wij kunnen niets voor hem doen." Cecily stond een oogenblik roerloos, terwijl het bloed naar haar gelaat steeg en even plotseling door eene doodelijke bleekheid gevolgd werd, ging aangeeft, waarvan de ongeschiktheid, het gevaar zelfs, voortdurend van conservatieve zijde is voorgesteld. En nu mag men, dunkt mij, in de kamer deze twee vragen wel eens erns tig over wegen: 1° Gaat het aan eene ingrijpende econo mische hervormingverlaging van het tarief, zon der opzettelijk en gezet onderzoek tot stand te brengenzoo ongeveer als nagerecht opgezet door een kok, die ten einde raad is, nadat de gasten alle door hem toebereide schotels naar de keuken terugzonden 2° Handelt men niet voorbarig met de verhooging van den gedisteleerdaceijnSj een uitstekend aequivalent voor de opheffing van op de geheele natie drukkende capitatieaecijnsendie op het zout, de zeep en het geslachten die bo vendien reeds door vele aangemerkt wordt als een middel tot dekking der door eene eventueele, mis schien aanstaande afschaffing van de suikerbelas ting ontstaande verliezen, te bezigen tot eene vermindering van andere rijks middelen die even wenschelijk als elke andere vermindering van belasting, dan toch niet in zulke dringende behoefte voorziet Ziedaar vragen die de aandacht, verdienen, en voorzeker door de tweede kamer niet over het hoofd gezien zullen worden". De heer Rieard, minister van binnenlandsche zaken van Frankrijkis in den afgeloopen nacht omstreeks 12 uren plotseling aan eene hartziekte overleden. De waarneming van zijn departement wordt acl interim opgedragen aan den heer Du- faure, minister van justitie. TWEEDE KAMER. Na een praealabele discussie over eene motie van den heer de Casembroot. om de behandeling der militiewet uit te stellen tot, Februari L877 en alsdan gelijktijdig de schutterijwet te behandelen en na verwerping dier motie met 55 tegen 7 stem men zijn de algemeene beraadslagingen over de militiewet aangevangen. De heeren van Baar en de Bieberstein verklaar den zich tegen eene verhooging van het contin gent en eene verzwaring der lasten die op de be volking drukkendoor de vrijstellingen in te krimpen. De eerstgenoemde wil trachten het hoofdbezwaar, de beperking van den leeftijd der plaatsvervangersweg te nemen. De heer Lenting daarentegen had bezwaar tegen het ontwerp wegens het gemis van afschaffing der plaatsvervanging en verklaarde des noods te wil len meegaan met het stelsel van den heer de Roo. Het wetsontwerp werd verdedigd door den heer Stieltjesdie van oordeel was dat menbij den reeds bestaanden tegenstandtevreden moest wezen met het voorgestelde. De heer van der Schrieck isbehoudens de in - wendige verbetering van het leger en het kader, vóór het wetsontwerp, mits de beperking der plaatsvervan ging daaruit vervalle. Hij acht het behoud van het remplaganten-stelsel volkomen verdedigbaar op grond eener 47 jarige ondervinding. De heeren Bastert en Bredius achten het voor gedragen stelsel wat de remplaganten betreft half slachtig; eerstgenoemde wil de zuivere afschaffing, laatstgenoemde wil in den geest van het stelsel van den heer de Roo verband tusschen militie en schutterij. De heer van Nispen opperde bezwaren tegen de uitbreiding der volkslasten. De heer Geertsema betoogde dat deze regeering geenszins op den weg is om ons weêrvermogen te bevorderen en ver- klaarde zich tegen het ontwerp. Maandag is de heer de Roo aan het woord. In het wetsontwerp tot wijziging der militiewet maakte zich daarop uit de zachte greep van den dokter los, en keerde terug om naast haar vader neêr te knielen. Niets voor hem doen, dacht zij, terwijl hij daar zoo als altijd in zijn armstoel zat? „Papa, wat is er met u?" vroeg zij bevende, terwijl allen rondom haar stonden. „Houd op, juffrouw, om Gods wil!" riep plotse ling een der gehardste van de mannen uit, een der dorpelingen, terwijl hij in een luid snikken losbrak. Zij hoorde het op dat oogenblik niet, ofschoon haar die woorden later helder voor den geest kwamen. Zij nam de koude hand op, die de dokter straks gegrepen had, hield die aan hare warme wangen en lippen. „Hij is zoo koud, omdat hij in zijn stoel heeft zitten slapen," riep zij den dokter toe. „Anders mets! Wat zou het anders kunnen zijnEn wij moeten van daag weg!" „Kom mee, Cecily, dit is de plaats niet voor u," zei de dokter thans, haar bijna te sterk bij den arm grijpende. „Wij moeten hem naar bed dragen. Kom meê naar eene andere kamer. Ik moet van u hooren, hoe hij zich gisteren avond bevonden heeft." Dit argument had invloed op haar en zij ging gedwee met hem de kamer uit, in de meening dat men haar vader nu naar bed zou brengen en dat alles nog goed zou afloopen. De mannen sloten eerbiedig de deur, toen de dokter met haar weg was en bleven daarbuiten fluisterend praten. Koud en onbewegelijk hield hebben de betrokken ministers nader eene wijziging voorgesteld van het cijfer van het contingent. Het maximum wordt gebracht van 67,500 op 70,000 man en de sterkte van de jaarlijksche lichting van 13,500 op 14,000 man gesteld, een en ander met inbegrip van de zeemilitie. Deze wijziging gaat vergezeld van een nota, waarin de eijfers nader worden toegelicht. midbelbaar onderwijs. Benoemd tot leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te 's Hertogenbosch, J. H. A. van Ravenhorstleeraar aan de gemeen telijke H. B. S. te Dordrecht. Aan de leerlingen A. J. Clarijs en A. C. van de Ree der derde klasse van de burger-avond school alhierdie den 8en dezer met gunstig ge volg het eind examen der burger-avondschool hadden afgelegdwerd heden door de examen - commissie het getuigschrift uitgereikt. Te Zaandam is een adres aan den gemeen teraad in omloop, houdende het verzoek, dat de gemeentelijke hoogere burgerschool ook voor meis jes toegankelijk zal worden gesteld. Voor eenige jaren is een dergelijk verzoek door den raad van de hand gewezeno. a. op advies van den direc teur der school. Naar men verneemtzou deze evenwel op zijne meening teruggekomen zijn. Het adres is reeds met een 60tal handteekeningen voorzien. Te 's Hertogenboseh is de bijzondere Prot. school, opgericht door de bemoeiingen van de heeren Piersonde Savornin Lohman enz. ge opend. Ruim 50 kinderen waren als Teerlingen ingeschreven. Het drietal predikanten voor de vacature te 's Gravenhage bestaat uit de heeren Rutgers te Vlissingen, Nonhebei te Middelburg en Smeding te Haarlem. Beroepen bij de N. H. gemeente te Bath en Rilland de heer F, W. Stutterheimvroeger predikant bij de Luthersche gemeente te Middelburg. In de zitting van den 8en Mei 1876 zijn bij het kantongerecht te Middelburg de na volgende veroordeelende vonnissen uitgesproken 1 wegens vervoeren van een haas later dan 14 dagen na gesloten jachttijd veroordeeld in f 10 boete of 2 dagen gevangenisstraf1 wegens het wateren buiten bestemde bakken 1 boete of 1 dag gevan genisstraf 5 wegens dronkenschap1 tot f 1 boete of 2 dagen gevangenisstraf en 4 tot f 1 boete of 1 dag gevangenisstraf1 wegens jagen in be loten jachttijd zonder akte of vergunning 3 boetenelk van 10 of 2 dagen gevangenis straf voor iedere boete en allen in de kosten van den processe. 1 '1- Ook wij ontvingen van de Kon. Ned. stoomdruk kerij (de firma A. van Oosterzee) het aanplakbiljet der stoomvaartmaatschappij Zeeland waaromtrent wij gisteren reeds een bericht overnamen. In den vorm van een globe geeft dit biljet een zeer goede spoorwegkaart van Middel-Europa, waaruit het St. John de plaats in bezit. Hg was den vorigen avond, toen Cecily hem nog gezien had, die ge dachtenissen van Esther gaan halen, die hij zoo veel jaren in zijne kamer bewaard haddoch in zijn verzwakten toestand had hij er zoo lang naar gezocht alvorens ze te vinden, dat de slaap Cecily overrompeld had en zij hem niet meer met de kaars naar beneden had hooren strompelen. De hemel moge weten welke gedachte hem aangespoord had om den mantel en den hoed van zijne vrouw te gaan halen; zijn geest was geheel verward door de lichamelijke verzwakking en den schok van het op handen zijnde vertrek. Toen was hij met een glimlach op het gelaat gaan zitten, met die kleederen in gereedheid, om gedurende den nacht de komst van Esther af te wachten. Op welk uur of oogenblik het was geschied kon niemand zeg gen maar Esther of een andere engel was volgens zijne verwachting hem komen afhalen en had zijn omhulsel achtergelaten, zoo als het daar met man tel en hoed op de knieën nog zat. „Ik zal om hare zuster telegrafeeren," zei de dokter, toen hij met roode oogen naar buiten kwam, na voor de levende en den doode gedaan te hebben wat in zijn vermogen was. „Ge moet de menschen afwijzen en bekend laten maken dat de zaak uit gesteld wordt, want er kan natuurlijk van daag hier geen verkooping plaats hebben." Wordt vtrvolgA.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2