I eieeraphische berichten. Benoemd tot commissaris des konings in de provincie Zeeland jhr. mr. W. Six, secretaris der gemeente 's Gravenhage, Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Landbouw. „Naar aanleiding eener vraag van de Centrale sectie (der Belgische 2e kamer) of het niet moge lijk zou zijn om art. 11 te wijzigenwerden door België nieuwe onderhandelingen met de Nederland- sche regeering geopend, waarop deze verklaarde dat zij er in zou kunnen toestemmen art. 11 niet van b 1 ij v e n d e kracht te verklarenindien deze toestemming door eenig voordeel van anderen aard werd opgewogen. „Nu werd zoowel door de Belgische regeering als door de provincie Limburg en door de Luik- sche industrie het verlangen gek' esterd om de ex ploitatie der LuikLimburg sche spoorwegen weder voor een gedeelte van staatswege te ondernemen. De Nederlandsche regeering wenschte van haar kant dat de Nederlandsche Maatschappij van de exploitatie dier lijnen ontslagen werd. De Belgi sche regeering meende dus in het belang van beide landen te handelen door deze onderhandelingen met elkander in verband te brengen. Zij weigerde echter de exploitatie van het gedeelte Hasselt Eindhoven te aanvaardenwaarvan de uitkomsten verreweg het meest nadeelig zijn en de Nederland sche regeering heeft toegestemd, in ruil voor de overname der exploitatie van het overig gedeelte der LuikLimburgsche lijn, art. 11 van het tractaat NeuzenGent slechts voor 15 jaren van kracht te doen zijn." Tevens is een wetsontwerp ingediend tot goedkeuring der overeenkomst met de Nederland sche maatschappij tot exploitatie van staatsspoor wegen, waarbij de Belgische regeering de exploitatie overneemt van het gedeelte der LuikLimburg sche lijnbegrepen tussehen Hasselt aan den eenen en LuikAns .en FlemalleHaute aan den anderen kant. Beide overeenkomsten zijn van den 27en April jl. en door Z. M. den koning der Belgen den 8™ Mei jl. te Baden bekrachtigd. Zooals wij reeds gemeld hebben zijn de nsail- stoomloooten Stad Middelburg en Stad Vlissingen jl. Zondag uit Londen, waar zij gedokt hebben, te Vlissingen teruggekeerd. Aangenaam is het ons te mogen melden dat beide schepenevenals hunne machineszich thans in uitmuntende orde bevinden. De reis van Queenboro naar Vlissingen werd, gemeerd in de haven, in minder dan 8^ uur vol bracht. Houdt men hierbij in het oog dat een hevige Oost-Noordoosten wind woeien dus de omstandigheden niet bijzonder gunstig waren, dan moet erkend worden dat de reis van het nieuwe station voorspoedig mag beeteu. Niet minder aangenaam is het ons te vernemen, dat de inrichting te Queenboro in alle opzichten voldoet. Op de pier bevinden zich eene douanen- loods, heeren- en dames-wachtkamers en alle ver dere gemakken. Bij het aanleggen ondervindt men volstrekt geen vertraging door verlegging van wind of stroom, hetgeen een groot verschil oplevert met den vroe- geren aanleg te Sheerness, waar het geduld der reizigers niet zelden op eene harde proef werd gesteld. Daar de spoorweg zich onmiddellijk langs zijde der aanlegplaats bevindt, biedt ook in dit opzicht Queenboro groot gemak aan. De Staats-courant bevat vier wetten van 26 April jl. strekkende: tot verhooging van hoofd stuk V der staats begrooting voor 1876 en van hoofdstuk VIII dier begrooting voor 1875tot ont eigening voor het stichten van een schoolgebouw en onderwijzerswoning te Dron rijp; tot vaststelling van uitgaven wegens verstrekkingen door het de partement van oorlog, dienst 1876; alsmede de wet van 28 April jl. tot verhooging der Indische begrooting voor 1876 met 30,000 als tegemoet koming aan mr. J. J. v. Angelbeek. daaropvolgenden dien blik nog bij hem op te mer ken, alsof hij zijn steunpunt in 't leven was kwijt geraakt en niet recht wist wat er met hem gebeuren zou of waarom het moest gebeuren. Maar Mab zei: „Gij beeldt het u in; papa ziet er eveneens uit als altijd. „Alles bleef ook inderdaad gaan als gewoonlijk, zoodat er geen ander verschil was dan die uitdrukking der oogen, indien werkelijk dat verschil bestond. Hij deed zijne bezoeken, hield Zondags zijne twee korte preeken, kwam op de school en verrichtte al de werkzaamheden die hij sedert twintig jaren had verricht; doch hij bleef dien vreemden blik behouden, soms on. rustig, soms verwonderd, gelijk een dier 'tgeen weet dat er eenig kwaad genaakt, maar het niet kan afwenden en evenmin begrijpen. Dit althans was het wat Cecily in haar vaders oogen meende te lezen; niemand anders lette bijzonder op die oogen, noch bekommerde zich om hunne uitdruk king. Dat er eenige verandering in zijne anders zoo kalme manieren te bespeuren was, kon niet vreemd schijnen. Als zij des avonds bij elkander zaten werd hij spraakzaam en vertelde hij aan de meisjes historietjes uit de eerste tijden van zijn verblijf te Brentburn en de bezwaren waarmeê hare moeder in de nieuwe .woning te kampen had gehad. „Mijn arme Esther!" zet hij; „gij begint meer en meer op haar te gelijken, Cecily.Dan verzonk hij in gepeins, en dacht er niet aan de courant op te nemen, die des avonds bezorgd werd, hij bleef stil zitten en rondkijken. Zijne dochters wisten nog niet, dat hij zijne tochten door de ge- Met ingang van den 15en Mei a. wordt het station Barend recht geopend voor de verzending en de ontvangst van particuliere telegrammen. Yoor de verzorging der telegrammen binnen de gemeente Oost- en West Barendrecht wordt een bestelloon van 25 ets. van den geadresseerde ge heven, De diensttijd is gelijk aan dien der overige voor dien dienst geopende stations, van voorm. 8 tot nam. 8 uren. Het station Mallegat is overgangs punt dat óf direct van en aan het rijkskantoor Rotterdam óf over Breda—Roosendaal de tele grammen in rechtstreeksch verkeer zendt. Uit het Tollens-fonds zijn in het jaar 1875 weder twee gratificatiën uitgereikt aan hulpbehoe vende betrekkingen van overleden proza schrijvers en dichters. Het fonds ontving in het vorige jaar eene gift van f 200 van D. J. P. te S. De bestuurders, zijnde de heeren J. de Bosch Kemper voorzitter, J. de Yos Jaczr. en A. J. de Bul), bevelen in de Staats courant opnieuw het fonds in de aandacht van allen die de nagedachtenis van den geliefden volksdichter willen eeren door liefdadigheid te bewijzen in zijnen geest. De heer jhr. H. A. D. Coenen, lid der eerste kamer, zal verplicht zijn als zoodanig zijn ont slag te nemen, daar hij niet meer op de lijst dei- hoogst aangeslagenen in de provincie Gelderland voorkomt. Men schrijft ons uit Rotterdam: „De Rotterdamsche rechtbank heeft weder eene zaak behandeld, waarbij eene dier talrijke maat schappijen welke „verdeeling van goederen" ten doel hebben betrokken was. Ditmaal echter was het niet een journalistdie terecht stond omdat hij tegen de praktijken van dergelijke maatschap pijen gewaarschuwd hadmaar het was nu eens een „directeur" van zoodanige maatschappij, die in de bank der beschuldigden zat, zekere Mensert namelijk, dezelfde wiens inhechtenisneming wij in dertijd vermeld hebben. Hij stond aan het noofd van twee dergelijke maatschappijendie door het ge- heele land vertakkingen hadden. Onder deze maatschappijen was er éene „de Concurrent", die in het begin van dit jaar de fameuse verdeeling moest houdenmaar haar achterwege lietomdat er niets meer te verdeelen vielaangezien de heer „directeur" zich de geheele kas had toebedeeld. Hoevelen er mee inloopenkan blijken uit het feitdat deze maatschappij in éen jaar .p. m. ƒ4000 aan contributiën had geïndeen som, waar van bij het einde van het jaar geen cent meer over was. „Mensert is bij vonnis van 9 Mei veroordeeld tot 6 maanden celstraf en twee geldboeteneene van 12.50 en eene van 50. „Opmerking verdient nogdat zoowel het openbaar ministerie bij de Rotterdamsche recht bank als die rechtbank zelve thans aannamen, dat de zoogenaamde verdeeling van goederen niets anders is dan eene verboden loterij. Mensert toch werd niet enkel vervolgd en veroordeeldomdat hij de kas had opgemaakt (welke handeling gequa- lificeerd werd als „misbruik van vertrouwen"), maar ook omdat hij zonder vergunning eene onder- handsche verloting van roerende goederen had gehouden. „Men mag vragen: waarom niet wegens laatst genoemd vergrijp al de directeuren van dergelijke ondernemingen vervolgd? Dit ware het middel om h et ernstig maatschappelijk kwaaddat nog maar altijd hier en elders vooitwoekert, voorgoed uit te roeien. Moet met het instellen van ver volging gewacht worden tot geconstateerd kan worden dat de geheele kas in de wijde zakken der directeuren verdwenen is, dan zullen er nog vele slachtoffers gemaakt worden." meente bekort had; dat hij in verscheidene der boerenwoningen genoodzaakt was geweest uit te rusten en dat hij hier en daar alles rondom zich had vergeten, maar dan plotseling opgestaan en met een vriendelijk lachje vertrokken was. Zij verna men dit eerst veel later, en dachten toenHadden wij het maar gewetenMaar indien zij 't geweten hadden, is niet in te zien wat zij er tegen hadden kunnen doen. Den 22en vertrok Mab naar tante Jane te Lon den. Het zou nog geen besliste scheiding zijn, want er was bepaald dat St. John en de anderen daar den 25™ ook zouden komen, en er den nacht over zouden blijven om den volgenden dag de reis naar Liverpool voort te zetten. Maar toch waren de meisjes zeer bedroefd toen zij te zamen naar het station wandelden, waarheen Mab's kof fers reeds waren vooruit gezonden. „Gij zult nog eene zware taak hebben, Cecily, met al wat gij moet beschikken," zet Mab; „maar wat ik u bid den mag, maak u maar niet te ongerust over papa. Het doet hem natuurlijk wel aan, maar hij is vol komen wel, zoo wel als gij of ik." „Ik hoop het beste Mab," antwoordde Cecily met eene haperende stem. Aan het station gekomen keken zij in al de spoorwegrijtuigen, totdat zij in een daarvan eene eenvoudige vrouw van middelbare jaren zagen wier koffer, met het woord Londen er op, juist onder de bank werd geschoven. Cecily liet Mab tegenover die vrouw plaats nemen; het was het beste wat gedaan kon worden, want er was nie- Onderstaand berichtte 4 u. 53 m. alhier ontvangen, is aan onze geabon- neerden te Middelburg en te Vlissingen reeds per bulletin bekend gemaakt.') TWEEDE KAMER. Ingekomen zijn wetsontwerpen tot definitieve regeling van het muntwezen, tot aanwijzing van fondsen daartoe en tot nadere regeling der ver wisseling van muntbiljetten. De hoofdstrekking der nieuwe muntwet is, naar wij vernemen, als volgt. Aanneming van den gouden standaard; de gouden standpenningen zijn stukken van tien en van vijf gulden. De zilveren pasmunt bestaat uit het twee guldenstuk, het een guldenstukkwartjesdubbeltjes en stuivertjes. De bronzen pasmunt uit stukken van 2£, 1 en j cent. De beraadslagingen over het wetsvoorstel tot intrekking der jachtwet werden aangevangen. De heeren Schepel en Lenting verdedigden het beginsel, doch laatstgenoemde had onoverkomelijk bezwaar tegen de regeling van het heerlijk jacht- recht. De heer Corver Hooft bestreed het voorstel als eene schending van het eigendomsrecht. De heeren Gratama, van Kerkwijk en Idzerda verde digden hun voorstel uitvoerig. Door den heer Bredius werd vervolgens eene motie voorgesteld tot schorsing der beraadslagingen onder verklaring dat de kamer eene herziening der jachtwet meer in overeenstemming met het burgerlijk wetboek noodig acht, opdat de regeering zoodoende uitgelokt wordt tot het indienen eener meer volledige voordracht. Deze motie werd echter met 48 tegen 14 stemmen verworpen. De beraadslaging over het wetsvoorstel hervat zijnde verklaarde de ministerdes gevraagd, dat hij het voorstel zoowel uit een legislatief en een juri- diek oogpunt als om de zaak zelve onaannemelijk achtte. Na verwerping van art. 1 met 39 tegen 25 stemmen werd daarna het wetsvoorstel door de voorstellers ingetrokken. consuls. Eervol ontslag verleend aan G. van Polanen Petelop zijn verzoekals consul der Nederlanden voor de Phillippijnsche eilanden. tentoonstellingen. Benoemd tot vertegenwoor digers der Nederlandsche regeering op het congres verbonden aan de tentoonstelling van wetenschap pelijke werktuigen te Londend'. P. L. Rijke, staatsraad in buitengewonen dienst, hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuurkunde te Leiden, en dr. J. Bosscha jr.hoogleeraar aan de poly technische school te Delft. burgemeesters. Benoemd tot burgemeester der gemeente Lithoijen N. Dijkhoff, teneinde deze betrekking gelijktijdig met die van burgemeester der gemeente Lith te bekleeden. waterstaat. Benoemd tot ingenieur van den waterstaat le kl.de ingenieur 2e kl. J. W. G. Stienekertot ingenieur 2e kl. de ingenieur 3e kl. J. Mulder en jhr. H. van Capellen eerstgenoemde buiten bezwaar van 's rijks schatkisttot inge nieur 3e kl.de aspirant ingenieurs jhr. C. J. de Jong van Beek en Donk en R. P. J. Tutein Noltheniusen tot aspirant-ingenieur van den waterstaat, de civiel-ingenieurs J. G. Ermerins en D. J. Steyn Parvé. mand om de reis met haar te doen ten geleide, al hadden de onkosten geen bezwaar gemaakt, Cecily wandelde alleen naar huis, met een gevoel alsof het nu plotseling rondom haar donker en eenzaam in de wereld was geworden. Mab was het leven ingegaan en Cecily keerde terug naar het hare, naar de winkeliers die allen betaald moesten worden uit de vijftig pond sterling die haar vader zou ontvangen, naar de twee kleine kinderen voor wie niemand zou zorgen dan zij, en naar haar vader met dien beangstigenden blik in zijne oogen. Den volgenden morgen zou de ven dumeester komen om den inventaris op te maken, terwijl de verkooping zou plaats hebben op Don derdag te twaalf uren, den dag waarop zij zouden vertrekken. Des Dinsdags morgens echter zag St. John, die weêr naar het dorp zou gaan, op het onverwachtst den vendumeester, die bedaard de studeerkamer was binnengetreden zoodra de hulpprediker haar verlaten had, en juist voor de groote ouderwet- sche schrijftafel knielde om die in de voegen te bekijken en door tikken met de vingerknokken te hooren waar de laden zaten. Hij had den rug naar de deur gekeerd en zag daardoor den hulp prediker niet, die hem eenige oogenblikken met de hoogste verbazing uit het portaal stond te beschouwen. St. John ging naar het voorhuis, waar Cecily hem met zijn hoed stond te wachten en vroeg: „Wie is dat? wie is die man?" waar bij zijne oogen wilder en onzekerder stonden dan ooit en hij over zijn geheele lichaam beefde. marine. Bevorderd tot luitenant ter zee le kl. de luit. t. z. 2e kl. C. Hoffman. belastingen. Bij kon. besluit is H. J. W. Oos- tingthans ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Akkrum c. benoemd tot ontvan ger derzelfde middelen te Kollum c. a.is J. W. G. A. van Nouhuysthans ontvanger der directe belastingenin- en uitgaande rechten en accijnsen te Harlingenbenoemd tot ontvanger der directe belastingenin- en uitgaande rechten en accijnsen en van den waarborg op de gouden en zilveren werken te 's Hertogenboschen is aan C. N. A. F. Peltzerop zijn verzoekeervol ontslag verleend uit zijne betrekking van ontvanger der directe belastingen in- en uitgaande rechten en accijnsen te Aaltenbehoudens aanspraak op pensioen. Op de algemeene vergadering der Vereeniging voor christelijk nationaal onderwijs, welke den 8™ Juni te Utrecht zal worden gehouden, komen 19 voorstellen van verschillende afdeelingen in behandeling. Daaronder behoort een voorstel (Leeuwarden) om vrijdom van grondbelasting voor bijzondere scholen aan de wetgevende macht te vragenwelk voorrecht alle andere scholen genie ten; een (Bolsward) tot oprichting eener koogere burgerschool tegen een leergeld van 200 's jaars een (Utrecht) tot aanstelling van bezoldigde plaat selijke agenten of het aanwenden van andere hulp middelen om in de geldelijke behoeften der chr. scholen te voorzien zonder verhooging van het schoolgeld; een (Rotterdam) tot het houden van vergaderingenter bepleiting der zaak van het chr. onderwijs; een ('sHage) tot het benoemen eener commissie van drie goed bezoldigde perso nen waaronder minstens éen predikantom bet land te doorreizen en door meetingsbidstonden en andere middelen de aandacht te vestigen op verbetering van het onderwijs in christelijken zin een (Amsterdam) tot het scheppen eener alge meene verstandhouding tussehen de bekende voor standers van het chr. nat. onderwijs, met het oog op de aanstaande voorstellen tot wijziging der schoolwet; een (Winterswijk) tot het toekennen eener toelage van ƒ200 voor de opleiding van ieder kweekeling tot hulponderwijzereen(Zutfen)tot oprichting eener kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. Door de afdeeling Heeg is het volgende voorstel ingediend „In aanmerking nemende den onehristelijken geest, die zich helaas, soms bij enkele onderwij zers in de Christelijke school openbaartwordt aan de vergadering in overweging gegeven, wat er zou kunnen worden gedaan om te verhoeden, dat de zoodanigen in de Christelijke school werk zaam zijn." De afdeelingen Doetinchem en Zelhem eindelijk stellen voor: „De vereeniging voor Christelijk nationaal school onderwijs verklare uitdrukkelijk, dat hare werk zaamheden thuis behooren op het gebied der inwendige zending." Beroepen bij de N. H. gemeente te Goes, de heer H. W. van Loon, predikant te Voorthuijzen. Door het prov. kerkbestuur in Noord-Holland is toegelaten tot den predikdienst bij het N. H. kerkgenootschap de heer F. W. Stutterheim, tot 1875 predikant bij de Ev. Luthersche gemeente te Middelburg. (Vervolg van gisteren Waar men uitsluitend stalmest bezigt, zonder „'tls niets papa," antwoordde Cecily, die een opgeruimden toon trachtte aan te nemen; „dat is de vendumeester maar." r „O ja, ja," zei hij, zijn hoed van haar aanne mende; „hoe dom, dat ik mij dit niet herinnerde." „Maar gij beeft zoo, papa; ge zijt niet wel. Kom hier en rust eerst nog een weinig uit." „Neen, neen, 't is niets. Waar moest ik komen Nu gaat hij zeker al de kamers door? Ja, 't heeft mij wat geschokt, maar in de lucht zal dat wel overgaan." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2