N°. 108. 119e Jaargang. 18T6.
Zaterdag
Advertentiën20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.1
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Middelburg, 5 Mei.
FETJILlL.ET'OJSr,
37.
De hulpprediker van Brentburn.
adjunct-commies ter stedelijke secretarie te Gro
ningen moest in zijne qualiteit voor het gerechts
hof te Amsterdam getuigenis afleggen wegens eene
valschheid in geschrifte. Hij ontving daarvoor
eene schadeloosstelling van 13.27 doch moest
ongeveer f 10 daarbij leggen, welk bedrag hij
nu van het gemeentebestuur, in welks dienst het
getuigenis werd afgelegd, heeft terug verzocht.
Gisteren avond hield de Coöperatieve voor-
schotvereen ging en spaarbank alhier haar
gewone driemaandelijksche algemeene vergadering,
waarin in de eerste plaats mededeel ing werd ge
daan van den toestand der kas. Blijkens den
over April overgelegden maandstaat bedragen de
ontvangstenreservefonds f 98.10storting aan
deden f 512,05, terugbetaling op schuldvorderin
gen f 115, intresten daar oor en gerestitueerde
intrest 80.67, spaargeld f 578.75, opgenomen gel
den 590, onkosten f 1.00), te zamen 2005,57i
uitgavenverleende voorschotten f 1125, terugbe
taalde intresten f 0.36terugbetaald spaargeld
f 3, terugbetaalde opgenomen gelden f 590, intres
ten van opgenomen gelden f 1.68, onkosten 14.01,
te zamen f 1734.05, zoodat in kas is een saldo van
f 271.52*.
Na voorlezing van ingekomen brieven van de
heeren mf. van Eek en jhr. J. L. de Jonge, leden
der tweede kamer, waarin zij zich bereid verklaren
de belangen der coöperatieve vereeniging zooveel
mogelijk te steunen, kwamen eenige voorstellen
van het bestuur in behandeling, om enkele wijzi
gingen of bijvoegingen in het reglement te bren
gen, waaraan, in de practijk is gebleken behoefte
te bestaan.
Zoo bestond er geene bepaling op het doen van
voorstellen in de algemeene vergaderingen, waarin
thans is voorzien door de aanneming van een
nieuw artikelvolgens hetwelk voorstellen, door
een der leden op een algemeene vergadering ge
daan, eerst in de volgende vergadering kunnen
worden behandeld. Voorts werd in het reglement
gebracht een gelijksoortige bepaling als in het
reglement op de spaarbank van het Nut alhier
bestaatwaarbij het geven van inlichtingen om
trent het bestaan van spaarboekjes afhankelijk
wordt gesteld van een besluit der commissie voor
de spaarbank.
Het hoofdbestuur voorzag de mogelijkheid dat
het te eenigertijd zou kunnen worden lastig gevallen
met vragen om inlichting b. v. door armbesturen,
regenten van stichtingen enz., en wenschte voor
zoodanig geval zich op een reglementaire bepaling
te kunnen beroepen. Daarom werd voorgesteld
en de vergadering nam dit voorstel eenparig aan
om te bepalen, dat geen inlichtingen omtrent
spaarboekjes kunnen worden verstrekt dan ten
gevolge van een besluit van het bestuur, dat
zijnhoofdbestuurders en commissarissen. Tenge
volge van een voorstel van een der leden is deze
maatregel ook toegepast ten aanzien van crediet-
boekjes.
Vooral vond bij de leden sympathie het voorstel
van het bestuur om de rente voor voorgeschoten
gelden te verminderen van 8 op 6 percent. Vrij
algemeen toch was men van gevoelen dat daardoor
de ontwikkeling der vereeniging krachtig zal
worden bevorderd, daar velen met het oog op de
hooge rente huiverig waren om lid te worden of
lid zijnde om geld op te nemen, waardoor het
kas-saldo voortdurend te hoog zou kunnen blijven,
om met goed succes te werken. Het voorstel
werd dan ook met eenparige stemmen aangenomen.
Eindelijk kwam nog in behandeling een voorstel
van het bestuurwaartoe het ongaarne was over
gegaan, doch door de omstandigheden gedrongen
werd, nl. om boete te stellen op het niet verschij
nen of te laat komen van bestuursleden op be
stuursvergaderingen. Herhaaldelijk was het voor
gekomen, dat in het geheel niet of te kort eene
bestuursvergadering kon worden gehouden, omdat
geen voldoend aantal leden verscheen, en den
eigen avond had men bijna weder voor hetzelfde
feit gezeten. Bij hoofdelijke stemming werd op
grond van die argumenten van het bestuur, met
algemeene stemmen het voorstel aangenomen,
dat ieder bestuurslid, dat zonder schriftelijke ken
nisgeving of later gebleken wettelijke verhindering
niet op de vergadering verschijnt 1 boete ver
beurt, die i uur te laat komt een boete van 25 cent
en die een uur te laat komt van 50 centeen
en ander ten voordeele van de onkostenrekening.
De doopplechtigheid van den jongsten zoon van
den prins Zu Wied te Neuwied zal bijgewoond
worden door 's prinsen schoonvader, Z. K. H.
prins Frederik, en door den Duitsehen keizer.
De heer Groen van Prinsterer is sedert
eenigen tijd zeer verzwakt en vrij ernstig onge
steld. H. M. de koningin heeft persoonlijk aan
zijne woning te 's Hage naar den toestand van
den zieke geïnformeerd en hem een bloemruiker
doen overhandigen.
In de bijvoegsels der Staats-courant van heden
is opgenomen het verslag over het jaar 1875,
door den raad van toezicht op de spoorweg
diensten aan den minister van binnenlandsche
zaken uitgebracht.
Te Rotterdam zijn de honden, na geruimen
tijd wegens aanhoudend voorkomende gevallen van
—O "«O* 1
Het koninklijk besluit van 28 Dec. 1875 (Stbl.
n°. 250) waarbij tot het inbrengen van gelden in
spaarbanken de medewerking der postadmini
stratie geregeld wordtis met den len dezer in
werking getreden. De besturen van 49 spaarban
ken hebben zich bereid verklaard om tot dien
maatregel samen te werken.
Ofschoon de maatregel van den minister van
financiën ons, als regeling der staatszorg voor het
spaarbankwezen, geheel onvoldoende voorkomt,
willen wij echter niet nalaten op de thans ruimer
gestelde gelegenheid om uit plaatsen waar geen
spaarbanken gevestigd zijn gelden aan zoodanige
inrichtingen over te maken, de aandacht te vesti
gen. Moge zij vooral in het naderende goede
seizoen, waarin de werkman meer gelegenheid tot
sparen heeft dan in den winter, velen tot sparen
aanmoedigen
Alleen zou het, dunkt ons, nu wenschelijk wezen
dat de spaarbanken die zich tot medewerking be
reid verklaard hebben van regeeringswege en
herhaaldelijk werden bekend gemaakt. De dag
bladen zouden die mededeeling ongetwijfeld gaarne
overnemen en op die manier het goede doel onder
steunen. Wel is daarvan opgave te verkrijgen
bij de verschillende postkantoren doch de grootst
mogelijke publiciteit is in dit geval wenschelijk
en noodzakelijk.
Dikwijls heeft men reeds kunnen hooren dat het
wetsvoorstel-Moens een onkiesch voorstel is,
daar de voorsteller als inspecteur van het lager
onderwijs, daargelaten nog zijne verhouding
als lands-ambtenaar tot den ministereigenlijk
zijn eigen belang voorstaat.
Nu echter leest men in de „Stemmen voor waar
heid en vrede" dat de heer Moens en zijn voor
stel geen vertrouwen verdienendaar de voorstel
ler toch eigenlijk geen onderwijs-specialiteit is.
Immers, „hij is niet uit de onderwijzers
wereld voortgekomen."
Maar als de heer Moens zelf tot de onderwij
zerswereld behoorde, dan zou zijn voorstel tot
verbetering van den toestand der onderwijzers
immers nog veel onkiescher genoemd worden
Men ziet wel dat er geen goede redenen tegen
het voorstel zijn in te brengen. Anders zou men
het met zulke ongerijmdheden niet bestrijden.
Hoe onvoldoende het tarief van reiskosten voor
getuigen is, blijkt opnieuw uit het volgende. Een
Near het Engelsch van Mevrouw Oliphant.
{Vervolg.)
„Alsof wij alleen aan hunne teleurstelling te
denken hadden!" riep Cecily uit. „Op mijnheer
Mildway moet gij niet rekenen, Mab. Hij meende
het goed, ja de tranen kwamen zelfs in zijn oogen
maar denkt gij, dat die heeren te Oxford in
'tminst naar hem zullen luisteren? Zij zullen
hem uitlachen, zeggen dat hij een don Quichotte
is en er eene grap van maken."
„Waarom zouden die Oxfordsche heeren zooveel
slechter zijn dan andere menschen?" vroeg Mab
met verwondering. „Papa heeft ook te Oxford
gestudeerd en is toch niet hardvochtig. Ik denk
dat die heeren daar van de faculteit evenals
andere menschen zijn."
„Neen," hernam Cecily, zich met geweld verzet
tende tegen de hersenschimmige hoop, die haar
zelve somtijds dreigde mee te sleepen; „zij leiden
een in zich zeiven gekeerd leven te midden van
hunne boeken; zij hebben geen band met iets
menschelijkshun hart droogt uit, en zij hebben
geen gevoel voor de beproevingen van het mensch-
dom. O ik weet het maar al te goed; zij zijn
dikwijls meer heidenen dan Christenen. Ik ver
trouw zulke menschen niet. Mildway zal den
strijd met hen aanvangen en ten slotte onder
vinden dat het niet helpt. Ik ben er zoo zeker
van, alsof het reeds gebeurd was."
„Wij behoeven, dunkt mij, zoo slecht niet over
hen te denken totdat het gebeurd is," merkte
Mab in barmhartiger stemming aan.
Cecily had zich opgewonden en, in aanmerking
genomen dat zij volstrekt niets van de Oxfordsche
heeren wisthen erg miskend. „Ik mag het niet
gelooven; maar o, indien het toch zoo eens uit
viel!" zeide zij dan ook in haar hart. Geen
woorden zouden in dat geval die opbruischende
jonge dame te gloeiend geweest zijn om aan de
belasterde heeren van de faculteit hare excuses te
maken
De advertentie was eindelijk klaar, met uitzon
dering dat er nog bijgevoegd! moest worden waar
men zich zoude hebben aan te melden. „Dat
dient papa nu op te geven", zei Cecily, doch met
twijfel in haar gemoed of hij zelfs daartoe wel in
staat was.
Daarop begon zij aan hare brieven. Den eersten
schreef zij in St. John's naam aan den zaakwaar
nemer die gemeld had, dat de meubelen verkocht
zouden worden, en verzocht hem de verkooping
uit te stellen totdat het loopende halfjaar van
den hulpprediker met September uit zou zijn.
St. John had dit zelf niet willen schrijven. „Waar
om zou ik eene gunst vragen aan menschendie
mij niet kennen?" had hij gezegd, doch eindelijk
had hij verlof gegeven dat Cecily zou schrijven,
als zij het verkoos; in ieder geval moest de brief
van den zaakwaarnemer beantwoord worden. Ce
cily bepaalde zich in haar schrijven uitsluitend
tot de zaak. „Ik wilde wel eens weten welke
uitdrukkingen iemand, voor wien dit slechts een
klein ongemak was, zou gebruiken," voegde zij
hare zuster toe; „ik kan toch niet schrijven als
iemand die eene gunst aan een vriend vraagt,
niet laten blijken dat wij er in groote verlegenheid
door zouden gebracht worden."
„Maar dat is toch inderdaad het geval; en het
zou eene gunst zijn
„Nu, het zij zoo; maar ik zou toch gaarne we
ten wat iemand, die geheel onafhankelijk was en
om de zaak niets gaf, schrijven zou. „Als het u
hetzelfde is, zou het voor mij gemakkelijker zijn
dat de meubelen niet vóór 22 September verkocht
wierden," dat is het. Wij meisjes beschouwen
altijd alles zoo als eene gunst," zet Cecily en
bracht daarop een meesterstuk van een practiscben
brief voort, waar zij met een vaste hand haar
naam „Cecil St. John"" onder zotte, die ook haar
vaders naam was.
Na dit te hebben afgedaan, nam zij een nieuw
vel papier en begon zij: „Waarde tante," maar
plotseling hield zij op en zet: „Het is nu koel
geworden, laten wij met hen op het weiland gaan.
Ik kan dit van avond wel afdoen," liet zij, haar
lessenaar sluitende, er op volgen.
'tWas echter niet te doen om de kinderen op
dolheid tot den muilkorf verwezen te zijn, door
het gemeentebestuur daarvan weder vrijgesteld.
Alleen trekhonden moeten den korf blijven dragen.
Een adres uit de gemeente Mieuweschans
aan de tweede kamer ingezonden tot ondersteu
ning van het wetsvoorstel-Moens, draagt o. a. de
handteekening van verscheidene vrouwelijke inge
zetenen.
De gedenksteen in het huis van ThorbeckQ
te Zwol, dat thans door den heer F. J. van Hoboken
bewoond wordt, zal Zaterdag den 13en dezer onthuld
worden.
Uit Brakel schrijft men aan de Arnh. Ct. het
volgende
„Heerscht hier omstreeks dezen tijd des jaars
gewoonlijk vroolijke drukte wegens het in vollen
gang zijn van den veldarbeidmen hoort thans
hier niets dan jammerklachten. En geen won
der ook waarlijkwijl het gansche veld nog
onder water staat. Voor het verbouwen van
aardappelen (hier hoofdproduct) is het reeds te
laat; ook voor het zaaien van beetwortelen zal
vermoedelijk het land niet vroeg genoeg van
water bevrijd zijn. Wat moet men beginnen?
Het vee wordt van de hand gedaan, of aan de
overzijde der rivier in zeer duur gepacht weiland
gedreven. Ver van uw goed, dicht bij uw schat
Maar men moet kiezenóf verkoopenóf aan
gene zijde der rivier weiden, tenzij men eenuiter
waard hebbe. Voor zomer-stalvoedering is men
hier niet ingericht en daartoe ontbreekt ook groo-
tendeels het noodige.
„De steenfabriekanders in volle werking, zet
ook nog slechts met het winterpersoneelplus
enkele losse werkliedenden arbeid voort.
„Het is inderdaad treurigals men hier rond
om zich ziet. Water, niets dan water en het
kabbelen van den stroom waar anders het ge
luid der landbouwwerktuigen weêrklinkt, of wel
het loeien der koeien en het hinneken der paarden
vernomen wordt. Welk een omkeerZonder
overdrijving kan dus in waarheid het vooruitzicht
der dorpelingen als donker en ontmoedigend worden
geschetstwaartoe de weersgesteldheid der jongst
verloopen dagen slagregens en zware onweers
buien nog het hare voegtterwijl de Waal
hoewel langzaam toch aanhoudend wassende is.
„Naar het algemeen gevoelenzal ook het ooft
hier dit jaar schaars wezen, daar de vrucht-
boomen voor een groot gedeelte in het water
stonden of nog staan te bloeienwatnaar vroe
ger opgedane ondervinding, doorgaans het laten
vallen van de vruchteninzonderheid binnendijks,
tengevolge heeft.
de weide te laten spelen, maar om voor Mab te
verbergen dat de brief aan tante Jane niet ge
makkelijk viel. De arme Cecily zag met ontzet
ting het leven tegemoet, dat haar te wachten
stond: een verblijf in eene nieuwe plaats waar
niemand haar kende en waar zij haar leven als
kindermeid der beide knaapjes en als verzorg
ster van haar vader zou moeten slijten, gescheiden
van hare zuster, die, ofschoon zoo weinig met
haar in leeftijd verschillende, altijd afhankelijk
van haar geweest was en op haar gesteund had
en haar daardoor juist kracht had gegeven. Hoe
kon zij nu zelve tot die scheiding medewerken?
En toch voelde zij, gelijk zoo dikwijls voorkomt,
dat zij het was die er toe moest dringen en zelve
die geheele zaak moest op touw zetten en regelen.
Zij kon echter onder Mab's opgeruimden blik den
brief niet schrijven, zonder te verraden welk
eene opoffering het voor haar zou zijn. Mab, die
daar niets van begreep, zei dat het weêr was zoo
als altijd: namelijk dat Cecily niet lang aan éen
werk kon blijven en telkens iets anders bij de
hand nam.
De meisjes zetten hare hoeden op en gingen
met de kinderen door de tuindeur de weide op.
Harry en Charley hadden in hun korte leven nog
nooit zoo'n plezier gehad. De meisjes namen hen
op de schouders en liepen met hen om het hardst
totdat eerst het eene en daarop het andere
knaapje in kleine lachbuien uitbarstte, waarna zij,
zelf van dat ongewone geluid verschrikt, weêr
stilhielden. Toen er aan den wedren een eindo