N°. 105
119e Jaargang.
1876.
3 Mei.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m, franoo f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën20 Cent per regel,
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,'
Middelburg, 2 Mei,
IFZETTHLIjIE] T OUST.
De hulpprediker van Brentburn.
Benoemingen en besluiten.
0 n derwijs.
Kerknieuws.
Kunstnieuws.
.1
Door burgemeester en wethouders van Middelburg
wordt het volgende bekend gemaakt:
Oprichting Broodbakker}}.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat bij hun besluit van heden aan P, Pieterse
en zijne rechtverkrijgendenvergunning is ver
leend tot het oprichten van een broodbakkerij in
perceel L 108in de Korte Noordstraat alhier.
Middelburgden 28 April 1876.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
(Get.) SCHOKEE.
De Secretaris,
(Get.) G. N. DE STOPPELAAE.
Z. M. de koning is gisteren morgen te 6 uren
uit Amsterdam naar het Loo en de prinsen Alexan
der en Hendrik zijn eenige uren later naar'sHage
vertrokken.
Yoor zijn vertrek bracht prins Hendrik des
morgens tusschen 6 en 7 uren, vergezeld van de
heeren graaf E. J. Schimmelpenninck en den
adjudant Holmberg de Beckfeldteen bezoek
aan het graf van de Euiter in de Nieuwekerk,
waarop nog door een onbekenden vereerder van
den grooten zeeheld twee immortellenkransen
van levende bloemen waren nedergelegd.
Onder de de Ruiter-ontboezemingen dezer dagen
verdient ook melding het volgende puntdicht van
den heer Alberdingk Thym, vervaardigd voor
een beeld van den zeeheld dat te Amsterdam in
den tuin van het oude-mannenhuis geplaatst is.
Het gedicht luidt als volgt:
Grootburger onzer stad, de deugdzaamste onzer helden,
Bij Eranschen middernacht 's lands glorie nog en hoop,
De vlootvoogd zonder blaam. Zal men zijn titels melden?
Vraag ze aan 't verbaasd Euroop.
Het „grootburgerschap" van Amsterdam was
den vlootvoogd door het stedelijk bestuur als een
eereblijk geschonken.
Volgens het Vaderland is de directie der marine
te Amsterdam door den minister van marine
gemachtigd om met de koninklijke maatschappij
„de Schelde" te Vlissingen een contract te sluiten
voor het vervaardigen van een stoomloodsvaartuig,
voor de betonning en verlichting.
Naar wij vernemen zullen gedurende den zomer
dienst, der staatsspoorwegen, die den 15ea dezer
84.
Naar het Engelsch van Mevrouw Oliphant.
(Vervolg.)
„Daar is het juist over, dat ik u wenschte te
spreken," hernam Mildway ia verlegenheid. „Ik
wensch niet, dat de plaats aan Euffhead zal ten
deel vallen. Heb de goedheid mij eens aan te
hooren voor dat gij iets zegt. Euffhead is nog
jong en dat ben ik ookmaar de hulpprediker
St. John, die er het ambt waarneemt, is niet jong
meer. Hij heeft twintig jaar te Brentburn gestaan
en is een uitmuntend, ijverig leeraar. Bedenk eens
wat het in elk ander vak zou zijn, als Euffhead
of ik over hem heen geplaatst werd."
„De hulpprediker!" herhaalde de president ver
wonderd. „Wat heeft die hier meê te maken?
Ik ken dien hulpprediker niet."
„Geen wonder," hervatte Mildway, „en daarom
scheen het, dat er eenige hoop voor hem zou zijn,
als ik het u eens kwam vertellen. Hg is een lid
van onze faculteitdat zegt op zich zelf reeds iets.
Hij heeft u, zegt hij, lang geleden gekend, toen
hij nog candidaat "was. Hij is Chester's hulppre
diker te Brentburu geweest en heeft de plaats van
aanvangt, dagelijks vier treinen loopen voor het
vervoer van reizigers tusschen Vlissingen en
Roosendaal en omgekeerd.
Drie dezer treinen zullen bestaan uit rij tuigen
1°, 2e en 3« klasse, terwijl in een trein (expres-
trein) alleen rij tuigen le en 2e klasse zullen ge
plaatst worden.
De drie eerstgenoemde treinen stoppen aan alle
stations, de laatstgenoemde alleen aan de stations
Middelburg, Goes en Bergen op Zoom.
Tusschen Vlissingen en Middelburg en omge
keerd zullen bovendien nog twee treinen loopen,
terwijl eindelijk dagelijks nog. éen trein zal
dienst doen van Vlissingen naar Goesdie aan
de tusschenliggende stations stil houdt.
Op de vergadering van aandeelhouders der
maatschappij tot exploitatie van staatsspoor
wegen, gisteren te Amsterdam in het lokaal
Odeon gehouden, waren 23,951 aandeelen, uit
brengende 1315 stemmenvertegenwoordigd.Het
voorstel tot goedkeuring der overeenkomst waarbij
de exploitatie der lijn Hasselt—Luik aan den
Belgischen staat wordt afgestaan, werd met alge-
meene stemmen op 9 na aangenomenwaarvan 3
van den heer de Bordes, die in 't overdragen van de
exploitatie bezwaar zag. Daardoor zou z. i. de Luik
Limburgsche lijn nog onvoordeëliger worden dan
zij thans is, en ook voor den Amsterdamschen han
del zou 't bezwaar opleveren. De directèur beant
woordde den heer de Bordes en bracht hulde aan
de Nederlandsche regeeringvoor de krachtige
medewerking welke zij in deze verleend heeft.
Alvorens de vergadering gesloten werddeelde
de voorzitter nog [mede dat er uitzicht bestaat,
dat in de eerstvolgende algomeene vergadering
een nieuwe concept-overeenkomst met de Neder
landsche regeering ter tafel zal komen.
De Standaard verwijt aan de katholieke bla
den dat zij vaak door schromelgke overdrijving
hunne tegenpartij in een valsch licht stellen. „Zoo
maalt men, schrijft het blad, voortdurend
in Oostersche kleuren de gevangenschap van den
paus. De eenvoudige Noord-Brabantsche of Lim
burgsche boer komt door die schildering in den
waan dat de paus in een gevangenis
ligt te smachten op een bos stroo en
die hem beter tracht te onderrichten verdenkt
hj van samenspanning met de cipiers van Z. H.!"
Op deze Standaard-ontboezeming is stellig het
spreekwoord toepasseigk„De pot verwijt den
ketel dat hg zwart is". Wanneer zeven schutters
te Zaandam weigeren om op Zondag ter inspectie
te komen, en zij worden daarvoor door den
schuttersraadovereenkomstig de wetveroor
den predikant twintig jaar lang vervuld en alles
verricht wat daaraan verbonden was. Nu Chester
dood is, 'hangt hem boven het hoofd dat hij elk
oogenblik de deur uitgezet kon worden en, reed3
diep in de zestig, zijn brood elders zal moeten
gaan zoeken; en hg heeft kinderen ook."
Dit laatste voegde hg er bij als eene poging
om de sympathie van den president op te wekken;
doch de groote man bemerkte de toepasseigkheid
daar niet van; want wat was er gemeens tusschen
den president van eene faculteit en een armen
hulpprediker? Hij schudde het hoofd echter met
dien ernst en dien eerbied voor het ongeluk die
een man, die weet wat hem past, nooit zal nalaten
aan den dag te leggen.
„St. John! St. John!" zei hij nadenkend. „Ja,
ik geloof dat ik mij dien naam herinnerlang niet
waar een weinig gebogen een heel lijdelijk
schepsel? Ja wél. En is die Chester's hulppre
diker geweest? Wie zou dat gedacht hebben?
Hij ging toch zeker met dezelfde goede vooruitzichten
al3 Chester of wg anderen de wereld in. Wat heeft
hem bewogen daar zoo lang te blijven hangen?"
„Ja, hij is, zooals ge zegt, een heel lijdelijk,
zachtzinnig man; niet om zich op den voorgrond
te stellen
„Op den voorgrond! Neen, dat zou ik ook
zeggen!" riep de president uit. „Maar zelfs al
stelt men zich niet op den voorgrond, behoeft men
geen twintig jaren hulpprediker te blijven. Welke
reden heeft hg daarvoor gehad? Er moet met
hem iets niet in den haak zijn."
deeld tot geldboete en bij niet-betaling tot
gevangenisstraf, dan leest men in de Standaard
zielroerende artikelen over do afschuwelijkheid
der Zaandamsehe gevangenis, met geen minder
opschrift dan„Geloofsvervolging".
„De eenvoudige lezer komt door zulke woorden
in den waan dat te Zaandam menschen in eene
gevangenis liggen te smachten wegens hun ge
loof, en die hem beter trachten te onderrichten,
verdenkt hij van samenspanning met de geloofs-
verdrukkers
De Staats-courantvan heden bevat de wetten
van den 26en April jl. tot wijziging van de artt.
20 en 46 der wet van 9 Juli 1842 (Staatsblad
n° 20) op bet notarisambt, en die tot wijziging
van 4e artt. 358 en 360 van. het wetboek van
burgerigke rechtsvordering.
Bij beschikking van den minister van binnen-
landsthe zaken van 29 April is, met ingang van
1 Juni e. k.aan den ingenieur le klasse A. van
Hooff en aan den ingenieur 3e klasse J. Mulder,
onbepaald verlof verleend uit den dienst van
'srijks waterstaat, en zijn genoemde ingenieurs
tijdelijk in dienst gesteld als sectie-ingenieurs bg
den aanleg van staatsspoorwegen.
Tevens is tot adjunct-ingenieur bg den aanleg
van staatsspoorwegen benoemd J. A. Lindo.
De Huisvrouw, „weekblad voor dames," is in
vergroot formaat verschenen. In een woord „aan
onze lezeressen," geeft Corn, van Amstel het stre
ven der nieuwe redactie aan. Voorop bigft staan
dat de Huisvrouw een orgaan is van de Neder
landsche huismoeder om haar te steunen in haar
moeilijke, edele taak de verzorging van het gezin.
Daarbg zal het blad echter in den ruimst moge-
ïgken zin dienstbaar worden gemaakt aan het
leven en streven der vrouw ook op maatschappe-
lijk gebied, hetzg het doel daarvan is voor ande
ren nuttig te zijnhetzg beoogd wordt zichzelve
in de samenleving een eerlijke positie te verschaffen.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe
belastingen in- en uitgaande rechten en accgnsen
te Texel G. J. van Kerkwijk, thans ontvanger
der directe belastingen en accgnsen te Borculo c. a.
De commissie tot het afnemen van het eind
examen der hoogere burgerscholen in Zeeland,
„Ik ben overtuigd, dat dit niet het geval is",
riep Mildway met warmte uit, „tenzg ijverige toe-
wgding aan ondankbaar werk en achterstelling van
eigen belangen daaronder gerekend kan worden;
want dat is alles waarvan zgne ergste vganden
hem zouden kunnen beschuldigen."
„Gg maakt er u zeer warm over, Mildway,"
zeilde president met eenige verwondering, „maar
dat strekt u tot eer. Wat verwacht ge nu echter
van mg of van de faculteit, jonge vriend Wij
kunnen toch niet gaan zorgen voor al de arme
leden der faculteit, die zich zoo uit het gezicht
houden, dat niemand meer weet dat zij bestaan.
Als gij de plaats niet aanneemt, maar Euffhead
het doet, zoudt gij dezen misschien kunnen over
halen uw vriend als hulpprediker te houden. Maar
ik heb met een dergelijke schikking niets te ma
ken. En gij zult mij nu wel excuseeren, als ik
zeg dat wij nog van avond op reis moeten."
„Mijnheer," vroeg Mildway op plechtigen toon,
„wat zoudt ge wel zeggen als een kolonel van
dertig jaar over het hoofd heen van een kapitein
van het dubbele van zijn leeftijd geplaatst werd
„Zeggen, mijnheer?" riep de president uit,
wiens gevóélen op dit punt, evenzeer als op de
meeste andere punten, welbekend was: „ik zou
zeggen, dat het een schande was voor 't land. Ik
zeg, dat het stelsel van het koopen der officiers
rangen een verfoeielij'k systeem is, dat onze beste
militairen er onder houdt. Wel, waarom glimlacht
gij Ge weet, dat ik mij over dat onderwerp altijd
boos maak, en bovendien zie ik niet in wat het
hetwelk in Juli a. te Zierikzee zal worden ge
houden bestaat uit de heerendr. P. Eomegn,
voorzitterdirecteur vandr. W. Kaptegn en
dr. F. Seelheimleeraren aan de H. B. S. te
MiddelburgG. Kok jr.directeur vanck P.
Schuringa en C. Hofman leeraren aan de H. B. S.
te Zierikzee dr. H. Japikseleeraaren mr. M. J.
de Witt Hamer, oud-leeraar aan de H. B. S. te
Goes.
Door den heer D. H. Teljer, predikant bij
de hervormde gemeente te Nieuwe Tonge, is het
beroep naar die gemeente te Axel aangenomen.
Voor het beroep naar de Christeigke gere
formeerde gemeente te Alblassei'dam is door den
heer F. A. Bergsma, predikant bij die gemeente
te Zaamslag, bedankt.
Niet met eene „Keis naar de Maan" zal de
vereeniging het NTederlandsch Tooneel te
Amsterdam hare voorstellingen openen maar met
het klassiekste aller klassieke stukkenmet de
„Antigone" van Sophocles, vertaald door mr. A. J.
ten Brink. Zoo meldt althans het Dev. Zondags
blad „uit goede bronnen". Als de Vereeniging
nu maar nietvoor Scylla vluchtendeop den
Oharybdis terecht komt. De „reis naar de maan",
was zeker te spektakel-achtigmaar de dochter
van koning Oedipuslevend begraven omdat zij
haar broeder Polynices eene eerlijke begrafenis
bezorgtzou voor de Amsterdammers wel eens
al te tragisch kunnen wezen. Dan zou erals
het stuk geen opgang maaktemisschien weder
gezegd worden dat het Nederlandseh publiek geen
gevoel heeft voor kunst; terwgi er toch eigenigk
alleen door bewezen zou worden dat ons publiek,
evenals alle publieken ter wereld, met eenigen
tact behandeld moet worden.
Als antwoord op vele bg hem ontvangen
brieven, deelt de heer J. L. A. Schut, War
moesgracht 12te Amsterdam in het N. v. d. D.
mededat hg gaarne bereid is aan alle aanvragen
te voldoen en alle gewenschte inlichtingen te ge
ven omtrent het nationaal huldeblijkbij gelegen
heid van haar 40jarig jubilaeum aan mevrouw
Kleine aan te bieden.
Donderdag en Zaterdag a. zal in den groo
ten schouwburg te 's Gravenhage door een opera
gezelschap uit Antwerpen eene Vlaamsche opera,
„Liederik" genaamd worden opgevoerdwelke
den heer Jos. Mertens tot componist en den heer
P. Billet tot schrijver van den tekst heeft. De
te maken heeft met de zaak waar wg over spra
ken." Hij hield plotseling met een misnoegden
blik op, want hij doorzag den strik waarin Mildway
hem gelokt had.
„Niet hernam de andere. „Overweeg het maar
eens een oogenblik. Euffhead en ik wg. zijn beiden
zoo onervaren in het herderlijk ambt als als
den kleine Ned daar" (De kleine Ned was op dat
oogenblik voor de glazen deur gekomen, die toegang
tot den tuin gaf, en had zoo luid met zgne kneu
kels op de glazen getrommeld, dat zijn vader ge
noodzaakt was geweest naar buiten te gaan).
Mgdheer St. John heeft daarentegen eene der
tigjarige ondervinding en is bg de bevolking
goed bekend en algemeen bemind. Wat zal men
denken, wat zal men zeggen, wanneer een van ons
eerstbeginnenden over het hoofd van dien veteraan
gezet wordt? Waar elders dan in de kerk zou
zoo iets kunnen gebeuren, zonder een wraakgeroep
uit te lokken, dat half Engeland op de been zou
brengen
„Zacht wat, zacht wat," voerde de president hem
te gemoet. („Pak je weg, kleine ondeugd! ik zal
dadelgk komen.") „Ge moet geen kwaad van de
kerk spreken, mgnheer Mildway. Onze inrichtingen
mogen onvolkomen zijn, gelijk met alle menscke-
lijke inrichtingen het geval is; maar ge kunt er
u op verlaten, dat het systeem het beste was, dat
bedacht kon worden, en werkelijke overeenkomst
met bet door u genoemde militaire vak bestaat er
niet. Een krijgsman, die verplicht is zijn promotie
te koopen en er het geld niet voor heeft, verkeert