BÏÏITÜlTLAl'D.
Burgerlijke stand,
Verkoopingen en aanbestedingen.
Thermometerstand.
Polderbestuur van Walcheren.
Algemeen Overzicht,
geopend van de „Société royale de Flore de
Bruxelles." Zij zal worden gehouden in Petit
Sablon, in de voorloopige houten lokalen voor de
driejarige tentoonstelling van schoone kunsten.
Genoemde maatschappij is opgericht in 1660, toen
zij den naam droeg van „Confrérie de Ste Doro-
thée." In 1821, onder de regeering van koning
Willem I, werd zij gereorganiseerd en verkreeg
den naam van „Société de Flore." Koning Leopold I
gaf haar in 1840 de vergunning om den titel
Société royale aan te nemen. De tentoonstelling
van 1876 is de honderdste, en de tweede interna
tionale die zij organiseert. De koning, de koningin
en de graaf van Vlaanderen hebben eere-medailles
aangeboden. De regeering, de provincie Brabant
en de stad Brussel stonden subsidies toe. Het
bestuur der maatschappij heeft ook medailles van
groote waarde uitgeloofd. Er zijn 250 rubrieken
ter mededinging, waarvoor zijn uitgeloofd éen
gouden medaille ter waarde van 1000 franken;
12 gouden van 500 franken; 26 gouden van 200
franken en 83 gouden van 100 franken; voorts
45 groote zilveren vergulde; 85 groote zilveren;
70 kleine zilveren vergulde en 70 kleine zilveren,
daarenboven nog vijf prijzen in geld. Onder de
inzenders bevinden zich vele Engelschen en Neder
landers, maar weinig Franschen en Duitschers.
De tentoonstelling zal tot 7 Mei duren. De jury
13 samengesteld uit erkende specialiteiten op het
gebied van bloementeelt uit verschillende landen.
De regeeringen van Frankrijk, Nederland, Luxem
burg, Columbië enz. hebben gedelegeerden ge
zonden.
In de Belgische bladen wordt weder geklaagd
over de schandelijke handelwijze van wervers voor
het Nederlandsch Indische leger, speciaal in de
omstreken van Luik, die aan de aangeworven per
sonen de noodige stukken leveren om voor het
Nederlandsch Indische leger te kunnen worden aange
nomen. Dezer dagen is te Luik een jong mensch,
Christophe Degueldre, die nog bij het Belgische
leger in dienst was, aangeworven onder den val-
schen naam van Lelcouxals zoodanig is hij inge
lijfd bij de tweede compagnie, die met bestemming
voor Indië te Harderwijk wordt samengesteld en
binnen kort moet vertrekken. De familie-betrek
kingen van Degueldre hebben de noodige stap
pen aangewend om zijne vrijstelling te bewerken.
Ongeveer 5000 pelgrims: Eussen, Grieken,
Araeuiers en Syners waren naar Jerusalem gegaan
om het Paaschfeest te vieren. Velen gingen naar
Jericho om in den Jordaan te baden. Bij die ge
legenheid stierven twee tengevolge van zonnesteek,
terwijl verscheidene andere, die bij gebreke van
een betere gelegenheid, in een bouwvallige toren
overnachten, den dood vonden, door het instorten
van dat gebouw. Deze rampen hebben de lust
voor een bedevaart naar den Jordaan zeer ver
minderd.
(Van 23—30 April.)
Middelburg. OndertrouwdG. Dorleijn, jm. 28 j.,
met M. Jongepier, jd. 21 j. A. van Sorge, jm.
26 j., met S. van Aartsen, jd. 20 j. C. Van der
Weele, jm. 27 j., met G. C. de Vos, jd. 20 j.
C. A. Lagaaij, jm. 22 j., met J. W. Meertens, jd.
19 j. J. Ooms, jm. 34 j., met M. P. de Backer,
jd. 35 j. A. van Kiel, jm. 23 j., met H. J. Baale,
jd. 27 j. P. M. Nijssen, jm. 26 j., met C. Groene-
wegen, jd. 26 j. A. C. van Wijck, wedr. 34 j.,
met E. de Koster, jd. 29 j. B. F. Montenarie, wedr.
61 j., met S. J. Metzger, jd. 37 j. C. J. J. du
Mee, jm. 22 j., met M. Vreke, jd. 21 j. J. Mar-
silje, jm. 25 j., met M. M. Varel, jd. 33 j. P. H.
Bostelaar, jm. 22 j., met H. J. S. Diermanse, jd.
25 j. G. Leer, jm. 29 j., met M. B. van Kiel, jd.
30 j. H. J. van Agten, jm. 26 j., met J. M. Fens,
jd. 21 j.
BevallenK. Frank, geb. van Zon, z. G. H. A.
van Dixhoorn, geb. Ladenberg, d. E. C. Geijp, geb.
Landman, z. C. Overweel, geb. Haag, z. K. Gort,
geb. Willemse, d. M. F, Peters, geb. Storij van
Sorge, d. G. C. de Waard, geb. Bautz, d. P. J.
van Pagé, geb. Dronkers, z. J. E. de Bree, geb.
Snel, z. P. de Koning, geb. Coraelissen, z. E. L.
Koning, geb. Messer, d. T. P. J. Voets, geb.
Castenmiller, d.
Overleden: C. van Kiet, man van M. Makkers,
68 j. D. Frikkers, wede. van W. de Oude, 75 j.
W. C. Krijger, man van N. Rekers, 51 j. M. C.
van Eldijk, jd. 85 j. C. Brouwer, vrouw van I.
Midavaine, 76 j. J. C. van Geelkerken, jm. 22 j.
C. A. Pruijmers, wede. van J. Everts, 73 j.
(Van 22—29 April.)
Vlissingen. Gehuwd: J. B. Kuijpers, jm. 34 j.
W. M. M. de Ruyter, jd. 35 j.
Bevallen: S. Vis, geb. Koppejan, d. C. Groenen-
berg, geb. Broodman, d. M. Moerland, geb. Franke,
z. F. Loekemeijer, geb. Martij, z. S. C. Maldegem,
geb. van Outrijve, d. E. A. Lasforc-e, geb. Maern-
houdt, z. C. Geschiere, geb. Jobse, d. M. Hen-
drikse, geb. Pirup, d. W. F. Baels, geb. de Vlie
ger, d. J. P. vau Dijk, geb. Canbier, d. S. W.
Gijzel, geb. van den Bovenkamp, d. (levenl.)
Overleden: K. van der Burgh, d. 8 m. A. E.
Dees, vrouw van H. Marsielje, 56 j. A. Koole, d.
22 m. A. H. de Wolff, man van E. Dommisse,
56 j. M. M. G. Baels, d. 6 w.
Goes. Gehuwd: J. F. van der Leeuw, jm. 22 j.,
met J. K. de Poorter, jd. 23 j. J. van Eikeren,
jm. 26 j., met J. C. de Poorter, jd. 21 j.
Bevallen: J. J. Kakebeeke, geb. Koelants, z.
A. P. de Koster, geb. Buis, z. P. M. Burgt, geb.
de Vreugd, z.
Overleden: C. Almekinders, man van C. den
Hollander, 48 j. J. Kaufmann, z. lm. A. M. Stie-
ger, d. 7 w.
Zierikzee. Bevallen: H. Laven, geb. van der
Weijde, z. C. Reijnhoudt, geb. Leeuw, d.
Overleden: N. Hegland, jd. 56 j. G. van Meurs,
z. 8 m. J. Kuipers, d. 15 j.
Jl. Vrijdag heeft te Neuzen de aanbesteding
plaats gehad van het jaarlijksch herstellen ver
nieuwen en onderhouden van de werken enz. aan
de waterkeering van den calamiteuzen polder
Nieuwe Neuzenwaarvan aannemer is geworden
de heer C. Roskam Jz.te Sliedrecht, voor
ƒ27,000.
Het uitvoeren van buitengewone zinkwerken
en steenbestortingen aan de waterkeering van de
calamiteuze polders Margaretha, Kleine Huissens
en EendragtZaterdag jl. te Zaamslag aanbesteed,
is aangenomen door den heer C. Roskam Jz.te
Sliedrechtvoor f43,300.
29 April, 's av. 11 u. 52 gr.
30 's morg. 7 u. 50 gr. 's midd. 1 u. 60 gr.
'sav. 11 u. 47 gr.
1 Mei. 's morg. 7 u. 45 gr. 's midd. 1 u. 50 gr.
'sav. 6 u. 49.
Algemeene vergadering van Zaterdag 29 April.
Voorzitter de heer D. A. Dronkers.
Na de opening der vergadering deelt de voor
zitter mede, dat de heer Vis wegens uitlaudigheid
en de heer Louwerse uithoofde van voortdurende
ongesteldheid verhinderd worden tegenwoordig
te zijn.
De notulen van het verhandelde in de vergade
ringen van 25 September, 15 Februari en 2 Maart jl.
worden na voorlezing goedgekeurd.
Vervolgens wordt, overeenkomstig art. 105 van
het polderreglement, door het dagelijksch bestuur
overgelegd het verslag omtrent den toestand van
den polder, waarvan door den voorzitter voorle
zing geschiedt.
Uit dit verslag blijkt onder anderen dat, ofschoon
geen buitengewone rampen den polder getroffen
hebben, het afgeloopen jaar toch niet voorspoedig
is geweest, daar de stormschaden aan de zee
weringen der polders niet onbelangrijk genoemd
kunnen worden.
Betreffende de zeeweringen wordt onder meer
medegedeeld, dat voor de herstelling der staket-
werken aan de Noordwatering, waarvoor op de
begrooting van 1876 weder 6897 is uitgetrokken,
het wel noodig zal zijn nog gedurende eenige jaren
jaarlijks een zeker bedrag, hetzij voor de staket
ten zelve of voor de zich daarin bevindende steen
glooiingen, hetzij voor den aanleg van nieuwe en
herstelling van bestaande steenglooiingen, op de
begrooting voor de Noord watering te bestemmen.
Van den aanleg vau een steunrij van oude eiken
palen aan den voet van den zeedijk over eene
lengte van 200 M. tusschen de dijkpalen 19 en 21
blijken de gunstige resultaten, zoodat daarvoor
weder eene lengte van 70 M. in de begrooting
is uitgetrokken.
Het werk ter vervanging van 1440 Ma rijsbe-
slag door glooiing van zuilenbazalt is voltooid en
zal voldoen aan alle eischen om aan den hevigen
golfslag op dat gedeelte van den dijk weerstand
te kunnen bieden. Daar het wenschelijk is met
den aanleg van steenglooiing voort te gaan, heeft
het dag. bestuur voorgesteld dit jaar 1839 Ma
van Doornikschen steen aan te brengen ter ver
vanging van rijsbeslag tusschen de dijkpalen 29
en 31. Een dan nog overblijvende bijna gelijke
oppervlakte rijsbeslag zal een volgend jaar ter
vervanging door steenglooiing worden voorgedragen.
De toestand der duinen is sedert het vorige
jaarverslag, tengevolge van de zeer ongunstige
weersgesteldheid in den afgeloopen winter, niet
verbeterd; gemiddeld bedraagt de achteruitgang:
voor de Noordwatering, noorderstrand 0.20 M, en
zuiderstrand 1.84 M.; voor de Oostwatering 0.34 M.
en voor de Westwatering 2.40 M. Met betrekking
tot het noorderstrand van de Noordwatering treft
men den grootsten achteruitgang aan ten oosten
van Domburg bij strandpaal 39, alwaar alsnu twee
met paalregels bezette hoofden zullen worden ge
maakt.
Ofschoon in het algemeen geen aanwinst der dui
nen te vermelden valt, is het gemiddeld verlies echter
van onbeduidenden omvang en geeft het geen aan
leiding tot eenig bezwaar, daar door verschillende
werken alle bedreigde punten voorzien worden.
De in het vorige jaar gemaakte duinverdediging
tusschen de strandpalen 29 en 33 voor Domburg,
bestaande uit drie paalrijen met rijspakketwerk,
door Doornikschen steen bezwaard, blijkt aan de ge
stelde eischen te voldoen. Daar het strand voor Dom
burg nog altijd in minder gewenschten toestand
verkeert en teneinde verloop van zand te voor
komen zal eene steenglooiing voor het werk der
rijspakking gemaakt worden, ter lengte van 228 M.
en breed 4 M.
De algemeene toestand van den oever des polders
is van dien aard, dat het dagelijksch bestuur voor
het oogenblik daaromtrent geen voorstellen heeft
te doen.
Van het onbruikbaar worden van het drinkwater
in den polder worden de oorzaken opgespoord,
teneinde middelen in het werk te kunnen stellen
om de bezwaren zooveel mogelijk uit den weg te
ruimen.
De sluizen en waterleidingen met kunstwerken
verkeeren in goeden staat. Hetzelfde is over het
algemeen het geval met de kunstwegen bij het
polderbestuur in onderhoud en beheer, met uit
zondering echter van de keibestratingen op de
Noord- en Seiswegenwelke dringend verbetering
behoeven en waarin voor een gedeelte reeds in dit
jaar zal voorzien worden.
Nadat besloten was dat volgens gewoonte het
verslag gedrukt en in afschrift aan gedeputeerde
staten zal medegedeeld worden, ging de vergade
ring over in eene met gesloten deuren.
Na de hervatting der openbare werkzaamheden
was de behandeling der polderbegrooting voor
1876 aan de orde. De heer Loeft bracht daarover
namens de commissie van onderzoek rapport uit,
waaruit bleek dat de commissie geen bedenkingen
had en mitsdien tot vaststelling der begrooting
adviseerde.
Daar geen algemeene beschouwingen werden
gevoerd werd dadelijk overgegaan tot de artikels-
gewijze behandeling der verschillende hoofdstuk
ken, te weten:
A. Inkomsten:
Hoofdstuk I. Ontvangsten wegens vorige dien
sten, 3052. Hoofdstuk II. Opbrengst van éigen-
dommen en bezittingen f 1809.10. Hoofdstuk
III. Belastingen en heffingenf 199,839.11.
Hoofdstuk IV. Inkomsten van verschillenden aard
en toevallige baten f 3574.37. Hoofdstuk V.
Inkomsten der straat- en zandwegen 7876.09).
Hoofdstuk VI. Buitengewone ontvangsten,
f 56,678.57).
Het totaal bedraagt alzoo 272,829.25.
B. Uitgaven.
Hoofdstuk I. Uitgaven van vorige dienstjaren,
nihil. Hoofdstuk II. Kosten der gewone wer
ken f 98,520.94. Hoofdstuk III. Kosten der
buitengewone werkenf 56,678.57). Hoofd
stuk IV. Kosten der straat- en zandwegen
f 5499.95. Hoofdstuk V. Rentebetaling en af
lossing van gevestigde schulden f 76,667.60.
Hoofdstuk VI. Bezoldigingen en schadeloosstellingen
aan het bestuur, den ambtenaren en bedienden
toegekend, 16317. Hoofdstuk VII. Kosten
der inspectiën op de zeewerkenf 700. Hoofd
stuk VIII. Kosten van onderhoud voor 's polders
eigendommen en die van verzekering der gebou
wen tegen brandschadeJ 360. Hoofdstuk IX.
Grond- en andere lastenf 949.37. Hoofdstuk
X. Kosten van brandlicht en bureaubehoeften
500. Hoofdstuk XI. Druk-, bind- en schrijf-
loonen, f 500. Hoofdstuk XII. Kosten van jaar-
lijksche bijhouding van den kadastralen polderleg
ger en daartoe behoorende plans, 500. Hoofd
stuk XIII. Kosten der verkiezing van commissa
rissen', f 300. Hoofdstuk XIV. Alle andere
uitgaven die in het belang van den polder noodig
zijn, f 3430. Hoofdstuk XV. Onvoorziene uit
gaven, f 8766.69).
Het totaal is alzoo gelijk aan dat der inkomsten,
zijnde 272,829.25.
De gewone werken zijn geraamd als volgt
a Noordwatering 72,267.13; b Oostwatering
f 7,279.75c Zuidwatering ƒ9,009.59; d Westwa.
tering 9947.51).
De uit te voeren werken ten behoeve der straat-
en zandwegen zijn geraamd op ƒ5499.95.
De verschillende artikelen der begrooting zijn
alle onveranderd vastgesteld. De gevoerde be
raadslagingen bepaalden zich tot slechts twee
vragen. De heer Schorer vroeg namelijk bij
art. 65 der raming van de gewone werken aan
de Noordwatering, of de daar voorgedragen ver
vanging van afgebroken palen door gecreosoteerde
masten palen, het gevolg is van den paalworm,
waarop de voorzitter antwoordde, dat dit gedeel
telijk het geval ismaar ook een deel dier palen
daar is weggeslagen. De tweede bedoelde vraag
werd gedaan door den heer van Berlekom bij
hoofdstuk V der uitgaven op de begrootingwaar
onder art. 20 voor twaalf maanden intrest van
een kapitaal oude schuld per resto groot f 38,198,
tegen 2 pet. is uitgetrokken 763.96terwijl dat
cijfer op de vorige begrooting 1473.96 bedroeg.
Hij vroeg mitsdien of dit verschil der cijfers het
gevolg is der steeds voortgezette conversiewaarop
de voorzitter bevestigend antwoordde.
De geheele begrooting werd ten slotte met alge
meene stemmen aangenomen.
Bij afzonderlijk besluit werd de in de begroo
ting voorgedragen traktements-verhooging der
twee ondercommiezen aan de Noordwatering met
100 voor ieder goedgekeurd.
Tevens werd aan het dagelijksch bestuur mach
tiging verleend tot overschrijding der te doene
aanbestedingen met 5 pet. boven de raming; tot
onderlinge afschrijving van de artt. 14 tot een
maximum van een-derdeen tot afschrijving uit
de onvoorziene uitgaven van art. 53 en overschrij
ving op de artt. 6 19 2932 3752ter con
currentie van ƒ500.
Vervolgens wordt gelezen eene aanvrage van
het dagelijksch bestuur om machtiging tot aan
koop van steen voor de Noordwatering.
Op de onlangs verkochte buitenplaats St. Jan
ten Heere is aanwezig eene hoeveelheid van Om
trent 90 ton Escauzijnschen steen, welk zeer ge
schikt wordt geacht om voor de werken aan de
Noordwatering te worden gebezigd. Deze steen
is door den eigenaar Stoffel Brouwerlandbouwer
te Aagtekerkeaan den polder in koop of over
name aangeboden voor 375onder voorwaarde
dat alle kosten van vervoer naar den Westkap-
pelschen zeedijk voor Brouwer's rekening komen en
de betaling der koopsom eerts in 1877 zal moeten ge
schieden. Bij voorloopig gedane taxatie is de
waarde van bedoelden steen geschat op 5 per
ton, dus 450 voor 90 ton. Daar het aanbod
van 375 voor den polder zeer voordeelig is,
vraagt het dagelijksch bestuur machtiging om,
bij uitzondering in het belang des polders, be
doelden steen op de gestelde voorwaarden onder
hands aan te koopen.
De heer Loeff vraagt, hoeveel voer de 90 ton
steen bedragen zullenwaarop geantwoord wordt,
dat dit vermoedelijk 90 voer zal zijn, daar een
ton 1000 kilo weegt, zijnde gelijk aan de vracht
van een voer hooi.
Zonder hoofdelijke stemming wordt voorts de
gevraagde machtiging verleend.
De voorzitter deeltnaar aanleiding van het
gesprokene in de najaarsvergadering en het toen
toegezegde onderzoek naar de doorzijpeling van
zout waternamens het dagelijksch bestuur mede,
dat bij dat onderzoek gebleken is, dat in den
westelijken kanaaldijk van Middelburg tot Souburg
hier en daar natte plaatsen worden aangetroffen,
voornamelijk op den binnenberm van den kanaal
dijk en tot 50 centimters in het beloop van dien
dijkdat dit echter van zoo geringe beteekenis
is dat het van geen invloed kan zijn op het zout
gehalte van het polderwater. Tusschen Souburg
en Vlissingen is de doorlekking echter van
dien aard, dat tengevolge daarvan niet ontkend
kan worden er eenig zout water in de bermsloot
vloeit en zich alzoo met het polderwater vermengt
dat water wordt afgevloeid kort langs Vlissingen
door de halvemaan-sprinkwelke zijn uitloozing
heeft in den Vlissingschen watergang bij de wes-
tersluis te Vlissingen.
Het dagelijksch bestuur heeft zich te dezer
zake gewend tot den hoofdingenieur van den
waterstaat, met wien daarover onderhandelingen
worden gevoerd, die echter nog niet zijn afgeloopen,
doch alle hoop geven dat zij zullen leiden tot eene
verbetering van den bestaanden toestand. Het
dag. bestuur wil liefst nu de quaestie in 't midden
latenof dat zoute water eenigen invloed kan
hebben op het water verder in den polder, doch
het kan niet ontkennen dat er eenig wateraf
komstig uit het kanaalin den polder vloeit en
stelt daarom voor bij wijze van proef den Vlis
singschen watergang van het overige polderwater
af te sluiten door het plaatsen van kistdammen
ter hoogte van 0.20 a 0.30 centimeter boven de
nul: 1° bij de brug op den singel bij Poelendale
te Middelburg, 2° in den duiker n° 2 bermwög,
3° duiker n° 4 bermweg, en 4° in den Koudekerk-
schen sprink. Daardoor is de Vlissingsehe water
gang geheel afgesloten, terwijl de kosten ongeveer
400 zullen bedragen.
De heer P. de Visser stelde voor, om ook een
dam te plaatsen in de Poppendamsche heul, ten
einde het water in dat gedeelte van het eiland in
eenigszins hoogeren stand te houden dan in de
andere gedeelten. Daar dit voorstel evenwel
niet werd ondersteundmoest het buiten behan
deling big ven.
Het voorstel van het dagelijksch bestuur werd
voorts met algemeene stemmen aangenomenen
tevens bepaald dat de kosten zullen gevonden
worden uit den post voor onvoorziene uitgaven en
de afdamming zonder openbare aanbesteding zal
geschieden.
Verder geene zaken meer aan de orde zijnde
wordt de vergadering gesloten.
Moektar Pacha schijnt er werkelijk in te zijn
geslaagd de sterke vesting Niksich, aan wier be
houd de Turken zooveel waarde hechten, te pro
viandeeren. Onder voortdurende gevechten is het
hem gelukt de passen van Douga door te trekken,
maar de berichten omtrent zijn terugtocht van
Niksich naar Gatzko luiden minder gunstig, aan
gezien de Turksche troepen weder door de opstan
delingen werden ingesloten en in twee gevechten
veel volk verloren. De prijs moge dan al wat
duur zijn geweesthet doel der Turken is bereikt en
daardoor weder de hoop verlevendigd, dat het zal
gelukken thans een wapenstilstand te bewerken,
te meer daar de overeenstemming tusschen de
mogendheden niets te wenschen schijnt over te
latendaar ook Engeland heeft verklaard zich
volkomen bij de andere aan te sluiten.
Bij eene circulaire van den 27en April heeft de
Porte instructies doen toekomen aan hare gezanten.
Zij beweert ook daarin weder dat de Montenegrij-
nen den opstand steunen, protesteert tegen het
toeschrijven van oorlogzuchtige bedoelingen aan
haar zelve en spreekt haar vertrouwen uit in de
zedelijke medewerking der mogendheden tot paci
ficatie van de in opstand verkeerende provincies.
Verscheidend mogendheden hebben mondeling op
de mededeeling van deze circulaire aan de Turk
sche gezanten geantwoord, de opinie van de Porte
omtrent Montenegro bestreden en de overtuiging
uitgesproken, dat dit vorstendom vredelievende be
doelingen koestert. Over het geheel is de toestand
minder bedenkelijk dan eenige dagen geleden, daar
ook blijkens een telegram uit St. Petersburg van
Zaterdag jl. de opstandelingen meer toegevend
gezind zijn, zoodat het verkrijgen van den vrede
grootendeels van de Porte zelve zou afhangen.
In verband met een en ander heeft het bericht
een gunstigen indruk gemaakt, dat de eerlang
te Berlijn te houden keizer-bijeenkomst ook zal
worden bijgewoond door graaf Andrassy.
Niet minder dan de buitenlandsche politiek
houdt de binnenlandsche keizer Frans Josef bezig,
en aan zgn tusschenkomst in de Oostenrgksch-
Hongaarsche onderhandelingen zal het te danken
zijn dat de gang van zaken eene wending heeft
genomen waardoor het behoud van de beide mi
nisteries is gewaarborgd. Zaterdag is Koloman
Tisza herhaaldelijk bij den keizer ontboden, wien
hij benevens de Hongaarsche voorstellen tevens
weder zijn ontslag aanbood, dat nu evenmin werd
aangenomen. Over verschillende belangrijke pun
ten als het douanen-tarief, de bankquaestie en
andere is volkomen overeenstemming verkregen;
de quaestie der restituties van douanerechten zal
geen verdere moeilijkheden opleveren, terwijl de
eenige moeilijke quaestie, waarover men het nog
niet eens kon worden, dat betreffende de vertee-
ringsbelastingen is. Indien echter volkomen over
eenstemming over alle hoofdpunten zal zijn ver
kregen, verwacht men dat de regeling der onder-
deelen nog geruimen tijd zal duren. Intusschen
is het gevaar voor een politieke of ministerieele
crisis zelfs, voor 't oogenblik geheel geweken.
Ook bij de tweede lezing van het wetsontwerp
betreffende den afstand van spoorwegen heeft von
Bismarck in de Pruisische kamer de overwinning
behaald. Nadat het door hem en de ministers van
landbouw en koophandel vooral op economische
gronden krachtig was verdedigd, werd het, na een
debat van 6 uren, aangenomen met 206 tegen 165
stemmen, zoodat de meerderheid nog iets grooter
is dan men vooruit had voorspeld. Hoewel van
verschillende zijden is beweerd dat behalve de
heer Delbrück ook de minister van financiën zich
sterk tegen het plan van von Bismarck had ver
klaard, verzekerde deze, dat over de aanhangige
zaak tusschen het geheele ministerie volkomen
overeenstemming bestaat.
Omtrent de voorziening in de vacature, ontsaan
door de aftreding van den heer Delbrück, wordt
gemeld, dat de Hessisehe minister Hofmann zich
bereid heeft verklaard om als president van de
rijkskanselarij op te treden, mits enkele afdeelin-
gen er worden afgenomen. Ter voldoening aan
dat verlangen bestaat bet voornemen de afdeeling
ElzasLotharingen tot een afzonderlijk departement
te verheffen, en de afdeeling justitie, met ministe
rieele verantwoordelijkheid, op te dragen aan von
Bismarck.
Het Spaansche congres is genaderd tot de be
handeling van een der belangrijkste artikelen der
ontworpen-constitutie, het welbekende artikel 11