BÏÏITÜlTLAl'D. Burgerlijke stand, Verkoopingen en aanbestedingen. Thermometerstand. Polderbestuur van Walcheren. Algemeen Overzicht, geopend van de „Société royale de Flore de Bruxelles." Zij zal worden gehouden in Petit Sablon, in de voorloopige houten lokalen voor de driejarige tentoonstelling van schoone kunsten. Genoemde maatschappij is opgericht in 1660, toen zij den naam droeg van „Confrérie de Ste Doro- thée." In 1821, onder de regeering van koning Willem I, werd zij gereorganiseerd en verkreeg den naam van „Société de Flore." Koning Leopold I gaf haar in 1840 de vergunning om den titel Société royale aan te nemen. De tentoonstelling van 1876 is de honderdste, en de tweede interna tionale die zij organiseert. De koning, de koningin en de graaf van Vlaanderen hebben eere-medailles aangeboden. De regeering, de provincie Brabant en de stad Brussel stonden subsidies toe. Het bestuur der maatschappij heeft ook medailles van groote waarde uitgeloofd. Er zijn 250 rubrieken ter mededinging, waarvoor zijn uitgeloofd éen gouden medaille ter waarde van 1000 franken; 12 gouden van 500 franken; 26 gouden van 200 franken en 83 gouden van 100 franken; voorts 45 groote zilveren vergulde; 85 groote zilveren; 70 kleine zilveren vergulde en 70 kleine zilveren, daarenboven nog vijf prijzen in geld. Onder de inzenders bevinden zich vele Engelschen en Neder landers, maar weinig Franschen en Duitschers. De tentoonstelling zal tot 7 Mei duren. De jury 13 samengesteld uit erkende specialiteiten op het gebied van bloementeelt uit verschillende landen. De regeeringen van Frankrijk, Nederland, Luxem burg, Columbië enz. hebben gedelegeerden ge zonden. In de Belgische bladen wordt weder geklaagd over de schandelijke handelwijze van wervers voor het Nederlandsch Indische leger, speciaal in de omstreken van Luik, die aan de aangeworven per sonen de noodige stukken leveren om voor het Nederlandsch Indische leger te kunnen worden aange nomen. Dezer dagen is te Luik een jong mensch, Christophe Degueldre, die nog bij het Belgische leger in dienst was, aangeworven onder den val- schen naam van Lelcouxals zoodanig is hij inge lijfd bij de tweede compagnie, die met bestemming voor Indië te Harderwijk wordt samengesteld en binnen kort moet vertrekken. De familie-betrek kingen van Degueldre hebben de noodige stap pen aangewend om zijne vrijstelling te bewerken. Ongeveer 5000 pelgrims: Eussen, Grieken, Araeuiers en Syners waren naar Jerusalem gegaan om het Paaschfeest te vieren. Velen gingen naar Jericho om in den Jordaan te baden. Bij die ge legenheid stierven twee tengevolge van zonnesteek, terwijl verscheidene andere, die bij gebreke van een betere gelegenheid, in een bouwvallige toren overnachten, den dood vonden, door het instorten van dat gebouw. Deze rampen hebben de lust voor een bedevaart naar den Jordaan zeer ver minderd. (Van 23—30 April.) Middelburg. OndertrouwdG. Dorleijn, jm. 28 j., met M. Jongepier, jd. 21 j. A. van Sorge, jm. 26 j., met S. van Aartsen, jd. 20 j. C. Van der Weele, jm. 27 j., met G. C. de Vos, jd. 20 j. C. A. Lagaaij, jm. 22 j., met J. W. Meertens, jd. 19 j. J. Ooms, jm. 34 j., met M. P. de Backer, jd. 35 j. A. van Kiel, jm. 23 j., met H. J. Baale, jd. 27 j. P. M. Nijssen, jm. 26 j., met C. Groene- wegen, jd. 26 j. A. C. van Wijck, wedr. 34 j., met E. de Koster, jd. 29 j. B. F. Montenarie, wedr. 61 j., met S. J. Metzger, jd. 37 j. C. J. J. du Mee, jm. 22 j., met M. Vreke, jd. 21 j. J. Mar- silje, jm. 25 j., met M. M. Varel, jd. 33 j. P. H. Bostelaar, jm. 22 j., met H. J. S. Diermanse, jd. 25 j. G. Leer, jm. 29 j., met M. B. van Kiel, jd. 30 j. H. J. van Agten, jm. 26 j., met J. M. Fens, jd. 21 j. BevallenK. Frank, geb. van Zon, z. G. H. A. van Dixhoorn, geb. Ladenberg, d. E. C. Geijp, geb. Landman, z. C. Overweel, geb. Haag, z. K. Gort, geb. Willemse, d. M. F, Peters, geb. Storij van Sorge, d. G. C. de Waard, geb. Bautz, d. P. J. van Pagé, geb. Dronkers, z. J. E. de Bree, geb. Snel, z. P. de Koning, geb. Coraelissen, z. E. L. Koning, geb. Messer, d. T. P. J. Voets, geb. Castenmiller, d. Overleden: C. van Kiet, man van M. Makkers, 68 j. D. Frikkers, wede. van W. de Oude, 75 j. W. C. Krijger, man van N. Rekers, 51 j. M. C. van Eldijk, jd. 85 j. C. Brouwer, vrouw van I. Midavaine, 76 j. J. C. van Geelkerken, jm. 22 j. C. A. Pruijmers, wede. van J. Everts, 73 j. (Van 22—29 April.) Vlissingen. Gehuwd: J. B. Kuijpers, jm. 34 j. W. M. M. de Ruyter, jd. 35 j. Bevallen: S. Vis, geb. Koppejan, d. C. Groenen- berg, geb. Broodman, d. M. Moerland, geb. Franke, z. F. Loekemeijer, geb. Martij, z. S. C. Maldegem, geb. van Outrijve, d. E. A. Lasforc-e, geb. Maern- houdt, z. C. Geschiere, geb. Jobse, d. M. Hen- drikse, geb. Pirup, d. W. F. Baels, geb. de Vlie ger, d. J. P. vau Dijk, geb. Canbier, d. S. W. Gijzel, geb. van den Bovenkamp, d. (levenl.) Overleden: K. van der Burgh, d. 8 m. A. E. Dees, vrouw van H. Marsielje, 56 j. A. Koole, d. 22 m. A. H. de Wolff, man van E. Dommisse, 56 j. M. M. G. Baels, d. 6 w. Goes. Gehuwd: J. F. van der Leeuw, jm. 22 j., met J. K. de Poorter, jd. 23 j. J. van Eikeren, jm. 26 j., met J. C. de Poorter, jd. 21 j. Bevallen: J. J. Kakebeeke, geb. Koelants, z. A. P. de Koster, geb. Buis, z. P. M. Burgt, geb. de Vreugd, z. Overleden: C. Almekinders, man van C. den Hollander, 48 j. J. Kaufmann, z. lm. A. M. Stie- ger, d. 7 w. Zierikzee. Bevallen: H. Laven, geb. van der Weijde, z. C. Reijnhoudt, geb. Leeuw, d. Overleden: N. Hegland, jd. 56 j. G. van Meurs, z. 8 m. J. Kuipers, d. 15 j. Jl. Vrijdag heeft te Neuzen de aanbesteding plaats gehad van het jaarlijksch herstellen ver nieuwen en onderhouden van de werken enz. aan de waterkeering van den calamiteuzen polder Nieuwe Neuzenwaarvan aannemer is geworden de heer C. Roskam Jz.te Sliedrecht, voor ƒ27,000. Het uitvoeren van buitengewone zinkwerken en steenbestortingen aan de waterkeering van de calamiteuze polders Margaretha, Kleine Huissens en EendragtZaterdag jl. te Zaamslag aanbesteed, is aangenomen door den heer C. Roskam Jz.te Sliedrechtvoor f43,300. 29 April, 's av. 11 u. 52 gr. 30 's morg. 7 u. 50 gr. 's midd. 1 u. 60 gr. 'sav. 11 u. 47 gr. 1 Mei. 's morg. 7 u. 45 gr. 's midd. 1 u. 50 gr. 'sav. 6 u. 49. Algemeene vergadering van Zaterdag 29 April. Voorzitter de heer D. A. Dronkers. Na de opening der vergadering deelt de voor zitter mede, dat de heer Vis wegens uitlaudigheid en de heer Louwerse uithoofde van voortdurende ongesteldheid verhinderd worden tegenwoordig te zijn. De notulen van het verhandelde in de vergade ringen van 25 September, 15 Februari en 2 Maart jl. worden na voorlezing goedgekeurd. Vervolgens wordt, overeenkomstig art. 105 van het polderreglement, door het dagelijksch bestuur overgelegd het verslag omtrent den toestand van den polder, waarvan door den voorzitter voorle zing geschiedt. Uit dit verslag blijkt onder anderen dat, ofschoon geen buitengewone rampen den polder getroffen hebben, het afgeloopen jaar toch niet voorspoedig is geweest, daar de stormschaden aan de zee weringen der polders niet onbelangrijk genoemd kunnen worden. Betreffende de zeeweringen wordt onder meer medegedeeld, dat voor de herstelling der staket- werken aan de Noordwatering, waarvoor op de begrooting van 1876 weder 6897 is uitgetrokken, het wel noodig zal zijn nog gedurende eenige jaren jaarlijks een zeker bedrag, hetzij voor de staket ten zelve of voor de zich daarin bevindende steen glooiingen, hetzij voor den aanleg van nieuwe en herstelling van bestaande steenglooiingen, op de begrooting voor de Noord watering te bestemmen. Van den aanleg vau een steunrij van oude eiken palen aan den voet van den zeedijk over eene lengte van 200 M. tusschen de dijkpalen 19 en 21 blijken de gunstige resultaten, zoodat daarvoor weder eene lengte van 70 M. in de begrooting is uitgetrokken. Het werk ter vervanging van 1440 Ma rijsbe- slag door glooiing van zuilenbazalt is voltooid en zal voldoen aan alle eischen om aan den hevigen golfslag op dat gedeelte van den dijk weerstand te kunnen bieden. Daar het wenschelijk is met den aanleg van steenglooiing voort te gaan, heeft het dag. bestuur voorgesteld dit jaar 1839 Ma van Doornikschen steen aan te brengen ter ver vanging van rijsbeslag tusschen de dijkpalen 29 en 31. Een dan nog overblijvende bijna gelijke oppervlakte rijsbeslag zal een volgend jaar ter vervanging door steenglooiing worden voorgedragen. De toestand der duinen is sedert het vorige jaarverslag, tengevolge van de zeer ongunstige weersgesteldheid in den afgeloopen winter, niet verbeterd; gemiddeld bedraagt de achteruitgang: voor de Noordwatering, noorderstrand 0.20 M, en zuiderstrand 1.84 M.; voor de Oostwatering 0.34 M. en voor de Westwatering 2.40 M. Met betrekking tot het noorderstrand van de Noordwatering treft men den grootsten achteruitgang aan ten oosten van Domburg bij strandpaal 39, alwaar alsnu twee met paalregels bezette hoofden zullen worden ge maakt. Ofschoon in het algemeen geen aanwinst der dui nen te vermelden valt, is het gemiddeld verlies echter van onbeduidenden omvang en geeft het geen aan leiding tot eenig bezwaar, daar door verschillende werken alle bedreigde punten voorzien worden. De in het vorige jaar gemaakte duinverdediging tusschen de strandpalen 29 en 33 voor Domburg, bestaande uit drie paalrijen met rijspakketwerk, door Doornikschen steen bezwaard, blijkt aan de ge stelde eischen te voldoen. Daar het strand voor Dom burg nog altijd in minder gewenschten toestand verkeert en teneinde verloop van zand te voor komen zal eene steenglooiing voor het werk der rijspakking gemaakt worden, ter lengte van 228 M. en breed 4 M. De algemeene toestand van den oever des polders is van dien aard, dat het dagelijksch bestuur voor het oogenblik daaromtrent geen voorstellen heeft te doen. Van het onbruikbaar worden van het drinkwater in den polder worden de oorzaken opgespoord, teneinde middelen in het werk te kunnen stellen om de bezwaren zooveel mogelijk uit den weg te ruimen. De sluizen en waterleidingen met kunstwerken verkeeren in goeden staat. Hetzelfde is over het algemeen het geval met de kunstwegen bij het polderbestuur in onderhoud en beheer, met uit zondering echter van de keibestratingen op de Noord- en Seiswegenwelke dringend verbetering behoeven en waarin voor een gedeelte reeds in dit jaar zal voorzien worden. Nadat besloten was dat volgens gewoonte het verslag gedrukt en in afschrift aan gedeputeerde staten zal medegedeeld worden, ging de vergade ring over in eene met gesloten deuren. Na de hervatting der openbare werkzaamheden was de behandeling der polderbegrooting voor 1876 aan de orde. De heer Loeft bracht daarover namens de commissie van onderzoek rapport uit, waaruit bleek dat de commissie geen bedenkingen had en mitsdien tot vaststelling der begrooting adviseerde. Daar geen algemeene beschouwingen werden gevoerd werd dadelijk overgegaan tot de artikels- gewijze behandeling der verschillende hoofdstuk ken, te weten: A. Inkomsten: Hoofdstuk I. Ontvangsten wegens vorige dien sten, 3052. Hoofdstuk II. Opbrengst van éigen- dommen en bezittingen f 1809.10. Hoofdstuk III. Belastingen en heffingenf 199,839.11. Hoofdstuk IV. Inkomsten van verschillenden aard en toevallige baten f 3574.37. Hoofdstuk V. Inkomsten der straat- en zandwegen 7876.09). Hoofdstuk VI. Buitengewone ontvangsten, f 56,678.57). Het totaal bedraagt alzoo 272,829.25. B. Uitgaven. Hoofdstuk I. Uitgaven van vorige dienstjaren, nihil. Hoofdstuk II. Kosten der gewone wer ken f 98,520.94. Hoofdstuk III. Kosten der buitengewone werkenf 56,678.57). Hoofd stuk IV. Kosten der straat- en zandwegen f 5499.95. Hoofdstuk V. Rentebetaling en af lossing van gevestigde schulden f 76,667.60. Hoofdstuk VI. Bezoldigingen en schadeloosstellingen aan het bestuur, den ambtenaren en bedienden toegekend, 16317. Hoofdstuk VII. Kosten der inspectiën op de zeewerkenf 700. Hoofd stuk VIII. Kosten van onderhoud voor 's polders eigendommen en die van verzekering der gebou wen tegen brandschadeJ 360. Hoofdstuk IX. Grond- en andere lastenf 949.37. Hoofdstuk X. Kosten van brandlicht en bureaubehoeften 500. Hoofdstuk XI. Druk-, bind- en schrijf- loonen, f 500. Hoofdstuk XII. Kosten van jaar- lijksche bijhouding van den kadastralen polderleg ger en daartoe behoorende plans, 500. Hoofd stuk XIII. Kosten der verkiezing van commissa rissen', f 300. Hoofdstuk XIV. Alle andere uitgaven die in het belang van den polder noodig zijn, f 3430. Hoofdstuk XV. Onvoorziene uit gaven, f 8766.69). Het totaal is alzoo gelijk aan dat der inkomsten, zijnde 272,829.25. De gewone werken zijn geraamd als volgt a Noordwatering 72,267.13; b Oostwatering f 7,279.75c Zuidwatering ƒ9,009.59; d Westwa. tering 9947.51). De uit te voeren werken ten behoeve der straat- en zandwegen zijn geraamd op ƒ5499.95. De verschillende artikelen der begrooting zijn alle onveranderd vastgesteld. De gevoerde be raadslagingen bepaalden zich tot slechts twee vragen. De heer Schorer vroeg namelijk bij art. 65 der raming van de gewone werken aan de Noordwatering, of de daar voorgedragen ver vanging van afgebroken palen door gecreosoteerde masten palen, het gevolg is van den paalworm, waarop de voorzitter antwoordde, dat dit gedeel telijk het geval ismaar ook een deel dier palen daar is weggeslagen. De tweede bedoelde vraag werd gedaan door den heer van Berlekom bij hoofdstuk V der uitgaven op de begrootingwaar onder art. 20 voor twaalf maanden intrest van een kapitaal oude schuld per resto groot f 38,198, tegen 2 pet. is uitgetrokken 763.96terwijl dat cijfer op de vorige begrooting 1473.96 bedroeg. Hij vroeg mitsdien of dit verschil der cijfers het gevolg is der steeds voortgezette conversiewaarop de voorzitter bevestigend antwoordde. De geheele begrooting werd ten slotte met alge meene stemmen aangenomen. Bij afzonderlijk besluit werd de in de begroo ting voorgedragen traktements-verhooging der twee ondercommiezen aan de Noordwatering met 100 voor ieder goedgekeurd. Tevens werd aan het dagelijksch bestuur mach tiging verleend tot overschrijding der te doene aanbestedingen met 5 pet. boven de raming; tot onderlinge afschrijving van de artt. 14 tot een maximum van een-derdeen tot afschrijving uit de onvoorziene uitgaven van art. 53 en overschrij ving op de artt. 6 19 2932 3752ter con currentie van ƒ500. Vervolgens wordt gelezen eene aanvrage van het dagelijksch bestuur om machtiging tot aan koop van steen voor de Noordwatering. Op de onlangs verkochte buitenplaats St. Jan ten Heere is aanwezig eene hoeveelheid van Om trent 90 ton Escauzijnschen steen, welk zeer ge schikt wordt geacht om voor de werken aan de Noordwatering te worden gebezigd. Deze steen is door den eigenaar Stoffel Brouwerlandbouwer te Aagtekerkeaan den polder in koop of over name aangeboden voor 375onder voorwaarde dat alle kosten van vervoer naar den Westkap- pelschen zeedijk voor Brouwer's rekening komen en de betaling der koopsom eerts in 1877 zal moeten ge schieden. Bij voorloopig gedane taxatie is de waarde van bedoelden steen geschat op 5 per ton, dus 450 voor 90 ton. Daar het aanbod van 375 voor den polder zeer voordeelig is, vraagt het dagelijksch bestuur machtiging om, bij uitzondering in het belang des polders, be doelden steen op de gestelde voorwaarden onder hands aan te koopen. De heer Loeff vraagt, hoeveel voer de 90 ton steen bedragen zullenwaarop geantwoord wordt, dat dit vermoedelijk 90 voer zal zijn, daar een ton 1000 kilo weegt, zijnde gelijk aan de vracht van een voer hooi. Zonder hoofdelijke stemming wordt voorts de gevraagde machtiging verleend. De voorzitter deeltnaar aanleiding van het gesprokene in de najaarsvergadering en het toen toegezegde onderzoek naar de doorzijpeling van zout waternamens het dagelijksch bestuur mede, dat bij dat onderzoek gebleken is, dat in den westelijken kanaaldijk van Middelburg tot Souburg hier en daar natte plaatsen worden aangetroffen, voornamelijk op den binnenberm van den kanaal dijk en tot 50 centimters in het beloop van dien dijkdat dit echter van zoo geringe beteekenis is dat het van geen invloed kan zijn op het zout gehalte van het polderwater. Tusschen Souburg en Vlissingen is de doorlekking echter van dien aard, dat tengevolge daarvan niet ontkend kan worden er eenig zout water in de bermsloot vloeit en zich alzoo met het polderwater vermengt dat water wordt afgevloeid kort langs Vlissingen door de halvemaan-sprinkwelke zijn uitloozing heeft in den Vlissingschen watergang bij de wes- tersluis te Vlissingen. Het dagelijksch bestuur heeft zich te dezer zake gewend tot den hoofdingenieur van den waterstaat, met wien daarover onderhandelingen worden gevoerd, die echter nog niet zijn afgeloopen, doch alle hoop geven dat zij zullen leiden tot eene verbetering van den bestaanden toestand. Het dag. bestuur wil liefst nu de quaestie in 't midden latenof dat zoute water eenigen invloed kan hebben op het water verder in den polder, doch het kan niet ontkennen dat er eenig wateraf komstig uit het kanaalin den polder vloeit en stelt daarom voor bij wijze van proef den Vlis singschen watergang van het overige polderwater af te sluiten door het plaatsen van kistdammen ter hoogte van 0.20 a 0.30 centimeter boven de nul: 1° bij de brug op den singel bij Poelendale te Middelburg, 2° in den duiker n° 2 bermwög, 3° duiker n° 4 bermweg, en 4° in den Koudekerk- schen sprink. Daardoor is de Vlissingsehe water gang geheel afgesloten, terwijl de kosten ongeveer 400 zullen bedragen. De heer P. de Visser stelde voor, om ook een dam te plaatsen in de Poppendamsche heul, ten einde het water in dat gedeelte van het eiland in eenigszins hoogeren stand te houden dan in de andere gedeelten. Daar dit voorstel evenwel niet werd ondersteundmoest het buiten behan deling big ven. Het voorstel van het dagelijksch bestuur werd voorts met algemeene stemmen aangenomenen tevens bepaald dat de kosten zullen gevonden worden uit den post voor onvoorziene uitgaven en de afdamming zonder openbare aanbesteding zal geschieden. Verder geene zaken meer aan de orde zijnde wordt de vergadering gesloten. Moektar Pacha schijnt er werkelijk in te zijn geslaagd de sterke vesting Niksich, aan wier be houd de Turken zooveel waarde hechten, te pro viandeeren. Onder voortdurende gevechten is het hem gelukt de passen van Douga door te trekken, maar de berichten omtrent zijn terugtocht van Niksich naar Gatzko luiden minder gunstig, aan gezien de Turksche troepen weder door de opstan delingen werden ingesloten en in twee gevechten veel volk verloren. De prijs moge dan al wat duur zijn geweesthet doel der Turken is bereikt en daardoor weder de hoop verlevendigd, dat het zal gelukken thans een wapenstilstand te bewerken, te meer daar de overeenstemming tusschen de mogendheden niets te wenschen schijnt over te latendaar ook Engeland heeft verklaard zich volkomen bij de andere aan te sluiten. Bij eene circulaire van den 27en April heeft de Porte instructies doen toekomen aan hare gezanten. Zij beweert ook daarin weder dat de Montenegrij- nen den opstand steunen, protesteert tegen het toeschrijven van oorlogzuchtige bedoelingen aan haar zelve en spreekt haar vertrouwen uit in de zedelijke medewerking der mogendheden tot paci ficatie van de in opstand verkeerende provincies. Verscheidend mogendheden hebben mondeling op de mededeeling van deze circulaire aan de Turk sche gezanten geantwoord, de opinie van de Porte omtrent Montenegro bestreden en de overtuiging uitgesproken, dat dit vorstendom vredelievende be doelingen koestert. Over het geheel is de toestand minder bedenkelijk dan eenige dagen geleden, daar ook blijkens een telegram uit St. Petersburg van Zaterdag jl. de opstandelingen meer toegevend gezind zijn, zoodat het verkrijgen van den vrede grootendeels van de Porte zelve zou afhangen. In verband met een en ander heeft het bericht een gunstigen indruk gemaakt, dat de eerlang te Berlijn te houden keizer-bijeenkomst ook zal worden bijgewoond door graaf Andrassy. Niet minder dan de buitenlandsche politiek houdt de binnenlandsche keizer Frans Josef bezig, en aan zgn tusschenkomst in de Oostenrgksch- Hongaarsche onderhandelingen zal het te danken zijn dat de gang van zaken eene wending heeft genomen waardoor het behoud van de beide mi nisteries is gewaarborgd. Zaterdag is Koloman Tisza herhaaldelijk bij den keizer ontboden, wien hij benevens de Hongaarsche voorstellen tevens weder zijn ontslag aanbood, dat nu evenmin werd aangenomen. Over verschillende belangrijke pun ten als het douanen-tarief, de bankquaestie en andere is volkomen overeenstemming verkregen; de quaestie der restituties van douanerechten zal geen verdere moeilijkheden opleveren, terwijl de eenige moeilijke quaestie, waarover men het nog niet eens kon worden, dat betreffende de vertee- ringsbelastingen is. Indien echter volkomen over eenstemming over alle hoofdpunten zal zijn ver kregen, verwacht men dat de regeling der onder- deelen nog geruimen tijd zal duren. Intusschen is het gevaar voor een politieke of ministerieele crisis zelfs, voor 't oogenblik geheel geweken. Ook bij de tweede lezing van het wetsontwerp betreffende den afstand van spoorwegen heeft von Bismarck in de Pruisische kamer de overwinning behaald. Nadat het door hem en de ministers van landbouw en koophandel vooral op economische gronden krachtig was verdedigd, werd het, na een debat van 6 uren, aangenomen met 206 tegen 165 stemmen, zoodat de meerderheid nog iets grooter is dan men vooruit had voorspeld. Hoewel van verschillende zijden is beweerd dat behalve de heer Delbrück ook de minister van financiën zich sterk tegen het plan van von Bismarck had ver klaard, verzekerde deze, dat over de aanhangige zaak tusschen het geheele ministerie volkomen overeenstemming bestaat. Omtrent de voorziening in de vacature, ontsaan door de aftreding van den heer Delbrück, wordt gemeld, dat de Hessisehe minister Hofmann zich bereid heeft verklaard om als president van de rijkskanselarij op te treden, mits enkele afdeelin- gen er worden afgenomen. Ter voldoening aan dat verlangen bestaat bet voornemen de afdeeling ElzasLotharingen tot een afzonderlijk departement te verheffen, en de afdeeling justitie, met ministe rieele verantwoordelijkheid, op te dragen aan von Bismarck. Het Spaansche congres is genaderd tot de be handeling van een der belangrijkste artikelen der ontworpen-constitutie, het welbekende artikel 11

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 3