N°. 103.
119e Jaargang.
1876.
Maandag
1 Mei.
Telegraphische berichten.
DE RUITER# STERFDAG.
Kerknieuws.
Marine en leger.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels f 1,50 j
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg, 29 April.
FEUI 3L.LE TOIST.
-O"
In de heden alhier gehouden algeineene verga
dering van het polderbestuur van Walcheren
zijn de volgende onderwerpen in behandeling ge-
Domen.
Na voorlezing van het jaarverslag is de begroo
ting behandeld en onveranderd vastgesteld tot een
bedrag van 272,829,25in ontvang en uitgaaf.
Bij de vaststelling is tevens overeenkomstig het
voorstel van het dagelijksch bestuur besloten, de
jaarwedde van ieder der beide ondercommiezen
aan de Noordwateringop grond vaD erkenden
ijver en verdiensten, gepaard aan uitbreiding van
werkzaamheden, met f 100 te verhoogen en alzoo
te brengen op 700.
Aan het dagelij ksch bestuur is machtiging ver
leend tot onderhandschen aankoop van steen ten
behoeve van de Noordwatering van S. Brouwer te
Aagtekerke.
Betreffende de in de najaarsvergadering behan
delde quaestie van het doorzijpelen van zout water
door den kanaaldijk worden, blijkens mededeeling
van het dagelijksch bestuur, onderhandelingen ge
voerd met den hoofdingenieur van den waterstaat,
die nog niet zijn afgeloopen. Daar het evenwel
blijkt dat tusschen Souburg en Vlissingen eenig
water uit het kanaal in den polder vloeit, is
besloten om bij wijze van proef den Vlissing-
schen watergang van het overige polderwater af
te sluiten door het plaatsen van kistdammen.
In een volgend nommer geven wij van deze
vergadering het gewone verslag.
Ter herdenking aan den dood van de Ruiter
wapperen te Vlissingen de nationale kleuren van
de openbare gebouwen en vele particuliere wonin
gen. Heden avond zal bij het standbeeld eene
plechtige demonstratie geschieden en een immor
tellenkrans aan den voet van het standbeeld
nedergelegd worden.
Blijkens publicatie van den burgemeester van
Neuzen zijn de mazelen aldaar epidemisch
heerschende.
Gisteren zijn te Neuzen per provinciale stoom
boot aangekomen de 2e en 3e compagnie van het
2e bataljon 3e regiment infanterie en zijn van daar
ii.
Den 19en Februari 1676 verliet de Hollandsche
vloot Napelsalwaar de Ruiter namens den koning
van Spanje feestelijk onthaald en met prachtige
geschenken vereerd was. Te Palermowaar men
den 23en aankwam, wachtten hem nieuwe eerbe-
wijzingen. Hier vereenigden zich tien Spaanscbe
schepen onder den vice-admiraal generaal don
Francisco Pereira Freire de la Cerda met de onzen,
waarna de geheele scheepsmacht27 bodems sterk,
den 14™ Maart in zee stak teneinde de Franschen
op te zoeken, of iets tegen Messina te onder
nemen.
De Nederlandsehe vloot was door hare vereeni-
ging met de Spanjaarden wel vermeerderd, doch
weinig versterkt. Reeds dadelijk rees eene moei
lijkheid ten aanzien van den voorrang der beide
opperbevelhebbers. Den koninklijken admiraal
in de achterhoede te plaatsen ging niethem
voorop te stellen verbood de Ruiter 's eergevoel
en waarschijnlijk ook zijn wantrouwen in den
strijdlust of de strijdvaardigheid zijner bondge-
nooten. Er schoot dus niets anders over dan den
don de eereplaats in het midden te geven. De
Ruiter nam zelf het bevel over de voorhoede,
uit 9 Hollandsche schepen bestaande. Hierdoor
werd echter de Hollandsche vloot in tweeën ge
scheiden. Daarbij kwam nog dat de vice-admi-
naar Vlissingen vertrokken de 1® en 2® compagnie
van het 3e bataljon van genoemd regiment.
Tot lid van den gemeenteraad te Oost- en
West-Souburg is verkozen de heer J. M. Pleijte*
Door den gemeenteraad van Cortgene is besloten,
de najaars-veemarkt aldaar, tot dusver gehouden
op den eersten Woensdag in Novembervoortaan te
doen plaats hebben op den derden Woensdag in
October.
Aan boord van het stoomschip Friesland, dat
heden van Vlissingen naar Oost-Indië vertrokken
is, bevonden zich de volgende passagiers le klasse.
De heer J. D. Heijning met vrouw, gouvernante
en 4 kinderen. De heeren H. de Jong v. Beek
en Donk, F. J. Erdstrieck, C. J. G. de Booy,
W. B. de Bas, met vrouw, 5 kinderen, baboe en
gouvernante, E. A. van der Does Prins, L.Junius
vHemert, J. G. Nijgh, F. de Cocq Buning, kom-
mandant van het detachement suppletie-troepen,
met vrouw en 5 kinderen, J. G. Schrater, C. F.
v. Geusau, Hinloopen, met vrouw en 2 kinderen,
J. H. V. Steinmetz en vrouw, E. C. Suermondt,
vrouw en 4 kinderen, A. Salmon, vrouw, kind en
baboe, mevrouw P. C. de Jager, mevrouw L. M. L.
Munninck Huijser.
Passagiers 2a klasse. De heeren D. W. Lauter-
mans met vrouw, I. F. W. Cohen Stuart, P. C.
de Jager, H. M. Bommezijn, G. J. A. Graichen,
benevens de onderofficieren van het detachement
troepen: A. J. PluijniA. E. Oomkens, A. F. A.
van Seters, C. J. J. PernèG. H. ZollN. T.
v. d. TakF. J. K. CollinsH. Verschooff, A. J.
P. Hefftrich en L. W. Siebenhaar.
In de eergisteren avond te Zierikzee gehouden
vergadering der afdeeling „Volksonderwijs" werd,
na uitvoerige bespreking besloten.
a tot het zenden van een adres van instem
ming met het wetsvoorstel van den heer Moens,
en dit eerstdaagsook voor niet-leden der afdee
ling ter teekening te leggen
6 dat het wenschelijk is een afgevaardigde te
zenden naar de algemeene vergadering, die op
20 Mei a. te Utrecht zal worden gehouden
c de keus aan het bestuur over te latenen
aan den gekozenedes gevorderd, f 15 als eene
tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten uit
de kas der afdeeling toe te staan.
Het doel en de strekking van de wetsvoor-
dracht zijn te zeer bekend, over het algemeen is
men te veel van het noodzakelijke eener herzie
ning onzer schoolwet overtuigd, om op eene alge
meene onderteekening aan te dringen. Zoodra
raai de Haanwien nu het bevel over de acht
schepen der achterhoede toekwam, een ruw en
onhandelbaar man was wien de Ruiter niet gaarne
lijden mocht, zoodat de samenwerking met dezen
ook al te wenschen overliet. Tot onderbevelhebber
van de Haan werd kapitein Middelland benoemd, die
in plaats van den gesneuvelden Verschoor tot schout
bij nacht bevorderd was. Het schip „de Spiegel",
vroeger door Verschoor gevoerdwerd onder de
bevelen gesteld van kapitein Schey, wiens eigen
bodem, de „Essen", tengevolge der in het gevecht
bij Stromboli bekomen schade gezonken was.
Den 21™ Maart werd in een krijgsraad, in de
haai van Melasso gehoudenbesloten tot een aan
val op Messina. Den 24™ vierde men den 69en
verjaardag van de Ruiter, dievoor zoover de
groote, eenvoudige man daarvoor gevoelig was,
werd opgeluisterd door de ontvangst van vleiende
brieven van den groothertog van Toscane, den
onderkoning van Napels en andere voorname per
sonen die hem met den afloop van den slag bij
Stromboli geluk wenschten.
Het duurde tot den 22™ April alvorens men, na
door het ongunstige weder en andere omstandig
heden steeds verhinderd te zijn geweest om iets
tegen Messina te ondernemen, de Fransche vloot
te zien kreeg, ongeveer in den uitgang der straat
van Messina, Oostelijk dus van het eiland Sicilië
en in het gezicht van den berg Etna. De vijan
delijke vloot bestond uit 30 linieschepen, 3 fregatten
en 7 branderswas bemand met 10665 koppen en
gewapend met 2172 stukken geschut. Do bekwa-
het bekend iswaar het adres ligtzullen de
bewoners van Zierikzee en omstreken zich zeker,
ook' zonder opwekking daartoehaasten door
hunne onderteekening een blijk van sympathie
te geven.
Door het gemeentebestuur van Sommelsdijk
worden pogingen bij de regeering aangewend om
aldaar eene rijks hoogere burgerschool met vijf
jarigen cursus te doen oprichten, waartoe de ge
meente zich aanzienlijke geldelijke opofferingen
wil getroosten. Dit plan is van groot belang voor
alle gemeenten in Goeree en Overflakkee, die dan
ook de pogingen van Sommelsdijk door adressen
bij den minister van binnenlandsche zaken onder
steunen.
De Staats-eourant van heden bevat een konink
lijk besluit van den 15™ dezer tot gedeeltelijke
wijziging van den loop der liniën van toezicht in
de provincie Zeeland. Deze wijziging betreft eer
stens het gedeelte van de Belgische grens af tot
aan het punt waar de dijk tusschen den Strijders-
gatpolder en den polder van de watering van
Zuidzande stuit op den Antwerpschen polder, en ten
tweede van het punt af waar de linie den Stam-
psrhoekpolder verlaat.
Behalve de gisteren door ons reeds genoemde
wetsontwerpen betreffende de tabaksbelasting
en het verhoogd recht op de thee heeft de minis
ter van financien ook zijn ontwerp tot afschaffing
van den accijns op het vleesch (met de tabaks
belasting samenhangende) ingetrokken. De ver
hooging van den accijns op het gedistilleerd en
de nadere bepalingen omtrent den accijns op de
bieren en azijnen blij ven gehandhaafd en de tarief
rechten in 't algemeen worden verminderd.
De sterfdag van d.9 Ruiter wordt heden aan
de kweekschool te Leiden herdacht door de ontr
hulling van een borstbeeld van den zeeheld en
door eene toespraak tot de kweekelingen, terwijl
de vlaggen halfstoks zullen waaien. Te Amster
dam zal de heer Victor, die het huis op den Bui
tenkant bewoont waar de Ruiter eenmaal woonde,
op zijne in het dok liggende schepen de vlag half
stoks doen waaien en zullen op het graf in de
Nieuwe kerk immortellenkransen en een lauwer
krans worden nedergelegd, door belangstellenden
gezonden.
Waarschijnlijk zal heden de wet op het hooger
enderwijs door den koning, terwijl Z. M. zich
nog te Amsterdam bevindt, bekrachtigd worden.
me Duquesne was haar aanvoerder en had onder
zich de vice-admiralen d'Almeras, Gabaret en
d'Humieres, die ieder over eene afdeeling het
bevel voerden. Sedert het gevecht bij Strom
boli had men op de Fransche schepen, in de baai
van Messina liggende, ruimschoots den tijd gehad
om de bekomene schade te herstellen en zich te
ververschen. De 17 Hollandsche schepen voerden
slechts ongeveer 4500 koppen en 852 stukken, ter
wijl van de tien Spaansche schepen, naar het ge
tuigenis der Spanjaarden zeiven, slechts vier of
vijf in staat waren om iets van belang uit te voeren.
Omstreeks vier uren in den namiddag geraakte
de voorhoede onder de Ruiter in een hevigen strijd
met de Franschen. De Spaansche schepen bleven
echter ver in de lij; sommige hunner schoten ge
weldig, doch deden den vijand weinig of geen
schade; andere deden bijna geen schot daar het
hun, volgens de verklaring hunner bevelhebbers,
aan kruit en lood ontbrak. Te vergeefs liet de
Ruiter den Spaanseken admiraal verzoeken om
toch naderbij te komen; hij bleef waar hij was
en hield daardoor ook de Hollandsche achterhoede
zoo lang op, dat deze eerst tegen het vallen van
den avond aan den strijd kon deel nemen. Al
dien tijd was de Ruiter met zijne schepen aan
het geweldigste vuurgevecht blootgestelddat
misschien ooit op zee geleverd is. Het tweede
schip van kapitein Schey, „de Spiegel," dat van
den graaf van Stirum, „de Leeuwen" en dat van
kapitein Uitterwijk, „Damiaten", werden geheel red
deloos geschoten; in de drie marszeilen van het
Het vijftiende taal- en letterkundig eongrea
dat te Brussel gehouden zou worden, dreigt ten
gevolge van den hevigen partijstrijd in België te
zullen mislukken. De regelingscommissie, be
staande uit de heeren dr. J. Nol et de Brauwere
van Steeland, prof. E. van Driessche en M. H. van
Lee, heeft althans van de haar gegevene opdracht
afgezien, dewijl zij vreesde dat het congres slechts
eene staats- of kerkvergadering, eene kampplaats
van staatkundig, godsdienstig of persoonlijk kra
keel zou worden.
De heer P. W. van Loon, predikant të
Voorthuijzen, heeft voor het beroep naar Vlissin
gen bedankt.
Bij kon. besluit zijn de 2" luits. J. F. Breijer
en H. C. Verniers van der Loeff, respectievelijk
van het 4e en 5e reg. inf.in rang en ancienne-
teit overgeplaatst bij het wapen der inf. van het
leger in Ned.-Indië.
Bij kon. besluit worden Zr. Ms. ramschip Schor
pioen, liggende te Willemsoord, en Zr. Ma. moni
tors AdderHeiligerleeen Tijger, liggende te
Hellevoetsluis met den 16™ Mei aanstaande in
dienst gesteld en het bevel daarover opgedragen
respectievelijk aan den kap.-luit. ter zee W. Steffens
en aan de luits. ter zee le kl, C. J. Marinkelle,
K. W. E. von Leschen en H. J. van Broekhuyzen.
Voorts wordt de kap.-luit. ter zee E. F. Hauel
von Cronenthall met den laatsteu dezer eervol
ontheven van het bevel over Zr. M«. ramschip
Guinea en met 1 Mei d. a. v. vervangen door
den kap.-luit. ter zee J. A. Baart de la Faille.
PROCES- JUT.
De advocaat mr. Thorbecke hield heden eene
pleitredewelke anderhalf uur duurde, ten behoeve
van Christina Goedvolk. Hij voerde twee hoofd
stellingen aandat de herroeping harer bekentenis
op aannemelijke gronden rustte, en dat die be
kentenis zelve niet door de omstandigheden
gerechtvaardigd was. Op deze gronden conclu
deerde hij tot hare vrijspraak.
Bij repliek hield het openbaar ministerie zijne
conclusiën vol.
Ook de advocaat mr. Cort van der Linden con
cludeerde bij zijne dupliek tot vrijspraak van Jut.
admiraalschip vond men later ruim 140 gaten van
kanonskogels, zoodat met recht van een „kogel
regen", gesproken kon worden. Door hunne on
geloofelij ke vlugheid in het bedienen van het
geschut hielden de onzen echter de Fransehen van
zich af, en noodzaakten hen zelfs tot afhouden,
wat in vluchten veranderde, toen ook de Haan
eindelijk gelegenheid vond om aan het gevecht
deel te nemen. Toen deden ook eenige Spaan
sche bevelhebbers, Spaansche Vlamingen
noemt Brandt hennaar behooren hun plicht
„en vochten als Hollanders." Den volgenden morgen
zag men de vijanden heel in de verte, vluchtende
naar Messina. Ook de Hollandsche vloot was
toen genoodzaakt van de vervolging af te zien en
naar de baai van Syracuse af te houden daar
het admiraalschip en verschillende andere schepen
zoodanig beschadigd waren dat ze nauwelijks zee
konden bouwen.
Midden in het heetst van den strijd terwijl de
Ruyter op het zonne- (campagne) dek zijne beve
len stond te geven, werd hij door een kogel getrof
fen die zijn linkervoet bijna geheel wegnamzijn
rechterbeen gedeeltelijk verbrijzelde, hem van het
zonnedekomtrent ter hoogte van zeven voet,
naar beneden deed storten en hem bij dien val
nog eenige kwetsuren van minder belang bezorgde.
Door den val en zijne verwonding bedwelmd,
werd de admiraal in zijne kajuit gedragenter
wijl de kapitein van zijn schipKallenburg, het
gevecht zoo dapper voortzette, dat niemand vóór
het einde van den slag bemerkte dat aan de