N°. 96.
119e Jaargang.
Zaterdag
22 April.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiên20 Gent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.! van 1—7 regels 1,50;
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg, 21 April.
FEIJIT iSTOM..
28.
De hulpprediker van Brentburn.
Benoemingen en besluiten.
rijks-adviseürs. Op verzoek eervol ontslag ver
leend aan D. van der Keilen jr. als lid van het
college van rijks-adviseurs voor de monumenten
van geschiedenis en kunst.
stoomwezen. Benoemd tot opzichter 2e klasse
voor het stoomwezen F. A. W. Steinmeijer, te
's Gravenhage.
Onderwijs.
Marine en leger.
Kolo niën.
Rechtzaken.
Naar "wij vernemen zal het lijk van den heer
mr. R. W. graaf van Lijnden morgen ochtend
te 10 uren op de begraafplaats alhier ter aarde
besteld worden.
De spoorweglijn Zwaluwe-Zevenbergen
wordt met 1 Mei a. voor den dienst geopend.
Op Vrijdag 28 dezer zal er een extra-trein
loopen voor het vervoer van een escadron cavalerie
van Barendrecht naar Bergen op Zoom. Het
escadron is sterk 125 man met ongeveer een gelijk
aantal paarden.
De trein zal nit Barendrecht vertrekken des
middags te 2 urenstopt alleen te Breda en Roosen
daal en moet te 5.15 te Bergen op Zoom aankomen.
Op denzelfden dag zal de goederentreindie te
2 uren uit Roosendaal vertrekt en te 9.15 te
Vlissingen aankomt, niet loopen.
Behalve het door ons medegedeelde adres van
het hoofdbestuur van het anti-dienstvervan-
gingbondheeft generaal van Limburg Stirum
nog een afzonderlijk verzoek aan Z. M. den koning
gericht met de bede „dat het Z. M. behagen moge
zijn overwegenden invloed in de schaal te leggen
voor de opheffing van het privilegie der dienst-
vervanging".
Voor het examen van surnumerair bij de
Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen
dat heden plaats heeft, hebben zich aangemeld 34
aspiranten, reeds allen in dienst der maatschappij
als volontair of werksehrijver.
Voor dat, hetwelk den 27 a. zal plaats hebben
voor aspiranten nog niet in dienst der maatschappij,
hebben zich tot heden aangemeld 12 aspiranten.
Men verzoekt ons het volgende te plaatsen:
„Op de tegen 1 Mei a. aangekondigde algemeene
buitengewone vergadering van aandeelhouders der
Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen
zal aan de goedkeuring der aandeelhouders worden
onderworpen een overeenkomst, gesloten door den
Belgisehen staat en de Maatschappij, tot afstand
aan eerstgenoemde van een gedeelte van den
Luik—Limburgschen spoorweg, de lijn Hasselt-
Luik.
„Na kennisgeving van deze overeenkomst, die
bij de verschillende kassiers der Maatschappij ter
Naar het Engelsch van Mevrouw Olijohant.
(Vervolg.)
HOOFDSTUK XII.
DE WANDELING VAN DEN PBEDIKANT.
Wat was 't een prachtige Augustus morgen,
toen de heide mannen uitgingen! de lucht was
zoo blauw en zoo warm en zoo vol zonneschijn,
zij hoog zich met zulk eene teederheid naar de
weelderige aarde neder die zij omhelsde! Alles
praalde in de schoonste kleuren; de hoornen sche
nen inniger groen, de hemel was dieper blauw,
de heidebloempjes gloeiden purperkleuriger dan ooit.
Welk een contrast tusschen al dat schoons daar
buiten en de beproevingen of de ellende binnen
elk viertal muren in de gemeente! Maar Mildway
wist daar nog niets vanhij voelde zich opgewekt
in dat zomertooneel en zijn hart was met eene
vreugde vervuld, waarvan hij geen reden zou
hebben weten te geven.
„Ge moet niet in eene plattelandsgemeente ko
men met de verwachting dat het een Arcadië zal
zijn," zei St. John„dergelijke denkbeelden leiden
visie ligt, zal ieder die belang heeft in de zaken
der Maatschappij en eenigszins bekend is met de
ongunstige gevolgen, die de exploitatie vooral van
de lijn HasseltLuik op den financieelen toestand
der Maatschappij tot nu toe heeft gehad, de over
tuiging erlangen dat het hier eene regeling geldt,
voor de aandeelhouders der Maatschappij van het
grootste belang.
„Komt die regeling tot stand, dan wordt toch
de Maatschappij van een zeer drukkenden last
bevrijd, die met elk jaar grootere proportiën dreigt
aan te nemen.
„Blijkens de bepalingen der overeenkomst is het
bestuur geslaagd tegen eene betrekkelijk geringe
opoffering van de zijde der Maatschappij, zich van
de bezwarende exploitatie der verliesgevende lijn
te ontdoen.
„Volgens art. 18 der overeenkomst heeft het
bestuur zich echter moeten verbinden de overeen
komst uiterlijk op 1 Mei door de aandeelhouders
te doen goedkeuren, welke termijn in verband
staat met het tijdstip, waarop de regeling door
de Belgische kamers moet zijn goedgekeurd, en
dat volgens art. 19 bepaald is op 15 Juni a.
„Aangezien volgens art. 27 der statuten op eene
buitengewone algemeene vergadering minstens een
vierde der aandeelen moet zijn vertegenwoordigd,
is het dus noodig dat de aandeelhouders een zoo
groot mogelijk aantal aandeelen bij de kassiers
der Maatschappij deponeeren, teneinde het ver-
eischte aantal aandeelen aanwezig zij.
„Blijven de aandeelhouders hier in gebreke, dan
loopt men het grootste gevaar, dat de voor hen
zoo voordeelige regeling niet tot stand zou kunnen
worden gebracht."
Van 1921 April zijn alhier geëxamineerd, als
hulponderwijzer, 11 candidaten, waarvan toegela
ten 10, de heeren P. Boon te Oud Vosmeer, A. W.
Bos te Vlissingen, P. C. de Gelleke te Zuidzande,
P. van der Haven Jz. te Zierikzee, C. Hondius te
Middelburg, N. J. Imandt te Hengstdijk, J. de
Korne te Hansweert (Kruiningen), J. Markusse,
P. Meijers beiden te Middelburg, D. Wanjon te
tot groote teleurstelling; maar evenmin moet ge
u laten ontmoedigen. Ik geloof niet, dat Cecily
al de omstandigheden kent, die met de hutten in
verband staan."
„Uwe dochter heeft niets van die hutten gezegd."
„Nu, ik dacht dat zij u tegen de zaak ingeno
men had, en dat zou dwaas geweest zijn," hernam
de hulpprediker op vriendelijken toon. „Ge moet
weten, mijnheer Mildway dat hier iedereen over
geld denkt; dat zal wel in elk klein plaatsje
het geval zijn; want zij bezitten ook zoo weinig;
en als men arm is, heeft geld meer beteekenis
dan iets anders. Ik zeg dat niet uit eigen onder
vinding, ofschoon ik altijd onbemiddeld ben ge
weest; ik heb te weinig aan geld gedacht, hetgeen
misschien even verkeerd isdoch het valt gemak
kelijk die gebreken te berispen, waaraan men zelf
niet onderhevig is."
St. John werd levendig, want het bijzijn van
een man, waar hij eens verstandig meê spreken
kon, wekte hem heel en al op, ofschoon het hem
naar alle regelen van het gezond verstand be
hoorde te hebben neergeslagen. Hij vergat vol
komen, hoezeer hij bij de aanstaande verandering
zelf de lijdende partij zou wezen. Mildway maakte
een gunstigen indruk op hem; hij betoonde eer
bied voor zijne grijze haren en zijne langdurige
ondervinding; hij was bereid den raad van zijn
voorganger te hooren en naar bet scheen op te
volgen, en St. John was opgetogen over de af
wisseling, die dit bezoek in zijn stille leven bracht
en over de beleefde opmerkzaamheid van zijn
St. Laurens; afgewezen 1als huisonderwijzeres
in het schrijven 2, die zijn toegelaten: de dames
1J. van der Burg en M. C. M. Jansen beiden te
Middelburg.
De vrijmetselaars-loge „de Edelmoedigheid."
te 's Hertogenbosch wenscbt ter viering van baar
honderdjarig bestaan een kapitaal bijeen te bren
gen in te schrijven op het grootboekbestemd
om uit de renten de schoolgelden en de boeken te
bekostigen voor minvermogende leerlingen op de
rijks hoogere burgerschool te 's Hertogenbosch en
zoo mogelijk ook op andere plaatsen. Reeds is eene
som van f 1695 bijeengebracht. Z. K. H. prins
Frederik ging voor met eene gift van ƒ1000. De
voorzitter der commissie mr. A. J. Korteweg, en
haar secretaris de heer G. Nouhuijsroepen de
algemeene medewerking in.
Door het Oonderwijzers-Gezelschap Almkerk
in Noord-Brabant is een adres van hulde aan den
heer Moens gericht, „wegens zijne onvermoeide
pogingen tot het verkrijgen van eene degelijke
volksontwikkeling, als hoofdmiddel tot waar en
duuizaam volksgeluk."
De officier van gezondheid le klasse D. Dron-
kers wordt met den 26en dezer geplaatst in de
rol van Zr. M". wachtschip te Willemsoord en
gedetacheerd aan boord van het instructie-vaar
tuig Ternate.
De luitenant ter zee 2e klasse J. Eiehet,
dienende aan boord van Zr. M8. wachtschip te
Amsterdamwordt met den laatsten dezer op
nonactiviteit gesteld en met den len Mei daaraan
volgende vervangen door den luitenant ter zee 28
klasse S. T. Land.
Bij beschikking van den minister van koloniën
van den 19™ dezer is de civile ingenieur J. P.
Hengeveld gesteld ter beschikking van den gou
verneur-generaal van Nederlandsch-Indiëom te
worden benoemd tot aspirant-ingenieur van den
waterstaat en de burgerlijke openbare werken
daar te lande.
Heden stond voor de arrondissements-reehtbank
alhier terecht W. Ph.oud 68 jarenwinkelier
te Vlissingenbeklaagd van het houden van een
huis van hazardspelen en het daarin toelaten van
publiek. Uit de verklaringen der getuigen en de
bekentenis van den beklaagde bleek, dat laatst
genoemde in eene kamer zijner woning in den
toehoorder. Hij stapte dus fiks door, met de
vastheid van een man wien de weg zoo gemeen
zaam is, dat hij niet behoeft op te letten waar
hij gaat. Nu en dan bleef hij staan om de aan
dacht van zijn metgezel op een of ander schoon
gezichtspunt te vestigen, een hoek van het bosch
in de verte, een fraaie golving van den grond,
een aardig boerenhuisje. Een dezer laatsten, het
schilderachtigste verblijf der ellende dat men zich kon
voorstellen, met kleine venstertjes in de rossige
oude muren en met een hoog dak, de onheschrijfe-
lijkste mengeling van tinten vertoonende, bracht
den hulpprediker weêr tot het onderwerp terug,
waar zijn hart vol van was.
„Kijk eens! is dat niet een schilderij?" vroeg
hij. „Als men het maar kon doen ontruimen en
afsluiten, of nog liever het wijd open zetten dat
de hemelsche lucht er kon doorstroomenDe rnen-
schen zijn hier meerendeels arm, mijnheer Mildwi y,
en nemen het kwalijk als men van iets spreekt
dat geld zou kunnen kosten. Omdat ik eene po
ging heb gedaan om de woningen wat te reparee-
ren en ze geschikter te maken tot verblijf van
menschen, zijn twee of drie leden mijner gemeente
uit de kerk weggebleven, en nog wel menschen
die er goed inzaten en er gemakkelijk eenige pon
den sterling aan hadden kunnen besteden. Ik dacht,
dat Cecily het u verteld had. Het viel mij hard;
maar wat kon ik er aan doen? Ik ben het te
boven gekomen en toch heb ik misschien nog
eenigen invloed ten goede uitgeoefend."
„Maar de huurders dier woningen zullen u ten
afgeloopen winter gedurende twee maanden op iederen
Zaterdag en Zondag avond aan jongelieden van
14- tot 18-jarigen leeftijd gelegenheid gaftotklop-
en bankspelen om geldwaartoe hg de kaarten
verstrekte en waaraan hij zelf mede deelnam. In
den avond van 12 Maart jl. werd hij op heeter-
daad betrapt door den inspecteur van politie den
heer Rauehdie proces-verbaal opmaakte en de
voorwerpen die tot het spel behoordenzijnde
een tafeldrie stoeleneen lampeen spel van
32 kaartentwee dobbelsteenen en 78 centen
in beslag nam.
De beklaagde, die een snoepwinkeltje houdt,
beweerde ter zijner verontschuldiging: „dat hij van
het spel geen broodwinning maakte, doch het al
leen uit aardigheid deeddaar hij maar een mensch
alleen is."
De substituut-officier van justitie wees er iu
zijn requisitoir op dat bij andermaal genoodzaakt
was van de rechtbank toepassing te vragen van
art. 410 van het wetboek van strafrechtde vorige
week was het ter zake van het houden van ver
boden loterijen, thans is bet wegens het houden
van een voor bet publiek toegankelijk buis van
hazardspelen. Moge er gegronde twijfel bestaan
of het „klopspel" volgens de wet als een hazard
spel moet worden beschouwd, ten aanzien van
het „bankspel" bestaat daaromtrent geen twijfel
hoegenaamd. Daar echterhoe afkeurenswaard
de daad van den beklaagde is, niet gebleken is
dat hij oneerlijke middelen gebezigd heeft tot ver
grooting zijner winstook al bestaat dienaangaande
wel eenig vermoeden requireerde spreker, schul
digverklaring aan het ten laste gelegde feitmaar
toepassing van het minimum der bij art. 410 G. P.
bedreigde straf, zijnde eene maand gevangenis
straf, in eenzame opsluiting te ondergaan, en
eene geldboete van f 50alsmede in de kosten,
met verbeurdverklaring der in beslag genomen
goederen voor zoover die op het spel betrekking
hebben.
De rechtbank zal a. Donderdag uitspraak doen.
De heer Verhulst, de bekeude componist, en
zijne echtgenoote mevrouw Verhulst-Rochussen
hopen den 7en der volgende maand hunne zilveren
bruiloft te vieren. Eene commissie isnaar onbe
scheiden genoeg aan de dagbladen medegedeeld
wordtbezig met het voorbereiden van hulde
blijken op dien feestdag.
De firma Gebr. L. te Amsterdam, eigenaren
eener fineerzager^is veroordeeldwegens bet in
dienst hebben van een jongen van nog geen 12
minste dankbaar geweest zijn," merkte Mildway
aan.
„Die huurders dachten integendeel dat ik het
er op aanlegde hen uit hunne huisjes te laten
zetten," antwoordde St. John hoofdschuddend.
„Eens scheelde het niet veel of zij hadden er mij
om mishandeld. Ik had hun gezegd dat zij geen
commensalen moesten nemen en nog wel in zulk
een aantal dat elk vertrek er vol meê was. Zij
zijn even onverstandig als de huisbazen, maar het
is hun te vergeven, want zij hebben de weinige
shillings, die zij daarmee verdienen, hard noodig.
Ik meende verplicht te zijn u dit meê te deelen,
ofschoon het volstrekt geen reden is om u te laten
afschrikken. De kwade stemming ging spoedig
voorbij en gij, die nog een jong man zijt, behoeft
u door zulk een voorval niet te laten ontmoedigen."
„Er is iets anders, mijnheer, dat mij oneindig
méér ontmoedigt," zei Mildway. „Toen ik giste
ren kwam om een kijkje te Brentburn te ne
men, kende ik u in 't geheel niet. Ik had uw
naam vernomen, maar dat was het eenige. Ik
dacht dat gij iemand van mijne jaren waart, of
misschien nog jonger
„Zooals een hulpprediker behoort ta zijn," voeg
de St. John er tusschen, wederom het hoofd
schuddende. „Ja, ik heb ook al tegen Cecily ge
zegd, dat het bijna eene schande gelijkt op mijn
leeftijd nog hulpprediker te zijn; doch het geval
ligt er toe en ik kan er niets aan doen. Ik gevoel
nu wel dat ik er niet zoo in had moeten berusten
toen ik nog jong was en dat ik meer moeite had