N°. 91. 119e Jaargang. 1876. Zaterdag 15 April. Wegens het Paaschfeest zal deze courant aanstaan den Maandagavond niet verschijnen. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco f 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,! van 1—7 regels 1,50; iedere regel meer f 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg, 14 April. FEUILLSTON- De hulpprediker van Brentburn. IHHII.I IMII—IH III. Indien de overstroomingendoor welke ons land om zoo te zeggen periodiek geteisterd wordt, eenig nut aanbrengen, dan moet het zijnzonder de vruchtbare slib in aanmerking te nemen, welke zij in sommige tijden des jaars op de overstroomde landen achterlaten, dat zij de leemten in ons verdedigingsstelsel tegen den erfvijand doen uitkomen en tot versterking dier kwetsbare plek ken nopen. In de N. Bott. ct. van 10,12 en 13 April wordt aangetoond wat in dit opzicht de jongste over strooming van een gedeelte van den Bommeler- waard en van een deel van Noord-Brabant geleerd heeft. Terwijl wij onze belangstellende lezers naar die belangrijke en aan technische bijzonder heden rijke hoofdartikelen verwijzenwenschen wij hier alleen de slotsommen van dat betoog te vermelden, door enkele toelichtingen, aan die op stellen ontleend, opgehelderd. In de eerste plaats hebben de gebeurtenissen van Maart jl. geleerd dat de oude Bijnmond ge sloten en de Geldersche IJsel in staat gesteld moet worden om meer opperwater naar zee af te voeren. Beide verbeteringen moeten voorkomen dat, zooals nu geschied is, op den beneden-Bijn en de Lek eene zoo groote massa water gevoerd wordt dat de dijken het bijna onmogelijk uithouden kunnen, terwijl daarentegen de waterstand op de Waal nog ruim een meter beneden de kruin der dijken gebleven is. Die oude Bijnmond ligt even binnen onze gren zen, Oostelijk van Lobitb en dus ook Oostelijk van het punt waar de Waal zich van den Eijn afscheidt. Het van boven komende water vloeit voor een gedeelte in dien Bijnmond, loopt in Noord-Oostelijke richting in eene bocht achter de dorpen Herwen en Aerdt en valt dan tegenover Angeren weder in den Neder-Bijn. Dit water loopt dus, langs een omweg, de Waal voorbij 24. Naar het Engelsch van Mevrouw Oliphant. (Vervolg.) Geeily was met hare boekjes op weg naar haar vader. Vastberaden zou zij het woord doen, maar de moed ontzonk haar eenigszins, toën zij zijne studeerkamer binnentrad en bij het schijnsel der éene kaars zijn grijs hoofd zag. Er stonden wel is waar twee kaarsen op tafel, maar aan oude zuinigheid getrouw had hij éene daarvan uitgedaan) toen zijn gast hem verlaten had. Het was een ruim vertrek vol groote mahoniehouten hoeken kasten, en daar de tafel zich geheel aan 't einde der kamer bevond, kan men zich voorstellen hoe somber het was. Een der vensters stond open, en juist op die plaats was het of er zich een groot zwart vak bevond. St. John keek eenige oude preeken door en zat over die papieren gebogen, met de bril op den neus, die hij afnam toen Cecily binnentrad. Gewoonlijk bleef zij zoo lang niet op en het onderhoud kwam hem dus wel eenigs zins ongelegen. Hij werd niet gaarne uit zijne gewone routine gebracht en daarbij begreep hij dat zij hem zou komen spreken over Wilkins, en komt later de watermassa in den Neder-Bijn en de Lek vergrooten. Het dichtmaken van den ouden Bijnmond kan niet gebeuren zonder toestemming van Duitschland, daar de internationale tractaten zijn bestaan geregéld hebben. Men hoopt echter dat de Duitsobers, met het oog op de verbeteringen, die door ons reeds in den water-afvoer langs de Waal gebracht zijnaan het bestaan van den Bijnmond niet langer zullen hechten. De wenschelijkheid der verbetering van den water-afvoer in den Gelderschen IJsel behoeft geen betoog. Het is duidelijk dat hoe meer water langs dien weg kan worden afgevoerd, hoe minder de rivieren verderop te verzwelgen zullen hebben. Aan die verbetering schijnt nog veel gedaan te kunnen worden. Ten tweede moet de Noorder Lekdijk die van Amerongen naar Schoonhoven loopt, onder het beheer van het rijk gebracht worden. Daardoor zal de versterking van dien dijkop de zwakste punten, beter verzekerd worden; zullen in tijden van gevaar goede arbeidskrachten meer beschik baar zijn en zal de Noorder Lekdijk niet, zooals nu het geval is en voor de achtergelegene lage landen een dreigend gevaar oplevertop sommige punten lager gelaten worden dan de tegenover liggende Zuidelijke dijk. Die Noordelijke Lekdijk is de gewichtigste van ons géheele land en de beteekenis der jongste overstrooming ligt niet zoo zeer daarin dat som mige streken ondergeloopen zijn, maar veeleer daarin dat de doorbraak van dien Lekdijk slechts door eene schier bovenmenschelijke inspanning en door het hij tijds bedaren van den storm, ge paard met afnemenden waterstand, voorkomen is. Deze dijk verdedigt de lage gedeelten van ütrecht en de diep gelegen droogmakerijen van Holland. Breekt de dijk op een hoog punt doordan zal het water loopen tot Amsterdam toe. Breekt hij door omstreeks Wijk bij Duurste de, dan zal het water zich uitstorten op het lagevervolgens over het diep gekelderde land. Dit alles zal niet slechts overstroomd worden, maar het land zal weder veranderen in uitgeveende plassen, het water zal bij het dalen van de rivie ren niet meer wegvloeien, maar alles zal op nieuw moeten worden droogge maakt. Tegen zulk een gevaar is het duidelijk dat alle krachten vereenigd moeten worden. Op hetoogen- blik is het beheer van den uitgestrekten Lekdijk, even als dat van alle andere dijkenaan verschil lende colleges opgedragen, terwijl de ambtenaren van den waterstaat slechts eene raadgevende stem hebben. Wordt hun raad in den wind geslagen, dan kunnen zij zich op den minister beroepen; het onaangenaamste onderwerp dat zij kon aan roeren. Ook Cecily vond, toen hij het hoofd op hief en zijn bril afnam, het onderhoud veel moeie- lijker, dan zij zich in haar overspannen toestand had voorgesteld. „Wel, kindlief, ge hebt mij willen spreken," zei hij op zachtmoedigen toon, doch hij kon zich tegen een kleinen schok niet verweren, toen hij de boekjes in hare hand zag. „Ja, papa," antwoordde zij, de boekjes op de tafel leggende. Toen volgde er eene kleine panze. De nachtlucht kwam binnen, vervulde het vertrek en bewoog de gordijnen. Als het naar midder nacht loopt heeft zulk een koeltje, zelfs in Augustus altijd iets kils en geheimzinnigs. „Ik wenschte n te spreken over deze boekjes," vervolgde zij. „Ik weet niet, of ge ze in den laatsten tijd gezien hebt. O papa, is het u bekend, dat wij in schuld zijn? Ik weet niet hoe ik het moet uitdrukken erg in schuld!" „Neen, kind, niet e r g," antwoordde hij met eene flauwe stem„maar eenigszins; dat weet ik, Wilkins heeft er mij van middag over aangesproken bijna in tegenwoordigheid van den heer Mildway.' „'t Is Wilkins niet alleen," zei Cecily op na- drukkelijken toon„wij hebben bij iedereen schuld; bij den slager ook, en ik weet niet bij hoeveel kleine winkeliers. Hoe zullen wij hun ooit kunnen betalen? Hoe is het ooit zoover kunnen komen? Kunnen zij met dubbel krijt geschreven hebben? Dat is mijne eenige hoop." „Lief kind," zeï de predikant, „het is beter dat maar alvorens deze tusschenbeide kan komen, is misschien in tijd van nood de doorbraak al geschied. Daarom i3 het noodig dat de regeling van het dijkbeheerdie overigens veel goeds bevat, voor dezen gewichtigen dijk gewijzigd en onder het rijk gebracht worde. Eindelijk moeten ten derde de Heerewaardsche overlaat gesloten, de verbetering van de Waal tusschen St. Andries en Gorinchem met kracht doorgezet, het lager gedeelte van Noord-Brabant beter tegen de Maas beveiligd en de afvoering van het water dier provincie naar zee beter ver zekerd worden. De Heerewaardsche overlaat is een onbedijkte landtong, die zich op den linkeroever van de Waal en den rechteroever van de Maas uitstrekt tusschen het bedijkte land van Maas- en-Waal en dat van den Bommelerwaard. Bij hooge water standen overstroomt dat landde waterspiegel op de Waal tusschen Sint Andrie3 en Woudrichem daalten de water-afvoer wordt daar alzoo vermin derd; maar het water loopt in Noord-Brabant, vereenigt zich daar met het water dat door de Beersehe Maas reeds is ingedrongen en met de massa water, die na hevige regenvlagen van de heide komt afstroomen. Op die wijze wordt èn door de rivier, èn door het suatie-water in de hoogste deelen der provincieeene overstrooming in de lagere deelen van Noord-Brabant veroorzaakt. Nog wordt aanbevolen het leggen van een hoo- gen dijk dwars door de Betuwe, van den Waaldijk naar den Lekdijk, ongeveer op de grenzen tus schen Over- en Neder-Betuwe. Het recbtstreeksch gevolg daarvan zou zijn dat alleen de boven dien dijk gelegen landen de gevolgen der in hunne dijken vallende doorbraken zouden ondervinden. De ge legenheid om het inundatiewater te laten loopen naar de lagere streken zou daardoor weggenomen worden, hetgeen zeker minder onrechtvaardig wezen zou dan datzooals nudie streken onder water kunnen komen tengevolge der zorgeloosheid van hendie hooger liggen en het water spoedig kwijt zijn door het naar hunne buren te laten loopen. Aan de Nieuwe Goesche courant ontleenen wij het volgende uittreksel van het door vele ingeze tenen van Goes aan de tweede kamer in te die nen adres tot behoud van de rechtbank aldaar. „De stellers zetten uiteen: 1° dat het algemeen belang door opheffing van een groot aantal rechts- collegiën geschaad en door die der Goesche recht bank niet gebaat wordt. Moeilijk toch kan men beweren, dat het centraliseeren en inkrimpen van de brandpunten van beschaving en ontwikkeling wat het gevolg zou zijn van het samenvoegen van verschillende rechtscolleges ten koste van een zeer éen persoon verkeerd gehandeld hebbe, dan dat velen het zouden hebben gedaan. Mijne arme tweede vrouw neen, ik moet zeggen wij beiden, Cecily, want ik was ook te berispen: weet ge, we waren niet zooals uwe moeder. De regelmaat en orde was uwe moeder aangeborenmaar zij, of liever wij St. John's stem werd hier bijna onhoorbaar, hij was te goedhartig om de arme vrouw te gispen die dood was en wist niet hoe hij den blik moest doorstaan van Esther's kind. Maar zelfs Cecily was geroerd door de verlegen heid van haar vader en zijn onderworpen toon. „Als wij maar wisten hoe hen te betalenriep zij uit. „Als wij zeiven maar hier gebleven waren Dan had ik een plan gevormd, dat wij hadden kunnen volbrengen. Maar nu wij dien man gezien hebben, weten wij dat het spoedig uit zal zijn." „Wij wisten, kindlief, dat er iemand zou komen," zei de predikant op een toon van zacht verwijt, „'t Is zijne schuld nietWaarom zouden wij hem onvriendelijk behandelen?" „Onvriendelijk!" riep Cecily buiten zich zelve uit. „Och, papa, wat hadden wij met hem te maken? Wij waren niet verplicht hem in te ha len en te vieren. Maar dat is niets, papaik zal u noch dit, noch iets anders euvel dpiden, als ge mij nu maar opgeeft wat ge zult doen, waar ge meent dat we kunnen heengaan, of wat ik aan die arme menschen moet zeggen. Wij kunnen niet hier blijven en van bonger sterven, noch wachten totdat men ons in de gijzeling zet. Zeg mij maar wat wij moeten doen." groot gedeelte van het landzou zijn in het alge meen belang. Evenmin zou het financieel belang van het algemeen gebaat zijn door de samensmel ting der arrondissementen Goes en Middelburg. Die saamgesmolten rechtbank toch zou aan jaar wedden der ambtenaren kosten f 33,000 's jaars, terwijl die beide arrondissementengesplitst als van de 2° klassete zamen zouden kosten f 35,000! Een verschil dat ruimschoots opgewogen zou wor den door de meerdere getuiggelden voor de per sonen, die naar Middelburg in plaats van naar Goes zouden moeten komen. „Evenmin kan het algemeen belang de opheffing van Goes vorderen uit het oogpunt van meer werk, en daardoor meer ondervinding, verschaffen aan de ambtenaren daar de rechters te Goes meer te doen hebben, dan zij in evenredigheid te doen zouden hebben als die beide arrondissementen zijn samengevoegd. De rechtbank te Goes toch, be staande uit een president en drie rechtersheeft na genoeg een dubbel aantal civile zaken en 14 °/0 meer strafzaken te berechten dan de rechtbank te Mid delburg met een president en vier rechters! 2° Het behoud der Goesche rechtbank is- voor het gansche arrondissement van overwegend belang, omdat de justitiabelen bij toevoeging aan Middel burg hun recht 31 kilometer of 5f uur verder moeten gaan zoeken; daargelaten nog de onover komelijke financieele bezwaren voor Goes door een opheffing der rechtbank. „3° Zou, zoo een samensmelting der rechtban ken van Goes en Middelburg in het algemeen belang noodig wasaan de opheffing der Middel- bursche rechtbank verre de voorkeur moeten ge geven worden, zoowel omdat Goes veel meer in het midden gelegen is, als omdat die opheffing voor Middelburg veel minder noodlottig zou zijn dan voor Goes." Bij het aanstaande jaarlijksch bezoek der konink lijke familie te Amsterdam zal H. M. de koningin niet tegenwoordig zijn, dewijl hare gezondheid sedert haar terugkeer uit Frankrijk weder minder gunstig is. Volgens een gisteren bij de regeering ontvan gen bericht van de Britsehe postadministratie is het stoomschip Suratvan Southamptonaan boord hebbende de brievenmalen voor Indië, China en Australiëwegens averij te Lissabon binnenge- loopen, en is een ander stoomschip derwaarts gezonden om de bedoelde correspondentie naar Suez over te brengen. Dit stoomschip zal echter eerst éene week later te Suez aankomen. Dien tengevolge wordt de aansluiting van de eerstvol gende boot uit Brindisi op Maandag den 17en dezer gemist, en ondervindt de correspondentie voor „Hoe kan ik dat zeggen, daar ik het zelf niet weet," antwoordde St. John. „Ik moet eene adver tentie plaatsen of iets dergelijks doen," vervolgde hij op den toon van hulpeloosheid. „Maar ik ben oud, kind. Niet velen zullen een zoo ouden hulp prediker willen hebben. Het is of 't schande is, op mijn leeftijd nog hulpprediker te zijn." „Papa begon Cecily, maar zij bleef steken en zag hem met een bezorgden blik aan. Zij had willen zeggen dat hij had moeten zorgen op zijne jaren geen hulpprediker meer te zijn, maar zijne zelfbeschuldiging sloot haar den mond. „Ja", vervolgde hij, „ge wilt misschien zeggen, dat ik daar vroeger aan had moeten denken, maar als de zaken een tijd lang stilletjes gaan, komt men zoo van zelf in 't denkbeeld dat het wel altijd zal duren. Hiskia zet: „Er zal vrede in mijn tijd zijn." Dat was zeer ondoordacht van Hiskia als men er over nadenktmaar hem kwam 't zoo niet voor, eD mij ook niet." „Dat is, geloof ik, niet het juiste oogpunt om de zaak te beschouwen", antwoordde zij. „'t Is een schande dat een man als gij nog slechts hulpprediker is, ja, een schande voor de kerk en voor iedereen. Welk recht had mijnheer Chester, die hier bijna niet gewoond heeft en die nooit iets heeft gedaan, om de predikant te zijn en die arme man Cecily had in hare op gewondenheid zulk eene behoefte om haar hart tegen of over iemand lucht te geven, dat zij de vreemden niet spaarde. „Stil, stil, kind," zeï de predikant, met een

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1