N°. 87. 119e Jaargang. 1876. Dinsdag 11 April. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën; 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50j iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.' Middelburg, 10 April. FETJXLLIETOISr.. 21. De hulpprediker van Brentburn. Benoemingen en besluiten, Onderwijs, MIDDELBIIRGSC t De leden van de eerste kamer der staten- generaal zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Dinsdag 18 dezer, des avonds te 8 uren. Heden morgen heeft alhierin tegenwoordigheid van eenige belangstellenden, de installatie plaats gehad van den nieuw benoemden kantonrechter m'. J. P. van der Bilt. De stoomboot Middelburg no. 1, heden voor middag te 10 uren van Rotterdam vertrokken, bekwam weinige oogenblikken na afvaart een ge brek aan de machine, tengevolge waarvan zij naar Rotterdam ter herstelling heeft moeten terug keeren. Mitsdien zal op Dinsdag niet van hier kunnen worden gevaren terwijl vaart van Rotterdam op Woensdag en van Middelburg op Donderdag voorloopig nog onzeker is. De collecte voor den watersnood te Hoofdplaat heeft opgebracht f 214.85^welk bedrag aan de hoofdcommissie te Amsterdam is verzonden. Voor de noodlijdenden door den watersnood is uit Neuzen overgemaakt eene som van ruim f 1180 alsdoor eene commissie ingezameld bij de ingezetenen f 800, idem door den predikant bij de hervormde gemeente H. J. Krol Lz.f 165, van de Ma§cmieke sociëteit Broedertrouw te Neu zen f 25, van een gegeven tconeelvoorstelling door de militaire vereeniging Ons Genoegen f 43,46, van een gegeven concert door de muzikale vereeni- gingen Apollo en Neuzen's Mannenkoor 117, en van eene algemeene vergadering door de kamer van Rhêtorica „Excelsior" f 30. Door den consul der Nederlanden te Stettin is aan den heer L. Fraude, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als Nederlandsch consulair agent te Swinemunde, onder betuiging van den dank van Zr. M8. regeering voor zijne langdurige den lande gewezen diensten, en in voormelde be trekking aangesteld de heer 0. Fraude. Bij beschikking van den minister van binnen- landsche zaken is C. Croll benoemd tot 2en klerk bij dat departement, met ingang van 15 April a. Bij beschikking van den minister van financiën is bepaald dat de navolgende ambtenaren bij de Naar het Engelsch van Mevrouw Oliphant. (Vervolg.) Cecily stortte eenige tranen op het slagershoekje, dat het bovenst lag en gaf ten antwoord: „Als wij altijd hier bleven, zooals wij dwaas genoeg waren te denken toen wij weêr te huis kwamen, zouden wij het met moeite en strikt overleg heb ben kannen afbetalenik zou de twee meiden den dienst hebben opgezegd en getracht hebben alles zelf te doen." „Alles, Cecily?" riep Mab uit, evenzeer ver schrikt over het vooruitzicht van een leven zonder Betsy, als eene voorname dame zou geweest zijn, die plotseling haar geheelen bediendenstoet moest missen. Zelfs niet éene meid te houden wordt algemeen voor het kenteeken van eene zeer diepe nederdaling op de maatschappelijke ladder gehou den, dieper dan men door een veel grooter verlies van anderen aard dalen zou. Mab's gelaat betrok dus, er vertoonde zich eene zenuwachtige bewe ging aan de hoeken van haar mond, en haar gevoel van fatsoen onderging een verpletterenden schok. Als men in aanmerking nam wie Betsy was, moest administratie der posterijen hunne functiën zul len uitoefenen als volgt: de commiezen der 2e klasseA. Fiehet ten post kantore te Arnhem; P. Polvliet ten postkante te Gorinchem; J. A. A. Küller ten postkantore te Amsterdam; A. Müller ten postkantore te Utrecht; L. H. Balfour van Burleigh ten postkantore te ZutfenA. J. H. Bachiene ten spoorwegpostkantore n° I te Amsterdam; J. D. J. M. Bekaar ten post kantore te 's Gravenhage; N. A. C. Hinlopen ten postkantore te Rotterdam de commiezen der 3e klasse: P. M. Caland ten postkantore te AmsterdamJ. R. van Lennep ten postkantore te Amsterdam; U. Feenstra ten post kantore te Leeuwarden; de commiezen der 4e klasse: C. E. van de Kamer ten postkantore te Amsterdam; J. F. W. Hoxel ten spoorwegpostkantore n° I te Amsterdam; F. P. H. van der Schrieck ten postkantore te Rotterdam; J. W. B. Kühnen ten postkantore te Utrecht; W. Hovens Greve ten postkantore te Leiden; F. J. W. van Goor ten spoorwegpost kantore n° II te Antwerpen; H. Plato ten post kantore te Maastricht; T. J. Meijer ten postkan tore te WinschotenT. J. Montijn ten postkantore te Zutfen; de surnumerairs: G. Strumper ten postkantore te Apeldoorn; F. H. Croes van Thielen ten post kantore te Arnhem; L. C. van Sternbacb voor loopig ten postkantore te Gouda; H. F. de Bruyn Tengbergen ten postkantore teDoesborgh; J. Post ten postkantore te Tiel; D. van der Hoek ten postkantore te Middelburg; H. J. Messink ten postkantore te Wageningen; W. Meijer ten post kantore te Sneek; C. E. van der Loeff ten post kantore te Zutfen; H. M. Greven ten postkantore te Zwolle; N. J. W. Eischoltz ten postkantore te 's HertogenboschF. W. H. Rijke ten postkantore te LeidenA. G. Boekwijt voorloopig ten post kantore te Leiden. De volgende ontboezeming over de wet op het hooger onderwijs, die men in de ultramontaan- sche „Maasbode" vindt, doet beter dan alle betoo- gen van liberalen kant de beteekenis van de aan neming dier wet kennen: „Het treurig gewrocht van „liberale aanmatiging en schaamtelooze onbillijkheid"", gelijk heden de Tijd die wet brandmerkt en wij onderschrijven van ganscher harte dat vonnis is bijna klaar! „En dat juk wordt ons op den nek geworpen door een zoogenaamd conservatieven minister I „De heer Heemskerk toch zet zijn naam onder eene wet, door de liberalen om- en bijgewerkt zoo volmaakt in hun geest, dat slechts de gendarme aan de poorten van onze seminaria ontbreekt! „Wat zijn toch de belangen en rechten der ka- het verlies wel niet doodelijk schijnen, doch volgens gewoonte was het niet zoo zeer de practische als de sentimenteele opvatting van het geval die de meisjes trof. „Ja," bevestigde Cecily met een bleek gelaat, want ook zij was gevoelig voor de vernedering. „Ik zou minder opzien tegen het doen van 't werk, dan tegen 'tgeen de menschen er van zullen zeg gen," ging zij voort met eene eenigszins bewogen stem. „Wij, de dochters van een predikantMaar wat helpt ons dat nu? het kan tot niets baten. Papa moet van Brentburn af, en wij bezitten geen penning om al deze schulden af te doen. Hoe ik ook peins en nadenk, ik weet niet wat wij moeten aanvangen." Beiden lagen een oogenblik in stomme smart in elkanders armen. Hoeveel hartzeer wordt niet door 't gemis van eenig geld veroorzaakten dikwijls hebben degenen, die er 't meest door lijden, er geen schuld aan. De dreigende ramp nam in 't oog der beide meisjes reusachtige ver houdingen aan; zij wisten niet, wat de bakker en de slager hun misschien wel zouden aandoen, en echter zagen zij geen uitweg om er aan te ontsnappen. „Als er eenige hoop wasdat wij hier konden blijven," sprak Cecily na eene pauze, zou ik bij allen rond gaan en hen verzoeken medelijden met ons te hebben, ons te laten beginnen met iedere week weder te betalen en verder te wach ten tot wij eenig geld konden oversparen om het vroegere te vereffenen. Ik geloof dat dit wel tholieken in zoogenaamd conservatieve handen i Veilig „De lofrededoor den heer Verheijen op den minister van binnenlandsehe zaken bij de discus sie dezer wet gehouden, was dan ook zeer op zijn plaats en den minister en, meer nog, den lofspreker waardig „En slechts drie katholieke afgevaardigden noemen we nog eens hunne namen: Des Amorie van der HoevenHaffmans, Heydenrijck stemden tegen dat „gewrocht" „Wij zullen voortaan ons op den uitslag der stemming voor deze wet beroepen, om onze klach ten te rechtvaardigen, dat men den katholieken de oprichting van een waarachtig vrije universi teit heeft onmogelijk gemaakt. „Zulk een stemming was niet denkbaar, indien men b. v. van een Leuvenschen hoogleeraar Périn de beginselen van katholieke staatkunde had ge leerd I" Na deze opmerking zal zeker ieder die op het prediken van „katholieke staatkunde" in Neder land niet gesteld is, het een geluk vinden dat de aangenomen wet die prediking, op kosten van rijk of gemeente, onmogelijk maakt en aan de liefheb berij van particulieren overlaat. Het Vaderland, in een hoofdartikel zijne te vredenheid uitsprekende over de aanneming der wet op het hooger onderwijs, deelt mede dat de tweede kamer den len Mei a. weder zal bijeen komen. Het blad brengt daarbij eene welverdiende hulde, eensdeels aan het taai geduld, den onover troffen ijver en de uitgebreide kennis door den minister bij de beraadslagingen aan den dag ge legd, anderdeels aan de onbaatzuchtige medewer king der liberalen om de wet tot stand te brengen. Zij misgunden den conservatieven minister de eer niet eene wet van zoo hoog belang met zijne onderteekening in het Staatsblad te zien opnemen, mits de wet slechts, wat de hoofdpunten betreft, met de gezonde, vrijzinnige beginselen in over eenstemming werd gebracht. Treurig, maar waar is het, dat dezelfde wet, door een liberaal minis terie aangeboden, zooals zij thans aangenomen is, op alle banken der rechterzijde een eenparig ver zet (misschien wel door het kamerlid Heemskerk aangevoerd!) zou ontmoet hebben. Aangaande de wetenschappelijke Sumatra-expe- ditie werd in eene Zaterdag te Amsterdam gehou den, door Z. K. H. prins Hendrik gepresideerde vergadering van het Aardrijkskundig genootschap medegedeeld, dat het bedrag der inschrijvingen thans ruim 20.000 bedraagt en de tocht zeker doorgaat. De expeditie zal waarschijnlijk in Augustus a. kunnen vertrekkenen zal staan mogelijk zou zijn, als wij mochten blijven; en wij konden kinderen in huis nemen om op te voeden „Ja", riep Mab uit, met de vaardige hoop van iemand die alle dingen licht telt, „en ook ik zou misschien wel iets te doen vinden. Ondertusschen kan ik mijne teekening afmaken. Kijk Cecily, zij hebben zich niet bewogen't zijn net twee kleine beelden, 't Moge jammer wezen dat zij ooit geboren zijn, zooals tante Jane denkt, maar zij zijn goede modellen. Ik denk soms wel eens," voegde zij er bij, met vlugheid doorwerkende, dat alles speciaal voor mij gebeurd is." Cecily keek verwonderd op, maar gaf geen ant woord; daarvoor waren hare gedachten te ernstig. Mab had altijd in hare kunst een heerlijk middel om alle moeielijkheden te ontvluchtenmaar Cecily moest zich tot het slagersboekje bepalen. „En wat zouden wij toch kunnen doen met betrek king tot de predikantsplaats?" vroeg zij half in zich zelve, want zij wachtte daar geen antwoord van hare zuster op. „Waarschijnlijk weet men niets van onzen armen papa. Het moge heel fier zijn nooit om iets te vragenmaar hoe kunnen wij verwach ten, dat anderen ons het brood in den mond zullen komen steken? 't Is beter te vragen dan honger te lijden. En wij kunnen niet in stilte wegkwijnen, want als men ons van honger gestor ven vond, zou er heel wat over te doen zijn in de couranten. Artikeltjes met het opschrift: Een predikant en zijn gezin van honger gestorven zouden vrij wat meer opzien maken, dan dat men bedaard iets voor papa ging vragen. onder bevel van den luitenant ter zee 2e kl. Schouw Santvoort. Reeds is iemand geëngageerd om de expeditie als topograaf, mineraloog en photograaf mede te maken, een ander is aangezocht om het taalkundig gedeelte op zich te nemen, en spoedig kan men de benoeming van een plant-en dierkun dige te gemoet zien. De expeditie zal belast worden met het in kaart brengen van de te door trekken streken, het onderzoek van den bodem, de land-, taal- en volkenkunde, de fauna en de diersoorten. Bij de reeds bestaande vertalingen van den Max Havelaar zal zieh weldra eene Fransche voegen, naar de vierde oorspronkelijke uitgaaf, welke door Multatuli van aanteekeningen voorzien is. De heer J. van der Hoeven te Rotterdam heeft de uitgave dezer vertaling op zich genomen. De heeren dr. A. J. Nieuwenhuys, te Parijs, en H. Crisafnlli, letterkundige aldaar, hebben zich met de overzetting belast. De vroegere Fransche vertalingen van gedeelten uit dit beroemde hoek, welke ons onder de oogen zijn gekomen, slaagden er nimmer in de eigenaar digheden van stijl en voorstelling naar eisch in het Fransch weder te geven en stonden in dit opzicht bij de Engelsche en Duitsche overzettingen ten achteren. Het is te hopen dat de nieuwe ver talers in hunne uiterst moeilijke taak beter zullen slagen. onderscheidingen. Benoemd tot ridder 4e klasse der Militaire Willemsorde de 1" luitenant der in fanterie van het Nederlandsch-Indische leger H. Wieringa en de sergeant der infanterie dier krijgsmacht A. L. Weintre, ter belooning van hun gedrag te Menado, bij gelegenheid der verijdeling van den onverhoedschen aanval eener bende kwaad willigen uit Bwool, 26 Augustus 1875. notarissen. Benoemd tot notaris binnen het arrondissement Assen, ter standplaats de gemeente Assen, jhr. J. A. G. van der Wijek, candidaat- notaris, thans burgemeester der gemeente Hoogeveen. marine. Bevorderd tot luitenant ter zee le klasse de luitenant ter zee 2e klasse H. G. Hildebrandt. Door de benoeming van den heer Visser, hulp onderwijzer te Heinkenszandis thans voorzien in de vacature van hulponderwijzer te Oostka- pelle. Het traktement als zoodanig bedraagt f 600. De schooljeugd aldaar heeft sedert 1 October Ik hen niet heel vrij, ten minste dat geloof ik niet," en zij werd purper bij die gedachte, maar ik zou naar iedereen durven gaan, al was het naar den rector van de academie, of den lord-kanselier, of zelfs de koningin in eigen persoon." „Als wij de koningin in het bosch zagen rijden, zouden wij haar dan niet eens durven aanspreken, zooals de menschen in den ouden tijd deden? Ik geloof niet, dat zij het kwalijk zou nemen. Zij zou van twee meisjes toch wel niet schrikken!" „De koningin heeft niets met Brentburn uit staande," zei Cecily, het hoofd schuddende; „en waarom zouden wij haar meer dan eenige andere dame met onze zaken lastig vallen? Neen, die moeten op de gewone manier afgedaan worden. Als ik maar te weten kan komen wie de voor naamste man is, het hoofd van de academie Zij waren zoozeer in dit gesprek verdiept ge weest, dat zij het gedruiseh buiten de deur, die op dit oogenblik geopend werd, niet gehoord had den. Er stroomde een helder licht binnen, waarin men den hulpprediker ontdekte en nog iemand die hem op den voet volgde. „Lieve kinderen!" begon St. John, verwonderd over de duisternis die hier heersehte. „o Papa, nu hebt gij hen wakker gemaakt en mijn licht bedorven!" riep Mab wanhopig uit. Cecily sprong op, waarbij zij de huishoudboekjes op den grond liet vallen en de twee kleine jongens hieven gelijktijdig een slaperig gehuil aan. „Harry moet drinken," balkten zij beiden op jammerlijken toon.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1