Verkoopingen en aanbestedingen, Thermometerstand. State n-G e n e r a a 1, verleent voor de benoeming tot ambtenaar bij de rechterlijke macht en den burgerlijken dienst in Ned.-Indië. De bepaling om dispensatie voor het doctoraal examen te verleenen aan hen, die in het buiten land een wetenschappelijken graad verkregen hebben, werd verworpen. Bij het artikel betreffende het radicaal voor de leeraren aan de gymnasia werd beslist dat rectoren en conrectoren, (behoudens dispensatie voor laatst genoemden) den doctorsgraad in de klassieke letteren moeten bezitten. Ingekomen is een wetsontwerp tot vaststelling der Indische rekening over 1867. Morgen avond zullen eenige wetsontwerpen van ondergeschikten aard behandeld en na afloop dei- beraadslagingen over het hooger onderwijs zal de interpellatie van den heer Mackayover de hou ding der regeering ten opzichte der suikerwetten, hervat worden. Benoemd tot burgemeester der gemeente Kerkwerve de heer L. C. Boogert. Dank zij de voorzorg der bevoegde autoriteiten en de krachtige medewerking van den stations chef en de ambtenaren der. Hollandsche spoor te Botterdam en 's Hage, heeft bij de komst van vrouw Jut per trein van Botterdam geen de minste op- - loop plaats gehad, zooals vroeger bij 't vervoeren van Verlint en Behagel. Mrs. Greeve en Loke, president en secretaris en andere leden der commissie van administratie, waren in het huis van verzekering te 's Hage aan wezig toen Jutdie per rijtuig van Botterdam werd getransporteerd, eergisteren morgen vroeg aldaar aankwam. Als verdedigers van de beschuldigden, Jut en zijn huisvrouw zijn toegevoegd mr. P. W. A. Cort van der Linde en mr. W. Thorbecke. Vad.) Door ged. staten in Limburg is bij herkeu ring van de nationale militie vrijgesteld een doof stom jongelingdie ondanks een vijfjarig verblijf in een gesticht voor doofstommen door den militieraad te Eoermond voor den dienst was aan gewezen. De gemeenteraad van 's Hage heeft het voorstel om den prijs van het gas tot 10 cent per kub. meter te verminderenaangenomen. Door een commissie van vijf leden is in de vorige week het stoomschip Groningenop Maas- droge gestrandonderzochtmen bevond dat de stormen van Februari en Maart het schip zoo vreeselijk hadden geteisterddat het als totaal wrak is te beschouwenzoodat deze ongelukkige schipbreuk voor de assuradeuren een totaal ver lies isdaar het geborgene wel door de gemaakte kosten zal worden verslonden. Dagbl Omtrent het reeds gemelde ongeluk op den Bijn bij Emmerik verneemt men nader het vol gende De stoombootendie met elkaar op den Bijn in aanvaring zijn geweest, zijn de Nederlandsche sleepstoomboot Prins Hendrik en de Dusseldorfer passagiersboot König. Het gebeurde des avonds te negen uren tusschen Bees en Emmerich, b'ij Greith. Beide schepen zijn onmiddellijk gezonken. Van den König is niets meer te zien; van de sleepboot is alleen de schoorsteen boven water. Men weet nog niet hoeveel menschen daarbij zijn omgekomen, maar gist vier of vijf. De meeste passagiers wisten zich te redden. De lading van de stoomboot zal verloren zijn. Te Greith spoel den onderscheidene collis aan wal. Te Emmerich werd het lijk eener vrouw opgevischt. Men meent, aan, haar met een flauw glimlachje aanziende; ,nu zal de beurt weldra aan Harry komen. Ja,, wij zijn zoo met deze plaats samengegroeid, dat het wel hard schijnt, dat wij er van daan zullen moeten." „Maar papa, waar zullen wij heengaan?" vroeg Cecily. „Wat zullen wij aanvangen? Wat zal er van ons worden „Als gij nagaat dat ik de tijding thans pas Verneem," antwoordde St. John, het hoofd schud dende, „zult ge begrijpen, dat ik die vragen niet op staanden voet kan beantwoorden. Was het dit, waar mevrouw Ascott over sprak? En wat meende zij met dat verzoekschrift en den lord- kanselier? Ik hoop, dat gjj haar geen verkeerde dingen hebt wijs gemaakt?" Erontstond eene pauze, want de meisjes keken elkander aan en bloosden alsof zij eene groote misdaad begaan hadden; maar nu trad juffer May- dew moedig voor het front. „Het was de schuld van de meisjes niet, St. John,"'sprak zij; „zij waren er eigenlijk tegen, maar ik voor mij dacht, dat er geen kwaad in stak als ik zet dat een verzoekschrift van de gemeente aan den lord-kan- selier misschien een goed gevolg zou hebben, een stuk onderteekend door geachte personen, want er zullen hier zeker velen zijn die u achting toedra gen, en dat hij dan, als hij goed van de omstan digheden ingelicht was, u zeker de predikantsplaats wel zou geven." „Zou ik om een plaats bedelen!" riep St. John uit, „ik, die in mijn gansche leven nooit om iets dat op den König 20 passagiers en manschappen waren. Wie de schuld draagt is nog onbekend, maar wordt gerechtelijk onderzocht. Nadere be richten doen ziendat de sleepboot, die beneden waarts voer, in de raderkast liep van de passa giersboot en dit laatste vaartuig door midden sneed. Het voordek werd opgetild en op zijde geworpen. Drie personen, een vrouw, een matroos en een jongmenseh raakten in het water en ver dronken. De kapitein werd evenzoo over boord geslingerd, doch wist zwemmende zich boven te houden, tot-dat hij door een visschersboot gered werd. De overige op de passagiersboot aanwezige personen hebben zich in de boot van dit vaartuig gered. Van de sleepboot verdronk een jonkman, de zoon van den stuurman. Amerikaansche bladen melden dat H. M. onze koningin bezig is een boek te schrijven over de schoonheden der natuur in het Zuiden en aan de Zuidelijke kusten van Frankrijk. De scheep3sjouwers op de marine-werf te Amsterdam hebben het werk gestaakt en eischen dat hun loon van 20 tot 25 cent per uur zal wor den verhoogd. Onze hooggewaardeerde laudgenooten, de heer en mevrouw Bosboom-Toussaint, hebben den 3en April in den huiselijken kring het feest hun ner 25jarige huwelijksvereeniging gevierd* Aan staanden Vrijdag zal aan het gevierde echtpaar dooreen aantal vereerders te dezer gelegenheid een toepasselijk en meer openlijk huldebetoon worden gebracht. Te Parijs is een tandarts gearresteerd, be schuldigd van, met medeplichtigheid van anderen, verscheidene mcnschcn opzettelijk en langzaam te hebben vergiftigd, om in het bezit hunner goede ren te komen, die hij met zijn medeplichtigen deelde. Er zijn meer dan 200 getuigen gedagvaard. Volgens een telegram uit Praag zal de wel bekende, in staat van faillissement verkeerende spoorwegondernemer dr. Strousberg binnen weinige dagen te Berlijn aankomen. Volgens een gerucht, door de Vossische Zeitung onder alle reserve medegedeeld, zou de aanstaande ontmoeting van den Duitschen keizer met de koningin van Engeland in verband staan met het plan op eene overeenkomst tusschen het Duitsche rijk en den hertog van Edinburg, waar bij laatstgenoemde afstand zou doen van de even- tueele troonopvolging in het hertogdom Coburg en wel tegen genot eener jaarlijksehe rente en het vruchtgebruik der fideicommissaire goede ren van het hertogelijke huis. De Volks Zeitung meent, dat de kleinste souvereiniteit en de onbe duidendste troon nog zooveel aantrekkelijkheid op vorstelijke personen uitoefenen, dat van de zaak wel niets zal komen. De speciale commissie -uit de Pruisische kamer heeft de Synodal-Ordnung in tweede lezing met 10 tegen 7 stemmen aangenomen. De verkiezingen voor het nieuwe Deensche Folkething ziju bij koninklijk besluit op den 25en dezer bepaald. Op de beide Paaschdagen zal in het park te Brussel de heer Joseph Simons met een luchtbal lon opstijgen en voorstellingen geven met een door hem uitgevonden" vliegmachine, „de Parakiet" genaamd, 't Is te hopendat hij 't er beter afbrengt dan zijn voorganger de Groof. Het Neue Pester Journal deelt eenige bij zonderheden mede omtrent de werkzaamheid van Franz Liszt als muziekonderwijzer, in welke hoe danigheid hij door de leerlingen der muziek-aca- demie als een model wordt geprezen. Iedere af- deeling der academie verschijnt tweemaal per week bij „monsieur le maestro" en vóór iedere lesdie telkens twee uren duurt, moeten de leerlingen een •stuk van Bach, Schumann, Schubert of Chopin gevraagd heb!". Een donkere blos overtoog bij die woorden zijn bleek gelaat. Hij had menigen slag ondergaan, zonder eene klacht te uitende dood was in zijn huis gekomen en de zorgen hadden hem neergedrukt, hetgeen hij alles lijdelijk gedra gen had, maar er was eene zwakke plek in zijne wapenrusting, en die kwam bij dit onverwachte geval aan den dag. Het vuur van gekwetsten trots vlamde in hem op. „Ik had gedacht dat ik zou sterven zonder deze grieve te hebben onder gaan," zei hij half vertoornd, half verbitterd. „Wat ging het u aan Ik heb nooit om iets ge vraagd! O, dit is hard, heel hard om te dragen!" Bij menschen geheugenis had men zulk eene klacht niet over St. John's lippen hooren komen. De meisjes hadden nooit dien toon van zijne stem vernomen, nooit dien gloed van verontwaardiging op zijn gelaat gezien, en werden er nu door ver vuld met vrees. Deze soort van gevoeligheid heeft bovendien altijd eene schijngrootheid in het oog van hen, die geen levenservaring bezitten. Nooit om iets te vragen; te wachten, geduldig te wach ten totdat de tijd komt dat de grootheid van de ziel van zelf erkend zal wordendat klinkt der jeugd gewoonlijk als iets onbeschrijfelijk verhevens in de ooren. „Nu, St. John," ze! juffer Maydew, „gij moogt zeggen dat het mij niet aangaat, maar i k zeg dat als ge u verwaardigd hadt om iets te vragen, het heel wat beter voor uw gezin zou geweest zijn. Maar in ieder geval hebt gij nu om niets gevraagd. Ik ben aan niemand verantwoording van mijne andere componisten zijn voorloopig uitgesloten volkomen technisch hebben bestudeerd. Liszt laat hen nu beurtelings spelen, maakt daarbij opmer kingen over de opvatting en theorie, speelt de moeilijkste plaatsen zelf voor en wijdt zich met eene nauwgezetheidvolharding en geduld aan zijn onderwijzerstaak, die zijne leerlingen met geest drift vervult en hen tot de grootste vlijt en inspan ning prikkelt. Niet alleen dat Liszt uitstekende leerlingen vormt, maar hij schept als 't ware een nieuwe schooldaar hij zijne kweekelingen zooveel van zijn techniekzijn energieken aanslag en zijn merkwaardige pianissimi weet te doen overnemen- Dat groote heeren dikwijls gemakkelijk veej geld verdienen blijkt o. a. weder hieruit. Prins Bismarck was minister voor Lauenburg en genoot als zoodanig een aanzienlijk inkomen. In de wet betreffende de annexatie van het vorstendom bij Pruisen is bepaald, dat Lauenburgsche ambtenaren die tevens in Pruisischen staatsdienst zijn, in eerst genoemde hoedanigheid zullen worden gepensio neerd met 3/4 van hun traktement. Deze bepa ling geldt ook voor Bismarck. In 1871 nu genoot hij uit dc Lauenburgsche domeinen een zuiver bedrag van 34,016 Thalers per jaar, zoo dat zijn jaarlijksch pensioen als voormalig Lauen- burgsch minister ongeveer f44,000 kan bedragen Gisteren zijn te Westkapelle te koop aangeboden 1° Een huis, erf en tuin, laatst bewoond door Lein Daane. Verkocht voor f 300. 2° Een huis, schuurtje, erf en tuin, bewoond door Jan Faasse Kz. Verkocht voor f 635.26. 4 April, 's av. 11 u. 47 gr. 5 's morg. 7 u. 48 gr. 's midd. 1 u. 60 gr. 'sav. 6 u. 58 gr. TWEEDE K A 31 E R. Zitting van W oensdag 4 April. Op art. 85 van het wetsontwerp op het hooger onderwijs (voorwaarden voor het affeggen van examens) waren 3 amendementen voorgesteld, als: 1° door den heer Bombach, die tot het examen voor de wis- en natuurkunde en de geneeskunde pok hen wilde toelaten, die aan 't eindexamen der H. B. scholen (examen A) hadden voldaan, teneinde de natuurkundige wetenschappen vrij te maken van de doode talen, die voor haar onnoo- dig waren, ten bate des lands, ter vermeerdering van het getal geneesheeren2° door den heer van Houten, die de in het vorig amend, bedoelden wilde toelaten tot examen ter verkrijging van den graad van doctor in de staatswetenschappen, een afzonderlijk doctoraat voor hen, die niet in de rechtsgeleerdheid willen studeeren, voor ambtena ren, bankiers enz., van wie geen klassieke oplei ding kan worden gevorderd, welke voor studie in staatswetenschappen ook niet onmisbaar is, blijkens verschillende groote mannen, als Bastiat, Say, dr. Mulder, Betz enz.theoretisch onnoodig, achtte hij hier klassieke studie practisch schade lijk; 3° door den heer Stieltjes, die, met uit zondering van de geneeskunde, geheel hetzelfde voorstelde als de heer Bombach. De minister stelde voorop dat de amend, eigen lijk niet meer te pas kwamen en tegen het stelsel der wet reageeren, en betoogde dan dat de uit zonderingen ten behoeve van enkelen niet wen- schelijk waren. Speciaal voor de geneeskunde beriep de minister zich op Thorbecke en prof- Donders en op de wetgeving in het buitenland. daden schuldig en ik geloof dat het mij vrij staat u of ieder ander een dienst te bewijzenals ik het verkies. Als de lord kanselier u hier tot pre dikant benoemt. „Ik behoef mij daar niet boos over te maken, want gij spreekt over dingen waar ge geen ver stand van hebt," antwoordde St. John- met een glimlachje. „De predikantsplaats hier staat ter begeving aan de academie. De lord-kanselier heeft er evenveel over te zeggen als ik zelf. Cecily, laat nu de thee komen." Juffer Maydew kromp van schrik ineen. Na die opheldering sprak zij geen woord meer. Over 'tgeen zij gedaan had zou zij geen berouw heb ben gevoeld; maar nu te moeten hooren, dat zij, na zich zoo ingespannen te hebben, eigenlijk niets gedaan had, was hard. De hulpprediker van zijn kant verviel na deze kortstondige opwelling weèr tot zijne gewone kalmte en sprak op de wijze zoo als men 't altijd van hem gewoon was. Zijne stem herkreeg haar bedaarden toon. Met smaak ge bruikte hij bij de thee zijne boterhammen, en over 't geheel betoonde hij meer medelijden met den heer Chester dan met zich zeiven. „Ik herinner hem mij nog van de academie," sprak hij; „wij bezochten dezelfde colleges, maar hij was de rijkste van ons beiden. Hoe weinig draagt dit toch tot iemands geluk bijDe arme Chester is nooit gelukkig geweest; het zou hem hier misschien zeer goed bevallen hebben. Hoeveel redenen heb ik hier gehad, om dankbaar te zijn! Maar het lag niet in zijn aard. Toen hij jong was De amend, zouden dan ook afbreken wat bij de gymnasia werd opgebouwd, onnoodig, daar de stu die vrij, maar de graad uitsluitend een gunst voor klassieke opleiding was. Na bestrijding der amendementen door de hee ren Jonckbloet, Moens en Idzerda en na verdedi ging door de voorstellers en den heer Kappeyne werden zij verworpen, het le met 54 tegen 15, het 2e met 59 tegen 10 en het 3e met 50 tegen 18 stemmen. Daarna kwam in behandeling art. 87, waarop de heeren van Nispen en van der Hoeven een amend, voorstelden, strekkende om ook examens te doen afnemen door eene staats-eommissie, het zelfde beginsel als dat reeds voor toelating tot de gymnasia was aangenomen, en dat vrijheid zou geven, waarvan trouwens slechts zelden gebruik gemaakt zou worden. Ieder toch moet zijn eigen rechter kunnen kiezen. De heer van der Hoeven voegde daarbij deze verklaring: ter wille van het constitutioneel stelsel zou hij 't betreuren als ver werping van deze wet voedsel moest geven aan de volksovertuiging dat deze kamer geen gewich tige zaken kan afdoen; doch dat was ook de eenige reden, die hem nog voor dit wetsontwerp stemde, en als nu het beginsel van gelijk recht voor allen niet ten minste naar de gematigdste eischen werd erkend, dan zou hij persoonlijk ten slotte zijn stem er aan moeten onthouden. De minister bleef het onuitvoerbare van het amend, volhouden, waarna dit met 51 tegen 17 stemmen werd verworpen. Op art. 87» had de heer Jonckbloet voorgesteld, ten behoeve van 's rijks kas 10 voor de verschil lende examens te doen betalen, behoudens f 50 voor het doctorale. De minister maakte in de eerste plaats bezwaar met het oog op Amsterdam, meende vervolgens dat het niet wenschelijk was het te licht afleggen van examens aan te moedigen, en verklaarde zich eindelijk voor kosteloos docto raal. Na korte gedachtenwisseling werd het amend, met 38 tegen 32 stemmen verworpen. Een amend, van den heer van Houten, op art. 89, om Amsterdam uit te sluiten van het verleenen van graden honoris causa werd, nadat de minister de beslissing aan de kamer overliet, met 48 tegen 19 stemmen verworpen. Tandheelkunde. De minister van binnenlandsche 2aken heeft nader geantwoord op het eindverslag over het wetsontwerp betrekkelijk de tandheelkunde. De minister doet o. a. het volgende opmerken. Nadat de wetten van 1865 tien jaren hebben gewerkt, zijn er vier, zegge 4, geneeskundigen die als specialiteit in de tandheelkunde practi- seeren. In 1895 zullen er dus, zoo voortgaande, twaalf zijn en dan zijn de tandmeesters van de vorige wet zeker voor het meerendeel van het tooneel afgetreden, zoodat er, indien niet op de wijze, als door deze wetsvoordracht geschiedt, in de behoefte voorzien wordt, aan het einde dezer eeuw groot gebrek aan tandheelkundige hulp zal zijn. Vreemd klinkt de bewering dat de artsen zich door het bestaan van tandmeesters volgens dit ontwerp, van de uitoefening der tandheelkunde zullen laten terughouden. In het stelsel van de tegenstanders van het ontwerp behoeft daarvoor geen vrees te zijn. De wetenschappelijk gevormde artsen behoeven dan immers de concurrentie met de tandmeesters niet te vreezen? „Zonderling klinkt in het verslag de tegen spraak van de stelling des ministers dat het publiek de voorkeur geeft aan tandmeesters die de ge leerdheid van den arts niet bezitten. De tegen spraak rust op het feitdat tandmeesters soms trachten den titel van clnrurgien dentïste en zelfs van doctor te usurpeeren. Het is hier niet de vraag wat de tandmeesters doen, maar wat het zag hij er ook zeer goed uit, en in alles was hij knap. Iedereen zou gezegd hebben, dat hij veel meer kans op een gelukkig leven had dan ik." De oude man, ofschoon anders de nederigste der menschen, was niet uitgepraat over dit contrast, en de beide meisjes keken elkander onder 't luis teren met verwondering aan en kregen dien blos van schaamte op het gelaat, die bij liefhebbende kinderen niet zeldzaam is, wanneer zij bemerken dat hunne ouders bazelen. Doch zelfs die soort van huiselijke critiek, ofschoon zij niet uitgespro ken - werd, viel hem pijnlijk, gelijk bij al zulke goedhartige, maar zwakke lieden het geval is. Zijne laatste vrouw had hem altijd bewonderd, zoowel wanneer hij zich dwaas als wanneer hij zich wijs gedroeg, en zou nu uit het diepst van haar hart met hem ingestemd en elk zijner woor den nagepraat hebben; maar zijne dochters deden .dat niet. Zij hadden hem het liefst tot zwijgen gebracht en schaamden zich over het onnoozele zelfbehagen, dat hij aan den dag legde. En toch was het de waarheid dat hij zich gelukkiger achtte dan den heer Chester en hooger op de ladder der verdienste, schoon niet op die der fortuin, meende te staan; en de kalmte waarmeê hij het gebeurde opnam, dat voor hem nagenoeg met ondergang gelijk stond, was mooi in hare soort. „Maar wat staat ons te doen, papa?" waagde Cecily te vragen, hem bedenkelijk aanziende, ter wijl hij zijn laatsten kop thee gebruikte. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2