BUITENLAND.
Telegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten,
Marine en 1 eger,
Kunstnieuws,
Land bouw.
Verkooplngen en Aanbestedingen.
Thermometerstand.
Kamer van koophandel en fabrie
ken van Middelburg.
Algemeen Overzicht.
schiedenis en aardrijkskunde, kennis der staats
instellingen, redeneerkunde en uiterlijke welspre
kendheid, Uit een stortvloed van amendementen
kwam echter een programma tot stand, waarop
van de nieuwere talen de letterkunde niet voor
kwam, en de drie zooeven in de laatste plaats
genoemde vakken mede gemist werden. Dat het
programma van den minister besnoeid werd is goed
de snoeiwijze zelve echter niet. Redeneerkunde
en uiterlijke welsprekendheid, de kunst vanleeren
denken en de kunst van zijne gedachten goed en
duidelijk te uiten, hadden op het programma
der gymnasien niet mogen ontbreken. Waarom
men niet liever de natuur- en scheikunde en de
natuurlijke historie heeft weggeschrapt begrijp
ik niet, tenzij het behoud dezer vakken toe te
schrijven is aan de herinnering aan den alleenza-
ligmakenden invloed der stellige wetenschappen,
waaraan men bij de inrichting van ons middelbaar
onderwijs, niet zonder protestechter, wel wat
veel toegegeven heeft. De hierbedoeldo vakken
behooren tot de propaedeuse van den aanstaanden
medicus of natuurkundige: volkomen waar;
maar konden die vakken, die toch niet tot de
propaedeuse van den aanstaanden rechtsgeleerde
of letterkundige behooren, dan niet tot de facul
tatieve worden gebracht? Facultatieve, niet opdat
bet aan een gemeentebestuur zou vrij staan er al
of niet onderwijs in te doen geven, maar in dien
zin dat alleen zij, wier faculteit een admissie-
examen in die vakken vorderde, het onderwijs
daarin behoefden bij te wonen.
„Meer betreur ik echter de verwerping van het
amendement-Bergsma, waarbij de oprichting van
rijksgymnasiën, minstens éen in elke provincie,
werd bepaald. Dat het hooger onderwijs, in nog
veel hoogere mate dan het lager, eene zaak is van
algemeen rijksbelang, ligt te veel voor de hand
om er in 't breede over te redeneeren. Maar heb
ben we dan de treurige ondervinding van het
lager onderwijs ten laste der gemeenten, de
groote fout der wet van 1857, niet om ons aan
te spiegelen? Waarom nu ook hier weder, evenals
in 1857 ób wummos van een zuiver beginsel afge
weken en misschien het onderwijs zelf, dat men
op goede grondslagen regelen wilde, van den aan
vang af in de waagschaal gesteld? Is het uni
versitair onderwijs, en terechj, eene zaak van het
rijk, dat er de kosten geheel van voor zijne reke
ning neemt, behoudens natuurlijk in die geval
len, waarin het bestuur van eene of andere stad
zich de weelde betaalt eener eigene universitaire
instelling; is het universitair onderwijs eene
zaak van het rijk, dan is het dat in al zijne fasen
en behoort vooral het voorbereidend deel, de
propaedeuse, thans van de universiteit naar de
gymnasia overgebracht, niet uit rijks handen te
worden genomen, om ter wille; eener misplaatste
zuinigheid aan de gemeentebesturen te worden
opgedragen. Daarom is boven het stelsel der
regeering, dat hier gezegevierd heeft, waarbij
het gymnasiaal onderwijs zóo weinig als eene
staatszaak wordt beschouwddat alleen bij wijze
van aalmoes, subsidie ingeval de kosten
voor de gemeente te zwaar mochten worden
een deel der kosten ten laste der schatkist
worden genomen; boven dat stelsel is te ver
kiezen het door den heer Bergsma voorgestelde
doch door de kamer verworpene van rijks-gymnasia,
met de volle vrijheid voor de gemeentebesturen
om dergelijke instellingen op de plaatsen waar
geen rijksgymnasium bestaat in het leven te roe
pen waarvan dan de kosten voor een gedeelte
ten laste van de rijksschatkist konden komen.
De tweede kamer heeft dit echter niet gewild,
evenmin als den zevenjarigen cursus. Het ver
kiezen van den zesjarigen daarboven kan geen
nederlaag worden genoemd voor den minister,
die nu eens zusdan weder zoo had voorgesteld.
Verkorting van den cursus is echter zeer verkeerd,
ómdat na de hervorming der universiteiten in den
bij het wetsontwerp bedoelden zin, na het weg
vallen der propaedeuse van de universiteit, het
van het grootste gewicht is dat de jongelieden de
universiteit niet te vroeg bezoekenmaar daar
voor een leeftijd afwachten, waarop zij goed tot
zelfstandige studie en het vak hunner keuze be
kwaam-zijn. Op den twintigjarigen leeftijd maakt
éen jaar hierin zeer veel verschil.
„Vat men alles wat betreffende de gymüasiën
bepaald is samen, dan bestaat erdunkt mij, niet
zoo heel veel reden om met den. aanvankelijken
uitslag der behandeling van de hooger onderwijs
wet tevreden te zijn. Hoe de wet echter zij in
zooverre zal ze altoos eene verbetering wezen,
omdat ze het onregelmatig bestaande organiseert.
Van het vervolg der beraadslagingen, die waarschijn
lijk niet vóór Paschen afgeloopen zullen zijn, zal
het echter afhangen of bij de eindstemming de
bestaande onregelmatigheid niet boven slechte or
ganisatie te verkiezen zij eene keuze zonder veel
gevaar, omdat ons hooger onderwijs zelf, hoe
slecht de wet op deze materie ook zij toch zoo
goed is als het in redelijkheid gewenscht kan
worden."
Bij de verkiezing van een lid der tweede kamer
voor het hoofd-kiesdistrict Eindhoven is het afge
treden lid (wegens benoeming tot eene rechterlijke
betrekking) mr. A. J. H van Baar herkozen.
tweede kamer,
De heer Jonckbloet verdedigde de] commissie
van rapporteurs tegen de beschuldiging van den
minister van binnenlandsche zaken, dat zij hem,
met betrekking tot de theologische faculteit, op
een dwaalspoor had gebracht. Dergelijke uitvallen
zeide bij zouden het vertrouwen in de beza
digdheid van den minister ten aaözien van de
uitvoering van de wet kunnen schokken.
Door den heer Begram werd uitvoerig het onge-
- gronde van de verwijten en vooral van de heftig
heid van toon van den heer Jonckbloet' betoogd.
De minister vulde alsnu het artikel 33 van het
wetsonswerp op het hooger onderwijs aan met het
woord „wijsbegeerte," zoodat aan iedere hooge-
school eene speciale faculteit in de wijsbegeerte
zou bestaan.
De hoer Moens verdedigde het amendement der
commissie van rapporteurs en beweerde, dat door
een transitoirs maatregel de eindbeslissing over
het beginsel niet kan worden verschoven.
Hot behoud van de faculteiten der godgeleerd
heid werd door den heer Messchert van Vollenho
ven verdedigd, als zijnde in het belang van de
wetenschap en overeenkomstig de roeping van den
wetgever; uit die faculteiten kan de kerk kracht
putten tegen het materialisme.
De heer de Jonge achtte het behoud van de
godgeleerde faculteiten onvereenig baar met het
tegenwoordige staatsrecht. Wil men een weten
schappelijke opleiding van kerkleeraren dan moet
de kerk in de naaste toekomst zelve daarin voor
zien.
Eindelijk lichtte nog de minister van binnen
landsche zaken zijn standpunt nader toe en ver
klaarde het amendement der commissiee van rap
porteurs („behoud der faculteit van godsdienst
wetenschap") vooral na de nadere toelichting van
den heer Moensvolstrekt onaannemelijk.
Vervolgens werd het amendement-Vader (behoud
der „theologische faculteit") verworpen met 70
tegen 3 stemmenhet amendement der commissie
van rapporteurs verworpen met 41 tegen 32 stem
men; het amendement-van Namen' (behoud van
den faculteit dér godgeleerdheid doch niet be
stemd voor de opleiding van leeraren van eenig
bepaald kerkgenootschap) aangenomen met 43
tegen 30 stemmen
diplomatie. Benoemd tot secretaris bij Zr. M*
gezantschap te St. Petersburg nr. L. H. Ruysse-
naers, secretaris van legatie werkzaam bij het
ministerie van buitenlandsche zaken, en tot attaché
bij liet Nederiandsch corps diplomatique mr.
A. Heemskerk.
minis'terieele separtemevten. Benoemd tot ad-
junct-commiqs bij het ministerie van buitenland
sche zaken met ingang van 1 April a. mT. D. baron
van Ilogendorp.
notarissin. Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement Arnhemter standplaats de ge
meente Wageningen J. M. F. van Everdingen,
candidaat-notaris te Tiel.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe
belastingen en accijnsen te Weesp c. a. K. J. Gey
van Pittius, thans ontvanger derzelfde middelen
te Ravenstein c. a.
Pensioen verleend, ten bedrage van 1138 's jaars,
aan J. Labbertivisiteur der in- en uitgaande
rechten, wegens ouderdom en diensttijd.
De luitenant ter zee le klasse J. C. Joekes,
officier van politie bij de directie der marine te
Amsterdamwordt met den len April a., gedeta
cheerd bij het departement van marine en met
dien datum in eerstgemelden werkkring vervan
gen door den luitenant ter zee le klasse J. F. M.
Lange.
De scheepsklerk E. M. Schroevars, die
nende aan boord van Zr. M3. wachtschip te Wil
lemsoord, wordt met den laatsten dezer op non
activiteit gesteld.
Twee belangrijke verzamelingen schildergen
van de oude Hollandsche school zijn dezer dagen
(16 en 18 Maart) te Parijs verkocht geworden:
de eerste van den heer J. van Lissingen, alias
Lippmann, de andere van den heer Scharff, beiden
te Weenen. De verzameling Lippmann bestond
uit 53 stukken., welke te zamen de som van
478,210 francs hebben opgebracht. Een voortref
felijk fraai portret, door Rembrandt, was daaron
der het duurste stuk, het is voor 170,000 francs
toegeslagen aan den heer Wilson.
Voor rekening van de Nederlandsche regeering
werden vier stukken aangekochtalseene steen
groeve, door Begeyn; een binnenhuis, door van
Deelen, en twee portretten, door van den Tempel.
Op de verkooping der verzameling Scharff, die
veel minder rijk en uitgebreid was dan de boven
genoemde, is een fraai stuk, van P. Codde, geti
teld: Une assemblée galante", ten behoeve van
eene onzer rijks verzamelingen verworven.
Bij eene gisteren in het „Paleis voor volks
vlijt te. Amsterdam gehouden wedstrijd voor orga
nisten, is aan den heer Hendrik de Vries, te Broek
in Waterlandde le prijs en aan den heer B. A,
Hendriks, te Amsterdam, de 2° prijs toegekend.
De Landbouw-Courant vraagt bijdragen om uit
sluitend te dienen tot aankoop van zaaizaad, en
pootaardappelenten behoeve der landbouwers in
de door den watersnood geteisterde streken. Het
water heeft toch dat zaad en die aardappelen be
dorven en aan geld hebben de behoeftigen natuur
lijk gebrek. Gaarne voegen wij bij deze oproeping
een woord tot aanbeveling.
.~=^===3^=ögg«3==^==~--
Tot directeur der gasfabriek te Goes is be
noemd, ter opvolging van den heer de Liefde, de
heer P. C. van der Hagen, thans klerk aan die
fabriek.
Te Deventer zijn ongeveer duizend werklie
den tengevolge van den stilstand der fabrieken
door den hoogen waterstand, zonder arbeid. De
gemeente doet wat zij kan om door het verleenen
van huisvesting warme spij3 en anderen onder
stand, de ellende te verzachten.
Men leest in het Utrechtsch Dagblad„De
eDtree, die de Italiaansche treurspeler Rossi
in de hoofdstad maaktis niet van de aange
naamste. Zooals gij weetzou hij er zich reeds
verleden jaar hebben laten bewonderen en een
contract was gepasseerd met den heer van Lier
directeur vaD het Grand Theatredat door den
secretaris van den gevierden artist als het voor
naamste was beschouwd. Ik weet niet om welke
reden maar Rossi werd destijds verhinderd te
Amsterdam op te treden en de heer van Lier nam
er genoegen mee dat het contract werd verbroken,
zonder een dédit te eischen, onder de mits even
wel dat, indien Rossi in de hoofdstad optrad, hij
zich in het „Grand Théatre" zou laten bewonde
ren. Zijn secretaris, den eersten flater goed wil
lende maken, knoopte thans onderhandelingen aan
met de heeren Albregt en van Ollefen en contrac
teerde met hen. Hierop deed de heer van Lier
zijne rechten gelden en zonder tegenstreven be
taalde de Italiaan het dédit van duizend gulden."
De arrondissements-rechtbank te Zwolle heeft
in het belang der schuldeischers van de gefailleer
de Overijselsche bank eene belangrijke uitspraak
gedaan. Bij de verificatie van schuldvorderingen
in „het faillissement van W. J. Wolff (vader van
Jacob Wolff) zijn curatoren der bank voor den
dag gekomen met eene vordering, groot /'lil,833.83,
welke vordering is bestreden omdat W. J. Wolff
f 76,297.84) aan Engelsche wissels ten bate der
bink verstrekt had dat alzoo in zijn credit moest
worden gebracht. De rechtbank heeft uitgemaakt,
dat W. J. Wolff slechts zijnen naam leende, bij
de betrokkenen geen fonds had, de wissels alzoo
geene waarde hadden, en heeft derhalve de bank
toegelaten als schuldeischeres voor het volle be
drag en tevens gelast, dat zij voor dat bedrag op
de lijst der erkende schuldeischers zal geplaatst
worden.
Voor de geldleening ten behoeve der gemeente
Tilburg groot 35,000, renten 4Ir pet. 's jaars,
aflosbaar a pari, is ingeschreven voor een bedrag
van 234,500. Alleen de inschrijvingen van 100)
en daarboven zijn toegewezen.
De gemeenteraad van Meppel heeft zich tot
den minister van binnenlandsche zaken gewend,
met het verzoek om ook aldaar eene rijks-kweek
school van onderwijzers te vestigen.
De Duitsche vereeniging tot bevordering van
volksgezondheid heeft thans ook besloten tot op
richting eener vereeniging tot het verschaffen van
goede melk voor kinderen en zuigelingen. Daardoor
kan de gezondheid en goede ontwikkeling van
menig kind worden bevorderd, 't Ware te wenschen
dat overal eene inrichting bestond waar men zeker
kon wezen onvervalschte en gezonde melk te kun
nen krijgen.
Uit een artikel in de Wezer-Zeitung blijkt
dat de bekende Thomas de bewerker van de ramp
te Bremerhaven, eigenlijk Alexander Keith heette
en de zoon van een bierbrouwer te Halifax was,
alwaar hij is geboren,
Omtrent het plan om de verschillende Duit
sche spoorwegen tot rijksspoorwegen te maken
beweren de nationaal-liberale bladen thans reeds
dat het daartoe strekkende wetsontwerp in de
Pruisische kamer op eene meerderheid van onge
veer 30 stemmen kan rekenen. De Volks-Zeitung
betoogt dat voor hen die dergelijke berichten
mededeelen niet de zaak, maar de persoonlijke wil
van von Bismarck als richtsnoer geldt.
Omtrent de vraag of de stoomboot City of
Boston, die 6 jaren geleden door een onbekende
oorzaak is vergaan, wellicht ook te gronde ging
door een misdaad als Thomas tegen de Mosel te
Bremerhaven had beraamd wordt door deFreie Presse
te Chicago het volgende medegedeeld„In het
register der lading van de City of Boston,die in Januari
1870 op reis van New-York naar Liverpool is ver
gaan, komen o. a. voor drie kisten pelswerk, die
van Halifax' naar Liverpool zijn verzonden door
James Thomas, geadresseerd aanC. M.Lampzen en c0.,
en het is zeker dat Thomas in December 1870,
dat is ten tijde toen de assurantiegelden voor de
City of Boston zijn uitbetaald en hij persoonlijk
in New-York was, door wissels op Hamburgsche
en Londensche bankiers een bedrag van f 6800
aan zijne vrouw heeft overgemaakt.
Gisteren heeft het polderbestuur van Walcheren
alhier aanbesteedhet maken van buitengewone
verdedigingswerken aan de Noord- Oost- en
West wateringenin vier perceelen te weten
1" perceelde heeren Iz. van Male Dz.Bres-
kens, 26,438; J. Verkuijl Quakkelaar, Ylissingen,
25,800; J. van den Hoek Koudekerke, ƒ24,925.
2e perceelde heeren J. Verkuyl Quakkelaar,
Ylissingen, 11,930; J. van den Hoek, Koude
kerke 11,580Iz. van Male Dz.Breskens,
f 9848.
3e perceel: de heeren I.. Hage, Middelburg,
4892J. van den HoekKoudekerke4180.
4e perceel: de heeron I. Hage, Middelburg,
f 9295Iz. van Male Dz.Breskens 8674
J. van den Hoek, Koudekerke, ƒ8170.
Op den 22en dezer heeft te Hulst vanwege
het bestuur der uitwatering te Ossenisse, de
aanbesteding plaats gehad van het aanbrengen
van een buitenberm, met het verbeteren van een
gedeelte van den zeedijk enz., aan den 's Heer.
arendspoldergemeente Ossenissehetwelk is aan
genomen door den heer D. Tholens, te Neuzen
voor 22,800.
23 Maart 's av. 11 u. 38 gr.
24 'smorg. 7 u. 37 gr. 'smidd. 1 u. 47 gr.
's av. 6 u. 46 gr.
Opgave van stukken ter lezing liggende op het
bureau der kamer:
1 Verzameling van consulaire berichten 6e afl.
jaarg. 1875.
2 Statistiek van handel en scheepvaart Decem
ber 1875.
3 Accounts relating to trade and navigation
Jan. 18?6.
4 Een rapport van den minister-resident van
Rome over een op te richten stoomvaartverbinding
tusschen Venetië en Java.
Achtereenvolgens hebben alle beschaafde en ont
wikkelde volken vrijheid van godsdienst erkend
als een der eerste vereischten van de moderne
staatsinstellingen, en haar als een publiek recht
in de constitutie opgenomen. Spanje alleen, de
katholieke natie bij uitnemendheid, verleende tot
nogtoe alleen aan de katholieke kerk een grond
wettig recht van bestaan, doch nu, tengevolge van
de troonsbeklimming van Alfonsus, een nieuwe
grondwet moet worden vastgesteld, hebben de
ontwerpers van dat statuut gemeend daarin recht
te doen moeten wedervaren aan de moderne be
ginselen en hebben daarom de vrijheid van gods
dienst in art. 2 opgenomen, in strijd met het
tusschen Spanje en den heiligen stoel bestaande
concordaat, dat natuurlijk niet kan worden be
schouwd een altijddurend geldig recht te hebben
gevestigd.
Onmiddellijk is door den paus protest tegen de
bepaling van art. 2 der ontworpen constitutie aan-
geteekend, met een beroep op het concordaat, en
daar de Dieuwe regeering een openlijke botsing
met het Vaticaan, voor het oogenblik althans,
niet wenscht heeft zij onderhandelingen aangeknoopt
om met den heiligen stoel tot overeenstemming té
geraken. Herhaaldelijk heeft zij verzekerd alle
hoop te koesteren dat die onderhandelingen tot
een gunstig resultaat zouden leiden, wat zg des
te liever zou willen, nu er groote kans schijnt te
bestaan, dat de cortes zich met het in art. 2 voor
gestelde beginsel zullen vereenigen. Thans echter
maken de Spaansche bladen een herderlijken brief
van den paus aan den aartsbisschop van Toledo
openbaar, waarin de heilige vader verklaart dat
door artikel 2 van de ontworpen constitutie, waar
door de godsdienstige verdraagzaamheid tot een
publiek recht zou worden verheven, onder welke
uitdrukkingen men dit ook mocht trachten te
verbergen, de rechten der katholieke kerk geheel
zouden worden geschondendat door dit artikel
de edelste bepaling van het concordaat wordt ter
zijde gesteld; dat het den staat voör een zooern-
stigen aanslag- verantwoordelijk maakt, de deur
voor dwalingen open stelt en den weg ontsluit om
de katholieke kerk aan te vallen.
Dat het hoofd der Christelijke kerk bij uitne
mendheid zooals de katholieke zich beroemt te
zijn, geen voorstander van de godsdienstige ver
draagzaamheid is, kan men hem niet kwalijk ne
men als men nagaat welke gevolgen zij voor de
heerschappij van kerk heeft gehad, wier hoogste
doel is de oppermacht in den staat uit te oefenen,
en uit de zoo even vermelde pauselijke verklaring
blijkt voldoende, dat Spanje een van de grootste
voorrechten van den modernen staat niet zal ver
werven dan ten koste van een ernstigen strijd met
de curie, die in den laatsten tijd zoo menigmaal
als overwonnene het strijdperk moest verlaten en