N*. 119e Jaargang. 1876. Yrijdai 24 Maart. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco f 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiën; 20 Cent per regel, Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Watersnood.. BERICHT. Zij die zich vóór 1 April 1876 op deze courant abonneerenontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom mers van het blad gratis. De hulpprediker van Brentburn. Middelburg, 23 Maart» MIDDE Sedert de opgave van gisteren is aan het bureau van dit blad ontvangen: „Yan broer J. en zusjes C. en J. uit hun spaar pot" ƒ3; van H. M. A. A. ƒ6; van den heer P. J. Rienstra, pred. te Veere ƒ12.95 (zijnde: Bemanning sleepboot „de Brak" ƒ1.75; W. P. D. f 2eenige cathechisanten f 5.45E. B. 2.50 uit eene bus 1.25). N. N. te D. 5. Te zamen 26.95met de vroegere opgaven f 489.30. Door burgemeester ën wethouders van Middel burg wordt het volgende bekend gemaakt: Mazelen-epidemie. De burgemeester van Middelburg, gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad n°. 134,) maakt bekend dat in de week van Zondag 12 tot en met Za terdag den 18«n Maart 1876, een persoon aan de mazelen is overleden. Hiervan is afkondiging geschied waar het be hoort, den 20™ Maart 1876. De burgemeester voornoemd, (G.t.) SCHORER. Oprichting-slachtplaats. De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend dat bij besluit van heden aan A. Leijnse en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend om perceel R n° 69 op den Noordweg, in te richten tot slachtplaats. Middelburg den 20en Maart 1876. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.) SCHORER. De Secretaris, (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. Greineente-lbelastingen. Kohier voor de plaatselijke directe belasting op de inkomsten over 1876. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend dat het kohier voor de plaatselijke directe be lasting op de inkomsten over het jaar 1876, waar van de heffiing is goedgekeurd bij koninklijke be sluiten van den 23en December 1871, n° 31 en van den 10™ December 1875n° 28 door den IFIEDTXIIjXJJBTOIDT., 9. Naar het Engelsch van Mevrouw Oliphant. (Vervolg.) Toen zij echter, vroeg naar hare kamer gegaan, eenzaam aan het venster zatgaf zij haar hart in een onweerhouden tranenvloed lucht, want zij was langzamerhand aan dat stille leven gehecht ge worden en zij had geen tehuis. Bij de meisjes keerde het tij, nadat haar eerste schrik en verontwaardiging voorbij was. Zij zou den eene onbekende toekomst te gemoet gaan, woorden die voor verschillende ooren een zoo ver schillenden klank hebbenschrikverwekkend voor sommigen, alleraangenaamst voor anderen. Voor Cecily en Mab waren zij streelend. Zij zouden een nieuwe wereld, nieuwe gezichten, nieuwe mensehen leeren kennen, nieuwe plaatsen zien, nieuwe dingen hooren, en dit alles deed haar èn hare ontevredenheid èn haar weerzin vergeten. Zij waren wel vervuld met zekere vrees, maar daaraan paarde zich eene groote nieuwsgierigheid, zoodat de verwijten, die zij aan het adres van haar vader en van tante Jane gericht hadden, allengs op hare lippen bestierven. Zouden zij raad in zijne zitting van' dc'n 21™ Maart 1876 vastgesteld, ingevolge art. 265 der gemeentewet, gedurende aeht dagen aanvangende Donderdag den 23en Maart a. voor een ieder óp de gemeente secretarie ter lezing zal zijn nedergelegd. Hiervan is op heden alkondiging geschied waar het behoort. Middelburg den 22™ Maart 1876. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.) SCHORER. De Secretaris, (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. De heden alhier door de commissie voor de noodlijdenden door den watersnood aan de huizen der ingezetenen gehouden collecte heeft 4388.41) opgebracht. De heer G-. van der Hoek te Goes heeft be kend gemaakt dat hij niet voornemens is het lidmaatschap yan den gemeenteraad, indien hij als zoodanig verkozen mocht worden, aan te nemen. De gemeenteraad van Axel heeft zich bij adres tot de tweede kamer der staten-generaal gewend om bezwaren in te brengen tegen de voorgestelde verplaatsing van het kantongerecht van Axel naar Neuzen. De Ylissingsehe afdeeling der vereeniging het Hooda kruis beeft den 21en dezer aan het ge meentebestuur van 's Hertogenbosch verzonden twee groote manden met kleedingstukken, bedde- lakens, dekens, kussensloop'en en stroozakken ten behoeve der slachtoffers van den watersnood. Uit Goes werd reeds eene som van ƒ800 aan de hoofdcommissie te Amsterdam overgemaakt. In onzen tijd van nationale gedenkfeesten is het misschien niet ongepast in herinnering te brengen dat in de volgende maand voor de tweehonderdste maal de sterfdag verjaart van Michiel Adriaarss- zoon de Ruiter. Den 23™ April 1676 aanvaardde hij, bij het eiland Sieilië, in het gezicht van den berg Etna, den strijd met eene overmachtige Fransche vloot, terwijl zijne bondgenooten, de Spanjaarden, hetzij uit lafhartigheid, hetzij dewijl hunne schepen niet voldoende van kruit voorzien waren, hem in den steek lieten. Niettemin be haalden de onzen de overwinning. Zij werd echter duur gekocht door de verwonding van de Ruiter, misschien wel zoo ongelukkig zijn als zij eerst gevreesd hadden? zouden zij het misschien niet veeleer plezierig vinden, als zij er voor mochten uit komen? Nadat dus de eerste weerzin ver flauwd was, kwamen er half afgebroken gezegden, vragen en uitroepen van nieuwsgierigheid op hare lippen, die de wederzijdsche gevoelens verrieden. „Het kan misschien wel aardig zijn," zei Mab ten laatste, maar keek onmiddellijk met eenigen schrik Cecily aan, of deze het niet kwalijk zou nemen. Een blik in Cecily's oogen gaf echter te kennen dat zij het ook wel eenigszins verwachtte. Juffrouw Brown ging den volgenden morgen terstond dapper aan 'twerk, om het goed der meisjes in orde te brengen.. Zij bad zich vast voorgenomen edelmoedig te zijn, maar vroolijk was zij niet. Wel is waar had zij den ganschen dag dat glimlachje op haar gelaat, maar het oefende een neerdrukkenden invloed uit. Zij was besloten, wat er gebeuren mocht, tot den einde toe haar plicht te volbrengenen wat kwam het er op aan, wat dan zou gebeuren? Met dit moedig be sluit zag zij het geval onder de oogen en bleef alles doen wat men van haar kon vergen. Zij kocht ik weet niet hoeveel dozijn ellen goed, knipte bet en maakte er met behulp van de naaima chine allerlei kleedingstukken voor de meisjes van. Zij achtte het noodig, dat zij nieuwe Zondagsche kleederen zouden hebbennam de dorpsmode maakster voor eene week aan, ging zelf naar de stad om de stof te koopen en besteedde met de meisjes een ingespannen, maar niet onaangenamen namid- welke des avonds van den 29™ April 16?6 een einde aan zijn 69jarig leven maakte. Blijkens kennisgeving van bet ministerie van financiën in de Staats courant van hedenis de telegraphische gemeenschap over België thans weder geheel hersteld. Door den aanhoudenden val van het water, die op de bovenrivieren krachtiger intreedtwordt de toestand in het algemeen dagelijks meer ge ruststellend. De bestaande afschuivingen en verzakkingen aan de dijken zijn niet verergerd, terwijl zich geene nieuwe hebben voorgedaan. Te 's Bosch teekende het water 22 Maart vm. 8 uren 6.00 M. boven A. P.; in 24 uren gevallen 0.12 M. (St.-C.) De werkzaamheden aan den spoorweg Utrecht Boxtel, meer bepaald het gedeelte Hedel Vught vorderen, naar ons gemeld wordt, goed- Reeds heeft men met de machine en bagagewagen een proeftocht gemaakt, die goed geslaagd is. Men hoopt Maandag a. den dienst te kunnen hervattenalléén zouden dan voorloopig nog geene goederen of sneltreinen daarover mogen loopen. De Staats-eourant van heden bevat eene opgaaf van in de maanden December 1875, Januari en Februari 1876 voorgekomen gevallen van honds dolheid, te weten: in Dec. 1 in Noord-Holland jn Jan. 6 in Noord-Brabant, 1 in Gelderland, 2 in Zuid-Holland1 in Noord Holland en 1 in Utrecht; in Febr. 1 in Noord-Brabant1 in Noord- Holland en 1 in Limburg, dus samen in het rijk over genoemde drie maanden 15. Te Rotterdam stierf op 2 Januari aan hydro phobic een 16jarige jongelingdie op 29 April te voren door een vermoedelijk dollen hond gebeten was. Op 31 December was aldaar iemand door een niet van een muilkorf voorzienen hond gebeten, die echter waarschijnlijk niet dol was. Krach tens eene plaatselijke verordening werd het gebod betreffende het dragen van een muilkorf opnieuw uitgevaardigd. In de maanden SeptemberOctober en Novem ber 1875 waren respectievelijk 268 en 6 geval len van dolheid of vermoedelijke dolheid bij hon den voorgekomen. (Staats courant van 25 Decem ber 1875 n° 304). Ook de directie der Rijnspoorwegmaat schappij Heeft zich bereid verklaard om goede- dag aan het bekijken van de verschillende patro nen. Onder dat alles kwam geen ontevreden woord over hare lippen, want zij was eene heldhaftige vrouw, en de drukke dagen volgden elkander zoo snel op, dat de geduchte morgen kwam en de meisjes wel schreiende, maar niet ongelukkig, met een rijtuig van het station werden weggevoerd (waar juffer May dew, rood en opgewonden, ze opwachtte en ze zonder eenige gewetenswroeging verder wegbracht), zonder dat iemand tijd had gehad om adem te scheppen, veel minder om te denken. De heer St. John had zijne dochtertjes naar het station gebracht en vergat, alleen en mismoedig terugkomende, juffrouw Brown voor de eerste maal, zoodat hij, toen hij tonen van de piano uit de leerkamer hoorde komen, half ver schrikte en zonder verder na te denken recht streeks naar het verlaten vertrek ging om te zien wat het was. Arme dominé! ongelukkige St. Johnl en niet minder rampzalige juffrouw Brown. De muziek had reeds opgehouden voordat hij aan de deur was, en toen hij binnentrad hoorde hij niets dan zacht weeneu en snikken. Juffrouw Brown zat voor de piano, met het hoofd in de handen. Hare snikjes en zuchtjes waren in staat een hart te doen breken. Op het vernemen van zijne stem kreeg zij al3 't ware een schok, stond bevend op en wischte hare tranen haastig met haar zakdoek af. „Hebt gij iets gezegd, mijnbeer?" vroeg zij met hare gewone poging om opgeruimd te schijnen. „Ik hoop, dat ik u niet hinder; ik hield mij nog renvoor de noodlijdenden door den watersnood bestemd kosteloos van station tot station te doen vervoeren. Op het adres moet de bestemming der goederen gestaafd worden door de handteekening van een lid eener watersnood-commissie of door die eener plaatselijke autoriteit. Men leest het volgende Tn het Utr. Dbl. De gunstige berichten omtrent den waterstand bevestigen zichhet dreigend gevaar mag als ge weken beschouwd worden. Maar daarmede zijn niet de gevolgen van den buitengewonen waterstand te niet gedaan, aan dijken en waterkeeringen zullen groote en belang rijke herstellingen moeten plaats hebben. Dat is intusscben eene zaakdie met volkomen vertrouwen kan worden overgelaten aan de wak kere besturendie den ouden roem van Neder land in zijn strijd met den waterwolf met eere hebben gehandhaafd. Hulde en lof verdienen de wakkere mannen, die op de dijken en dammen met alle inspanning van hoofd en handmet beleid en volharding een strijd volstreden, die minder roem, maar meer edele zelfvoldoening geeft dan de kamp op het slagveld, welks lauweren steeds met bloed bevlekt zijn. Maar na den strijd komt de taak van den ge neeskundigen dienst. Zoo ook hier. Geen ver bandmiddelen, geen chirurgen zijn hier echter noodig, maar geld, veel geld, om veler grooten nood te lenigen. Welnu, die dienst blijkt hier uitstekend geor ganiseerd. Van alom komt hulp in zoo grooten omvang dat het onmogelijk is van alleszelfs van de meeste pogingen melding te maken. Overal is men bezig giften in te zamelen, oreral worden ze met den meesten ijver en het verstandigste beleid aangewend ten dienste van wie er bet meest behoefte aan hebbenen het hart van den waren Nedèrlander verheugt zich in het aanschou wen van dien stroom van liefdadigheid, die in ruime mate moge blijven vloeien totdat bij alle ongelukkigen de jammer over 't verledene is opge gaan in dankbaarheid voor 't goede dat hun ge daan is, om hun leed te verzachten. Uit 's Hertogenbosch meldt menDe toestand is beter. De wegen worden hersteld; die naar Yught komt morgen gereed; aan dien naar Hintham is men bezig. De aanvoer van elders van brood is groot; aan ondergoed is veel gebrek; er is dage lijks geregeld toevoer door middel van vaartuigen naar de overstroomde gemeenten. Het aantal vluch telingen in de openbare gebouwen bedraagt 741, dat bij particulieren is onberekenbaar. De gezon den tenten met kooktoestellen zijn verdeeld onder de noodlijdende gemeenten. een weinig bezig, totdat het mijn tijd voor den trein is. Mijn ggoed staat gepakt en kl klaar", eindigde zij, met een wanhopige poging om bet glimlachje weêr te voorschijn te roepen. Hare treurige stem trof den heer St. John tot in het diepste van zijn hart. „Ik heb nog geen tijd gehad, juffrouw Brown," zei hij op den toon van een misdadiger die zich zelf veroordeelt, „u te vragen waar gij naar toe gaat „O dat is al bepaald," antwoordde zij. „Ik heb geschreven aan bet Toevluchtsoord voor gouver nantes die tijdelijk buiten betrekking zijn, en gelukkig is er eene kamer vrij." „Bet Toevluchtsoord!" riep St. John uit. „Is dat de eenige plaats waar ge heen kunt gaan?" „Men heeft het er heel goed, mijnheer," hernam juffrouw Brown„'t is er stil en fatsoenlijk en niet duur. Excuseer me dat ik schrei, maar ik hield zooveel van de meisjes. Ik had me. echter voorgenomen mijn tranen te bedwingen, 't Is in Harley-street, mijnheer, een heel geschikte inrich ting, en 'tis een zegen dat er zoo iets bestaat, als men geen eigen tehuis heeft." St. John liep tweemaal de kamer op en neêr. Wat folterde hem zijn geweten! Onderwijl beet de arme juffrouw Brown zich op de lippen en kneep hare oogleden heftig toe, om de tranen terug te dringen. Waarom ging hij niet weg en liet haar in stilte uitwenen? Maar dat deed hij niet. Hij bleef plotseling bij de tafel staan waar zij zooveel sommen opgeteld en zooveel kleeding*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1