N°. 67. 119e Jaargang. 1876. Zaterdag 18 Maart. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m, franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiën20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 17 regels 1}50 iedere regel meer f 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. W atersnoodl Zij die zich vóór 1 April 1876 op deze courant abonneerenontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom mers van het blad gratis. Middelburg, 17 Maart. FEUILLETON.. e. De hulpprediker van Brentburn, MIDDELBURGSCHE Ontvangen aan'het bureau van dit blad ten be hoeve der noodlijdenden door de overstroomingen, van v. d. B. f 2.50; van F. B. f 25. De gemeenteraad van Middelburg zalop Dinsdag a.des namiddags te éen uureene openbare zitting houden ter behandeling der vol gende zakeningekomen stukkenadressen burgerlijk armbestuur en bestuur godshuizen, verkoop van tienden; rekening kamer van koop handel 1875rekening schutterij 1875rekening overschotten verkochte panden der voormalige leen bank; kohier plaatselijke directe belasting op de inkomsten 1876 en ingekomen bezwaarschriften; staten van onwaarde en restitutie idem 1875 voorstellen van burgemeester en wethouders: a overeenkomst met het rijk, grond wachthuisje pontveer; b verkoop van gemeentegrond aan P. Duijvekot en P. van Loo; c belooning kweeke- lingen school G; d toekenning van pensioen aan den bode G. Dekker; e brief van gedeputeerde staten jaarwedden hulponderwijzers school C. Aan het jaarverslag over 1875 der spaar bank van het alhier gevestigd departement der maatschappij tot Nut van 't algemeen ontleenen wij het volgende. De algemeene toestand der spaarbank is zeer voldoendehare werkzaamheid neemt steeds in omvang toe, wat door de later medegedeelde cijfers aangetoond wordt. Voor een groot gedeelte wordt die uitbreiding toegeschreven aan de vermeerde ring der zittingdagen met éen voor inbreng op Zaterdag van iedere week van 8 tot 9 uren des avondswelke in het nieuwe lokaal op den hoek van den Korten Burcht en de Boogaardstraat ge houden wordt. Het is gebleken dat van die zit ting vooral gebruik gemaakt wordt door spaarders, Naar het Engelsch van Mevrouw Oliphant. (Vervolg.) „Gij hebt zeker een hekel aan haar?" „O Neen, neenOch, geef mij het boek, tanteWij hebben in 't geheel geen hekel aan haarwij houden van haar. Och, geef het mij, voordat zij terugkomt!" „Waarom maakt gij dan earicaturen van haar?" vroeg juffer Maydew, het kind met een strengen blik aanziende. „Omdat het zoo aardig is," antwoordde Mab. „Ik bedoel er geen kwaad meê; maar kan ik het helpen, als de menschen er kluchtig uitzien? Geef mij het boek terug, tante!" „Ik heb er zeker ook kluchtig uitgezien, toen ik mij onder den boom met mijn zakdoek stond af te koelen, want mij dunkt dat ik u heb hooren giggelen?" hernam tante. „Ga weg, ondeugend klein nest t Daar komt uwe zuster. Ik houd van haar vrij wat meer dan van u.!" „Zij is ook veel beter dan ik," erkende Mab, die eindelijk haar boek weêr mocht terugnemen. Zij sloop weg met het voornemen om zich beter die wekelijks na het ontvangen van hun loon eenig bedrag willen afzonderen. Het bestuur is daardoor in zijne overtuiging versterktdat eene gemakkelijke en veelvuldige gelegenheid tot sparen de deugd der spaarzaamheid zeer bevordert en zal dan ook niet aarzelen omzoo dikwijls daartoe aanleiding bestaat, verdere uitbreiding aan te be velen en voor te stellen. De waarde van het kapitaal der bank bedroeg op 31 Dec. 1875 371,998.51) het verschuldigde aan de inbrengers aan kapitaal en rente 295,415,45; zoodat het eerste bedrag het laatste overtrof met 76,583.06) en het surplus-kapitaal 7049.88)- booger was dan een jaar te voren. Die verhooging van het surplus was grootendeels het gevolg van de hoogere beursnoteering der effectende reëele winst, voortspruitende uit de rente-rekening, na aftrek der onkost-rekening, bedroeg 2598.13). Het tegoed der inbrengers was f 48,988.25 booger dan op ultimo 1874; tengevolge van die vermeerdering daalde de percentsgewijze waarborg, welke de meerdere bezittingen boven de inbreng- gelden aan de inbrengers opleveren, niettegenstaande de bovenvermelde toeneming van het surplus- kapitaal, van 28.22 pet. tot 25,90 pet. Het aantal zittingen bedroeg 154, waarop inge bracht werd in 2528 posten 80,980.25zijnde 481 posten en 20,024.27) meer dan in 1874. Uitgehaald werden 916 posten, te zamen ƒ41,408.95, of 84 posten en f 2456.40 meer dan in het vorige jaar. Het aantal nieuw geopende rekeningen was 438, tegen 318 in 1874; van deze nieuwe spaarders waren 45 dienstboden 69 handwerkslieden, 37 am- bachts-en kooplieden, 53landbouwers 8militairen en zeelieden, 49 beambten en bedienden, 171 minderja rigen en zonder beroep, 5 vereenigingen. Het geheele getal inbrengers was op 31 Dec. jl. 2286 en een jaar te voren slechts 2030. Tengevolge der gebrachte wijziging in het regle ment, voor zooveel de kapitaal-belegging betreft, zijn ook obligatiën aangekocht van andere gemeen ten dan Middelburg en van solide Nederlandsche on dernemingen. Hiertoe werden gekozen de gemeenten Amsterdam en Botterdam benevens de Holland- sche spoorwegmaatschappij. Ook de thans verkre gen bevoegdheid om gelden d deposito te plaatsen, is bij de belangrijke uitbreiding van het inbreng- kapitaal als eene groote verbetering te beschouwen, waardoor, onafhankelijk van de effecten-koersen, bij groote opvragingen steeds éen ruim kapitaal beschikbaar is. Op het einde des jaars was dan ook eene som van f 15,000 a deposito belegd. De aan de inbrengers uitbetaalde rente bedroeg, evenals vroeger, 4 pet. De onkosten der bank heliepen 1044,42)waarin de kosten voor het nieuwe lokaal, met verwarming, verlichting on derhoud enz. een belangrijk deel innemen. Het te gedragen, toen Cecily met een theeblad het tuinhuisje kwam binnen trippelen. „„Ik moet het niet weêr doen," dacht zij bij zich zelve; „'tis verkeerd van mijik krijg er altijd onaangenaam heden over; zelfs papa vond het niet goed, toen ik hem die teekening van hemzelven liet zien." Hier moest Mab toch lachen daar die schets inder daad allergrappigst was geweest, maar toen begon zij te blozen als een pioen, want het was toch slecht, heel slecht, een caricatuur van haar eigen papa te maken. „In ieder geval," fluisterde zij, „zal ik een hoek met een slot en een sleuteltje koopen, zoodra ik er geld voor beb, en de teeke- ningen dan alleen aan Cecily laten zien; maar o, voor dezen éenen keer moet ik tante Jane toch ook eens schetsen." Cecily was intusschen met het theeblad in het tuinhuisje gekomen, „'tls er nog wel de tijd niet voor", sprak zij, „maar ik weet zeker dat ge wel een kop thee zult willen hebben. Die doet altijd goed, niet waar, tante „Ge zijt het ware evenbeeld van uwe moeder, mijn liefje", zei juffer Maydew met tranen in de oogen. „Zij deed óok altijd alles om het dege nen, die bij haar kwamen, aangenaam te maken. Uitmuntende thee, en goed voorgediendl Daar herken ik uwe lieve moeder in. Te huis zeiden wij altijd, dat in een goed geregeld huis de ketel altijd moet staan koken." En toen begon de oude dame sluwe vragen omtrent de inrichting van het huishouden te doen, bijv. of Cecily altijd de thee zette en zoo met bestuur is echter overtuigd dat die hoogere uit gaaf goede vruchten draagt. In het bestuur der bank kwam geen verande ring. In. de oommissie had men hot overlijden te betreuren van den heer H. Bekker, sedert 1837 lid der commissie en ruim 20 jaren werk zaam als secretaris, aan wiens ijver en nauwge zetheid in het verslag rechtmatige hulde gebracht wordt. Tengevolge der in het reglement gebrachte wijzigingen, namen de heeren P. van de Graft, J. Luteijn en D. Verhulst hun ontslag als leden der commissie; in hunne plaatsalsmede ter aan vulling van het getal leden, dat volgens het ge wijzigde reglement van zeven op tien gebracht moest worden, werden door het departement be noemd de heeren H. Tak, F. Ermerins, K. S. Frederiks., C. J. J. A. van Teylingen, F. G. Sprenger en jhr. mr. W. H. Snouck Hurgronje, die allen hunne benoeming hebben aangenomen. De heer W. de Liefde te Goes heeft volgens de N. G. Ct. eene benoeming als directeur der gasfabriek te Hoorn aangenomenzoodat hij voor de verkiezing als lid van den gemeenteraad te Goes bedankt heeft en eene nieuwe verkiezing zal moeten plaats hebben. De Staats-eourant bevat de_ volgende rivier- berichten Volgens bericht van de Pruisische waterbouw- beambten bevond zich de rechter Bijndijk van Bislich tot Emmerik in den namiddag van den 15en dezer nog in goeden staatzonder direct gevaar. De tijding van eene doorbraak, bij Es- serden beneden Bees gevallen, is dus gelukkig onjuist. Door de genomen krachtige maatregelen is de Lek-dijk beneden Vreeswijk thans buiten ge vaar; de gestelde noodkisting wordt echter voort durend versterkt en bewaakt. Hoewel de tijding dat in den linker Maasdijk bij Kessel eene doorbraak gevallen zou zijn zich niet bevestigd heeftblijft de toestand der Maasdijken bij en beneden St. Andries zeer be denkelijk. De doorbraak aan den Krommenhoek is veel verwijd en daar in de nabijheid eene tweede gevallen. Te 's Bosch blijft het water wassende en tee kent heden 6.20 M. A. P., terwijl de af strooming naar den Baardwijkschen dijk overlaat zeer belemmerd wordt door de hevige westelijke winden. Te Hoenza-Driel en Nederhemert bleef de Maas dijk van de Bommelerwaard boven den Meidijk, echter niet zonder moeite, behouden. het schenkblad voordiende, daar zij het zoo knap deed, enz., waardoor zij zeer veel omtrent de hoe danigheden van de meid en dé gouvernante ver nam. Zij vertelde, na die vragen te hebben ge daan, aan Cecily niet wat zij van de zaken dacht, doch ging nadenkend in huis en was niet zeer spraakzaam toen de meisjes haar naar al de ver trekken leidden, naar de mooie kamer om haar hoed af te zetten, naar de eigene kamer der zus ters om haar het lieve uitzicht te doen bewonde ren, en naar ai de verdere localiteiten. De op merkingen van juffer Maydew waren niet talrijk, maar veelbeteekenend. „'tls verkeerd dat uw vader dat alles gemeube- leerd heeft," sprak zij„hij heeft zulk een groot buis niet noodig." „De meubelen zijn van den dominé en niet van papa," gaven de meisjes gelijktijdig ten antwoord. „In zijne plaats zou ik mij niet met de bewa ring van het goed van een ander willen belasten," hernam juffer Maydew, die op de zusters den indruk maakte, dat, ofschoon zij vriendelijk jegens beiden was, zij alle beschikkingen van haar armen papa verkeerd vond. Mijnheer St. John was naar het dorp en zou eerst tegen etenstijd terugkomen. Het was dus reeds laat in den middag toen juffer Maydew hem in zijne studeerkamer kon gaan opzoeken. Zij kwam hem eens spreken over ver schillende punten, en in welken geest dit zou zijn stond op haar gezicht te lezen. De studeerkamer was een ruim vertrek, dat uitzicht had op den tuin en met zware boekenkasten en bureaux van De minister van hinnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbendendat in de maand Juli e. k. gelegenheid zal gegeven worden tot het afleggen van het examenbedoeld in artikel 16 der wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad no. 98), gewijzigd bij de wet van 4 April 1875 (Staats blad no. 37). Zij diezonder een diploma als veearts te be zitten, vóór 1 Februari 1875 als veearts gepaten teerd zijnof vóór dien dag aanvrage om patent als veearts hebben gedaan en een bewijs van toe lating tot uitoefenng der veeartsenijkunst na 1 Januari 1877 wenschen te verkrijgenworden uitgenoodigd zich met duidelijke opgaaf van namen en woonplaats vóór 20 Juni e. k. schrifte lijk te wenden tot den minister van hinnenlandsche zakenteneinde tot bovenvermeld examen te worden toegelaten. Bij deze aanvrage moeten zij een bewijs over leggen dat zij vóór 1 Februari 1875 een patent als veearts hadden of daartoe vóór dat tijdstip aanvrage gedaan hebben. De Nieuwe Bott. ct. meldt heden dat bij het departement van hinnenlandsche zaken gerust stellende berichten omtrent den waterstand ont vangen zijn, dat te Keulen en elders het water vallende en de dijk te Vreeswijk gered is. De toestand zou in het algemeen minder zorgelijk zijn, indien niet telkens de tegen den middag zich weder verheffende harde westelijke winden de reeds overstroomde streken teisterden en de door weekte met moeite eenigszins bevestigde dijken met nieuwe gevaren dreigden. Wij laten hier eenige dér laatste, gisteren avond door de N. B. ct. ontvangen berichten volgen: Maastricht. Hoogte der Maas 46.55 M. boven A. P.., val 2 centimeter. Grave, 16 Maart. De Maas teekende te 6 uren 10.65, val 5 centimeter; aan de Pekelbrug 9.65 val 6 centimeter; aan de Blauwe Sluis is de dijk grootendeels weggespoeld: er is een nieuw gat ontstaan van 30 meter. Vele huizen zijn vernield. Er is groot gevaar tussehen Kessel en Maren. Tusschen Krommenhoek en Gewanden zijn twee doorbraken, bij Lith en Lithoijen is veel afslag. Tusschen Lith en Kessel zijn huizen en schuren afgebroken voor waterkeeringpaarden, koeien en varkens verdronken, doch geen menschen. De nood is hoog, tusschen Bavenstein en Grave is de dijk goed. Te Maasbommel waait de noodvlag van den toren. De waterstaat doet het uiterste. Het is nog steeds stormende. Bommel, 16 Maart. Alle bedreigde punten zijn nog behouden. De hoofdingenieur de Bruijn Kops inspecteerde de geheele Bommelerwaard en be- oud donker mahoniehout gemeubeld was. Het vloerkleed was versleten, maar die sombere meu belstukken hadden aan den tand des tijds weer stand geboden. „'tls hier goed van meubelen voorzien, meer dan overvloedig," zet juffrouw Maydew, een on derzoekenden blik in 'trond slaande. „Uwe meid moet heel wat werk hebben om ze te wrijven en in orde te houden." „De meubelen zijn niet van mij, maar van do- miné Chester, mijn patroon," zei de hulpprediker „wij hebben er nooit veel van ons zeiven gehad." „Dat verandert er niets aan; de meid moet er denzelfden tijd aan besteden, en dat is zeker de reden waarom uwe dochtertjes zooveel meidenwerk moeten doen," zei juffrouw Maydew op scherpen toon. „Om de waarheid te zeggen is dit eigenlijk het punt waarover ik u kom spreken. Ik ben niet gerüst over de meisjes." „Niet gerust? zij zijn volmaakt wèl," antwoordde St. John, niet gewoon zoo kortaf toegesproken te worden. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1