N°. 61.
119e Jaargang.
1876.
Zaterdag
11 Maart.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentiën20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg, 10 Maart.
FEUILLETON»
2.
De hulpprediker van Brentburn.
Benoemingen en besluiten.
0 n d erwij s.
Kerknieuws,
Marine en leger.
Kunstnieuws.
Rechtzaken.
MIRRE
COURANT.
■«aSs»
In verband met haren dagelijkschen stoomboot-
dienst op Engeland heeft do stoomvaartmaat
schappij Zeeland het voornemen opgevat om te
Vlissingen, in de onmiddellijke nabijheid van do
aanlegplaats barer stoomschepen, een botel te
bouwen. Tot verwezenlijking van dit voornemen
heeft zij een oppervlakte rijksgrond van ongeveer
40 aren bij de dubbele zeesluis in koop gevraagd.
Tot bevordering van de pakketvaart op Vlis
singen is het van groot nut, zegt de minister van
financiënin het daartoe betrekkelijk aan de
2e kamer ingediend wetsontwerp, dicht bij de
ver van 'de stad verwijderde buitenhaven ge
legenheid te hebben tot herberging van reizigers.
Daar de in koop gevraagde grond door zijn
ligging bij de buitenhaveu in het havensta
tion als 't ware daarvoor aangewezen is, meent
de minister dezen onderhandschen verkoop met de
verplichting tot den bouw van een hotel te mogen
aanbevelen, als een nieuw middel om de zoo hoogst
nuttige stoomverbinding te Vlissingen aaD te
moedigen.
Moge misschien de waarde van den grond aan
de Vlissicgsche havens na ettelijke jaren door de
ontwikkeling der scheepvaart hooger worden dan
f 4 de centiare, voor het tegenwoordige kan die
prijs voldoende heeten en zou hij in veiling waar
schijnlijk op verre na niet te bedingen zijn, vooral
niet als het voor menigen gegadigde onaannemelijk
beding van bebouwing binnen 4 jaar gesteld werd.
Aan de welwillende bemoeiingen en de gunsti
ge beschikking van het departement Middelburg
der Maatschappij tot Nut van 't algemeen heeft
de bibliotheek der Werkmansvereeniging al
hier te danken, dat zij met een keur van 99 boek
werken is verrijkt, die door het hoofdbestuur van
genoemde Maatschappij aan bet departement zijn
toegezonden. Hierdoor is in een groote en langge-
voelde behoefte voorzien, daar de kas der werk
mansvereeniging niet bij machte is om zelf de
noodige werken aan te schaffen, terwijl door het
bestuur dier vereenigiDg herhaaldelijk te vergeefs
pogingen zijn aangewend om op eenige andere
wijze de bibliotheek uit te breiden.
Bij ministerieele beschikking van 7 Maart a. is
aan de Rotterdamsche stoomvaartmaatschappij,
gevestigd te Amsterdam, tot wederopzegging ver
gunning verleend voor een stoombootdienst tot
vervoer van personen, goederen en vee, tusscben
Naar het JEngelsch van Mevrouw Oliphant.
{Vervolg.)
HOOFDSTUK II.
DE VROEGERE GESCHIEDENIS VAN DEN HEER
ST. JOHN.
De eerwaarde heer Cecil St. John bracht reeds
dadelijk toen hij het werkzame leven intrad, rechts
en links een verkeerden indruk teweeg, waaraan
hij zelf geen schuld had. Met zulk een familie
naam, beroemd in de Engelsche geschiedenis,
moest hij iemand van aanzienlijke geboorte zijn,
en tot in de hoogste kringen zijn verwantschap
hebben; en toch was dit het geval niet. Ik ben
niet in staat te verklaren hoe die zaak in elkan
der zat, noch hoe hij aan zijn naam kwam. Als
men hem naar zijne familiebetrekkingen vroeg,
antwoordde hij dat hij er in 't geheel geen had.
Hij was het eenige kind van zijn vader, die op
zijn beurt weer iemand anders eenig kind was
geweest, en het gevolg er van was, dat hij nie
mand had die hem in den bloede bestond. Onder
de gemeente te Weston-on-Weir, waar hij het eerst
Amsterdam en Rotterdam, met intrekking der be
schikkingen betreffende dien dienst ten name van
de binnen- en buitenlandsche schroefstoomboot-
reederij.
IiiiWWliMIWRi* JfJi
consulaten. Erkend en toegelaten als consul
van het Duitsche rijk te Samarang F. A. Erdman.
ministerieels departementen. BeUOCITKl tot boilW-
knndige bij het departement van financiën C. H.
Peters, thans wonende te Maastricht.
leger. Op pensioen gesteld, ten bedrage van
f 900 'sjaars, de kapitein A. H. J. L. Ponse van
het 7e regiment infanterie.
Eervol ontslag uit den militairen dienst verleend,
op verzoek, aan den 2e° luitenant C. J. van Gheel
Gildemeester, van het 5e regiment infanterie.
Burgemeester en wethouders van 2s Gravenhage
hebben den gemeenteraad machtiging gevraagd,
om ook de derde aan te houwen school voor meer
uitgebreid lager onderwijs voor jongens en meisjes
gezamenlijk in te richten.
Hiermede adviseeren zij in den geest van den
districts-schoolopziener en van den inspecteur van
het lager onderwijs, in strijd met de minderheid
der plaatselijke schoolcommissiedie de derde
school uitsluitend voor meisjes wil doen inrichten
en de beide andere enkel voor jongens wil be
stemmen.
Een tienjarige ondervinding pleit voor het ad
vies van B. en W. en van genoemde autoriteiten. Het
samenzijn van jongens en meijes bleek voor bei
den eer voor- dan nadeelig; de inrichting
van het ouderwijs is voor allen voldoendede
scheiding zou voor vele huisgezinnen ongelegen
heid opleveren en plaatste men al de meisjes op
éen school, weldra zou de behoefte aan een vierde
school ontstaan.
Nadat de gemeenteraad van Ingen (bij Rhenen)
ruim twee maanden vruchteloos gezocht had naar
een hulponderwijzer met hoofdonderwijzersakte, op
een jaarwedde van f 600, besloot de raad in zijn
jongste zitting niet om dat traktement te verhoogen,
maar om den hoofdonderwijzer nog 17 uren per
week meer te laten werken. Bovendien is deze
zwak van gestel, terwijl het getal schoolgaande
kinderen 90 bedraagt!
Tot lector in de gerechtelijke geneeskunde
aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam is be
noemd d*. C. H. Kühn LHz. aldaar. -
als hulpprediker stond, liep het gerucht dat zijn
vader door zijne familie verloochend en onterfd
was ter zake van een romanesk huwelijk; doch
waarschijnlijk was dit niets dan een fabeltje, door
een gemeentelid met eene levendige verbeeldings
kracht uitgevonden. Gedurende al de jaren die
hij te Weston had doorgebracht, was nooit iemand
hem komen bezoeken, behalve éen van zijne voor
malige leerlingen. Hij bezat geen enkel erfstuk,
zelfs geen cachet noch eenig stuk porselein of iets
van dien aard. Zijn vader was vóór hem hulp
prediker geweest en reeds voor zóo geruimen tijd
gestorven, dat St. John al lang vóór zijne komst
te Weston opgehouden had daar bedroefd over te
zijn. Ofschoon de dames op dat plaatsje erg
meêlijden hadden met zijne eenzaamheid, is het
niet zeker dat hij zich zelf zoo meêlijdenswaardig
gevoelde, want hij was aan die eenzaamheid ge
woon. Na zijne promotie had hij zich nog eenige
jaren te Oxford opgehouden, om privaatlessen te
geven aan studenten, zoodat hij reeds bijna vijf
en dertig jaren was, toen hij, waarschijnlijk om
wat afwisseling in zijn eentonig leven te bren
gen, zijne eerste benoeming tot hulpprediker aan
nam. Is men vijf en dertig jaren geworden dan
gevoelt men zich niet zoo zeker meer dat alles
wel van zelf zal gaan, en denkelijk was de ge
dachte bij hem opgerezen dat een kerkelijk ambt
hem een rustig leventje, waarvan hij zooveel hield,
en misschien nog wel eenige bevordering verschaf
fen zou. Hij aanvaardde dus de benoeming tot
hulpprediker te Weston-on-Weir en nam kamers
Beroepen hij de N. H. gemeente te 's
de heer B. Mossel, te Renkum c. a.
Het Utrechtsch dagblad meldt dat in dienst
worden gesteld het schroefstoomschip 1* klasse
van Galen, onder bevel van den kapitein ter zee
H. P. van Boneval Fauremet waarschijnlijke
bestemming naar de West, de twee ramtorensche-
pen te Nieuwediepverschillende monitors en de
kanonneerbooten type Staunch.
De minister van marine brengt in de Staats
courant van heden ter kennis van belanghebben
den dat in de maand Mei a. bij de directie der
marine te Hellevoetsluis een vergelijkend examen
zal plaats hebben van jongelingen, die als machi
nist-leerling 2e klasse wenschen te worden aan
genomen. Het getal der als zoodanig te plaatsen
jongelingen zal zich tot veertig bepalen.
Ouders of voogden die verlangen dat hunne
zonen of pupillen tot voorschreven examen worden
toegelaten dienen, vóór of uiterlijk op den laat-
sten Aprileen op zegel geschreven verzoekschrift
in aan het departement van marine, waarin zal
moeten vervat zijn de naam, voornaam, het beroep,
de woon- en geboorteplaats der ouders of voogden.
Alleen worden zoodanige jongelingen tot het
examen toegelaten die op den len Januari van
dit jaar het 15e levensjaar reeds en het 20e nog
niet zijn ingetreden en dus die geboren zijn in
de jaren 18571858, 1859, 1860 of 1861, en bij
het vooraf te ondergaan geneeskundig onderzoek
voor den zeedienst zijn goedgekeurd.
De benoemde apotheker 2e klasse bij de
zeemacht A. Schelkes wordt met den 16en dezer
geplaatst bij de maritime ziekeninrichting te Hel
levoetsluis.
De officier van administratie 2e klasse J. C.
de Vriesedienende aan boord van Zr. Ha. ram-
schip Guineawordt met den 25en dezer op non-
activiteit gesteld en met den 26en daaraanvolgende
vervangen door den officier van administratie 2°
klasse J. G. Bebelaar.
De kapitein-luitenant ter zee W. EL F. van
Oordt, laatst behoord hebbende tot het eskader
in Oost-Indië en den 22en Februari jl. van daar
in Nederland teruggekeerd, is met dien datum op
nonactiviteit gesteld.
Bij gelegenheid van het feest harer 40jarige
werkzaamheid als tooneelspeelsterzal mevrouw
Kleine den 15en dezer te Amsterdam optreden
hij juffrouw Joyce. Zijne komst haarde opzien in
het plaatsje en velen waren van gevoelen, dat hij
niet alleen de weleerwaarde, maar tevens de hoog
welgeboren heer St. John moest zijn. Doch, he
laas, gelijk wij reeds gezegd hebben bleek dit
eene ijdele onderstelling te wezen. Evenwel was
een naam als Cecil St. John, ook zonder de bij
voeging van hoogwelgeboren, op zich zelf voldoende
om eene gemeente in spanning te brengen, gelijk
dan ook hier het geval was. Zijn voorkomen
stelde niet teleur, want hij was rank, bezat een
goed uiterlijk, betoonde zich ernstig en had in
zijn geheelen persoon iets interessants. „Net een jong
weduwnaar", dachten sommige der dames. Andere,
romantischer gestemd, hielden het er voor, dat hij
eene geheele geschiedenis achter zich moest heb-
beD en door een zwaren slag moest getroffen zijn.
Doch, gesteld dat dit zoo ware, hij sprak er nooit
over en legde zich zoo met de horst op de ver
vulling zijner plichten toe, alsof hij kortweg John
Smith had geheeten.
Ieder, die te Weston-on-Weir bekend is, weet
dat het huisje van juffrouw Joyce dicht bij de
pastorie staat. De dominé, met name Maydew,
reeds een oud man, was bijna buiten staat zijn
werk te verrichten, waarom hij dan ook een hulp
prediker had genomen. Ofschoon populair bij de
gemeente, was hij een zelfzuchtig man, die zijn
gezin despotiek regeerde, hoezeer bijna niemand
het bemerkte, want zijne ijzeren hand was altijd
met den fluweeligsten handschoen bekleed, en al
de Maydews waren innig aan hun vader verkleefd.
in het tooneelspel „Zege na strijd", van den heer
Schimmel.
De 17jarige M. Sonsuit Amsterdam, heeft
op de koninklijke muziekschool te Brussel den
eersten prijs in de vioolklasse behaald.
Gisteren is in den Vlaamschen schouwburg
te Antwerpen een tooneelstuk in vijf bedrijven
vertoond door den heer Henri van Kuyk uit den
Max Havelaar getrokken.
Beschuldigd van valschbeid in een onderhandsch
geschrift door het namaken van een handteekening,
en het verzinnen van een bevrijding en valschheid
in een onderhandsch geschrift, en van het des bewust
gebruik maken van dat valsche stukstond gisteren
voor bet gerechtshof te 's Hage terecht een schip
persknecht van HoofdplaatA. G. genaamd. Deze
beschuldigde had in het begin van 1873 van eene
weduwe te Hoofdplaat ter betaling ontvangen een
rekening van de Gebr. B. te Middelburg, wegens
geleverde ijzerwaren, groot ƒ17.60, doch had,
in plaats van aan die opdracht te voldoenhet
geld ten eigen bate aangewend en de rekening
zelf met den valschen naam van Gebr. B. onder
teekend.
Eerst in het voorjaar van 1874 kwam dit bedrog
uit. De bedrogenen gaven evenwel aan de zaak
geen gevolgomdat de vader van beschuldigde
beloofde het geld in wekelijksche termijnen terug
te betalen, aan welke belofte hij slechts drie
weken voldeed. In October 1875 evenwel werd
ten nadeele van een broedor van de weduwe een
bankbiljet van ƒ60 vermist en de verdenking van
dit feit viel andermaal op G. Teneinde hem tot
bekentenis te brengen werd nu van de valsche
quitantie gebruik gemaakt en zoo kwam, twee
jaren laterde gepleegde valschheid aan de ooren
der justitie.
De beschuldigde bekende die valschheid gepleegd
te hebben, omdat bij wegens achteruitgang in
geldverlegenheid was. Advocaat-generaal mr. Gre
gory gaf te kennendat het vroeger onbesproken
gedrag van beschuldigde aanleiding gaf om ver
zachtende omstandigheden in aanmerking te nemen
en eischte eorrectioneele gevangenisstraf van 1 jaar.
Als verdediger trad voor beschuldigde op advo
caat mr. A. H. H. van der Burghdie op de toe
passing van verzachtende omstandigheden in nog
ruimer mate dan door het 0. M. was verzocht
aandrong en er op weesdat beschuldigde reeds
4£ maand preventief gevangen gezeten had.
{Daghlad.)
Hij had een zijner zonen naar Indië gezonden,
waar deze gestorven was, en een anderen naar
Australië, waarvan men sedert jaren niets meer
had gehoord. Zijne oudste dochter was met een
rijlc heer te Manchester getrouwd geweest, maar
ook al gestorven en wel nog op jeugdigen leeftijd,
want geen der kinderen was sterk. Tengevolge
van dat een en ander was alleen zijne jongste
dochter Esther hem overgebleven. Haar kon hij
niet missen; bijna van hare wieg af had hij
voorzien dat zij zijne oppasseres in de dagen
zijns onderdoms zou worden, en daarom had hij
haar op onverbiddelijke wijze daartoe bestemd.
Geen man uit wiens oogen eenige bewondering
of welwillendheid jegens Esther sprak, had haar
ooit mogen naderen. 'tWas eene stilzwijgende
overeenkomst, dat zij haar vader nimmer zou
verlaten, en daar hij in zijne soort vriendelijk
was, schikte zij zich volgaarne in haar lot en
dacht zij dat het hare eigene keus was, overtuigd
dat nimmer iets haar in verzoeking zou kunnen
brengen om van hem te scheiden. Wat er van
haar worden zou als haar vader was heengegaan,
had zij zich nooit afgevraagd, en de oude man,
wiens onverschilligheid minder onschuldig was,
had er zich ook nooit het hoofd meê gebroken.
In zijne opgeruimde buien zei hij „Esther zal wel
terecht komen," en was hij plechtig gestemd, dan
verklaarde hij „De Heer zal 't wel voorzien voor
eene zoo goede dochter." Doch hij handelde alsof
het hèm eigenlijk niet aanging, en zij 'tgeen
minder verwonderlijk was deed dat ook, trouw