NOOT,
N°. 60.
119e Jaargang.
1876.
Vrijdag
10 Maart.
psules.
2RGEN,
ijzer,
'1ENST
ROTTERDAM.
l13
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m, franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentiên20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.! van 1—7 regels 1,50j
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg, 9 Maart.
De hulpprediker van Brentburn.
instellingen met de
de diverse soorten
lam.
lSCH, Middelburg.
gevraagd, aan de
lager onderwijs te
I, een
'O, benevens eene
iden bij den Bur-
eente vóór den
Qcene Handels- en
[raagt een ervaren
nlandsche relatiën
en.
ier letters Y. B.
ai van NIJGH
n geaccrediteerde
.tschappijthans
Brand Premie-
in groote ge-
x, alwaar zij nog
Izijn, actieve en
|ls ACtBHTEST
t franco brieven
het bureau dezer
Iknecht benoo-
fxmdekerke.
m v. v.
nm. 1,3,30, 6,30
in plaats 1 u.)
nm. 2, 4,30, 7,30
mst
laart.
Rotterdam
10 'smor. 10,u.
dl 10»
10,
10,— 9
9 10,- 9
9 I0 - V
9 10,- 9
|14
15
117
18
:20'smid. 12,
|21 12,-
S.39
6.45
4.50
4.35
8.6
6.—
6.46
7.57
*8.30
Ju
*8.47
*9.27
9.40
10.4
*9.6
2
10.15
*10.-
10.25
12.—
7.35
12.50
8.20
1.10
8.42
1.25
9.--
V V
Het heden uitgegeven Provinciaal blad van Zee-
land n°. 29 bevat eene circulaire van den commis-
sajhs des konings aan de burgemeesters der ge
meenten in deze provinciewaarin hij op verlangen
van den minister van binnenlandsche zaken de
aandacht vestigt op de bevordering van en deelne
ming inroept voor een plandoor de Tuinbouw
vereeniging te Lunteren, gemeente Ede in Gelder
land, vastgesteld voor een wedstrijd met het doel
om de belangstelling in eene betere en uitgebrei
der teelt van ooft- en meer bepaald van appel-
boomen op te wekken. Voor den winner der
25 soorten schoonste en deugdzaamste appels van
zaailingen wordt een prijs van f 1000 uitgeloofd.
De beoordeeling zal geschieden in de maand Octo
ber 1899 door eene commissie van éen deskundi
ge uit elke provincie des rijkste kiezen door het
gemeentebestuur van Ede.
Het plotseling overlijden van jhr. m'. J. W.
van Loonlid der tweede kamerheeft niet
slechts bij zijne medeleden, maar in geheel 's Gra-
venhage 'diepen indruk teweeg gebracht. De over
ledene had Dinsdag middag bij zijn schoonbroe
der, den heer Elout van Soeterwoude, aan den
Bezuidenhout gedineerd en trad, niet ver van
daar op de Heerengracht, de woning van den heer
Sehimmelpenninck van der Oye binnen om aldaar
een bezoek af te leggen, toen hijdoor eene be
roerte getroffen, .nederviel en ondanks de hulp
van den in de nabijheid wonenden geneesheer
Schoevers binnen weinige oogenblikken overleed.
Hij was den 29" December 1816 te Amsterdam
geboren, genoot zijne opleiding eerst aan het in-
Btituut Noortheylater aan de hoogesehool te
Utrecht en was weldra in de hoofdstad op het
meest verschillend gebied werkzaam, ook als do
cent aan het athenaeiim. Geestverwant van den
heer Groen van Prinsterer, trad hij in 1869 als
lid der 2e kamer voor Amersfoort op. Zijne veel
zijdige kennis en werkzaamheid en zijn verzoe
nende geest maakten hem bij alle partijen zonder
onderscheid hoog geacht. Niet te» onrechte merkt
de Standaard heden op dat de anti-revolutionaire
partij, door den dood van de heeren Mackay en
van Loon en de ziekte van dr. Kuijper, op een
critiek oogenblik zwaar beproefd wordt.
De verbieding der opvoering van de operette
„Pariser Leben" te 's Hertogenbosch heeft volgens
FETJIIuLETON-.
1.
Naar het Engelsch van Mevrouw Oliphant.
HOOFDSTUK. I.
HET DORP.
Het dorp Brentburn ligt in het hart van het
boschrijke Engelsche graafschap Berkshire, tus
schen een woud aan de eene zijde, zoo zwaar als
het bekende woud van Arden, en eene heideachtige
streek aan den anderen kant waar kruiden en
heesters met pijnboomen afwisselen. Ter plaatse
waar deze zoo verschillende streken elkander het
dichtst naderen, staat de kerk met de pastorie van
Brentburn. De'kerk, het spijt mij dat ik 't zeg
gen moet, is splinternieuw negentiende-eeuwsch
gothiek en vertoont eene veel hinderlijker stijf
heid van lijnen dan 't geval zou zijn als zij uit de
veertiende eeuw dagteekende, waarvoor zij gaarne
zou doorgaan, als hare nieuwheid dit niet logen
strafte. De pastorie maakt een nog minder gun-
stigen indruk. Zij is van rooden baksteen opge
trokken en de laatste predikant trachtte zijne
vrienden diets te maken dat het een gebouw uit
de dagen van koningin Anna was, het laatste
tijdperk waarin de burgerlijke bouwkunst nog
het Leidsch Dagblad navolging gevonden te Lei
den. Het gemeentebestuur aldaar moet namelijk
verboden hebben een treurspel op te voeren *.an
mr. G. H. Betz, „Jan van Leiden" getiteld, dat
onlangs in een schouwburg te Botterdam door
sommige toehoorders met teekenen van afkeuring
ontvangen werd.
De minister Heemskerk heeft een jaar geleden
beloofd dat hij het denkbeeld, door de heeren
Godofroi en van Houten aan de hand gedaan, om
door eene wijziging in de gemeentewet, van der
gelijke besluiten der burgemeesters hooger beroep
op den commissaris des konings toe te laten, .„in
overweging zou nemen." Blijkt het bericht uit
Leiden juist, dan wordt het, dunkt ons, tijd dat
de minister eens ondervraagd worde omtrent den
uitslag waartoe zijne overwegingen hem geleid
hebben. Tegen willekeurige toepassing van het
aan de hoofden der gemeentebesturen toegekende
toezicht over de schouwburgen kan niet genoeg
gewaakt worden.
Yoor de ontvangst van bijdragen ten behoeve
van den wetenschappelijken tocht naar Sumatra
hebben zich te Goes bereid verklaard de heeren
T. H. de Beer, dr. A. P. Fokker en mr. J. H. de
Laat de Kanter, terwijl ook aan het bureau der
Goesche Courant daartoe gelegenheid bestaat.
In de door ons aan Het Vaderland ontleende
opgave der kantongerechten, welker opheffing
door den minister van justitie wordt voorgesteld,
is door de schuld van onzen zetter het woord
Vlissingen uitgevallen. De zes Zeeuwsche kan
tongerechten, die met opheffing bedreigd worden,
zijn dus: Vlissingen, Sluis, Heinkens/.and, Kort-
gene, Axel en Brouwershaven.
Dinsdag jl. werd te Goes eene door de heeren
J. M. Kakebeeke en J. J. Ochtman belegde bij
eenkomst gehouden, waarin de maatregelen bespro
ken werdenwelke in het belang van Goes en
omstrekenvan Noord Beveland en van het voor
malig vijfde district te nemen zijn, met het oog
op de door de regeering beraamde opheffing der
arrondissements-rechtbank te Goes.
Tot leden eener commissie voor bet beramen
der noodige stappen werden gekozen de heeren
mrs. J. L. H. Liebert, J. G. de Witt Hamer en
J. H. de Laat de Kanter, die vervolgens de beide
oproepers der vergadering uitnoodigden zich met
hen in commissie te vereenigen. Op de ter teeke-
ning liggende lijsten werd dadelijk voor een aan
zienlijk bedrag, tot bestrijding der onvermijdelijke
kostengeteekend.
een kenmerkend karakter bezat; doch hij wist
zeer goed dat het niets was dan een leelijk huis
uit den tijd der koningen die den naam van George
droegen, pas in het laatst der vorige eeuw opge
richt. 'tWas overigens groot, bezat eene koets
poort, was vrij gemakkelijk ingericht en deed zich
deftig voor. Schooner dan het gezicht aan de
voorzijde, was dat aan den achterkant, die uit
zicht gaf op een grooten tnin, ouder dan het huis
zelf; in de afgelegen hoeken stonden zware appel-
boomen, wier stam mot mos begroeid was, tusschen
de groentebeddingen in, en een zacht grasperk
strekte zich voor de vensters uit. Midden op dat
perk prijkte een groote moerbezieboom, die de
eentonigheid brak. De hooge muren waren be
zet met vruchtboomen, in het voorjaar als met een
wit en lila kleed behangen, dat allen, die het
zagen, met bewondering vervulde. Op het tijdstip
waarop mijn verhaal begint leverde die tuin ech
ter meer genoegen dan voordeel op, want er zouden
twee tuiniers noodig zijn geweest om zulk een
grooten lap gronds in orde te houden, terwijl er
thans slechts nu en dan iets aan gedaan werd.
Een doorgang, in het struikgewas gemaakt,
leidde recht naar de gemeene weide, en een eindje
verder stond de kerk, door de begraafplaatsen
omgeven, op eene iets hoogere plek. Aan gene
zijde van die hoogte, naar den kant van het bosch,
lagen een dozijn woningen, een vuil winkeltje en
het hulppostkantoor, alles te zamen Klein Brent
burn genoemd, om het van het grootere dorp te
onderscheiden, dat zich op eenigen afstand bevond.
Een in de Goesche Courant van heden opgeno
men bericht als zou de Eendraehtpolder bij
Neuzentengevolge van den dijkval op den 27«n
Februari jl. ingeloopen zijnis niet juist. Tot
heden middag was zulks nog niet het geval en
vorderden de voorzieningswerken naar omstandig
heden goed.
De heer jhr. mr. L. van Citters, benoemd tot
kantonrechter te Zierikzee, is den 7" dezer als
zoodanig beëedigd en den volgenden dag geïnstal
leerd.
Het dagelijksch bestuur van bet anti-dienst-
vervangingbond verzoekt ons het volgende te
melden
Het anti-dienstvervangingbond bestaat thans uit
54 plaatselijke afdeeliDgen en eene algemeene af-
deeling.
De algemeene afdeeling bevat al de leden, die
niet tot eene plaatselijke afdeeling behooren.
Op 6 Maart was het hoogste volgnommer der
vereeniging, die evenwel in vollen groei is, 6911-
Maar, men moet rekenen op non-valeurs, sym
pathisers in abstracto, die zich moreelen noemen,
letter-steunders en afval, kortom tarra tot een zeker
bedrag, stel 7£ pet.
Blijft een effectief van 0,925 X 6911 6400
leden.
Volgens do lijsten van het bond begreep de al
gemeene afdeeling op 3 Maart 1876 ongeveer 954
leden, verdeeld als volgt:
in 128 plaatsen 1, is: 128 leden,
9 37 9 2, 74
9 r 20 9 360
en
50
4, en meer, is: 692 leden.
Verspreid over het geheele land, is zij naar tal
de sterkste afdeeling.
Men leest het volgende in het volksblad „de
Coöperatie"
„'t Is nu tien jaren geleden, dat het woord
coöperatie voor 't eerst in Goes werd uitgesproken.
„Op volksvoorlezingen, in geschriften, later in
ons Volksblaadje werd deze volkszaak bij uitne
mendheid warm besproken.
„Sommigen lachten met de zaak, anderen vonden
haar nieuw, nog anderen zagen er eeu begin van
de omverwerping der maatschappij in, enkelen
waren met de zaak ingenomen.
„En thans? Er is geen streek in ons vader
land, waar zooveel op dit gebied tot stand is ge
komen als in Zeeland en voornamelijk in Zuid-
Beveland.
„Heeft dat de propaganda te Goes bewerkt?
Wie zal het zeggen Men beweert, dat de vogels
Geen aangenaam gezicht leverde dit gehuchtje op.
Het bad een modderigen weg, een onzindelijk voor
komen en een poel iu 't midden. In den omtrek
was geen rijk grondbezitter die er iets aan deed,
geen bemiddeld predikant die er zich mee bemoeide,
en dit brengt ons nu in eens tot de bewoners der
pastorie, waar we 't meest meê te doen hebben.
De dominé had reeds sinds langen tijd vijftien
of twintig jaar niet in de gemeente gewoond.
De predikantsplaats, waaraan 450 pond sterling
's jaars verbonden was, stond ter begeving van de
academie te Oxford, die er den eerwaarden heer
Keginald Chester meê begiftigd had. De heer
Chester, die tot de bezoldigde leden dier academie
had behoord, was een geleerd mandie een fijnen
smaak bezat. Tot,zijn veertigste jaar had hij te
Oxford zijn jaargeld getrokken of het in verschei
dene der schoonste streken van Europa, inzonder
heid Frankrijk en Italië, verteerd, al zijne begeerten
(in alle eer en deugd) ingewilligd en een zeer aan
genaam, zoo niet eeD zeer nuttig, leven geleid. Hij
had wat geld van zich zeiven, trok voortdurend
zijne academische jaarwedde, verkeerde in de
kringen waarmede zijn smaak het best strookte en
ontzegde zich niets wat hij gaarne hebben wilde.
Waarom hij de predikantsplaats te Brentburn had
aangenomen, is moeielijk te zeggenik denk dat
er voor ieder gemoed, zelts het meest philosophische,
eene zekere aantrekkelijkheid gelegen is in-eenige
honderden ponden 'sjaars boven hetgeen men
reeds heeft. Hij aanvaardde dus het ambt en hield
er den armen Arlington uit, die na hem aan de beurt
soms zaadjes in hun hek medenemen en die ver
van de plaats, waar zij ze oppikken, -laten val
len, zoodat men soms eensklaps een.uitheemsche
plant in de eene of andere streek ziet ontkiemen.
„Wellicht is dat ook hier het geval geweest.
„Toch is het zeker, dat ook de bespreking van
de coöperatie, welke te Goes heeft plaats gevon-
den, niet zoo. geheel vreemd kan zijn aan de
coöperatieve beweging in Zeeland.
„In Goes zelf heeft men twee bloeiende Coöpe
ratieve Vereenigingen: de Voorscbotvereeniging
en de Vereeniging voor en door arbeiders tot het
bouwen van arbeiderswoningen.
„Ia Middelburg is eene Coöperatieve Voorschot-
vereeniging sedert kort opgericht, die slechts wacht
op rechtspersoonlijkheid, om eene krachtige vlucht
te kunnen nemen.
„Te Borssele, Ellewoutsdyk, Heinkenszand, Wil-
helminadorp, Cats, 's Heer-Arendskerke, Biezelin-
ge, Wemeldinge, Kapelle, Kloetinge, wellicht op
meer plaatsen heeft men Coöperatieve Vereenigin
gen, die zich met den in- en verkoop van levens
behoeften (meestal van steenkolen) of het bewerken
van land bezig houden.
„Uit dit alles blijkt dus, dat de pogingen,' om het
volk te ontwikkelen, als men slechts volhoudt,
niet geheel vruchteloos zijn.
„Dit voor do moedeloozen, die met éen slag de
wereld willen veroveren."
De minister van financiën verwittigt de belang
hebbenden in de Staats-courant van heden dat er
eene verbeterde gemeenschap tusschen Neder
land en Sumatra's Oostkust is in het leven ge
roepen door middel van den in werking gebrachten
veertiendaagschen stoombootdienst tusschen Batavia
en Atchin, in verbinding te Singapore mét dén
dienst der Britsche pakketbooten van de Penin
sular and Oriental Steam Navigation Company.
Door den gemelden Nederlandschen stoomboot
dienst wordt, zoowel op de nit- als thuisreis,
DeliEdi en Gighen aangedaan.
De correspondentie voor de noordoostkust van
Sumatra wordt dientengevolge thans over Singa
pore met de naar Atchin vertrekkende stoomsche
pen rechtstreeks naar de plaats van bestemming
verzonden, en zal dus eene belangrijke bèspoedi-
ging in de overkomst daarvan worden ondervonden.
In de omgekeerde richting geschiedt de verzen
ding langs denzelfden weg.
De verkiezing van een lid van de tweede ka
mer der staten-generaal in het hoofdkiesdistrict
Eindhoventengevolge van het aannemen der be
noeming tot kantonrechter te Oirschot door mr.
A. J. H. van Baaris bepaald op Donderdag 23
lag en naar eene predikantsplaats op het platte land
stond, daar hij wenschte te trouwen. Mijnheer Chester
was niet voornemens te trouwen en had eeil afkeer
van alle herderlijke plichten, 'tgeen echter niet
belette dat hij de plaats nam. In 1t begin van den
zomer kwam hij te Brentburn wonen en voorzag
de pastorie dadelijk van Smirnasche tapijten en
bergen van mahoniehout, want in die dagen
was er nog zeer weinig sprake van smaakvolle, wel
van massieve meubelen. Hij had eene goede keu
kenmeid meêgebracbt en daar zijne vrienden gaarne
eens een paar dagen op het land kwamen, terwijl
zijne standplaats slechts een uurtje van Londen
was, doorleefde, hij de eerste maauden zeer aan
genaam. Maar met den winter was 'teehe geheel
andere zaak. Zijne vrienden hadden niet langer
lust over te komen. Het jachtveld was bepaald
goed, maar Chester's vrienden waren in 't algemeen
geen liefhebbers van de jacht, de streek was
vochtig en verwekte rhumatiek, en het gezelschap
dat men krijgen kon, was meer boersch dan verfijnd.
Daarop verhief zijne keukenmeid en dat was geen
zaak van gering belang de vaan des opstands.
Zij was zulk een leven niet gewoon, hare keuken
was muf, zij had geen verzet hoegenaamd in deze
„spelonk," zooals zij de pastorie van Brentburn
zeer oneerbiedig noemde. In spijt echter van dit
alles, in spijt van de modderige wegen, van de
klachten der armen, van eene rebelleerende keu
kenmeid en van zoo goed als geen conversatie,
hield Chester bet twee lange jaren uit. Maar de
J vochtigheid begoh ook hem aan te tasten én drong