Telegraphische berichten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Landbouw. Rechtzaken, De F»nönlx. b Namens den oorspronkelijken e i s c h e r, strek kende dat de rechtbank een onderzoek van des kundigen zou bevelen voor het geval de vordering <Settictt<0e "3dm<tjf«tt. Duitsche medaille, ingesteld ter herinnering aan den veldtocht tegen Frankrijk in 1870 en 1871. consulate». Erkend en toegelaten als consul van het Duitsche rijk te Paramaribo Henrij Muller. leger. Op verzoek op nonactiviteit gesteld, zonder bezwaar der schatkistin afwachting dat omtrent hem nader zal worden beschikt, de le lui tenant-adjudant J. Knuppe van het 4e regiment infanterie. Eervol ontslag is verzocht door dr. B. Koster als leeraar aan de hoogere burgerschool te Delft. Uit een bericht in de Vlissingsche courant is door ons ten onrechte opgemaakt dat de heer J. H. Klomp, predikant te Ylissingen, reeds voor het beroep naar Makkum bedankt heeft. Zulks is nog niet het geval. Bij de Ned. herv. gemeente te Domburg, is door het kiescollege tot predikant beroepen de heer A. J. Westhoff, thans te Biezelinge c. a. De Vereeniging land- en tuinbouw, hout-en vee teelt te Noordgouwe, Zaterdag heden voormiddag te Schuddebeurs eene vergadering, waarin deheer W. Sluis, landbouwer te Beemster, als spreker optrad. Yan zijne lessen, gegrond op eene jaren lange practijk, en bij zijne voordracht meestal door krijtteekeningen verduidelijkt, is het volgende eene beknopte schets. Medearbeiders in den landbouw, zei hij, wanneer we een blik werpen om ons heen, dan staan we, bij vele dingen, zeker verbaasd over ons zeiven, over onze weinige kennis in"t algemeen, over onze weinige natuurkennis in 't bijzonder, over het weinige dat er nog gedaan is, en we zijn gereed om te erken nen, dat we bijna nog geheel moeten beginnen. De natuur, onze omgeving, is een geopend boek, en wat kunnen we er van lezen, en toch zijn natuur-schei-, plant- en dierkundein een woord eene wetenschappelijke ontwikkeling voor ons on misbaar. We moeten weten hoe de plant, de Vruchten, die we teelen, in en boven deu grond leven en werken en wat zij en onze dieren noodig hebben voor hun bestaan. Hoe kunnen we ze anders met hoop op eene goede uitkomstop winstj verbouwen, aankweeken, mesten, verzorgen? Ter opheldering teekende hij nu eene plant met bladen en wortels, en verklaarde, bij eene schets van het groote verbrandingsproces, wat zij in en wat zij boven den grond doet, wat zij er noodig heeft. Ongemerkt had hij daarbij gelegenheid met voor beelden aan te toonen, dat het gebruik van eene grasmaaimachine verre de voorkeur verdient boven de zeis. 't Is of de eerste zegt ik moet je wel snijden, maar ik doe het zoo zacht mogelijk en heel uwe wouden met gras, terwijl de zeis u aan de brandende zon blootstelt en mogelijk doet ver drogen. Terwijl we de plant zich in haar schoone werk plaats zagen ontwikkeien, wijdde de spreker een wcord aan het droogleggen van den grond. Daar voor is noodig de eenige altijd bescnikbare kracht: stoom, om het water te beheerschen en op gelij ke hoogte te houden; een stoomgemaal dus. Goede bemalingsmiddelen zijn eene eerste voor waarde voor eene goede drainage. Waren de Nederlandsche gronden voor twintig jaar droog gelegd, we zouden, ik zeg het d'. Staring na, millioenen rijker zijn. Naast de groene greppels die het land in stukken verdeelen, en die ik hier nog te veel zie, ligt bovendien eene voor. Op de breedte die dit alles inneemt groeit niets't is eene kweekplaats van allerlei onkruid. De slootjes moeten dicht gemaakt, buizen gelegd, het land ge draineerd worden. Het gebruik van allerlei ma chinerieën, maaimachines, hooischudderspaarden- hooiharken enz. staat met het droogleggen in 't nauwste verband, daar die ons dan veel beter en veel voordeeliger bedienen. De gronden mo -ten voor de plant diep ontwaterd zijn en de buizen dus minstens een el, liefst anderhalf el diep ge legd worden. Voor twee gulden koopt men een roommeter en hoe weinigen gebruiken die. Een bedriegelijke vrouwenhand zegt ons of de room, die gekarnd moet worden, do vereischte warmte heeft. Nu is 't mij gebleken, dat als zulk eene warmtemeet- ster verklaard had, dat de room daarvoor geschikt was, en ik plaatste er den roommeter in dat hij dan zes of zeven graden te warm ot te koud was! Als de room een warmte heeft van zestien of zeventien graden Celsius, dan heeft men in den kortst mogelijken tijd de meeste boter. Worden de koeien met kruisbloemdragende gewassenzooals rapen, gevoed, dan bevordert een weinig zure kar nemelk bij den room of het laten afdiuipen van een citroen de werking, de gisting. Hier waar men wel boter, maar geen kaas maakt, meent spreker, dat men zich met voordeel op het maken der laatste zou toeleggen. Om deze meening te stavenschetste hij de kaasberei ding in Zweden en Denemarken, waar ze vroeger mede onbekend was, en nu een bron van grooten rijkdom is. IJs is daarom in den zomer onmis baar. De beschrjj ving, die de heer Sluis van zijn ijskelder gaf, was even practisch als eenvoudig, navolgenswaardig voor ieder. Men zou voor ge meenschappelijke rekening eene boter- en kaasfa- briek moeten oprichten, met een wetenschappelijk man aan 't hoofd. Vooral in zijne stallen kan de boer geen ther mometer missen. Het vee mag niet te heetmaar ook niet te koud staan. Zestien of zeventien gra den Celsius is de pleizierigste warmte voor de beesten. In Friesland is de hitte soms zes acht graden te hoog. Dit bevordert longontsteking en maakt de beesten ongeschikt om met stoombooten verzonden te worden. Bij dit bezoek in den stal nemen we natuurlijk een kijkje bij de kalfjes. De scheikunde leert ons welk voedsel ze noodig hebben maar de verzorgers houden daar vaak geene rekening mee. Als 't beestje zoo ver is dat het geen melk meer behoeftot althans niet krijgtpropt men 't vol met hooidat zeer onvoldoende is voor de been vorming. Duizend kilo's goed hooi bevatten acht kilo's beendermeel. Het kalf nu neemt al de beenaarde, die in het hooi zit op, en in zijn uitwerpsels vindt men daar niets van terug. Daar een kalf nu maar weinig hooi kan etenkrijgt het ook te weinig beendermeel en gaat kwijnen. Men geve het dus bij het overgaan van de mejk een eierlepel beendermeeltweern0"* 's weeks een schepje koolzure kalken later iederen dag een kindereetlepel beendermeel. Als men eene koe gaat mesten, moet men ze eens denken zoo groot als eene kerk en er een wandelingetje in doen, om de verschillende werk plaatsen in die fabriek te bekijken, waar de grond stof, het voeder, dat men er in brengt, verwerkt wordt. Staat aandachtig stil bij de plaatsen waar het vleesch, het vet, het haar gemaakt wordt, en ricfit daarnaar het voedsel in. en moet zachtjes aan" beginnen en de voeding trapsgewijze ver- hoogen. Biggen worden vaak als ze van de moeder ge nomen zijn, met aardappelmeel gemeBt, doch dan krijgt men ze niet hooger dan tot zestig kilo's gewicht. Ze hebben een zwak beecdergestel en kunnen een zwaarderen la3t niet dragen. Geeft men ze echter dagelijks wat beendermeel of een lepel gewone metselkalk door 't voeder, dan ver krijgt men verbazend goede uitkomsten. Over weiden vol madeliefjes, kalklooze akkers, langs bedorven water, mestvaalt en stallen, gaan we aaar de schapen. De wol van het schaap be vat vijftien peicent potasch. Het dier heeft dus behoefte aan een krachtige klaverweide. Is de klaver ziek, of bevat ze te weinig potasch, dan is ook de wol ziek. In het voedsel moet kracht zitten voor de wolvorming. Het onderscheid tus- schen gezonde en zieke wol maakte spreker op het bord duidelijk. De plantenkunde leert ons welke gewassen goed zijn voor de koe, het paard, het schaap. We kiezen dus voor ieder het zijne. Nergens, zei de heer Sluis, ben ik hier nog dien lekkeren hooigeur gewaar geworden. Door het zaaien van vijf pond pepernel per bunder verkrijgt men dien onwaar deerbaren geur. Voor het schaap is de pepernel- plant eene behoefte, om zich als 't ware te ver- frisschen en de spijsvertering te bevorderen. Onze woningen en gebouwen en die van onze arbeiders staan vaak geheel onbeplant en veelal te weinig in 't groen. Plant boomen, leert snoeien, verschuilt ze in 't lommer, dat bewaart tegelijk de verf en het hout. Gedachtenloos loopen we vaak rond in 't veld, en van de duizende lievelingen der natuur kennen we slechts enkelen bij name. Neemt ze meê, droogt ze, vraagt aan een plant kundige de namen, plakt die er bij, hangt ze, als ge anders niet kuntop in de bedstede, dan kunt ge ze desnoods al liggende leeren. Gij zult dubbel voldaan zijn. Wordt vervolgd). Schouwen-Duiveland, 4 Maart 1876. De arrondissements-rechtbank alhier heeft in hare zitting van heden uitspraak gedaan in het onzen lezers bekende incident in de procedure tusschen M. de Bruijn, schipper van het na aanvaring met de Deensche stoomboot „PhöDix" gezonken tjalk schip „Drie gebroeders", en P. C. J. Mollerup, gezagvoerder van genoemde stoomboot. [De plei dooien over het incident deelden wij in hoofdzaak mede in het nommer dezer courant van 19 Fe bruari jl.] De rechtbank nam aan dat zij, waar het ten deze eene summiere zaak betreft, had te beslissen omtrent de volgende twee incidenteele con- clusiën van partijen: a Namens den oorspronkelijken gedaagde, waarbij gevraagd werd dat de rechtbank een rap port van deskundigen zou beveien omtrent de vraag: „of het mogelijk is, dat eene stoomboot als de Phönix, hebbende 60 M. lengte, onder eene gaande eb zeer dicht langs de witte ton n°. 27 heenstoomende en meest den witten tonnenkant houdende, rond de hoekboei n°. 26 in het Nauw van Bath komende, bij het maken der kromming eeD tjalk aanvaart, die zich bevindt op de raaiing der witte boeien en de witte ton n° 26 vlak nabij heeft, dwars onder de lij?" tegen den gezagvoerder der Phönix door de ten processe geleverde bewijzen onverhoopt nog niet dadelijk voor toewijzing vatbaar werd geacht. De rechtbank heeft ten aanzien der inciden teele conclusie van den oorspronkelijken gedaagde, den gezagvoerder der Phönix,beslistdat het verzoek tot het bevelen van een verhoor van des kundigen niet kan toegewezen worden aange zien een rapport van deskundigen, bij het bestaande verschil van gevoelen tusschen partijen omtrent de gestelde vraag welke volgens den gezagvoerder der Phönix aan deskundigen zou moeten worden onderworpen, niet tot beslissing der zaak kan leiden en mitsdien nutteloos zou zijn. Daarentegen heeft de rechtbank aangenomen, dat door de inwilliging van het verzoek van den oor spronkelijken eischer het recht van beide par tijen niet verkort wordt. ,C Met toepassing van de artt. 222 en volgende van het wetboek v. Burgert. Eechtsv.heeft zij akte verleend, waarvan akte is gevraagd, en den incidenteelen eisch van den oorspronkelijken ge daagde den gezagvoerder der Phönix ont zegd, met zijne veroordeeling in de kosten van dit incident. Voorts heeft zij den oorspronkelijken eischer zijne incidenteele vordering toegewezen, en bevo len a»i, co» onderhoek door deskundigen zal woiden ingesteld omtrent de vraag: „of met nood zakelijk moet aangenomen wordendat bij de plaats gehad hobbende aanvaring tusschen de „Phönix" en de „Drie gebroeders" ter hoogte van de witte ton n° 26, laatstgenoemde tjalk, geladen met steenen, pannen, en plavuizen, zich heeft be vonden in de nabijheid van den tonnenkant en niet midden-vaarwaters Als deskundigen heeft zij aangewezen de heeren C. Sehuijlenburg, luitenant ter zee 1® klasse, tbans nonactief, I. Luteijn, oud-scheepsgezagvoerder,thans directeur van den stoombootdienst op de Westor- Schelde, en W. Alberts, oud-scheepsgezagvoerder met bepaling dat de beëediging van genoemde heeren zal plaats hebben in eene buitenge wone terechtzitting der rechtbank op Maandag 27 Maart a., des voormiddags te 11 uren, en dat zij binnen dertig dagen een schriftelijk rapport ter griffie der rechtbank zullen moeten overleggen. De heer jhr. mr. J. W. van Loonlid der tweede kamer, is gisteren avond onverwachts aan eene beroerte overleden. De overledene behoorde tot de meest geachte en werkzame leden der anti revolutionaire partij. Hij vertegenwoordigde sedert 1869 het district Amersfoort. Tot het einde van zijn leven nam hij een levendig deel aan de werkzaamheden der tweede kamer en nog den dag vóór zijn overig den diende hij een tweeledig amendement op de wet tot regeling van het hooger onderwijs indat de strekking had om het overgangstijdperk vóór de af schaffing der theologische faculteit langer te doen duren en om de vrije gymnasiën van de banden, welke hen aan de gemeenten zouden vastknoopen, los te maken. Van de 2817 kiezers in het boofdkiesdistrict Rotterdam brachten 778 hunne stem uit ter be noeming van een lid der tweede kamer in plaats van den heer Blom, die als zoodanig bedankt bad. Met. 686 stemmen werd gekozen de heer mr. H. C. Verviers van der Loeff, lid van gedepu teerde staten van Zuid-Holland. "Benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de arrondissements-rechtbank te Goes, mr. J. H. de Laat de Kanter, procureur aldaartot kantonrech te Heinkenszand m'. W. L, van Voorst Vader, griffier bij het kantongerecht aldaar; tot griffier bij het kantongerecht te Heinkenszand jhr. mr. W. H. Snouck Hurgronje te Middelburg; tot substituut griffier bij de rechtbank te Zierikzee jhr. mr. W. A. de Jonge, advocaat te Leiden. tweede kamer. B'j den aanvang der zitting werd door den heer van Wassenaer van Catwijck warme hulde gebracht aan het plotseling overleden lid der kamer jhr. van Loon. Bij deze woorden sloten zich aan de heeren Jonckbloet, Teding van Berkhout en de mi nister (van binnenlandsche zaken De heer van Baar, afgevaardigde voor Eindho ven, heeft het lidmaatschap der kamer nederge- legd, wegens aanneming eener rechterlijke betrek king. De beraadslagingen werden aangevangen over het wetsontwerp tot regeling van het hooger on derwijs. De heer Rombach wenscht aanstaande geneeskundigen niet tot eene klassieke opleiding te verplichten. De heer Idzerda en de minister van binnenlandsche zaken betoogden daarentegen de wenschelijkheid daarvan. De heeren Jonck bloet, Teding van Berkhout en de minister toonden verder de groote voordeelen eener klassieke oplei ding in het algemeen aan. De heer van den Berch van Heemstede drukte den wenech uit dat, mocht de wet verworpen worden, men tot eene partieele regeling mocht overgaan. De algemeene beschou wingen werden hiermede gesloteD. Art. 1 der wet, bevattende de omschrijving van den aard en de bestemming van het hooger on derwijs, werd vervolgens met 46 tegen 19 stemmen aangenomen. Art. 4, waarin bepaald wordt dat hooger onder wijs gegeven zal worden in „gymnasia, athenaea en universiteiten", werd op voorstel van den heer de Vries aangehouden tot na de beslissing over het athenaëum te Amsterdam, buiten hetwelk hij geen gemeentelijke athenaea wil. De beraadsla gingen over de gymnasia zijn daarna aangevangen. Te Jaarsveld bad in de verloopen week eene herstomming plaats. Terwijl 83 personen hun stembiljet in de bus hadden geworpen, kwamen er bij do opening der bus 130 biljetten te voor schijn. Men had vergetende biljetten der vorige stemming uit de bus te nemen1 Uit den Tielerwaard schrijft men aan do Arnh. Ct. het volgende: Zag men voor eenige dagen met blijdschap het vallen van het water en hoopte men toen spoedig de werkzaamhedendie reeds van November stil liggen, te kunnen her vatten omdat de beurs der arbeidende klasse dieper dan tot den bodem geledigd isthans ver neemt men sedert een tweetal avonden van den waterpost met weemoed den was te Keulendie ook hier weder zichtbaar is. Door den val waren vele der buitendijks gelegen woningen van water bevrijd doch deze zullen spoedig bij meerderen was dit weder binnenkrijgen. De schade hier en daar aan dijken toegebrachtis nog al van betee- kenishoewel er veelzeer veel nog gebeuren moet eer men hier in nood verkeert. De binnen dijks gelegen polders hebben veel water in èn door den kwel èn door den dagelijks vallenden regen. Sommige polders gelijken éen waterplas. Te Haarlem is gisteren avond de twaalfjarige zoon van den schilder B. op eene verschrikkelijke wijze om het leven gekomen. Op de Turfmarkt met andere jongens spelendegeraakte hij onder een der pijpen welke aldaar voor de waterleiding zijn opgestapelden werd door het zware voor werp verpletterd. Men schrijft uit Maastricht: Onze provincie krijgt helaas een treurige vermaardheid door het aantal moordendie in den jongsten tijd zijn ge schied. Nauwelijks toch heeft zich de aarde boven een verslagene te Urmond gesloten of een andere mamslag roept de justitie naar Kerkrade. Ofschoon verdere bijzonderheden ontbrekenkunnen wij toch mededeelendat de verdachte zich reeds in handen der justitie bevindt. De zaak van K. Sixma, vroeger spoorwegbe ambte te Zwolle en beschuldigd van rebellie, doch door rechtbank en hof vrij gesprokenis nog niet ten einde. Door zijn verdediger mr. Ketwich Ver- schuer is een actie ingesteld tegen den inspecteur van politie van der Wal te Zwolledie Sixma op den bewusten avondtoen een dronken keral in de wacht werd gebracht en Sixma zich over die wijze van handelen wat al te rondborstig uitliet, in arrest nam. Reeds zijn een viertal personen door den rechter-commissaris in deze zaak ge hoord. Sixma is middelerwijl in betere betrekking naar Vlissingen overgeplaatst. De sociëteit „Wat buigt breekt zelden" te Nijmegenvierde Zaterdag haar -honderdjarig be staan. Als een bijzonderheid mag worden var meld, dat gedurende de honderd jaren, altijd uit de familie van Dam de kasteleins van die socië teit zijn gekozen. Zekere H. J. D., vroedmeester te Nijmegen, is door de rechtbank aldaar tot een jaar celstraf en f 300 boete veroordéeld. Zijne veroordeeling wegens doodslag door onvoorzichtigheid was ge grond op een geheel verkeerde en dan nog zeer ruwe behandeling van eene vrouw, tengevolge waarvan zij weldra bezweek. De Stoompost zegt, dat vermoedelijk binnen kort hier te lande de aanbesteding zal worden uit geschreven van den aanleg van spoorwegen in de Transvaalsche republiek. De plannen, kaarten en grondteekeningen voor de onteigening ter vergrooting van de loka len der tweede kamer zijn gereed en zullen ge durende 30 dagen ter gemeente-secretarie te'sHage worden nedergelegd, opdat belanghebbenden ge durende dat tijdperk hun bezwaren schriftelijk en mondeling aan het dagelijkseh bestuur kunnen opgeven. Dezer dagen zag men te Zwolle het ongewone schouwspel van een begrafenisstoet in schuitjes. TeDgevolge van den hoogen waterstand, is het Israëlietische kerkhof, waarheen 't lijk eener oude vrouw vervoerd werd, niet dan varende te be- reiken Het nabij Someren in de Zuidwillemsvaart gezonken schip is gelicht en de vaart tusschen 's Hertogenbosch, Weert en Maastricht heropend. Op het katholieke kerkhof te Wageningen zal een kapel gesticht worden boven het graf van wijlen den pastoor J. A. Taabe, waarvoor de kos ten, ten bedrage van bijna 2000, door de inge zetenen zijn bijeengebracht. Het verbod tot verzending van de Garten- laube per post in Oostenrijk en Hongarije heeft voor de abonnenten in die landen onaangename gevolgen. In de steden ontvangen zij hun blad door de boekhandelaars per spoortrein, waarmede het als ijlgoed wordt geëxpedieerd en zoo spoedig mogelijk bezorgd, doch altijd een of twee dagen later dan vroeger. Voor het platte land is de toestand ongunstiger, daar het blad niet open of

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2